• No results found

Ralph (43 jaar) en Mariëlle (40 jaar) hebben een onderhoudsgesprek met de adviseur Hypothecair krediet. Zij geven aan dat zij een boot willen kopen. Hiervoor willen zij €75.000 lenen.

Persoonlijke informatie Ralph en Mariëlle

-Ralph en Mariëlle wonen ongehuwd samen. Ze hebben een dochter van drie jaar oud;

-Ralph en Mariëlle hebben een koopwoning;

-Ralph is getrouwd geweest en moet nu nog maandelijks partneralimentatie betalen van netto €300. De alimentatieplicht stopt op 1 januari 2022.

Financiële informatie Ralph en Mariëlle

-netto maandinkomen Ralph €1.900;

-netto maandinkomen Mariëlle €2.200;

-leennorm €1.482;

-netto woonlast €487,50;

-op de gezamenlijke spaarrekening hebben Ralph en Mariëlle €17.000 gespaard. Dit geld is bedoeld voor noodsituaties;

-maandelijks sparen Ralph en Mariëlle €300;

-Ralph en Mariëlle hebben een verpande overlijdensrisicoverzekering . Als één van beiden overlijdt wordt de volledige schuld afgelost uit de overlijdensrisicoverzekering;

-Mariëlle is eigenaar van een auto. Ralph maakt gebruik van een leaseauto via zijn werkgever.

Wensen en doelstellingen Ralph en Mariëlle

-Ralph wil graag een waterskiboot kopen;

-De boot kost €75.000 inclusief trailer;

-Ralph en Mariëlle willen het volledige aankoopbedrag lenen. Het spaargeld willen ze hier niet voor gebruiken;

-Ralph en Mariëlle willen de lening binnen vijftien jaar aflossen;

-Ralph en Mariëlle willen een maandlast die maandelijks gelijk blijft. De maandlast mag maximaal €500 bedragen.

Kennis en ervaring Ralph en Mariëlle

-Ralph heeft in het verleden een autofinanciering gehad, deze is inmiddels terugbetaald;

-Ralph geeft aan dat hij verder niet veel kennis en ervaring heeft met betrekking tot lenen.

Ralph gaat online op zoek naar informatie over geld lenen. Hij komt via Google zo veel informatie tegen dat hij door de bomen het bos niet meer ziet.

Vraag 1

Ralph en Mariëlle willen natuurlijk graag weten hoeveel zij kunnen lenen. Bereken hoeveel Ralph en Mariëlle maximaal kunnen lenen volgens de VFN gedragscode.

Antwoord vraag 1

Netto inkomen Ralph €1.900 Netto inkomen Mariëlle €2.200

Totaal €4.100,00

-/- Leennorm €1.482,00

-/- Netto woonlasten €487,50

-/- Lasten overige kredieten €0,00 -/- Netto alimentatieverplichting €300,00 Beschikbaar voor financiering €1.830,50 Maximale lening: €1.830,50 x 50 = €91.525.

Toetsterm 3b.2 De kandidaat kan de gegevens voor het klantprofiel analyseren te behoeve van het consumptief krediet

Vraag 2

De actuele rente voor een lening van €75.000 die in vijftien jaar wordt afgelost met een vaste rente gedurende de hele looptijd bedraagt 6%. De annuïteitenfactor die hierbij hoort is 118,5035.

Past deze lening bij Ralph en Mariëlle? Motiveer uw antwoord.

Antwoord vraag 2

Het juiste antwoord is: nee.

Op basis van inkomen past de lening wel (zie antwoord vraag 1). Maar los daarvan moeten zij de maandverplichting wel kunnen dragen, rekening houdende met hun uitgavenpatroon.

De maandelijkse last voor de lening bedraagt €75.000 / 118,5035 = €632,89 per maand. Ze sparen nu €300 en ze hebben aangegeven dat de maandlast van de lening maximaal €500 mag bedragen. Op basis daarvan past de lening niet.

Toetsterm 1b.12 De kandidaat kan benoemen welke factoren een rol spelen bij het beoordelen van een aanvraag

Vraag 3

Ralph wil graag weten hoe het zit als hij en Mariëlle een betalingsachterstand oplopen met betrekking tot hun lening voor de boot. Hij heeft gehoord dat hij dan extra (vertragings-)rente moet betalen.

Wanneer mag de geldverstrekker deze vertragingsrente in rekening brengen?

A. Als Ralph en Mariëlle twee weken na de afgesproken betalingstermijn nog niet hebben betaald.

B. Nadat de geldverstrekker een aanmaning heeft gestuurd en Ralph en Mariëlle een week daarna nog niet hebben betaald.

C. Als de geldverstrekker Ralph en Mariëlle schriftelijk in gebreke heeft gesteld.

D. Nadat de periode die door de geldverstrekker in de gebrekestelling is genoemd voorbij is.

Antwoord vraag 3

Het juiste antwoord is: nadat de periode die door de geldverstrekker in de gebrekestelling is genoemd voorbij is.

(D)

Een termijn wordt achterstallig op het moment dat er op de vervaldag nog geen betaling heeft plaatsgevonden naar de kredietgever. De vervaldag is de dag dat de kredietnemer op grond van het contract de termijn moet betalen. Als een betaling niet plaatsvindt, zal de kredietgever de kredietnemer minimaal één betalingsherinnering sturen. Mocht er na de betalingsherinnering (aanmaning) nog geen betaling plaatsvinden, dan wordt de

kredietnemer in gebreke gesteld. Middels een ingebrekestelling wordt de kredietnemer in de brief een redelijke termijn genoemd waarin de kredietnemer zijn achterstand alsnog mag inlopen. Tevens wordt in dit schrijven aangegeven wat de consequenties van het uitblijven van betalingen zullen zijn. Vaak komt dit neer op het heffen van vertragingsrente. De vertragingsrente is een extra vergoeding die de debiteur moet betalen bij te late betaling.

Wanneer de klant niet betaalt binnen de termijn die in de ingebrekestelling is benoemd, is hij in verzuim. Vanaf dat moment mag de vertragingsrente in rekening worden gebracht.

Toetsterm 1j.3 De kandidaat kan aangeven hoe en wanneer er vertragingsrente in rekening wordt gebracht

Vraag 4

Wat kan de geldverstrekker doen als in het vervolg van vraag 3 de betalingen voor de lening door Ralph en Mariëlle uitblijven?

A. De boot zonder tussenkomst laten verkopen op een openbare veiling.

B. Een incassobureau inschakelen en een achterstandsmelding doen bij het BKR met code 2.

C. Eisen dat de lening per direct wordt terugbetaald, inclusief achterstallige rente en een boete.

Antwoord vraag 4

Het juiste antwoord is: een incassobureau inschakelen en een code 2 melding doen bij het BKR. (B)

De boot zonder tussenkomst verkopen mag alleen als er een pandrecht gevestigd is op de boot. Daarvan is geen sprake volgens de casus.

De lening wordt na een bepaalde periode van betalingsachterstand opeisbaar. Opeisen wil zeggen dat de kredietnemer per direct de volledige hoofdsom en de achterstallige (vertragings-)rente verschuldigd is. Maar daarbovenop mag geen boete worden opgelegd.

In de leningsovereenkomst wordt afgesproken wanneer de lening direct opeisbaar wordt. Contractueel is meestal overeengekomen dat de lening pas opeisbaar is als de kredietnemer:

-Twee maandtermijnen niet heeft betaald; en

-De geldverstrekker een ingebrekestelling heeft verstuurd; en

-De kredietnemer niet binnen de in de ingebrekestelling genoemde termijn alsnog betaalt.

-Langere termijnen zijn wettelijk toegestaan, korter niet.

Je krijgt een A (Achterstandsmelding), als je minimaal enkele betalingstermijnen achterloopt met de terugbetaling van je lening. Jouw kredietverstrekker meldt deze achterstand bij Stichting BKR. Het verschilt per kredietsoort na hoeveel tijd deze achterstand wordt gemeld. Bij bijvoorbeeld een lening voor een auto of telefoon is dit twee maandtermijnen. Deze melding is een waarschuwingssignaal voor andere kredietverstrekkers en maakt het vaak niet mogelijk om nieuwe kredieten af te sluiten. Als de achterstand wordt hersteld komt er een H (herstelcode) achter de A in het BKR te staan. Na vijf jaar wordt een herstelde achterstandsmelding uit het BKT verwijderd.

Daarnaast zijn er de volgende codes die achter een A-melding kunnen staan:

-Code 1: Dit betekent dat er een aflossings- of schuldregeling is getroffen, nadat jouw betalingsachterstand is ontstaan.

-Code 2 geeft aan dat de kredietverstrekker het bedrag dat je nog moet betalen (de restantvordering) in één keer opeist. Dit betekent dat de kredietverstrekker van jou verwacht dat je het hele openstaande bedrag in één keer terugbetaalt. In veel gevallen draagt de kredietverstrekker de vordering over aan een incassobureau.

-Code 3 kan een afboeking of kwijtschelding betekenen.

-Code 4: De kredietverstrekker heeft geen contact met je kunnen leggen. Je was of bent gedurende een langere tijd onbereikbaar (geweest).

-Code 5: Er is een preventieve betalingsregeling getroffen voor een hypotheek. Deze code is van tijdelijke aard.

Als de betaalregeling is afgelopen, wordt deze code weer verwijderd.

Toetsterm 1j.8 De kandidaat kan de wettelijke regels in het kader van achterstalligheid en het ontstaan van non-betaling in geval van consumptief krediet omschrijven

Vraag 5

Omdat ze voor het afsluiten van het krediet een schenking van de vader van Mariëlle hebben ontvangen, hebben Ralph en Mariëlle uiteindelijk een persoonlijke lening afgesloten van €50.000 tegen een rente van 5% op jaarbasis.

De looptijd bedraagt 180 maanden en de maandtermijn bedraagt €395. In de overeenkomst is opgenomen dat er sprake is van de mogelijkheid tot vervroegde boetevrije aflossing met volledige renterestitutie.

Het is nu exact vier jaar later. De schuld is afgelost tot een bedrag van €40.083. Er zijn nog 132 openstaande termijnen.

Hoeveel bedraagt de renterestitutie wanneer Ralph en Mariëlle de lening nu volledig terug zouden betalen?

Antwoord vraag 5

De renterestitutie bestaat uit de bruto uitstaande kredietsom (de optelsom van alle resterende betaaltermijnen) minus de netto uitstaande kredietsom (de openstaande schuld).

Openstaande termijnen is 132 resterende maanden x €395 = €52.140.

Openstaande schuld is €40.083.

Renterestitutie bedraagt €52.140 - €40.083 = €12.057.

Dat betekent dat Ralph en Mariëlle van de openstaande termijnen €12.057 niet hoeven te betalen. Ze hoeven dus enkel de openstaande netto kredietsom terug te betalen.

Toetsterm 3e.5 De kandidaat kan het bedrag aan te restitueren rente en kosten voor vervroegde aflossing van een consumptief krediet berekenen