• No results found

3. Van ‘studentenhut’ tot ‘drijvend doorgangshuis.’

3.2. Casa Academica

Naarmate eind jaren vijftig het woningtekort voor studenten steeds verder opliep, begonnen ook particulieren initiatief te nemen tot het opzetten van geschikte

studentenhuisvesting. Eén van die particuliere initiatieven is het studentenhotel Casa Academica, door de media vertaalt vanuit het latijn als ‘studentenhut’. Een studentenhuis dat in de zomermaanden juli en augustus dienst deed als hotel. Aan beide faciliteiten was een groot tekort op dat moment in Amsterdam. Casa Academica mag niet ontbreken in dit overzicht vanwege het feit dat deze vorm van studentenhuisvesting toen erg nieuw en gedurfd was in Nederland. Het oorspronkelijke idee was van Gabbe Scheltema, toen voorzitter van studentenreisbureau NBBS, en Nol van Zuiden, oprichter en directeur van Pro Civibus, een verzekeringsbureau voor studenten. Zij deden het idee op toen ze internationale studentencongressen bezochten, onder andere in Denemarken waar een studentenhuis annex hotel in Denemarken eind jaren vijftig al een beproefd recept was. Daarnaast wisten ze ook Frits Bolkestein, toen voorzitter van ASVA en later succesvol politicus voor de VVD, te overtuigen om aan boord te komen. Volgens Bolkestein wisten 126 Het Parool, ‘Amsterdams studentenhuis Westermarkt door prins Bernhard geopend (17-10-1962) 5.

de heren vervolgens een vliegtuig te charteren met journalisten en potentiële

investeerders en vlogen daarmee naar Kopenhagen. Ruud Klokgieters en een andere student genaamd Lievensen zijn ook betrokken bij het opzetten van Casa Academica. De broer van Bolkestein werd vervolgens aangetrokken als architect van het nog te bouwen studentenhotel.128

Casa Academica kende meteen vanaf het begin een vliegende start. Het is niet duidelijk wie de kosten voor het gecharterde vliegtuig heeft betaald, maar het is wel duidelijk dat het de bedenkers menens was en zij al vanaf het begin veel geld en publiciteit wisten te genereren.

De bedenkers richten vervolgens in april 1957 stichting Casa Academica op, deze stichting werd verantwoordelijk voor de exploitatie van het studentenhotel. Scheltema werd benoemd tot voorzitter en bleef dat tot ver in de jaren zeventig. De oprichters, inmiddels bestuurders van de stichting Casa Academica, zetten hun publiciteitsoffensief door. Zo richtten ze een tentoonstelling op in De Waag op de Nieuwmarkt waar ze onder andere een door de architecten Bolkestein en zijn collega Bovenberg gemaakte maquette van het nog te bouwen pand tentoonstelden. Tegelijkertijd met de oprichting werd er een memorandum verspreid met daarin de verantwoording van een studentenhuis annex hotel. Hierin reageerden zij onder andere op het rapport-Rutten dat deze combinatie afwees, omdat een studentenhuis niet comfortabel genoeg zou zijn voor toeristen. Volgens het bestuur van de Casa Academica was er echter een groot tekort aan eenvoudige hotels, zeker in de zomermaanden, die de oprichting noodzakelijk

maakten.129 De pers was zeer enthousiast over de plannen en onderschreef in de berichtgeving de urgentie en noodzaak van het studentenhuis annex hotel.130 In 1958 deed de stichting vervolgens een bod op een stuk grond in Amsterdam Zuid. Verder lieten ze ook specialisten die ervaring hebben met het oprichten en runnen van een studentenhuis/hotel uit Kopenhagen naar Amsterdam komen. De stichting wist verder te vermelden dat er ruimte zou zijn voor ongeveer 360 studenten en dat de kamers 60

128 Website van Casa. Interview met Frits Bolkestein en Gabbe Scheltema op 06-10- 2016. https://hotelcasa.nl/nl/blog/the-four-founders/ (bezocht op 05-06-2019). 129 Studentenhuisvesting 459-460, Archief ASVA, (IISG) ‘Memorandum inzake bouw en exploitatie van een gecombineerd studentenhuis-toeristenhotel te Amsterdam’ (april 1957) 1-2.

130 Algemeen Handelsblad, ‘Plannen voor Amsterdams studentenhuis spoedeisend’ (18- 07-1957) 4.

gulden per maand kostten.131 De SSH-A, bij monde van voorzitter De Froe, steunde het initiatief van de stichting Casa Academica, maar was wel bang dat Rijkssteun ten koste zou gaan van plannen van de SSH-A. Hij adviseerde Casa Academica om het Departement van Economische Zaken aan te schrijven voor een subsidie op hotelbouw.132

Toch zou het nog even duren voordat er daadwerkelijk met de bouw begonnen kon worden. Het perceel in Amsterdam-Zuid aan de Boelelaan werd niet geschikt geacht, omdat het te ver van de UvA zou afliggen. Een ander perceel, met heel goedkope grond, aan de Kalfjeslaan in Amstelveen werd eveneens om die reden afgeslagen. Bovendien lag het onder een aanvliegroute van Schiphol. Het studentenhuis annex hotel aan de

Kalfjeslaan zou wel dicht bij de rijksweg, gunstig voor toeristen, én de dan nog te bouwen Vrije Universiteit komen te liggen, wat gunstig was voor studenten. Later is op deze plek dan ook Uilenstede verrezen. Maar voorlopig werd besloten om uit te wijken naar een geschikt bevonden locatie in Watergraafsmeer, door de gemeente beschikbaar gesteld, tegenover het Amstelstation aan de James Wattstraat.133 Er kon vervolgens overgegaan worden tot een definitief ontwerp nadat het Rijk hiervoor een subsidie in de vorming van een lening van 25.000 gulden ter beschikking stelde. Wanneer een definitief bouwplan gepresenteerd zou worden, wilde minister Cals van Onderwijs nadenken over eventuele subsidie voor de bouw van Casa Academica.134 Scheltema en de andere

oprichters rekenden niet alleen op het Rijk wat betreft financiering van het studentenhuis/hotel. Zo benaderden ze ook de KLM en een aantal institutionele beleggers. Volgens de voorzitter van de stichting Casa Academica konden de kosten verder gedrukt worden, doordat voor het personeel vooral studenten aangetrokken zouden worden.135 Ondertussen hadden de bestuurders een invloedrijke Raad van Advies aan zich weten te binden. Mr. H.N. Dutilh, toen directeur van de Holland-Amerika lijn in Rotterdam, Prof. Dr. J. Kok, hoogleraar en voorzitter van de Civitas Academica én J.N. Strijkers, directeur V.V.V. Amsterdam, zijn hiervan de meest in het oog springende namen.136 Het is opnieuw opvallend te noemen dat deze vijf (voormalige) studenten dit 131 Het Parool, ‘Rijkslening voor uitwerking plan studentenhuis’ (03-11-1958) 4. 132 Studentenhuisvesting 459-460, Archief ASVA, (IISG) ‘Aan de Stichting Casa Academica’ (12-02-1958) 1.

133 Algemeen Handelsblad, ‘Voor Casa Academica is terrein in Watergraafsmeer beschikbaar’ (18-09-1958) 2.

134 Het Vrije Volk, ‘Studentenhuis –’s zomers hotel- in Amsterdam’ (31-10-1958) 3. 135 Algemeen Handelsblad, ‘Werkcomité Casa Academica: “Ons plan is niet van de baan” (10-04-1959) 7.

wisten te organiseren.

De bouw werd vervolgens openbaar aanbesteed en dit werd gewonnen door het Amsterdamse aannemersbedrijf N.V. Hillen & Roosen. Zij dachten Casa voor 3,8 miljoen gulden te kunnen bouwen.137 De eerste paal werd vervolgens geslagen op 13 november 1959, ruim twee jaar na de eerste plannen.138 De bouw kreeg daarna te maken met een aantal tegenslagen. Zo ontstond er een conflict tussen de oorspronkelijke architecten Bovenberg en Bolkestein én het Arnhemse architectenbureau Feenstra die supervisie zou houden. Dit conflict liep zo hoog op dat de stichting Casa Academica de beide jonge architecten de toegang tot het bouwterrein ontzegde. Die lieten dat niet op zich zitten en spanden een kort geding aan tegen de toegangsweigering. De rechter oordeelde echter in het nadeel van beide architecten.139 Daarnaast kreeg de bouw ook te maken met

stakingsacties die gehouden werden in maart 1960. 140 En verder werden de bouwkosten flink overschreden. De totale kosten werden eerst geraamd op 7 miljoen gulden,

waarvan ruim 3,8 bouwkosten zouden zijn. Het Rijk stond hier ook garant voor. Er bleken echter een aantal zaken niet in de aanbesteding meegenomen te zijn, of de kosten hiervan waren te conservatief ingeschat. Het ging hier niet om randzaken maar om, onder andere, de losse in de fabriek gemaakte gevel, de kosten voor de centrale

verwarming en de kosten voor het sanitair. De stichting beloofde echter z’n best te doen om de uiteindelijke kosten onder de 9 miljoen gulden te houden.141

Uiteindelijk konden in april 1962 de eerste studenten een kamer betrekken in het pand. De officiële opening zou pas in september 1962 geschieden, wanneer het

academisch jaar geopend werd, maar aangezien de totale kosten uiteindelijk op zo’n 10 miljoen gulden zouden uitkomen was eerdere openstelling meer dan welkom. Bovendien ging men eerder uit van een oplevering in het najaar van 1961. De uiteindelijke huur zou 68 gulden per maand bedragen, inclusief gas water en licht. Hier kregen de studenten wel wat meer luxe voor terug dan standaard was in studentenhuizen. Zo had iedere kamer de beschikking over een eigen douche, toilet en telefoon. Verder waren de kamers al helemaal ingericht. Negen tot elf van zulke kamers hadden dan samen de beschikking

137 De Volkskrant, ‘Casa Academica aanbesteed’ (07-10-1959) 4.

138 Algemeen Handelsblad, ‘Morgen eerste paal voor Casa Academica’ (12-11-1959) 7. 139 Algemeen Handelsblad, ‘Ontwerpers van Casa Academica bij bouw uitgeschakeld’ (01-03-1960) 2.

140 Algemeen Handelsblad, ‘Op 25 plaatsen in ons land ligt het werk stil’ (07-03-1960) 3. 141 De Telegraaf, ‘Studentenflat ruim 1 miljoen gulden duurder’ (14-09-1961) 3.

tot een eigen keuken, waar geen plek voor was in de kamer.142

Voor de kamerbemiddeling werd een beroep gedaan op de ASVA, aangezien zij al een werkend kamerbemiddelingsbureau hadden. Wel bedong het bestuur van de Casa Academica dat ook studenten die geen lid waren van de ASVA recht hadden op een kamer en dat de ASVA alleen zou bemiddelen voor haar eigen leden. Studenten die geen lid waren van de ASVA kregen dus de mogelijkheid om zich rechtstreeks bij Casa

Academica te melden.143 Bewoners moesten daarop een contract tekenen waarin

expliciet stond vermeld dat zij studeerden aan de UvA, beneden de dertig jaar oud waren én jaarlijks op 1 juni hun kamer dienden te verlaten in verband met de hotelfunctie van Casa Academica in de zomermaanden. Evenwel bijzonder was een andere bepaling uit het contract, artikel 3, waarin stond vermeld dat studenten wanneer zij hun studie afbraken of afgestudeerd waren na twee maanden hun kamer moesten verlaten. Een soort campuscontract avant la lettre. Ten slotte was het ook nog verplicht dat een ouder of voogd het contract medeondertekende.144

Casa Academica was een uniek en baanbrekend concept in Nederland en bestaat tot op de dag van vandaag nog steeds. Het is inmiddels verhuisd naar de Eerste

Ringdijkstraat, een steenworp afstand van de oude locatie, en de officiële naam is Hotel Casa Amsterdam. Daarbij zijn een aantal aspecten van het studentenhuis/hotel tijdloos gebleken. Daarbij gaat het niet alleen om de mengfunctie tussen woning en hotel, maar ook het strikte, campuscontract-achtige, contract vertoont veel gelijkenissen met campuscontracten die tot de dag van vandaag gebruikt worden.