• No results found

3. Ovidius’ Cepheus tegenover Vergilius’ Latinus

3.2 Cepheus

De rol van Cepheus,149 vader van Andromeda, is in de Metamorphosen beperkt tot de Perseuspassage. We zien hem voor het eerst, terwijl hij nog niet met naam genoemd is, wanneer Perseus Andromeda aan de rots vast ziet zitten. Cepheus wordt geportretteerd als een treurende man, aangezien Andromeda moet boeten voor haar moeder. Zijn vrouw, Cassiope, had namelijk gezegd dat zij mooier was dan de Nereïden. Hiermee heeft ze de Nereïden boos gemaakt, die daarna naar Poseidon zijn gegaan om hem over te halen Cassiope te straffen. Perseus stelt voor Andromeda te redden op de voorwaarde dat zij zijn bruid wordt. Cepheus stemt hiermee in en belooft niet alleen Andromeda, maar zelfs het hele rijk. Cepheus

143 Tarrant (2012), 95.

144 Aen. 12.31: Promissam eripui genero, arma impia sumpsi. Vertaald: “Ik heb de beloofde weggerukt vanaf

mijn schoonzoon, ik heb de goddeloze wapens opgepakt.” (Quinn (1968), 256; Tarrant (2012), 95).

145 Tarrant (2012), 97. 146 Aen. 12.38-45. 147 Highet (1972), 81.

148 Aen. 12.38-9: Si Turno exstincto socios sum ascire paratus, cur non incolumi potius certamina tollo? Vertaald:

“Als ik, wanneer Turnus is omgebracht, bereid ben (de Trojanen als) bondgenoten op te nemen, waarom hef ik de strijd niet liever op voor de ongedeerde?” (Highet (1972), 252).

lijkt hier zijn belofte aan Phineus te zijn vergeten. Andromeda was namelijk al beloofd aan Phineus, haar oom.150 Perseus weet Andromeda te redden en Cepheus is enorm blij dat zijn dochter gered is. Vervolgens komt de bruiloft, die na aanvang uitmondt in een gevecht door toedoen van Phineus, waarbij Cepheus zich uit de strijd terugtrekt. Cepheus is niet alleen en heeft zijn vrouw Cassiope aan zijn zijde.151 Haar overmoed wordt beschreven met maternae … fiducia formae,152 wat resulteert in het conflict tussen Perseus en Phineus. Verder is er geen rol voor haar weggelegd in de Perseuspassage.

3.2.1 Karakter van Cepheus

Dan is het nu belangrijk om te kijken naar het karakter dat geschetst wordt van Cepheus. We komen Cepheus voor het eerst tegen als genitor lugubris, een treurige vader.153 Zijn rol als vader van Andromeda komt hier naar voren. Hij is lugubris, omdat het monster net tevoorschijn is gekomen, dat Andromeda gaat doden. Hij wordt in het volgende vers samen met zijn vrouw aangeduid als miseri, wat geheel binnen de context past.154 Daarnaast wordt zijn rol als vader van Andromeda nog een paar keer aangeduid.155 Hij wordt ook als schoonvader benoemd.156 Er wordt verder niet gesproken over zijn rol als vader voor het volk. Cepheus is blij wanneer Andromeda door Perseus is gered.157 Cepheus wordt een keer als koning aangeduid.158 De nadruk op zijn rol als rex is dus veel minder dan bij Latinus.

In 4.769 begint iemand te spreken, die zijn bewondering voor Perseus uitspreekt. Dit zou Cepheus kunnen zijn, maar door een hiaat in de tekst is dit niet duidelijk.159 Vervolgens komt de speech van Cepheus aan het begin van boek 5, die hieronder apart behandeld wordt.

Hij gaat weg wanneer het volk is ontbrand in woede.160 “He has abandoned his beloved son-in-law, but, even worse, scurried away without concern for wife and daughter, the supposed justification of all his questionable actions against Phineus. … The behavior of

150 Met. 5.10. Daar spreekt Phineus over de weggerukte echtgenote, waarmee hij Andromeda bedoelt.

151 Cassiope wordt een keer bij naam genoemd in Met. 4.738. Er wordt twee keer naar haar verwezen als mater

(Met. 4.687 en 4.692) en eenmaal als genetrix (Met. 5.153).

152 Met. 4.687. 153 Met. 4.691.

154 Met. 4.692. Andromeda gaat gegrepen worden door het monster, terwijl haar ouders miseri toekijken. 155 Met. 4.705: parentes, Met. 4.738: pater.

156 Met. 5.152 en 5.228: socer. 157 Met. 4.735.

158 Met. 4.764: convivia regis, vertaald: “feestbanketten van de koning.” De rex is hier Cepheus. 159 Anderson (1997), 493; Bömer (1976), 220.

Cepheus seems a pious sham.”161 Het beeld dat Cepheus van zichzelf neerzet, lijkt dus pius, maar dat is het niet. Hij komt meer over als een huichelaar en een held op sokken.

De laatste keer dat Cepheus voorkomt in de Perseuspassage is in Met. 5.152.162 Hij is weer terug op het slagveld.163 Cepheus wordt omschreven als frustra pius. Hij is niet pius geweest jegens zijn vrouw en dochter,164 dus is zijn poging nu frustra. Zij zijn namelijk wel op het slagveld gebleven.

3.2.2 Woorden

In boek 5 spreekt Cepheus tegen Phineus. Phineus is namelijk bij de bruiloft binnen komen stormen en heeft gedreigd te gaan vechten omdat Andromeda van hem is weggerukt. Het betoog van Cepheus is als volgt:165

… conanti mittere Cepheus

‘Quid facis?’ exclamat ‘quae te, germane, furentem Mens agit in facinus? Meritisne haec gratia tantis

Redditur? Hac vitam servatae dote rependis? 15 Quam tibi non Perseus, verum si quaeris, ademit,

Sed grave Nereïdum numen, sed corniger Ammon, Sed quae visceribus veniebat belua ponti

Exsaturanda meis. Illo tibi tempore rapta est,

Quo peritura fuit, nisi si crudelis id ipsum 20 Exigis, ut pereat, luctuque levabere nostro.

Scilicet haud satis est, quod te spectante revincta est Et nullam quod opem patruus sponsusve tulisti: Insuper, a quoquam quod sit servata, dolebis

161 Anderson (1997), 503.

162 Met. 5.152-6. Hac pro parte socer frustra pius et nova coniunx / cum genetrice favent ululatuque atria complent, / sed sonus armorum superat gemitusque cadentum, / pollutosque simul multo Bellona penates / sanguine perfundit renovataque proelia miscet. Vertaald: “Aan deze kant begunstigen de tevergeefs

plichtsgetrouwe vader en de nieuwe bruid met de moeder (hem) en zij vullen de hallen met geschreeuw, maar de klank van de wapens en het gezucht van de vallenden komen er bovenuit, tegelijk overgiet Bellona de bezoedelde huisgoden met veel bloed en veroorzaakt zij vernieuwde gevechten.”

163 Fratantuono (2011), 128. 164 Bömer (1976), 262. 165 Met. 5.12-29.

Praemiaque eripies? Quae si tibi magna videntur, 25 Ex illis scopulis, ubi erant adfixa, petisses!

Nunc sine, qui petiit, per quem haec non orba senectus, Ferre, quod et meritis et voce est pactus, eumque Non tibi, sed certae praelatum intellege morti!’

Cepheus riep tegen hem, die probeerde (de speer) te gooien ‘Wat doe jij? Welke geest leidt jou, razend, mijn broer, naar de schanddaad? Deze dank wordt toch niet gegeven aan zulke grote verdiensten? Betaal jij voor het leven van de geredde deze bruidsschat? Niet Perseus ontrukte haar aan jou, als jij de waarheid zoekt, maar de zware goddelijke wil van de Nereïden, maar de gehoornde Ammon, maar het monster van de zee dat kwam om helemaal verzadigd te worden door mijn vlees. Zij is van jou geroofd op dit tijdstip, waarop zij ging sterven, of het moest zijn dat jij juist dit verlangt in je wreedheid, dat zij omkomt, en je door ons verdriet zal worden verlicht. Het is uiteraard geenszins genoeg, dat zij is vastgebonden, terwijl jij toekeek, en dat jij geen enkele hulp bood als oom en verloofde: zal jij bovendien bedroefd zijn, omdat zij door íemand gered is, en zal jij de beloningen wegrukken? Had deze (beloningen) dan, als ze aan jou groot schijnen, vanaf deze rotsen weggehaald, waar zij waren geboeid! Sta nu toe, dat hij die haar het hof maakte, dankzij wie deze ouderdom niet kinderloos is, krijgt, wat door zowel verdiensten als de stem is afgesproken, en zie in dat hij niet boven jou, maar boven een zekere dood werd gekozen!’

Cepheus gebruikt een element uit de welsprekendheid in zijn rede. Zo maakt hij gebruik van relatio criminis, wat onderdeel is van de statusleer.166 Dit wordt door Cicero beschreven als:

166 Voor meer informatie over de statusleer: Quintilianus’ Instutio Oratoria, boek 3.6 en Cicero’s De Oratore

Relatio criminis est cum ideo iure factum dicitur, quod aliquis ante iniuria lacessierit.167 … Relatio criminis est cum reus id quod arguitur confessus, alterius se inductum peccato, iure fecisse demonstrat.168

Relatio criminis wordt gebruikt wanneer wordt gezegd dat derhalve de daad legaal is gedaan, omdat iemand eerder ten onrechte (hem) heeft aangevallen. … Relatio criminis is wanneer de aangeklaagde, nadat hij dit, waarvan hij wordt beschuldigd, heeft toegegeven, toont dit met recht te hebben gedaan, omdat hij was overgehaald door een fout van de ander.

Hierbij probeer je dus je eigen daden goed te praten doordat je tegenstander iets fout zou hebben gedaan, wat jouw daden heeft beïnvloed. Cepheus doet dat hier ook. Hij gebruikt een drogredenering. Hij zegt namelijk dat Phineus had moeten handelen, als hij Andromeda had willen behouden. Hij legt ook verantwoordelijkheid neer bij de Nereïden – en dus eigenlijk bij Cassiope – en bij Ammon en het monster. In zijn correct ogende argumentatie legt Cepheus vervolgens de verantwoordelijkheid neer bij Phineus, terwijl Cepheus die verantwoordelijkheid bij zichzelf zou moeten zoeken. Hij heeft Andromeda immers eerst aan Phineus beloofd en vervolgens aan Perseus. Cepheus stelt dat Phineus blij moet zijn dat Perseus heeft ingegrepen om haar te redden. “There may be valid reasons for letting Perseus have Andromeda and thus depriving Phineus, but it cannot be denied that he has taken her from Phineus.”169

De manier waarop hij zijn rede brengt is opmerkelijk: hij begint meteen met schreeuwen (exclamat) in plaats van rustig het gesprek aan te gaan. Phineus wordt geassocieerd met furor door het gebruik van furentem.170 Een belangrijk element is te vinden in verum si quaeris.171 “Cepheus becomes tendentious and dishonest, using rhetoric in place of fair, brotherly persuasion.”172 Hij lijkt niet daadwerkelijk geïnteresseerd te zijn in de waarheid.173 Hij is op zoek naar zijn eigen waarheid om zo zijn daden te rechtvaardigen.

167 De Inventione 1.11.15. Het Latijn van deze passage is overgenomen uit Cicero & Hubbell (1949). 168 De Inventione 2.26.78.

169 Anderson (1997), 500. 170 Met. 5.13.

171 Met. 5.16. Vertaald: “als jij de waarheid zoekt.” 172 Anderson (1997), 500.

In verzen 19-21 maakt Cepheus duidelijk dat Phineus had moeten accepteren dat hij Andromeda sowieso had verloren, want het monster zou haar gedood hebben. Phineus wordt als crudelis afgebeeld “and insists that Andromeda die by pressing his claim to her hand!”174 Dit past bij het beeld dat wordt neergezet, wat onderdeel is van de relatio criminis. Hij maakt zo’n gebruik van de stromanredenering, “that he obliterates the sense of his supposedly cherished daughter as an animate being, chained to a cliff, and lapses into neuter plural and the metonymy of praemia.”175

Anderson stelt dat Cepheus aan het einde van de redevoering zijn excuses had kunnen aanbieden aan Phineus, waaruit duidelijk wordt dat de zorg voor zijn dochter groter was dan de zorg voor zijn broer.176 Dit past echter niet bij de argumentatie van de speech, omdat hij Phineus slecht bejegent. Excuses passen daarom gewoonweg niet in deze situatie. “Cepheus plays here the role of a casuistic Latinus, arguing a poor case to persuade the victim to accept political ‘necessity’.”177 Anderson zit op het goede spoor, want Cepheus laat hier een sterke bluf zien. Zijn ‘case’ is inderdaad ‘poor’, maar zijn argumentatie is sterk. Hij probeert enerzijds zijn keuze voor Perseus als schoonzoon te rechtvaardigen en anderzijds duidelijk te maken dat Phineus zelf schuldig is aan het wegrukken van Andromeda.