• No results found

C ONCLUSIE & A DVIES § 5.1 Inleiding

In document Planschade in de nieuwe Omgevingswet (pagina 44-47)

Dit hoofdstuk vormt het slot van dit onderzoek. Hier wordt antwoord gegeven op de centrale vraagstelling van dit onderzoek en kort een advies gegeven op basis van de in de voorgaande hoofdstukken behandelde problematiek rond de beperkingen die een tekortdoening doen aan de rechtspositie en de rechtsbescherming.

§ 5.2. Conclusie

Allereerst wil ik opmerken dat de kritiek80 dat de voorstellen van minister Schultz van Haegen ondoordacht zijn, niet door mij wordt gevolgd. In de memorie van toelichting bij de

Invoeringswet Omgevingswet is de achterliggende gedachten achter de schaderegeling van hoofdstuk 15 van de nieuwe Omgevingswet duidelijk omschreven. Mijn inziens is er wel degelijk goed nagedacht over de herziening van de huidige planschaderegeling in de nieuwe Omgevingswet, alleen laat de uitwerking op sommige punten nog veel te wensen over.

In de voorgaande hoofdstukken zagen we dat ten grondslag aan het in het leven roepen van het recht op schadevergoeding op grond van planschade de opvatting was, dat er een wettelijk grond zou moeten bestaan voor tegemoetkoming in schade indien het openbaar bestuur

maatregelen had getroffen die de vrijheid van een burger sterker aantast, dan met de algemene sociale situatie in overeenstemming is.

Na jarenlange kritiek uit de rechtspraktijk en rechtswetenschap over de uitvoering en invulling van de huidige planschaderegeling uit de Wro volgt er nu een herziening van de

planschaderegeling in de nieuwe Omgevingswet. De Omgevingswet treedt waarschijnlijk in 2019 in werking. Hoofdstuk 15 van de Omgevingswet wordt gereserveerd voor de

schaderegelingen. Dat hoofdstuk zal onder meer een afdeling bevatten over wat nu planschade en nadeelcompensatie wordt genoemd.

De nieuwe schaderegeling in de omgevingswet leidt tot een aantal wijzigingen. Het

peilmoment voor schade wordt verlegd en het minimum forfaitaire wordt verhoogd van 2% naar 5%.

De planschaderegeling zoals wij die kennen in de Wro wijzigt in de nieuwe Omgevingswet zodanig dat de regeling voor nadeelcompensatie het beginpunt wordt voor de afdeling over schade in de Omgevingswet. De reden hiervoor is dat titel 4.5 van de Awb en afdeling 15.1 slechts betrekking hebben op vergoeding van schade die door rechtmatig overheidshandelen is veroorzaakt. Schadevergoeding door onrechtmatig overheidshandelen valt daarmee niet onder het toepassingsbereik van titel 4.5 van de Awb en afdeling 15.1. Schade die daardoor wordt veroorzaakt, kan worden verkregen op grond van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek. Uit dit onderzoek is naar mijn mening gebleken dat de uitwerking van de nieuwe

schaderegeling in de Omgevingswet inderdaad praktische vragen oproept die (nog) niet, althans

80

niet volledig, zijn uitgewerkt en nog zeker nadere toelichting behoeven. Dit leidt naar mijn mening echter niet tot de conclusie dat de gedane voorstellen met betrekking tot de nieuwe schaderegeling en de uitwerking daarvan geen aanbeveling verdient om in de Omgevingswet te worden opgenomen. In tegendeel, gezien het kritiek van de afgelopen jaren over de uitvoering van de planschaderegeling acht ik het wel degelijk wenselijk dat voor de regulering van planschade en de aanspraak hierop een nieuwe wettelijke regeling wordt ingevoerd. In dat op zicht kan ik mij grotendeels vinden in achterliggende redenen die door de minister in de

kamerbrief81 van 19 mei 2016 worden genoemd voor de herziening van de planschaderegeling. Dat gezegd hebben moet ik naar aanleiding van dit onderzoek onderkennen dat de beoogde wijzigingen genoemd door minister Schultz met betrekking tot het verleggen van het

peilmoment en vaststellen van schade, de actieve risico aanvaarding en de verhoging van het wettelijk forfait voor het normale maatschappelijke risico, de rechtspositie en de

rechtsbescherming van een gelaedeerde die schade heeft ondervonden als gevolg van een schadeveroorzakend overheidsbesluit negatief beïnvloeden in de zin dat het positieve effect dat door de minister met de gewijzigde regelingen beoogd wordt onvoldoende waarborgen biedt om de negatieve effecten die (kunnen) ontstaan weg te nemen.

De belangrijkste conclusie die mijn inziens aan de hand van dit onderzoek kan worden

getrokken is dan ook dat het onwenselijk is dat planschaderegeling in de nieuwe omgevingswet met betrekking tot de in dit onderzoek uiteengezette wijzigingen juridisch op dergelijke wijze wordt geregeld.

§ 5.3. Advies

Omdat de voorgenomen wijzigingen in geding kunnen komen te staan met de

rechtsbescherming en de rechtspositie van een gelaedeerde tevens negatief beïnvloeden, adviseer ik de minister om de praktische vragen die door de wijzigingen ontstaan nader te onderzoeken en hierbij vooral na te gaan of er wellicht andere keuzes moeten worden gemaakt die enerzijds in overeenstemming zijn met de doelstellingen die door de invoering van de Omgevingswet worden nagestreefd en anderzijds de rechtsontwikkeling bevorderen zoals die door de minister wordt beoogd en in de rechtspraktijk nodig wordt geacht.

De wijze waarop hier invulling aan wordt gegeven laat ik volledig aan de wetgevers, de minister en het ministerie van Milieu en Infrastructuur over.

81

D

ANKWOORD

Het voltooien van dit onderzoek heeft veel omhanden gehad en was niet mogelijk geweest zonder de steun en hulp van een aantal mensen in mijn omgeving.

Om deze reden wil ik heel graag mevrouw prof. Rosa Uylenburg bedanken. Hartelijk dank voor uw steun en begeleiding. U heeft mij de gelegenheid gegeven om een eigen invulling te geven aan het onderzoek en mij daarbij gemotiveerd. Dit heb ik zeer gewaardeerd. Daarnaast waren uw adviezen van onmiskenbare waarde voor dit onderzoek. Hartelijk dank, ik ben u zeer erkentelijk.

Verder wil ik heel graag mijn vriend, ouders, familie en vrienden bedanken voor hun begrip, lieve woorden en steun gedurende het onderzoek. Jullie hebben mij gedurende zware tijden gemotiveerd en geïnspireerd. Jullie waren de zonneschijn als het regende en de spreekwoordelijke rollator die mij vooruit hielp! Bedankt

Tot slotte wil ik ook een ieder bedanken die ik niet bij naam heb genoemd, maar wel (hoe klein of groot) betrokken waren bij het onderzoek. Bedankt voor jullie bijdrage. Jullie worden allen door mij gewaardeerd!

In document Planschade in de nieuwe Omgevingswet (pagina 44-47)