• No results found

Aan een rivier ligt de gemeente wier grondgebied het voorwerp vormt van de vierde case study. De gemeente heeft tussen 40.000 en 50.000 inwoners. De gemeente bestaat uit meerdere bebouwde gebieden. In de regel zijn deze bebouwde delen nauw met elkaar verbonden en liggen er geen grote landschapsgebieden tussen de delen. Alleen tussen de meest westelijke gemeentedelen en de rest van de gemeente bevinden zich grote stukken bos- en landbouwgrond. Elk bebouwd deel heeft zijn eigen voorzieningen voor openbaar vervoer, recreatie en voedsel, welke zich in de regel bevinden langs een hoofdstraat. In de dicht bebouwde kernen van de gemeentedelen staan met name rijtjeshuizen en schipperswoningen uit de eerste helft van de 20e eeuw, met tuinen die klein of geheel afwezig zijn. Deze kernen hebben meestal vrij weinig ruimte voor openbaar groen. Rond de kernen zijn in de tweede helft van de 20e eeuw woonwijken aangelegd met rijtjeshuizen, twee-onder-één-kap huizen en andere vormen van meergezinswoningen. Deze woningen zijn in de regel voorzien van grotere tuinen. Deze wijken bieden ruimte voor meer openbaar groen. Aan de rand van de gemeentedelen staan meestal vrijstaande huizen met royale tuinen uit verschillende tijdperken. In de kleinere gemeentedelen staan de woonhuizen, in de regel vrijstaande huizen uit verschillende tijdperken, langs een hoofdstraat. De gemeentedelen worden doorkruist door een rivier, kanalen en sloten.

Methode en beschikbare data

In 2011 is in de gemeente het gebruik zonder recht van gemeentegrond in kaart gebracht. Deze inventarisatie is uitgevoerd door de gemeente zelf in samenwerking met een commercieel adviesbureau en beslaat het hele grondgebied van de gemeente. Zij zijn bij alle percelen in de gemeente nagegaan waar de daadwerkelijke erfgrens van percelen afwijkt van de kadastrale grens. Vervolgens heeft de gemeente onderzocht of een juridische basis bestaat voor deze afwijkingen. In 3.250 gevallen is grondgebruik zonder recht geconstateerd. Het is helaas niet bekend hoeveel percelen in totaal zijn onderzocht. Als men ervan uitgaat dat een huishouden bestaat uit gemiddeld 2,2 personen, dan leiden 3.250 gevallen tot de conclusie dat rond 16% van de huishoudens betrokken is bij het gebruik van gemeentegrond zonder recht. Gevallen van grondgebruik zonder recht die al ruim langer dan 20 jaar hadden geduurd, zijn niet verder behandeld. De gemeente heeft de adressen waarbij grondgebruik zonder recht was geconstateerd en de zaak verder door de gemeente werd behandeld, ter beschikking gesteld. Daarnaast zijn ook bestanden onderzocht die aangeven bij welk deel van het perceel gemeentegrond zonder recht is getrokken. Met behulp van deze informatie en een

vergelijking van luchtfoto’s met kadastrale kaarten is bij drie gemeentedelen (dorpen met ca. 5.000, 2.500 en respectievelijk 2.000 inwoners) nagegaan welke gemeentegrond zonder recht wordt gebruikt door een private niet-eigenaar. De case study maakt dus geen gebruik van een steekproef, maar betreft integrale delen van de gemeente. Met name zijn vastgesteld: de oorspronkelijke functie van de grond, voor welke doeleinden de grond door de private niet- eigenaar wort gebruikt en in welke omgeving dit gebruik plaatsvindt. Helaas heeft de gemeente geen informatie ter beschikking gesteld over de omvang van de gebruikte oppervlakte.

Het gebruik zonder recht van gemeentegrond in de gemeente

Particuliere eigenaars en huurders van uiteenlopende soorten huizen maken gebruik van gemeentegrond voor een soortgelijk doel. In veruit de meeste gevallen wordt de gemeentegrond gebruikt om de achter-123 of voortuin124 uit te breiden. Als de voortuin wordt uitgebreid, dan wordt daarnaast dikwijls nog een oprit aangelegd of verlengd.125 In een klein aantal gevallen wordt een schuur geplaatst126 of een parkeerplaats aangelegd of uitgebreid.127 Langs een sloot of een ander waterlichaam kan het ook voorkomen dat een steiger op gemeentegrond wordt geplaatst.128 Bedrijven breiden met name hun bedrijfsterrein uit.129 Landbouwbedrijven breiden op gemeentegrond hun landbouwgrond uit.130

De zonder recht gebruikte grond had verschillende oorspronkelijke functies. In een groot aantal gevallen wordt de stoep zonder recht gebruikt. Het gebruik van de stoep gaat in de regel gepaard met een verandering van de voorzijde van het particuliere woonperceel in de vorm van een uitbreiding van de voortuin of de verlenging van een oprit.131 Voor dit doel

worden in minder vergaande mate ook woonerven,132 openbare wegen133 of bermen134 tussen het woonperceel en de stoep of de openbare weg gebruikt. Als de achterzijde van het woonperceel ook aan een stoep of openbare weg grenst, dan wordt gemeentegrond met de genoemde functies in een aantal gevallen ook gebruikt om de achtertuin uit te breiden.135

123 Zie bijvoorbeeld R 13 t/m R 17. 124 Zie bijvoorbeeld X 18 t/m X 32. 125 Zie bijvoorbeeld A 43 t/m A 49. 126 Zie AL 2. 127 Zie bijvoorbeeld D 9 en AE 70. 128 Zie AS 32. 129 Zie bijvoorbeeld AE 47 en AY 2. 130 Zie AN x en BC x. 131 Zie bijvoorbeeld A 43 t/m A 49. 132 Zie bijvoorbeeld AE 29 t/m AE 45. 133 Zie bijvoorbeeld B 88. 134 Zie bijvoorbeeld X 18 t/m X 32. 135 Zie bijvoorbeeld X 42 t/m X 50.

Gemeentegrond met de genoemde functies is dikwijls belangrijk voor de verkeersveiligheid en het onderhoud van kabels en nutsleidingen. Het gebruik van deze grond zonder recht kan dus gevaren opleveren. Onderdelen van sportvelden,136 grasvelden,137 bosgrond,138 groen langs een sloot139 en andere groenstroken worden in een heel groot aantal gevallen gebruikt om achtertuinen uit te breiden. Door dit gebruik van gemeentegrond verliest de gemeente mogelijkerwijs publieke ruimte door verjaring. Bedrijven gebruiken al de genoemde types gemeentegrond om hun bedrijfsterrein uit te breiden.140

De omgeving waarin gemeentegrond zonder recht wordt gebruikt, verschaft interessante inzichten over mogelijke redenen voor de ingebruikname van gemeentegrond. In een dicht bebouwde dorpskern van de gemeente hebben bewoners van vijf rijtjeshuizen die zich tussen twee straten bevinden en een heel kleine tuin hebben, een deel van de stoep in gebruik genomen om hun tuin uit te breiden.141 Dit zou erop kunnen duiden dat in deze gevallen een gebrek aan privacy en/of recreatieve ruimte het motief is achter de ingebruikname. Het feit dat deze vijf rijtjeshuizen zich allemaal in dezelfde straat bevinden en – op één woning na – naast elkaar liggen, maakt het ook mogelijk dat de kadastrale grens reeds bij de aanleg van de straat niet goed is aangehouden of dat de bewoners het voorbeeld van een buur zijn gevolgd.

Buiten de dicht bebouwde dorpskernen is er geen indicatie dat de grootte van het perceel (of de grootte van de achtertuin) van de grondgebruiker zonder recht van belang is voor het grondgebruik. Evenmin lijkt beslissend of de achterzijde van het perceel van de grondgebruiker grenst aan een grasveld of de tuin van een andere burger. Het is met name opvallend dat in een groot aantal gevallen bewoners van vrijstaande huizen met een royale achtertuin en een grasveld dat aan hun perceel grenst, de stoep of berm in gebruik hebben genomen om hun voortuin uit te breiden of hun oprit te verlengen.142 In deze gevallen is het weinig waarschijnlijk dat een gebrek aan recreatieve ruimte hen heeft aangespoord om de stoep of berm in gebruik te nemen. Een blik op foto’s leert echter dat in een aantal gevallen de voortuin relatief klein is zodat privacy wel een rol kan hebben gespeeld. Als het om maar enkele vierkante meter gaat, dan kan de ingebruikname natuurlijk ook het gevolg zijn van een vergissing tijdens de aanleg of vernieuwing van een voortuin of oprit. Met name wanneer een aantal gevallen dichtbij elkaar in dezelfde straat optreedt, kan men zich ook afvragen of niet al bij de aanleg van de wijk of de huizen de kadastrale grenzen niet goed zijn aangehouden. 136 Zie bijvoorbeeld R 13 t/m R 17. 137 Zie bijvoorbeeld AO 7 en AO 17. 138 Zie bijvoorbeeld AL 60. 139 Zie bijvoorbeeld AH 28 t/m AH 38. 140 Zie bijvoorbeeld AU x, AU y en AY 2. 141 Zie E 10 t/m 13 en E 15. 142 Zie bijvoorbeeld A 43 t/m A 49.

In het algemeen is opmerkelijk dat meerdere gevallen van grondgebruik zonder recht zich – zoals ook in de andere case studies – voordoen in dezelfde straat.143 Dit doet

vermoeden dat al bij de aanleg van de wijk de kadastrale grenzen niet goed zijn aangehouden of dat de bewoners elkaars gebruiksgedrag imiteren.

Anders dan in andere case studies komt het in de vierde case study voor dat gemeentegrond in gebruik is genomen die niet grenst aan een particulier perceel. In één geval wordt een stuk bosperceel gebruikt als tuin en voor een schuur.144 Dit laat zien dat er ook gevallen optreden

waarin een stuk gemeentegrond in gebruik wordt genomen zonder dat er sprake is van snippergroen. Snippergroen blijft echter de regel.

Conclusie

In een middelgrote gemeente die bestaat uit verschillende bebouwde kernen met groene woonwijken, kan gebruik zonder recht van gemeentegrond in een groot aantal gevallen optreden. In deze case study was rond 16% van de huishoudens betrokken bij grondgebruik zonder recht. Dit is een vergelijkbaar hoog percentage als het in case study III vastgestelde percentage.

In de meeste gevallen wordt gemeentegrond gebruikt om een particuliere tuin of oprit uit te breiden. Bedrijven breiden in de regel hun bedrijfsterrein met gemeentegrond uit. Hiervoor wordt gemeentegrond met verschillende oorspronkelijke functies gebruikt. Stoepen, bermen, openbare wegen en woonerven worden evenzeer in gebruik genomen als groenstroken. Met name door het gebruik van stoepen, bermen, wegen en woonerven kunnen de verkeersveiligheid en het onderhoud van kabels en nutsleidingen in het gedrang komen. Het is – zoals in de andere case studies – opvallend dat één geval van grondgebruik zonder recht in de regel niet de enige is in de betreffende straat. Dit doet vermoeden dat reeds bij de aanleg van de wijk de kadastrale grenzen niet goed zijn aangehouden of dat de bewoners elkaars gebruiksgedrag imiteren.

143 Zie bijvoorbeeld W 11 t/m W 33. 144 Zie BE x.