• No results found

Bij deze casus hoort de bijlage ‘Salarisstrook Thomas’ (zie hoofdstuk 2 ‘Bijlagen’ 2.2) Aanleiding voor gesprek met adviseur Consumptief krediet

Thomas (23 jaar) is in gesprek met een adviseur Consumptief krediet. Hij wil geld lenen om zijn nieuwe appartement te kunnen meubileren.

Persoonlijke gegevens Thomas

-Thomas is alleenstaand.

-Thomas is drie jaar geleden afgestudeerd. Hij heeft zijn studentenkamer opgezegd.

-Thomas gaat verhuizen naar een appartement in de stad. De huur is €765 per maand.

Doelstellingen Thomas

-Thomas wil €2.000 lenen om nieuwe meubels aan te schaffen.

-Thomas wil dat de maandlasten zo laag mogelijk zijn. Zo houdt hij voldoende geld over om uit te gaan en leuke dingen te doen.

-Thomas wil afgeloste bedragen opnieuw op kunnen nemen. Als er dan bijvoorbeeld iets in huis kapot gaat dan kan hij het krediet gebruiken om de kapotte goederen te vervangen.

-Thomas kan maandelijks €50 missen voor de terugbetaling van zijn krediet.

Inkomen Thomas

-Thomas is assistent filiaalmanager bij Albert Heijn.

-Thomas werkt fulltime en heeft een vast contract. Hij verwacht de komende jaren niet meer te gaan verdienen, tenzij hij promotie krijgt tot filiaalmanager.

Vermogenspositie Thomas

-Thomas heeft geen spaargeld. Hij geeft het geld liever uit aan leuke dingen.

-Thomas heeft nog een studielening bij DUO van €25.000.

-Thomas heeft op dit moment een krediet op zijn betaalrekening van €1.000. Hij heeft dit krediet volledig benut en heeft hiervan in het verleden veelvuldig gebruikgemaakt.

Vraag 1

Thomas levert zijn salarisstrook in. Welk maandinkomen moet de adviseur meenemen voor het berekenen van de maximale leencapaciteit?

Toelichting

Kom je uit op een geheel bedrag? Vul twee nullen achter de komma in.

Kom je uit op een niet geheel bedrag? Vul twee cijfers achter de komma in.

Antwoord vraag 1

Het juiste antwoord is €1.978,99.

Voor een consumptief krediet reken je met het netto maandsalaris. Dit is zo vastgelegd in de VFN Gedragscode. Op de salarisstrook van Thomas is terug te vinden dat zijn netto salaris €1.978,99 bedraagt.

Toetsterm 2c.3 en 2c.2

Vraag 2

De adviseur vraagt Thomas waarom hij nooit heeft gespaard en ervoor kiest het geld steeds uit te geven. Thomas geeft aan dat hij deze vraag als vervelend ervaart.

Hoe reageert de adviseur het meest professioneel en inhoudelijk correct?

A. Ik bespreek dit met je vanwege de aanvraag van het krediet. Door inzicht te krijgen in jouw inkomsten en uitgaven kunnen we samen bepalen of je in staat bent de extra lasten van het krediet te betalen.

B. Het is natuurlijk jouw eigen zaak of je spaart of niet. Maar als ik niet weet waarom je de afgelopen jaren niet hebt gespaard, kan ik het krediet niet afsluiten. Ik heb deze informatie nodig in het kader van de zorgplicht.

C. We bespreken altijd met onze klanten hoe hun inkomsten en uitgavenpatroon eruitzien. Deze informatie hebben wij nodig om een passend advies te geven. Wanneer je hier niet aan mee wil werken moet ik het gesprek nu beëindigen.

Antwoord vraag 2

Het juiste antwoord is: ik bespreek dit met je vanwege de aanvraag van het krediet. Door inzicht te krijgen in jouw inkomsten en uitgaven kunnen we samen bepalen of je in staat bent de extra lasten van het krediet te betalen. (A)

Op het moment dat de klant voldoende verdient maar niet kan sparen, is het belangrijk zijn budgetdiscipline bespreekbaar te maken. Wat is de reden dat de klant geen geld overhoudt om te sparen? Hoe denkt hij het krediet te kunnen betalen wanneer hij niets overhoudt? Is hij bereid aanpassingen te doen in zijn uitgavenpatroon? Dat zijn zaken die je met de klant bespreekt om inzichtelijk te krijgen in hoeverre het krediet (los van de uitkomst van het systeem) daadwerkelijk haalbaar is voor de klant.

In sommige gevallen is er een verschil aanwezig tussen de uitkomst van het systeem, dat aangeeft dat het krediet haalbaar is en het uitgavenpatroon van de klant, dat eigenlijk geen ruimte overlaat.

Toetsterm 3a.2

Vraag 3

De adviseur ziet dat Thomas het krediet op zijn betaalrekening regelmatig gebruikt.

Wat kan de adviseur het beste doen met deze informatie?

A. De adviseur kan het beste met Thomas bespreken wat de alternatieve opties zijn, zoals het opnemen van het bestaande krediet in het nieuwe krediet. De rente die Thomas betaalt voor een krediet op de betaalrekening is waarschijnlijk hoger dan die van andere kredieten.

B. Het is de keus van Thomas om al dan niet gebruik te maken van het krediet op de betaalrekening. Als hij hier niet tevreden mee is moet hij dit zelf bespreekbaar maken. Zo lang dit niet wordt gedaan onderneemt de adviseur geen actie.

C. De adviseur bespreekt met Thomas de mogelijkheid om het krediet verder te verhogen. Het feit dat hij het krediet volledig heeft gebruikt duidt erop dat hij onvoldoende heeft aan de huidige limiet.

Antwoord vraag 3

Het juiste antwoord is: de adviseur kan het beste met Thomas bespreken wat de alternatieve opties zijn, zoals het opnemen van het bestaande krediet in het nieuwe krediet. De rente die Thomas betaalt voor een krediet op de betaalrekening is waarschijnlijk hoger dan die van andere kredieten. (A)

Op het moment dat een klant een krediet op de betaalrekening heeft en deze volledig heeft benut en / of regelmatig gebruikt is het verstandig dit bespreekbaar te maken. Waarvoor wordt het krediet gebruikt? Zijn er geen alternatieven beschikbaar die de klant minder geld kosten en beter aansluiten op zijn behoeften? Verwacht niet dat de klant dit zelf bespreekbaar maakt en verhoog het krediet niet als dit niet in het belang is van de klant. Kijk naar alternatieven en maak die bespreekbaar. Laat de klant nadenken over zijn situatie, behoeften en prioriteiten.

Toetsterm 2d.1

Vraag 4

De adviseur heeft de gegevens van Thomas ingevoerd in het systeem. Het systeem geeft aan dat Thomas met zijn huidige inkomsten en lasten maximaal €500 kan lenen. Dit ligt onder het gewenste leenbedrag. Hoe handelt de adviseur op de meest professionele en inhoudelijk juiste wijze?

A. Het systeem geeft aan dat ik het krediet niet kan verstrekken. Uit de analyse die we hebben gemaakt van je inkomsten en uitgaven is naar voren gekomen dat je €50 per maand kunt missen. Op basis hiervan kan ik het krediet alsnog voor je in orde maken.

B. Ik kan het gewenste krediet helaas niet aan je verstrekken. Op basis van jouw huidige inkomsten en uitgaven houd je onvoldoende geld over om de lasten van het krediet te kunnen betalen.

C. Je hebt aangegeven ongeveer €50 per maand te kunnen missen voor het krediet. Helaas geeft ons systeem aan dat je onvoldoende middelen hebt om het krediet te kunnen betalen. Ik kan het krediet daarom niet aan je verstrekken.

Antwoord vraag 4

Het juiste antwoord is: ik kan het gewenste krediet helaas niet aan je verstrekken. Op basis van jouw huidige inkomsten en uitgaven houd je onvoldoende geld over om de lasten van het krediet te kunnen betalen. (B)

Wanneer je de kredietaanvraag van een klant afwijst, is het belangrijk de boodschap zo snel en duidelijk mogelijk over te brengen. Draai niet om de problematiek heen, maar zeg waar het op staat. Pas daarna kun je de klant toelichten waarom de aanvraag is afgewezen.

Toetsterm 2e.2 / 3d.1