• No results found

Centrale vraag

In document Bankenbelasting (pagina 36-41)

4. Kritiek en problemen bankenbelastingen 1 Inleiding

5.3 Centrale vraag

De conclusie die uit de voorgaande hoofdstukken voortvloeit wordt in deze paragraaf behandeld. Dit zal gebeuren aan de hand van de centrale vraag van dit onderzoek:

Hoe is de bankenbelasting in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland vormgegeven en in hoeverre kan Nederland leren van de andere landen?

Allereerst is gebleken dan de Nederlandse Wet Bankenbelasting en de Bank Levy van het Verenigd Koninkrijk erg veel op elkaar lijken. Nederland heeft bij het ontwerpen van haar belasting deze gebaseerd op de Engelse variant. Er wordt bij beide belastingen geheven over kapitaal en schulden. De banken die worden getroffen zijn banken die in het land gevestigd zijn, buitenlandse banken met een bijkantoor in het betreffende land en banken die transacties uitvoeren in het betreffende land. De grondslag bestaat in beide landen uit de belastbare som

37 en de doelmatiheidsvrijstelling van 20 miljard euro. Bij de tarieven wordt onderscheid

gemaakt tussen kortlopende en langlopende schulden. De tarieven zijn in het Verenigd Koninkrijk hoger dan in Nederland; 0,142% op kortlopende en 0,071% op langlopende schulden, waar dit in Nederland 0,044% om 0,22% is. In Duitsland is de heffing onderdeel van het herstructureringsplan dat na de crisis is ingevoerd. De Duitse variant wijkt af van alle andere varianten die in verschillende Europese landen zijn ingevoerd. Er wordt geheven over de totale passiva van banken. Er geldt een progressief tarief oplopend van 0,0002% naar 0,0006% en een apart percentage van 0,000003% op derivaten. De opbrengsten vallen in alle drie de landen tegen. In het Verenigd Koninkrijk is de oorzaak hiervan gezocht in de tarieven. De verandering van die tarieven heeft echter nog niet het gewenste effect gehad.

Met deze constatering komen we bij het eerste leermoment voor Nederland. Zoals blijkt is het voor elk land moeilijk in te schatten watvoor effect de wet en veranderingen in de wet voor invloed hebben op de consequenties ervan. Er dient grondig onderzocht te worden hoe de opbrengsten op het niveau komen dat wordt vereist en of dit wel te bereiken is via de WB zoals deze is ingevoerd. Voorkom hierdoor de veranderingen in percentages zoals het Verenigd Koninkrijk deze heeft gehad. Voor 2011 golden drie verschillene percentages, hetgeen veel onduidelijkheid schept en meer moeite kost bij de uitvoering. Dit in combinatie met het onderzoek van Buch (2014, p. 20) waaruit blijkt dat de effecten in Duitsland op het leengedrag en de risicovollere producten niet zichtbaar waren. Het is nog relatief kort na de invoering maar er dient onderzocht te worden of de beoogde gevolgen van de WB ook daadwerkelijk aanwezig zijn. Wordt er ook daadwerkelijk minder risicovol gehandeld door banken?

Ook zou Nederland moeten kijken wat er in de praktijk leeft. Het onderzoek van Van der Doelen is hierbij een mooi voorbeeld. Door de ervaringen uit de praktijk mee te nemen in eventuele besluiten zorgt de overheid ervoor dat banken zich beter kunnen vinden in de belasting en het de uitvoerbaarheid hiermee verhoogd. Er moet goed gekeken worden naar de duidelijkheid van de wet en wat hieraan schort. Engeland heeft hierbij het goede voorbeeld gegeven door meer tijd te nemen voor de wet en daarmee een duidelijke wet in te voeren. Een duidelijke wet draagt bij aan een grotere rechtszekerheid en rechtsgelijkheid binnen de WB en zo worden problemen voorkomen.

Tot slot de problemen omtrent de dubbele belastingheffing. Op het gebied van dubbele belastingheffing zijn er weinig mogelijkheden tot verbetering. Nederland zou eigenlijk meer verdragen moeten afsluiten maar als andere landen hier niet aan mee willen werken houdt het

38 op. Ook het Verenigd Koninkrijk kampt met dezelfde problemen. Ook hier is het besef dat verdragen nodig zijn aanwezig maar loopt het land tegen dezelfde problemen aan.

5.4 Vervolgonderzoek

Uit het onderzoek van Buch (2014) blijkt dat de effecten van de bankenbelasting in Duitsland niet zijn aan te tonen. Het Lijkt mij dan ook interessant en tevens nuttig om zo’n zelfde onderzoek in Nederland ook te doen. Gezien de opbrengsten tegenvallen en de effecten

onduidelijk zijn is het belangrijk om te weten of de gewenste effecten er ook echt zijn. Dit zou aanleiding kunnen zijn om de bankenbelasting te ondersteunen of in het andere geval na te denken of de bankenbelasting wel zo doeltreffend is.

39

7 Bibliografie

Beck & Huizinga, T. H. L., & Huizinga, H. P. (2011). Taxing banks – here we go again! In T. H. L. Beck & Huizinga (Ed.), The Future of Banking. (pp. 65-72). London: Centre for Economic Policy Research (CEPR).

Brief aan Tweede Kamer van DNB over effecten van bankenbelasting op de kredietverlening (2013)

Buch, C.M., Hilberg, B. & Tonzer, L. (2014). Taxing Banks: An Evaluation of the German Bank Levy, CESifo Working Paper Series, No. 4704. Verkregen van: SSRN: http://ssrn.com/abstract=2425501

Cbs, (2014). Inkomsten Rijk stijgen,uitgaven dalen in 2013, verkregen van www.cbs.nl/2014inkomstenrijkstijgenuitgavendalenin2013art.pdf

Commissie Structuur Nederlandse Banken. (2013). Naar een dienstbaar en stabiel

bankwezen’.

Michael Devereux, M. (2011). Legislative comment – will the Bank Levy meet its objectives?, British Tax Review

Devereux, M. P. (2011). Will the bank levy meet its objectives? Current Notes, Thomson Reuters UK Limited and Contributors

Devereux, M. P., Johannesen, N. & Vella, J. (2013). Can taxes tame the banks? Evidence from European bank levies, Working Papers 13/25, Oxford University Centre for Business Taxation.

De Vries, M. & Speet, N. (2014). Europese financiele transactierax – verhoging van de stabiliteit?

Doelen, van der S.G.J.W & Storm van ’s-Gravensande, L.H. (2013). Bankenbelasting:

Robuust en eenvoudig? WFR 2013/893

Doleys, T.J. (2010) Managing State Aid in Times of Crisis: The Role of the European Commission, Georgia, Kennesaw State University

Hazeu, C.A., (2011) De crisis, de bank en de wet, Tijdschrift voor Openbare Financiën Hinse, N.H. (2014). De bankenbelasting. Een beoordeling van de invoering van de

bankenbelasting in Nederland. UvA

IPO. (2014). Kostenonderzoek beursgang ABN AMRO Bank N.V., van: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-

publicaties/rapporten/2015/05/22/kostenonderzoek-ipo-abn-amro.html Kamerbrief Rapport Commissie Structuur Nederlandse Banken. 28-06-2013.

40 Kavelaars, P. (2011). Bankenbelasting panacee voor de financiële crisis?, WFR 2011/140 (6923).

Kavelaars, P. (2011). Ongewenst: bankenbelasting, NTFR, 2011/1462.

Kavelaars, P. (2012). Opmaat naar de Robin Hood tax?, WFR, 2012/40 (6936) Kavelaars, P. (2012). Bank taxes in forms and sizes: EC Opts for FTT. Intertax 6-7 pag. 400 e.v.

Nederlandse Vereniging van Banken. Bankenbelasting levert geen bijdrage aan herstel economie, verkregen van:

https://www.nvb.nl/nieuws/2012/945/bankenbelasting-levert-geen-bijdrage- aan-herstel-economie.html

Nederlandse Vereniging van Banken. NVB teleurgesteld over wet bankenbelasting, verkregen van: http://www.nvb.nl/nieuws/2012/743/nvb-teleurgesteld-over- wet-bankenbelasting.html

Oxford University, (2013) van:

http://www.sbs.ox.ac.uk/sites/default/files/Business_Taxation/Docs/Publications/Wor king_Papers/Series_13/BankLevydata.pdf

Paling, M., & Vrijburg, H. (2013). Financiële transactiebelasting en volatiliteit aandelenmarkten. Economisch Statistische Berichten, 98(4657), 198-201. Schilperoort, H. P. (2012). Het wetsvoorstel bankenbelasting. Universiteit van Tilburg. Shaviro, Daniel, The Financial Transactions Tax versus (?) the Financial Activities Tax

(March 1, 2012). NYU Law and Economics Research Paper No. 12-04. Available at SSRN: http://ssrn.com/abstract=1989163 or http://dx.doi.org/10.2139/ssrn.1989163 Spanjers, M.P.A. (2013). Chantagebelasting. WFR 2013/210

Verplanke, S. (2014). Belastingheffing van de bancaire sector in Nederland: Bankenbelasting, FTT of afschaffen Btw-vrijstelling? Erasmus Universiteit Rotterdam

41 Verklaring eigen werk

Hierbij verklaar ik, Edwin van de Stolpe, dat ik deze scriptie zelf

geschreven heb en dat ik de volledige verantwoordelijkheid op me neem voor de inhoud ervan.

Ik bevestig dat de tekst en het werk dat in deze scriptie gepresenteerd wordt origineel is en dat ik geen gebruik heb gemaakt van andere bronnen dan die welke in de tekst en in de referenties worden genoemd.

De Faculteit Economie en Bedrijfskunde is alleen verantwoordelijk voor de begeleiding tot het inleveren van de scriptie, niet voor de inhoud.

In document Bankenbelasting (pagina 36-41)