• No results found

anorganische bedrijfsafvalstoffen)

2.3.2 Capaciteit en aanvoer

Naam Restcapaciteit (m³)

categorie 1-stortplaats

Restcapaciteit (m³) categorie 2-stortplaats

Indaver-Beveren 91 000 278 000

INDAVER-ANTWERPEN 1 279 935 /

INAFZO nv / 75 000

OVMB nv 2 157 758 1 438 505

REMO nv 150 042 853 881

Totaal 3 678 735 2 645 386

Tabel 2: Restcapaciteit op de categorie 1-stortplaatsen en op categorie 2-stortplaatsen, op 31 december 2009.

De totale vergunde restcapaciteit op 31 december 2009 op categorie 1-stortplaatsen bedraagt ongeveer 3,6 miljoen m³. Dit is ca 31 000 m³ meer dan eind 2008. De vermeerdering van capaciteit is te wijten aan een stijging van de restcapaciteit ten opzichte van vorig jaar bij de nv OVMB.

Dit is te wijten aan een recente herberekening van de capaciteit bij de nv OVMB, waarbij de capaciteit voor de monostortplaats voor baggerspecie op dezelfde site zal gebruikt worden voor het storten van categorie 1- en categorie 2- afvalstoffen, aangezien de voorziene vergunde capaciteit voor baggerspecie op heden niet meer noodzakelijk is (nl. de specie wordt na lagunering herbruikt als niet-vormgegeven bouwstof). De vergunde monostortplaats voor baggerspecie zal bijgevolg niet geëxploiteerd worden.

Aard van het te storten afval Hoeveelheid

categorie 1-stortplaats

Hoeveelheid

categorie 2-stortplaats

Drinkwaterslib 0 457

Ander niet gevaarlijk slib 185 44 964

Bodemas 20 891 77 646

Verontreinigde grond (bodemsanering)

2 412 21 122

Recyclageresidu's 1 331 41 494

Shredderafval 0 198 428

Ander gevaarlijk gesolidifieerd afval 94 843 0

Vliegassen 38 686 43 557

Asbesthoudend afval 14 850 0

Asbestcementafval 52 634 0

Totaal 332 204 534 424

Tabel 3: De aanvoer op de categorie 1-stortplaatsen/categorie 2-stortplaatsen in ton.

De aanvoer is opgesplitst in een aantal specifieke afvalstromen. In 2009 werd 332 204 ton gestort op categorie 1-stortplaatsen en 534 424 ton op categorie 2-stortplaatsen (voor niet-gevaarlijke, anorganische bedrijfsafvalstoffen). De totale gestorte hoeveelheid, namelijk 866 628 ton in 2009, is 18 359 ton meer dan de hoeveelheid die in 2008 werd gestort op voormelde categorie 1- en 2-stortplaatsen, namelijk 848 269 ton (in 2007 werd 917 981 ton gestort).

De aanvoer op de categorie 1-stortplaatsen is in 2009 gestegen, namelijk van 315 798 ton in 2008 naar 332 204 ton in 2009. De aanvoer op de betreffende categorie 2-stortplaatsen (voormalige categorie 1-stortplaatsen) is in 2009 lichtjes gestegen met 1 953 ton ten opzichte van in 2008.

Voornoemde stijging is voornamelijk te wijten aan de toegenomen aanvoer van vliegas (ca 23 119 ton meer) op de categorie 1-stortplaatsen. De stijging van de aanvoer van vliegas situeert zich voornamelijk op de categorie 1-stortplaatsen van de nv Indaver te Beveren en Antwerpen.

De opmerkelijke daling van de aanvoer van shredderafval in 2009 (namelijk 198 428 ton) ten opzichte van 2008 (namelijk 245 463 ton) situeert zich voornamelijk bij OVMB (namelijk 20 593 ton minder) en bij Remo (namelijk 20 631 ton minder). Ook bij Inafzo is er minder aanvoer van shredderafval in 2009. Anderzijds is er een opmerkelijke stijging in de aanvoer van niet-gevaarlijk gesolidifieerd afval nl. op de categorie 2-stortplaats van de nv Indaver te Beveren (ca 62 000 ton meer).

Tarieven en capaciteiten voor storten en verbranden - Actualisatie tot 2009, evolutie en prognose. 27/73

Het aandeel bodemas is gedaald namelijk van 106 087 ton in 2008 naar 98 537 ton in 2009 (verdeeld over 20 891 ton op categorie 1-stortplaatsen en 77 646 ton op categorie 2-stortplaatsen). Voornoemde daling doet zich voor bij Inafzo (namelijk 14 666 ton).

De aanvoer van de niet-gesolidifieerde, niet-gevaarlijke bedrijfsafvalstoffen is verder gedaald namelijk van 57 145 ton in 2008 naar 44 342 ton in 2009. De aanvoer van verontreinigde grond op de categorie 2-stortplaatsen daarentegen is gestegen, namelijk van 11 314 ton in 2008 naar 21 122 ton in 2009. De aanvoer van niet-gevaarlijk slib is ook lichtjes gestegen namelijk met ca.

4000 ton.

37 % van de totale aanvoer op categorie 2-stortplaatsen betreft shredderafval, verspreid over 3 categorie 2-stortplaatsen, namelijk 19 188 ton bij Inafzo, 55 651 ton bij OVMB en 123 589 ton bij Remo.

Het gevaarlijk gesolidifieerd afval is gestegen van 88 730 ton in 2008 naar 94 843 ton in 2009.

Het gevaarlijk, niet gesolidifieerde afval (zoals ovenpuin, filterkoeken en dergelijke) is echter gedaald (namelijk met ca. 9 005 ton).

Daarnaast zijn de asbestcementhoudende afvalstoffen gedaald met ca 7000 ton (voornamelijk bij de nv OVMB).

Van de genoemde afvalsoorten worden alleen het slib van bedrijven en de niet-gesolidifieerde afvalstoffen (zowel gevaarlijk als niet-gevaarlijke bedrijfsafvalstoffen) gestort aan de normale milieuheffingen. Dit maakt ca 23 % uit van de aanvoer (195 863 ton) op de categorie

1-/categorie 2-stortplaatsen. De andere zijn residu's van een reeds aan milieuheffingen onderworpen verwijderingsbehandeling, afvalstoffen van bodemsaneringsoperaties en van grondreinigingscentra of recyclageresidu's.

Uit de vergelijking van de jaarlijkse aanvoer met de in exploitatie zijnde capaciteit en de vergunde capaciteit die nog niet in de exploitatie is, kan men besluiten dat er nog voldoende capaciteit voorhanden is voor de komende 7 jaar op deze stortplaatsen.

2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

Aanvoer 629 243 520 147 624 831 659 318 766 681 917 981 848 269 866 628 Tabel 4: Overzicht evolutie aanvoer vanaf 2002 in ton.

Tot 2005 schommelende de jaarlijks gestorte hoeveelheid op de categorie 1-stortplaatsen meestal tussen 500 000 ton en 660 000 ton. In 2006 is er echter een opmerkelijke stijging van de gestorte hoeveelheid op de categorie 1-stortplaatsen namelijk met meer dan 100 000 ton.

Deze stijging zet zich verder in 2007 door (met meer dan 150 000 ton) op voormalige categorie 1-stortplaatsen (op heden opgesplitst deels in categorie 1-stortplaatsen en deels in categorie 2-stortplaatsen).

In 2007 is de aanvoer van afval toegenomen; dit betreft voornamelijk een verhoging van de hoeveelheden vliegassen, recyclageresidu's, asbestcementafval op deze stortplaatsen.

In 2008 is er evenwel een daling van de gestorte hoeveelheid bedrijfsafvalstoffen op de categorie 1- en categorie 2-stortplaatsen (namelijk ca. 70 000 ton minder). Dit kan deels te wijten zijn aan de economische crisis eind 2008.

In 2009 is er echter terug een stijging van de gestorte hoeveelheid bedrijfsafvalstoffen op de categorie 1- en categorie 2-stortplaatsen (namelijk ca. 18 000 ton meer).

2 .3 .3 V e rd e li n g v a n d e c a te g o ri e 1 -a a n v o e r p e r a fv a ls o o rt e n p e r p ro v in c ie

Aard van het te storten afvalAntwerpenVlaams- BrabantLimburgOost- VlaanderenWest- VlaanderenBrusselWalloniëTotaal Ander niet gevaarlijk slib47000114024185 Bodemas19 848001 04300020 891 Verontreinigde grond1 007001 4005002 412 Recyclage-residu's000009813501 331 Shredderafval00000000 Ander niet-gevaarlijk, niet-gesolidifieerd afval (bedrijfs-afvalstof-fen)00000000 Ander gevaarlijk, niet-gesolidifieerd afval 82 140047523 617119021106 372 Ander gevaarlijk gesolidifieerd afval1800040 85325 872027 93894 843 Vliegassen0034736 5171 8220038 686 Asbesthoudend afval + asbestcement- afval32 0839 2718 76313 8911 9441 33817867 484 Totaal135 3059 2719 585117 32129 8762 31928 511332 204 Tabel 5: Verdeling van de aanvoer per afvalsoort en per provincie op categorie 1-stortplaatsen. Van de in 2009 totaal gestorte hoeveelheden op categorie 1-stortplaatsen is 41 % afkomstig van de provincie Antwerpen (voornamelijk gevaarlijk, niet- gesolidifieerd afval, asbestcementhoudend afval en bodemas), 35 % is afkomstig van Oost-Vlaanderen (bestaande uit gevaarlijke gesolidifieerde bedrijfsafvalstoffen, vliegas, gevaarlijke niet-gesolidifieerde bedrijfsafvalstoffen en asbestcementhoudend afval), 9 % van West-Vlaanderen (voornamelijk gevaarlijk gesolidifieerd afval). Zowel uit Vlaams-Brabant als uit Limburg wordt telkens 3 % (voornamelijk asbestcementhoudend afval en asbesthoudend afval) van de afvalstoffen aangeleverd. Het aandeel uit Wallonië tegenover het totale tonnage bedraagt 9 % en bestaat hoofdzakelijk uit gevaarlijk gesolidifieerd afval.

v o e r u it a n d e re p ro v in c ie s o p c a te g o ri e 1 -s to rt p la a ts e n

incie van erkingHerkomst van de afvalstoffen AntwerpenVlaams- BrabantLimburgOost- VlaanderenWest- VlaanderenBrusselWalloniëTotaal erpenN.V.T.31447354 879211 00335657 046 urg14 2332 4918 763058045928 09154 617 t-Vlaanderen7 0406 466349N.V.T.29 2758576444 051 al21 2739 2719 58554 87929 8762 31928 511155 714 6: De bestemming per provincie van het categorie 1-afval dat in andere provincies wordt gestort in ton. e vergunde categorie 1-stortplaatsen wordt 47 % van de gestorte afvalstoffen geproduceerd in andere provincies. De grootste stroom komt uit Oost- deren en betreft vliegas en gevaarlijk, niet-gesolidifieerd afval (gestort in Antwerpen). De tweede grootste stroom komt uit West-Vlaanderen en at grotendeels uit gevaarlijk, gesolidifieerd afval (gestort in Oost-Vlaanderen). Wallonië exporteert naar Limburg (namelijk gevaarlijk, gesolidifieerd . Antwerpen voert af naar Limburg en Oost-Vlaanderen (voornamelijk asbestcement). Limburg en Brussel voeren slechts kleine hoeveelheden orie 1-afvalstoffen uit naar andere provincies.

2 .3 .5 V e rd e li n g v a n d e c a te g o ri e 2 -a a n v o e r p e r a fv a ls o o rt e n p e r p ro v in c ie

Aard van het te storten afvalAntwerpenVlaams- BrabantLimburgOost- VlaanderenWest- VlaanderenBrusselWalloniëTotaal Ander niet gevaarlijk slib2409 14627 5986 5191 46102044 964 Bodemas1626 5928 3507 67634 554045877 646 Verontreinigde grond14 07501 2085 8390010621 122 Recyclage-residu's15 62692724 8954600041 494 Shredderafval18 095018 52037 88834 85013 55575 520198 428 Ander niet-gevaarlijk, niet-gesolidifieerd afval (bedrijfs-afvalstoffen)12 2966 82318 8343 8261 24050581844 342 Ander niet-gevaarlijk, gesolidifieerd afval00062 41400062 414 Vliegassen239217039 8613 2400043 557 Asbesthoudend afval + asbestcement- afval00000000 Drinkwaterslib457000000457 Totaal:61 04443 70599 405164 06975 34514 06076 796534 424 Tabel 7: Verdeling van de aanvoer per afvalsoort en per provincie op categorie 2-stortplaatsen. Van de in 2009 totaal gestorte hoeveelheden op categorie 2-stortplaatsen is 31 % afkomstig van Oost-Vlaanderen (bestaande uit niet-gevaarlijk gesolidifieerd afval, vliegas en shredderafval), 19 % is afkomstig van Limburg (bestaande uit niet-gevaarlijk slib, recyclageresidu’s, niet-gesolidifieerd afval en shredderafval), 14 % van Wallonië (voornamelijk shredderafval) en 14 % van West-Vlaanderen (voornamelijk shredderafval en bodemas). Het aandeel uit Antwerpen tegenover het totale tonnage bedraagt 11 % en bestaat hoofdzakelijk uit recyclageresidu's, niet-gevaarlijk, niet-gesolidifieerd afval, shredderafval en verontreinigde grond. Uit Vlaams-Brabant wordt 8 % (voornamelijk bodemas, niet-gesolidifieerde afvalstoffen en niet-gevaarlijk slib) van de afvalstoffen aangeleverd. Het aandeel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tegenover het totale tonnage is slechts 3 % en bestaat voornamelijk uit shredderafval.