• No results found

Zie J a n t e W i n k e l , Geschied. der Nederl. Letterk. I bl. 96-116. 421. Historie van Troyen.

Zie J. t e W i n k e l t.a.p. bl. 103-110, 313, 314, 331. I. Door Segher Dengotgaf.

De Trojaensche oorlog, door S e g e r D i e r e g o d g a f (XIIe eeuw). - I. Dits 't prieel van Troyen. II. Dits 't a.

paerlement van Troyen. III. Dits van den groten Strijt daer hem her Hector ende Achilles in onder spraken. Uitg. d. P h . B l o m m a e r t inOudVl. Gedichten I (Gent 1838) bl. 1-26.

In V e r d a m 's uitgave der Episoden (zie hierachter IIm) komen deze verzen voor als vs. 2771-4060 en 4288-5309.

- M. d e V r i e s , Proeve van Mnl. taalzuivering (Haarl. 1856) bl. 2, 32, 33, 51-53, 62, 63, 72, 150 over het voorg. vs. 349, 399, 1072, 1249, 1425.

- J. V e r d a m , Tekstcritiek van mnl. schrijvers (Leid. 1872) bl. 94 over Troje (S e g h e r ) v. 1111 en bl. 46 v. 3134.

b. J.H. G a l l é e , Een fragment van S e g h e r 's Parlement van Troyen, volgens een Utrechtsch Handschrift. -Tijdschrift v. Nederl. Taal- en Letterk. II (1882) bl. 118-132.

II. Door Jacob van Maerlant.

W.J.A. J o n c k b l o e t , Over M a e r l a n t 's Trojaensche Oorlog. -De Gids 1843, Mengelwerk bl. 575-383. a.

b. Fragment van een Oud-Nederduitsch rymwerk

[M a e r l a n t 's Trojaensche Oorlog] met aanmerkingen en ophelderingen, medegedeeld door W.C.

A c k e r s d y c k . -Nieuwe Werken van de Maatsch. d. Nederl. Letterk. I 1. St. (1824) bl. 201-286 en

overgenomen door P h . B l o m m a e r t in zijneOudvl. gedichten I (1838) bl. 40-51.

42

- M. d e V r i e s , Proeve van mnl. taalzuivering (1856) bl. 150 over B l o m m a e r t 's Oudvl. ged. bl. 47 vs. 371, 421.

- J. V e r d a m , Tekstcritiek van mnl. schrijvers (1872) bl. 23 over Troye (uitg. d. A c k e r s d y c k ) 547. c. Tweede Fragment (vroeger behoorende aan C.P.

S e r r u r e , thans aan de Maatsch. d. Ned. Letterk.), Pytoplex en de Centaur. - Medeged. d. P h .

B l o m m a e r t inOudvl. gedichten I bl. (1838) 52-56. d. De Trojaensche oorlog door S e g e r D i e r e g o d g a f [lees: door J a c o b v a n M a e r l a n t ]. - IV Dits hoe dat her Hector ute der stat voer die van Troyen te hulpen. - V Dits her Hectors doot. - Medeged. d. P h . B l o m m a e r t als voren I bl. 27-39.

e. J.W. H o l t r o p , Bericht omtrent een (op de K. Bibl. te 's Gravenhage) gevonden fragment van 192 verzen van den Trojaanschen oorlog. -Alg. Konst- en Letterb. 1840 II bl. 180. - Zie hierover V e r d a m 's uitgave der Episodes (hierachterm) bl. 10.

f. De Trojaensche oorlog, Jazon en Medea d. J a c o b v a n M a e r l a n t (fragm. thans berustende in de Maatsch. d. Ned. Letterk.) medeged. door P h .

B l o m m a e r t . -Oudvl. Gedichten II (1841) bl. 73-91. g. De Trojaensche oorlog, Fragment [de Amazonen]

behoorende aan F. V e r g a u w e n , medeged. door P h . B l o m m a e r t als voren II bl. 92-100.

- J. V e r d a m , Tekstcritiek v. mnl. schrijvers (1872) bl. 99 over het voorg. II bl. 100 vers 635.

h. Fragmenten (te Gent gevonden) uit M a e r l a n t 's Trojaenschen Oorlog [Lotgevallen der Grieksche helden na Troje's val]. - Medeged. d. F.A. S n e l l a e r t inAlg. Konst- en Letterb. (1852) I bl. 341-42 en ook afgedr. in B l o m m a e r t 'sTheophilus (1852) bl. 56-74.

i. Bruchstücke eines mittelniederländischen

Trojanerkriegs (gefunden zu Brünn), mitgeth. von J. F e i f a l i k . -Anzeiger f. Kunde d. deutschen Vorzeit N. Folge IV (1856) kol. 199-200.

j. E. W e e m a e s , Bericht omtrent gevonden fragmenten van M a e r l a n t 's Trojaanschen Oorlog. -Noord en Zuid (1870) bl. 8. en De Eendracht XXV (1870) bl. 14. k. J.A. W o l f f , Ein unbekanntes mittelniederländisches

Gedicht über den trojanischen Krieg (gefunden zu Wissen). -Anz. f. Kunde d. dtschen Vorzeit N. Folge XVIII (1871) kol. 365-370.

l. M. d e V r i e s , Der Trojanerkrieg von J a c o b v a n M a e r l a n t . -Als voren N.F. XIX (1872) kol. 33-38. - M a e r l a n t en zijn Trojaenschen oorlog.-Taal- en Letterb. III (1872) bl. 154-164.

m. Episodes uit M a e r l a n t 's Historie van Troyen, naar het te Wissen gevonden HS. bewerkt en [met inleiding en woordverklaringen] uitgeg. door J. V e r d a m . Groningen 1873 8o.

Bibl. v. middelnederl. letterk. afl. 10-12.

De inleiding bevat: 1o. M a e r l a n t en zijne werken. 2o. M a e r l a n t en S e g h e r . 3o. M a e r l a n t 's werk en zijne bronnen. 4o. M a e r l a n t en zijn afschrijvers. 5o. Wijze van uitgaaf.

Beoord. d. P.J. C o s i j n inNed. Spectator (1874) bl. 89.

n. E e l c o V e r w i j s , Eene Historie van Troyen in 't Dietsch (vraag naar aanleiding van M a e r l a n t 's Alexander, VII boek, vers 1617 volg.). -Taal- en Letterb. IV (1873) bl. 87-88.

422. Alexanders Geesten.

Zie J. te W i n k e l t.a.p. I bl. 110 vv.

a. H.E. M o l t z e r , Bijdrage tot de geschiedenis der Alexandersage. -Dietsche Warande VIII (1869) bl. 464-476.

b. J.F. W i l l e m s , Berigt omtrent eene mnl. vertaling van den Roman van Alexander. -Rymkronyk van J a n v a n H e e l u , uitg. d. J.F. W i l l e m s (1836) bl. 148.

c. H o f f m a n v o n F a l l e r s l e b e n , Bericht omtrent een HS. van den Alexandreis. -Alg. Konst- en Letterb. (1821) II bl. 313.

d. Uittreksel uit M a e r l a n t 's Alexander, medeged. d. B.J. D o c e n . -Miscellaneën II (1807) bl. 136.

e. Alexander der Grosse in X Büchern von J a c o b v a n M e e r l a n d gedichtet. - Handschr. aus der vormaligen Mannheimer Bibliothek, mitgeth. von B.J. D o c e n , in v o n A r e t i n 'sBeyträge zur Geschichte und Literatur IX (1807) bl. 1087-1096.

f. Alexander (Fragment ter prov. Archieven te Gent). -Oudvl. gedichten uitg. d. P h . B l o m m a e r t II, (1841) bl. 69-72 en herdrukt met de varianten in het HS. te München, in B l o m m a e r t 's uitgave vanTheophilus (1858) bl. 94-99.

44

g. F.A. S n e l l a e r t , Nader berigt omtrent de te Gent gevonden fragmenten [aanvulling van het bericht omtrent gevonden fragm. van den Rijmbijbel in de en Letterb. (1852) bl. 272]. - Konst-en Letterbode (1852) bl. 339.

h. H. d e V r i e s , Mededeelingen van twee fragmenten (afkomstig uit het voormalig Archief van het H. Geesthuis te Dordrecht) van M a e r l a n t 's Alexander. -Nieuwe Reeks v. werken v.d. Maatsch. d. Ned. Letterk. VII 2e st. (1856) bl. 121.

i. Alexanders Geesten van J a c o b v a n M a e r l a n t , met inleiding, varianten van HSS., aanteekeningen en glossarium, op gezag van het Staatsbestuur en in naam der K. Akademie van Wetenschappen enz. voor de eerste maal uitgeg. door F.A. S n e l l a e r t . Met facsim. Brussel 1860. 2 dln. gr. 8o.

Beoordeeld door R[i s s e e u w ?] inDe Eendragt XV (1860-61) bl. 69. - M. d e V r i e s , Tekstcritiek I M a e r l a n t , Alex. V, 943. - Taal-en Letterbode I (1870) bl. 54-55.

- J.H. v a n D a l e , Sprokkelingen VI, M a e r l a n t Alex. IV, 1635-56. -Als voren II (1871) bl. 29-30.

- J. V e r d a m , Alex. II, 927, II, 945, IV, 1189, VIII, 529. -Tekstcritiek v. mnl. schrijvers (1872) bl. 1, 2, 13, 83.

E e l c o V e r w i j s , Tekstcritiek op M a e r l a n t 's Alexander. -Taal- en Letterbode IV (1873) bl. 89-132.

- J. V e r d a m , Dietsche verscheidenheden XXV, Alex. III 261 vlgg. IV 781. -Taalk. Bijdr. II (1879) bl. 234-236.

j. Alexanders Geesten van J a c o b v a n M a e r l a n t [met

aanteekeningen en glossarium] uitgeg. naar het HS. te München door J. F r a n c k . Groningen 1882. 8o.

Bibl. v. middelnederl. letterk. afl 27, 28, 31, 32, 34-36.

De Inleiding bevat: 1o. Handschrift en fragmenten. Eerste uitgave. 2o. Tijd en plaats van vervaardiging. 3o. Plaats van het gedicht in de letterkunde. 4o. M a e r l a n t 's bronnen. 5o. M a e r l a n t 's verhouding tot zijne bronnen. 6o. Hulpmiddelen bij de tekstkritiek. 7o. Verhouding van de uitgave tot het HS.

Beoordeeld d. J. V e r d a m inAnz. f. deutsches Alterthum IX (1883) bl. 385-390, en door J. t e W i n k e l inLiteraturbl. f. germ. u. rom. Philol. V (1884) bl. 96-99.

423. Roman van Cassamus. Zie J. t e W i n k e l t.a.p. bl. 115.

a. Roman van Cassamus. (Fragment). Uitgeg. [naar een

Amsterdamsch HS., voork. in het Amst. HS. van de Rose, met inleiding, aanteekeningen en woordverklagen]. d. E e l c o V e r w i j s , Groningen 1869. 8o.

Bibl. v. middelnederl. letterk. afl. 2.

Beoord. inHeidelb. Jahrb. (1869) bl. 924-926.

b. A. W i l l e m s , Het Brusselsch fragment van den Cassamus. - Taal-en Letterb. II (1871) bl. 158-166.

c. P. L e e n d e r t z W z ., Tekstkritiek 1 Cassamus vs. 1290. Navorscher XXIV (1874) bl. 294.

424. Jason.

a. J. T i d e m a n , Bericht omtrent een HS. van den Jason in het Britsch Museum te Londen. -Verslagen en Berigten der Vereen. ter bevordering der oude Nederl. letterkunde I (1844) bl. 42.

b. Als prozavolksboek verscheen en bevindt zich in de Bibl. Nationale te Parijs: Historie vanden vromen ridder Jason [d. R a o u l L e F è v r e ]. Haarlem: Hollant (J a c . B e l l a e r t ) c. 1485. fo. Zie C a m p b e l l Annales No. 1092.

425. Argonauten-tocht.

De tot heden onbekende dichter G i l l i s P e y s en zijn Argonauten-togt, medeged. [naar een HS. der Kon. Bibl. te 's Gravenhage] d. M.F.A.G. C a m p b e l l . -Ned. Spectator 1865, bl. 19-21.