• No results found

Onder verwijzing naar de uitvoerige mededeelingen en overzigten, die omtrent dit on-derwerp worden aangetroffen in de bijgevoegde rapporten van den chef over de genees-kundige dienst in Nederlandsen Indie (bijlage lit. K.), zal men zich te dezer plaatse tot het navolgende bepalen.

Overägt der behandelde lijders. Een vijfjarig overzigt volgt hieronder:

Jaren. Behandelden. Overledenen.

Verhouding van de overledenen

tot de

behandelden. behandeld.

Waarvan aan epidemische ziekten

overleden.

Java en Madura.

1857 1858 1859 1860 1861

4a 965 (1) 32 080 (2) 34 868 36 306 (3) 35 060 (4)

4 444 (1) 2 146 (2) 3158 1 961 (3) 1 868 (4)

1: 9,8 1:14,9 1:11 1:18,5 1:18,7

18180 9 092 8 222 5132 3 018

2931, waarvan 2437 choleralijders.

1230, waarvan 889 idem.

1723, waarvan 1431 idem.

427, waarvan 345 poklijders.

237, waarvan 165 idem.

1857 1858 1859 1860 1861

-17 556 27 129 21 540 23 620 (5) 26 453 («)

1 106 1 945

• 1 7 2 5 1 913 (5) 2 095 (6)

Buitenbezittingen.

» 1 : 15,8 1: 13,9 1:12,4 1:12,3 4 :12,6

6 049 13 995

8 047 7 658 10 762

738 meerendeels pok- en koortslijders.

1647 als voren.

1394, waarvan 1011 choleralijders.

1299 meerendeels koorts- en dysenterie-lijders.

1497, waarvan 1261 poklijders.

») Ongerekend de cijfers van Tjandjoer g a n g e r regentschappen) , en Rembang (Rembang), waarvan geen opgaaf is ontvangen ) Ongerekend het cijfer van Batavia, van welke plaats geen volledige opgaaf is ingekomen.

<") Ongerekend het cijfer van H a t t e n (Soerakarta), waarvan geen opgaaf is ontvangen.

(4> Ongerekend als voren het cijfer van Bandong (Preauger regentschappen).

W Als voren het cijfer van Atapoepoe (Timor).

16) Hieronder voor de Zuid- en Ooster-afdeeling van B o r n e o , enkel de opgaaf var, de.hoofdplaata Banjermaäln„

Verdeeld naar gelang van de verschillende gewesten, waren de u i t k o k e n gedurende

(1) Van deze plaats geen rapport ontvangen.

ling

Europee geneeskundige dienst. Uit het voorafgaande overzigt kan bltfken, op welke J a a t s f n oednrende 1861 in de uitoefening der burgerlijke geneeskundige dl enst van

^ n g s w e g e w Î d voorzien. Daarbij zij nog slechts aangetekend da, .de, w = » g difr d i L t meerend«!, is opgedragen aan offlc.eren van gezondhdd, ^ e ^ op een twintigtal plaatsen van Java en Madura burgerlijke geneesheeren daarmede belast Op s o m m i e der genoemde plaatsen zijn nog particuliere geneesheeren gevestigd ook Sdérs U dit het geval; onder andere werd dit jaar voor de uitoefening der genees-, t Ï - o % e oskund'e toelating verleend te Tjilintjing (Oosterkwartier van Batavia) op heel- oi *e ,"s » . . (Kravvang) en in de afdeeling Lemadjang (Probo-U :g r Ten e ^ n d e t Indisch Bestuur in de gelegenheid te stellen om voortaan in de Ï T ft. Van Geneeskundige hulp in de binnenlanden op ruimen voet te voorzien, werd

Ü Ï ^ g S ^ t r e k t om het voor belooning of tegemoetkoming - P ^ e ^ r e o u jaai g g o hoofdplaatsen) toegestane crediet van f 1 6 800 sjaars geneesheeren elders dan_ op d e h o o f d p ^ ^ g ^ t e b e h an d e l e n de behoeftig«.

t e ^ ^ J ^ l ^ ' ^ ^ U ^ ^ » djaijang-sekars ter plaatse hunner gevangenenen bannelingen, z.o r j uïtbreken van epidemische ziekten, r ^ L 4 : ^ L T ' J T V Ä ™ * g e p t a t s T ^ ! Tegen vergoeding van

reis-TZmVtZ reien f Ä het b l a d e r inlandsche bevolking•<£*£

hen o p d r a g e n de geneeskundige dienst bij die garnizoenen, waar de dienst niet

bepaal-Zelve moe.en b e k e e n « • ..„o» as » ^ ^ . ^ ^ d e r „ ^ a l d

-Tt V - ln Z , e n ar7H n van d n o d i g e geneesmiddelen voorzien werden ten dienste der

: ; ; K : U ; . J J « ^ « « u ^ ^ na d a an e en a .

3 e l i n * - w e , Wieden op Nieuw Guinea ten behoeve der bevolking aldaar.

ï „ V e r b i n d met de gebleken wensch -lykheid om de drie plaatselijke c o m — van In verband m e g t o e v o o r zM in Nederlandse* Indie, gevestigd te Batavia, geneeskundig 9 ^ r ^ k er toe oor b u r g, r l i j k e geneeskundigen, Samarang « ^ ^ ^ ^ Ï Ï ^ - Ï ^ k * » ' « d e mogelijkheid eener meer alge-werd, in afwachting eene ^ = ^ v a n ^ . ^ g e n e e s k u n d;g e tnsschen-Z tnsschen-Z ' T S c k S a l ^ T8 6 1 no. Ä , door intrekWng van « « « < * 1844, n° Ä ' v o o r l o o g alleen voor Batavia, het burgerlijk element in de commissie daar ter stede versterkt.

, r Ù,«Jln*„ De iiver en geschiktheid der te Weltevreden opgeleide Inlandsche geneeskunde f ° J ™ ^ * e n b i j v 0 0r t d u r i n g stof tot tevredenheid.

inlandsche geneeskun .gen en v d , h u n n 6r v^tiging het vertrouwen Eerstbedoelden g " ^ £ ^ o p e s c b e . v e S o s k n n d e ontmoet daarentegen nog veelal der bevolking. De toepassin0 ae P de inlandsche vroedvrouwen, op . b ^ - " ^ ^ ^ ^ - ^ ^ ^ ^ , e e n geldelijke onderstand verleend, voo-dragt van de h o o f ^ ^ « £ £ ^ n i e t t e b ov e n g a a n d e de som van f 10'smaands.

^ ^ ^ ^ ^ " X ^ h e eind van 't j a a r , aan de genees- en heelknndige

8cboeo f7 e t n r v e r l L k o n d i gesticht 13, tegen 21 en 8 onder ultimo December I860.

8 Keneel- en 5 verloskundigen keerden in den loop van 't j a a r , na volbragt examen, terug naar de plaatsen van waar zij gekomen waren.

.,•'*# ~ , TVr aanvulling van de berigten, die omtrent deze gestichten worden

^ i T n f n L nder i K b ^ I g d e summiere rapporten, zij nog slechts vermeld, aangetroffen in ae onaer ui J ° , , 0 D 2 e rio t, waarvoor de uitgaven zullen dat te Sumedang een ^ f ^ ^ t ^ a d e r d e gedeelte der padie dzakat H ' a X l Ï Ï t A i i t - Ï Ï T Ü ~ - « oogst); terwijl van 's lands wege een het voor de geesteiij Kneia u s t ensilien en geneesmiddelen worden toegestaan.

inlandsche geneeskund^e ^ ^ Ä u T S Pantoengan (Samarang) wordt gezegd, Ten aanzien van het bad ^bl.ssemen ^ J P e k a l o n g a n , Tagal,

Ban-d a t e e n g ^ ^ * ^ ^ * ^ bijdenchelvanditetablissement die joemas, Basrelen en *a a o e geneeskundige dienst, medicijnen komen vragen tegen

tevens belast is met de plaatselijke geneestum ig v e r m e en e n te huis te kun-acute ziekten voor lijders, die niet te vervoeren zrjq of die zij vermeenen

n eT o T Ä o u d i n g van het gezondbeids-etablissement te Gadok (Buitenzorg) werd op

gelijken voet als in 1853 en 1857, doch ditmaal voor den tijd van vijfjaren, aan den eigenaar een subsidie van f 600 's maands toegekend.

Met toepassing van het in 1852 vastgestelde reglement tot wering van de schadelijke gevolgen welke uit de prostitutie voortvloeijen, werden weder voor een drietal gewesten (Tagal, Madura en Kedirie) de vereischte maatregelen genomen tot huisvesting, verple-ging en geneeskundige behandeling van de aldaar aanwezige lijderessen aan syphilitische ziekten.

Vaccine. Ofschoon nog altijd, voornamelijk op de buitenbezittingen, te klagen viel over onverschilligheid en weinig medewerking der ouders, wordt daarentegen uit verschillende andere gewesten getuigd, dat de heilzame uitwerking der inenting de vooroordeelen der bevolking al meer en meer blijkt te overwinnen.

De hoedanigheid der vaccine-stof was, in weerwil dat sedert lang geen vernieuwing uit Europa had plaats gevonden, nog onverbasterd; ook bestond voor eene verbastering weinig vrees, aangezien, naar luid van het ten deze ontvangen rapport, de stof in som-mige districten van zoo uitmuntende hoedanigheid i s , dat zij in Europa moeijelijk beter kan gevonden worden.

Van de inlandsche vaccinateurs kan over 't geheel gezegd worden dat zij, onder een behoorlijk toezigt, goed voldoen. Ook de bemoeijingen van de opzieners der vaccine verdienen in het algemeen allen lof.

In verband tot de afstanden of de sterkte der bevolking werd in sommige gewesten de bestaande verdeeling in vaccine-districten gewijzigd of uitgebreid. Op Nieuw Guinea werd getracht het weldadige der vaccine te verspreiden door tusschenkomst van de daar-toe behoorlijk in staat gestelde zendeling-werklieden.

Het bekende totaal der in 1861 gedane inentingen verschilde weinig met het vorige j a a r ; alleen levert een belangrijk verschil op het cijfer der revaccinatien op Java en Madura, welke ten gevolge van het meer algemeen heerseben der natuurlijke pokken in 1860 veel talrijker waren; de cijfers van 1861 waren als volgt:

op Java en Madura: vaccinatien 466 796, waarvan geslaagd 421401 revaccinatien '163 488, » » 119 751 op de buitenbezittingen: vaccinatien 88 563, » » 82 256

revaccinatien 39 303, » » 33185 Hierbij dient in aanmerking te worden genomen, dat van de opzieners der vaccine te Soerabaija en te Batavia geene of onvolledige rapporten ontvangen zijn, dat mede ont-breken de rapporten van Banjoemas, Koetoardjo (Bagelen) en Soerakarta van het begin des jaars tot de maand M a a r t , welke bij de overstroomingen in Midden-Java verloren zijn gegaan, en dat ten gevolge van die ramp de vaccine in de districten Banjoemas en Koetoardjo gedurende een paar maanden is gestaakt geweest; terwijl eindelijk onder de cijfers der buitenbezittingen niet begrepen zijn die van de Zuid- en Ooster-afdeeling van Borneo, van welk gewest, ten gevolge van dén staat van oorlog aldaar, almede geen vaccine-rapport is ontvangen.

J. Onderwijs.

Dit onderwerp is uitvoerig behandeld in het reeds aan de Staten-Generaal medege-deeld jaarlijksch Algemeen verslag van den staat van het schoolwezen in Nederlandsch Indie (over 1861), waarvan, even als vroeger, het eerste gedeelte, betreffende het schoolwezen voor Europeanen en inlandsche Christenen, door de Hoofdcommissie van onderwijs, en het tweede, aangaande het schoolwezen voor inlanders, ter algemeene secretarie van het Gouvernement van Nederlandsch Indie is opgemaakt. Het derde gedeelte , nopens het gymnasium Willem I I I te Batavia, werd door het collegie van curatoren dier instelling zamengesteld. Volledigheidshalve worden hier, voornamelijk uit. dat algemeen verslag, do volgende bijzonderheden aangeteekend. Ten aanzien der militaire inrigtingen van onder-wijs wordt verwezen naar hoofdstuk D , afd. I , § 4 van dit verslag.

! • VOOR EUROPEANEN EN HUNNE AFSTAMMKMN'GEN.

Het aantal gouvernements-iurigtingen van onderwijs ging dit jaar, even a b hot cijfer

•der leerlingen, op nieuw vooruit. Terwijl onder ultimo December 1860 aanwezig waren 58 gouvernements- lagere scholen, waarvan 41 op Java en Madura, te zamen lellende 1434 betalende en 1871 niet betalende leerlingen, waren bij het eind van 1861 in werking 60 scholen, met een totaal van 1575 betalende en 1888 niet betalende leerlingen, gevende alzoo eena vermeerdering gedurende 1861 van 2 scholen (te Ambarawa, residentie Sa-marang, en te Poerbolingo, residentie Banjoemas) en 158 leerlingen (1).

Het onderwijzend personeel bij de voormelde scholen in dienst bestond bij het eind van 1861 uit 87 onderwijzers, 39 ondermeesters en 18 kweekelingen, te zamen 144 personen. (2)

Aan -een particulieren] onderwijzer te Batavia, die op aanzoek van eenige ouders, voor wier kinderen de afstand van de gouvernementsschool op Molenvliet te groot w a s , in de stad zelve eene school had opgerigt, waar behalve in de Nederduitsche ook eenig onderrigt in de Fransche, Engelsche en Hoogduitsche talen werd gegeven, werd i n ' t laatst van 1861 bij wijze van proef aanvankelijk voor den tijd van één jaar een gouvernements-subsidie toegelegd van f 150 's maands. Deze ondersteuning was vooral noodig omdat de meeste ingezetenen van de eigenlijke stad Batavia door beperkte inkomsten niet in staat waren de kosten van dat onderwijs te dragen. De op die school gevolgde leer-methode, om het eerste onderwijs te doen plaats hebben in het Maleisch, wordt gezegd met het oog op de geringe ontwikkeling der kinderen en hun te verwachten toekom-stigen werkkring (waarschijnlijk op de plaatselijke handelskantoren) verrassende uitkom-sten op te leveren.

In het belang van het onderwijs der Christenjeugd te Bima (Celebes en onderhoorig-heden), welke door het overlijden van ;den ter plaatse gevestigden leermeester geheel van onderligt was verstoken geraakt, werd de gouvernements-toelage dit jaar verhoogd van f 15 tot f 3 0 's maands, voor welke som het der subcommissie thans gelukte eenen on-derwijzer te vinden.

Aan het gebruikelijk plaatselijk overzigt betreffende het gouvernements- en particulier schoolonderwijs onder Europeanen en afstammelingen, gaat hier de afzonderlijke behan-deling van een tweetal punten vooraf.

Gymnasium Willem III te Batavia. Over den gang van zaken bij het gymnasium .viel in de eerste helft des jaars niet te roemen. De min gunstige verhouding tusschen den rector-directeur en de docenten, als ook de min gunstige stemming dezer laatsten,

hoofd-zakelijk wegens de door allen hoogst bezwarend geoordeelde verpligting, om ook buiten de voor het onderwijs bestemde uren aan de opvoedingstaak der internes deel te nemen, waren hiervan de reden. Die toestand was echter niet van langen duur. Terwijl reeds in de maand Junij, met het doel om al dadelijk de opvoedingstaak der docenten te ver-ligten, van gouvernementswege een tijdelijk crediet werd toegestaan voor de in dienst-stelling van »surveillanten", en in Augustus daaraanvolgende de vervanging plaats had van den rector-directeur, werd bij eene beschikking van October, onder nadere goed-keuring des Konings (3), voor goed besloten tot afscheiding der opvoeding op hot gym-nasium van het onderwijs aldaar, en tot in-dienst-stelling van nog een drietal met zorg te kiezen mannen , onder de benaming van opvoeders.

Inmiddels had zich ook de wenschelijkheid doen gevoelen éener reorganisatie van het onderwijs, voor zooveel namelijk het pro-gymnasium betreft, dat aan de inrigting ver-bonden was geworden, ten gevolge van de ongelijke, dikwijls onvoldoende opleiding der toegelaten leerlingen. Van de 65 leerlingen toch, die den leeftijd van 12 jaren, tot op-neming in het eigenlijk gymnasium vereischt, bereikt hadden, waren niet minder dan 36 nog bij het pro-gymnasium ingedeeld. Wilde men dezen abnormalen toestand — hoofd-zakelijk een gevolg van de achterlijkheid der pupillen in de Nederduitsche taal — niet

(1) Bovendien ontvingen voor gouvernements-rekening, even als in 1860, 26 leerlingen onderwijs op eene particuliere school te Salatiga (Samaiang), die wel door de Hoofdcommissie , maar niet in dit regeringsverslag onder de gouvernements-schoolinrigtingen gerekend wordt. Zie de aanteekening onder Samarang in de tabel hierachter.

(2) In 't laatst van 1861 en in den loop van 1862 zijn 12 en in 't laatst van 1863 6 onderwijzers hier te lande voor Oost-lndie benoemd geworden. In den aanvang van 1864 is op nieuw de uitzending van een zestal onderwijzers aangevraagd, aan welke aanvrage zoodra mogelijk zal worden voldaan. Uitzending van kweekelingen is in den laatsten tijd niet noodig geweest, omdat het ontbrekend getal gevoegelijk uit de Indische jongelingschap kon worden aangevuld.

(3) Zie de noot op bladz. 66 van 't vorig verslag.

77

, bestendigen, dan was naar de meening van curatoren eene totale afscheiding noodig van het onderwijs aan het pro-gymnasium van dat aan het gymnasium, en de uitsluitende opdragt van het eerste onderwijs aan Nederlanders van geboorte. Ook met dit denk-beeld vereenigde zich de Indische Regering, en by de boven bedoelde beschikking van October werd derhalve magtiging verleend tot de in-dienst-stelling van nog twee Neder-landsche onderwijzers, speciaal voor het pro-gymnasium.

In verband met de hiervóór besproken afscheiding van opvoeding en onderwijs was het, naar het oordeel van curatoren , aan niet de minste bedenking onderhevig om iemand, die niet speciaal voor het onderwijzersvak was opgeleid , aan het hoofd der oprigting te stellen. Van daar d a t , toen tot de definitive vervulling der betrekking van directeur moest worden overgegaan, op voordragt van curatoren, als zoodanig (met behoud zijner betrekking van lid in het Hoog Militair Geregtshof) benoemd werd een gepensioneerd kolonel van den generalen staf, die vervolgens op 15 December deze zijne nieuwe func-tien aanvaarde, nadat bevorens de conrector, die sedert 1 September als waarnemend directeur was opgetreden , op zijn verzoek eervol van die voorloopige waarneming was ontheven.

Van de vijf nieuwe betrekkingen, als drie van opvoeder en twee van onderwijzer bij het pro-gymnasium, was bij het einde van het jaar nog slechts eene der beide laatste vervuld. Ook had op dat tijdstip nog niet kunnen worden voorzien in de betrekking

van eersten docent in de wis- en natuurkunde. (1)

Het gedrag der leerlingen , wier aantal bij het eind van den eersten cursus op 15 Julij 1861 reeds 83 bedroeg, waarvan 64 internes en 19 externes, liet, op enkele uitzonde-ringen n a , weinig te wenschen over. Hunne vordeuitzonde-ringen waren volgens de in dit eerste j a a r verkregen resultaten gunstig te noemen, maar zouden in veel ruimere mate bevre-digend zijn geweest, wanneer de leerlingen by hunne komst op het gymnasium beter waren onderlegd geweest. Om hierin voor het vervolg eenigermate te voorzien, zijn de subcommissien van onderwijs door tusschenkomst der Hoofdcommissie uitgenoodigd

• worden, om bij afneming van het admissie-examen zich streng te houden aan de ge-stelde eischen.

Bij het einde van den eersten cursus waren de leerlingen verdeeld als volgt : 5 leer-lingen in de eerste afdeeling van het gymnasium, 26 irf" de tweede afdeeling, verdeeld in twee klassen, en 52 op het pro-gymnasium, verdeeld in drie klassen. Behalve de in alle klassen gedoceerd wordende vakken van Hollandsch, Fransen, wiskunde,

geschie-* denis , aardrijkskunde , teekenen , dansen en gymnastiek, ontving de eerste afdeeling ook onderwijs in het Latijn , de tweede afdeeling in het Engelsch en de hoogste klasse der laatstgemelde afdeeling bovendien in het Hoogduitsch.

Bij het einde van het jaar was de getalsterkte der leerlingen 67 internes en 18 ex-ternes. De gezondheidstoestand liet gedurende het geheele j a a r niets te wenschen over.

Ambachtsschool te Soerabaija (2). De opening dezer school werd in 1861 verder voor-bereid. Een door den raad van toezigt ontwerpen reglement werd voorloopig, en tot dat de ondervinding van een tweetal jaren zou hebben bewezen of het aan de behoefte voldeed , gearresteerd bij gouvernementsbesluit van 22 September 1861, n°. 5 (Bijblad op het Indisch Staatsblad n°. 1076) ; terwijl vóór het einde des j a a r s , bij gouvernements-besluit van 16 December 1 8 6 1 , n°. 4 , ook de benoeming van den directeur plaats lïad.

Pogingen om in Indie ook in het onderwijzers-personeel te voorzien mogten niet slagen. (3) De plaatselijke opgaven nopens het gewoon schoolonderwijs volgen alsnu in den ge-bruikelijken vorm.

(1) In den aanvang van 1862 zijn al deze plaatsen vervuld geworden.

(2) Zie nopens de Christelijke ambachtsschool te Batavia de tabellarische opgaaf hierachter, en nopens de jongens-weezeninrigting te Soerabaija hoofdstuk G hiervóór.

(3) Intusschen is in Maart 1862 ten behoeve van 31 leerlingen met het onderwijs een aanvang gemaakt, "

en zijn. in den loop van dat jaar hier te lande de benoodigde twee onderwijzers benoemd.

20

Gewesten. bij iedere school in

dienst zijnde

De met een f geteekende kolommen kunnen, bij gemis aan opgaven,

hier niet worden ingevuld.

Java en Madura.

Lagere school te

Se-lste lagere school te Weltevreden,

Idem te Meester Cor nelis,

* Dag- en kostschool van den heer G

"Verhulp,

* Idem voor meisjes van mevr.

De gehouden examens gaven stof tot tevredenheid.

rroot'

Bevredigende berigten. Alleen bij de 2d(

'school viel nog al te klagen over ongeregeld' )opkomst._ Ook waren er onder hare leerlingen islechts weinigen die buiten de school Hollaniisct

spreken of hooren spreken.

De proef met de oprigting dezer schooi ge' nomen wordt gezegd aanvankelijk buitenge' meen te zijn geslaagd. De school word t geh oude' twee maal in de week in het daartoe des avond*

beschikbaar gestelde locaal der gouvenementä' derde school.

Goede uitkomsten.

Het onderwijs "bij deze bloeijende inrigtinS omvat ook het hand- en topographisch teeke' n , de muziek, zang en dans, benevens d<

Fransche, Engelsche, Hoogduitsche, Maleiscb6

en Javaansche talen. Een voldoend hulp' personeel was aan deze school verbonden.

Dit instituut wordt gezegd zijnen goede"

naam waardig te handhaven. De vreemd^

talen die hier onderwezen worden zijn Franscb Engelsch en Hoogduitsch. De directrice word' bijgestaan door een goed en talrijk hulpper soneel. Het onderwijs omvat overigens all®

wat tot eene beschaafde opvoeding behoort Aan een groot aantal leerlingen wordt 1 onderwijs gratis gegeven. Aan het instituât op Noord wijk, dat 54 meerendeels kostleef' lingen telt, wordt, behalve in de drie laats'' genoemde talen, ook onderrigt gegeven in be

teekenen, schilderen, de muziek, zang en al'"

vrouwelijke handwerken. Het onderwijs M de inrigtïng te Weltevreden omvat, buiten $ gewone vakken, alleen het Fransch , de nijl ziek en vrouwelijke handwerken. Een talrijk en 'bekwaam hulppersoneel is aan beide in rig' tingen verbonden.

Gewesten. bij iedere school in

dienst zijnde

De met een f geteekende kolommen kunnen, bij gemis aan opgaven ,

hier niet worden ingevuld.

* School van mej. -sche, Hoogduit-sche, Engelsche en Italiaansche talen uitstrekt, mögt goed genoemd worden.

Ook aan deze inrigting is een bekwaam hulp-personeel verbonden.

Deze inrigting, w a a r , behalve de gewone vakken en vrouwelijke handwerken, ook Flansch en Engelsen wordt onderwezen , le-vert goede uitkomsten op.

Nieuw opgerigte school voor gewoon lager onderwijs.

Nieuw opgerigte school voor gewoon lager onderwijs en de beginselen der Pransche , E n -gelsche en Hoogduitsche talen. Van de toe-kenning van een gouvernemts-subsidie aan deze inrigting is reeds hierboven melding gemaakt.

Als voren, ook voor de Fransche en E n -gelsche talen.

De dag- en kostschool van den heer J. J . J . Snellebrand werd, uit hoofde van den over-gang van een groot aantal leerlingen naar het gymnasium , bij het einde van het jaar geslo-ten. Ook de school van mevr. d'Arnaud Gerkens schijnt te zijn opgeheven.

Het opgegeven cijfer van 76 leerlingen, waar-onder 37 meisjes, was aanwezig waar-onder ultimo April 1861. Vergelijk hoofdstuk G hiervóór.

Het onderwijs en de gemaakte vorderingen waren allezins voldoende.

Waaronder 19 meisjes. Over het algemeen genoten de kinderen dit j a a r eene gewenschte gezondheid. Het gegeven onderwijs droeg goede vruchten. Drie kinderen mogten eene plaat-sing erlangen, waardoor zij in de gelegenheid

21'den gesteld om bekwame ambachtslieden te worden. De verhooging der prijzen van do meeste levensbehoeften en de toename der kos-«

ten voor onderwijs deden de uitgaven dezer in 854 daargestelde inrigting (zie het Regerings-vorslag over 1855, blz. 57) in 1861 stijgen van f 8734,52 tot f 11 179,11.

De leerlingen, waaronder 23 meisjes, maak-ten zeer voldoende vorderingen. Zie overigens hootdstuk G hiervóór.

Uit eene door de Hoofdcommissie opgemaakte statistiek betreffende het schoolonderwijs op de

Gewesten. bij iedere school in

dienst zijnde

O a

Buitenzorg. Lagere school te Bui-tenzorg,

lste lagere school te Samarang,

De met een f geteekende kolommen kunnen, bij gemis aan opgaven,

hier niet worden ingevuld.

hier niet worden ingevuld.