• No results found

De verbinding tussen boer en burger in alternatieve voedselnetwerken

26|

TABEL 5 CONTACTMOMENTEN VOOR BOER EN BURGER BIJ DE KRAANVOGEL, VELD EN BEEK EN BIOROMEO EN DE GROENE SCHUUR ZEIST. 0 = KOMT NIET VOOR, + = KOMT VOOR, ++ KOMT GEREGELD VOOR

* Bij ophaalpunt de Vrije School in Tilburg waar van Liere tijdens de lunchpauze aanwezig is met de pakketten.

welkom. Als enige van de initiatieven organiseert Veld en Beek twee open dagen per jaar, omdat volgens van der Burgt één keer per jaar te weinig is om de binding met de bestaande klanten te houden of te versterken.

De contactmomenten bij De Kraanvogel zijn vergelijkbaar met die bij Veld en Beek. Er is telefonisch contact en de laatste jaren ook steeds meer via de mail. Een groep vaste vrijwilligers is er ook. Maar wie zijn groentepakket van de Kraanvogel bij de Vrije School in Tilburg ophaalt, heeft de mogelijkheid om elke week een praatje te maken met Maarten van Liere. Bij andere ophaalpunten heeft van Liere soms contact met diegenen die het ophaalpunt beheren. De kerngroep, een groep betrokkene abonnees, komt wat wel vaker bijeen om bijvoorbeeld nieuwe ontwikkelingen te bespreken. Bij de activiteiten op de boerderij (CSA dag, schapenscheerdag of pompoenenoogstfeest) komen vaak niet héel veel leden maar wel altijd andere, zodat van Liere ervan uitgaat dat de meesten er wel een keer geweest zijn.

De Kraanvogel Veld en Beek BioRomeo en De Groene Schuur Zeist persoonlijk activiteiten op locatie

(bijv. open dag)

++ (3 per jaar) ++ (3-4 per jaar) ++ (2-4 per jaar)

bij leveren voedsel + / ++* + 0

bij vrijwilligerswerk ++ ++ +

anders, namelijk: kerngroep bijeenkomsten

boerderij altijd open voor bezoek

bezoeken en/of meewerken op afspraak mogelijk telefonisch algemeen + + + schriftelijk algemeen (email) + + ++ (twee wekelijks voor bestellingen) nieuwsbrief ++ (maandelijks) + +

Verbinding |27

5.2 BURGERPARTICIPATIE

Bu ge s ku e op e s hille de a ie e i hu oe e ed ijf participeren. Soms vraagt de boer naar hulp, soms komen ze zelf met vragen of ideeën, maar in ieder geval moet de boer (als hij dat dan wil) de participatie faciliteren. Elk van de drie boereninitiatieven binnen dit onderzoek faciliteert anders en op meerdere manieren. De Nooy- van Tol en Verschuur (2010) classificeren in hun

e ke i g aa oe -buur- ed ij e 12

drie i ga ge die ee u ge heeft o te pa ti ipe e . Deze zijn: meewerken, meedenken en samen zaken doen. Voo elke i ga g zij e pa ti ipatie- ladde s opgesteld die i ie of ijf i eaus de e a t oo delijkhede a oe e u ge aa ge e . Hoe hoger de burger op de ladder staat, hoe meer initiatief en verantwoordelijkheid de burger neemt, maar ook hoe meer inbreng de boer van de burgers verwacht. Dit onderzoek gebruikt deze participatieladders (tabel 6-8, p. 29) om de drie verbindingen onderling te vergelijken.

Figuur 6 op pagina 28 laat dan ook duidelijk verschillen zien. Het is op dit punt relevant om te zeggen, dat er geen optimum is. Hoe el de te ladde ee st e e aa ee hoge i eau suggereert, hoeft dit niet voor elk bedrijf het na te streven doel te zijn. Dit hangt onder ander af van de persoonlijke voorkeuren van de boer, het soort bedrijf en de ontwikkelingsfase waarin het bedrijf zich bevindt. Bij de indeling in de participatieladders is uitgegaan van het hoogste niveau dat voorkomt bij een bedrijf. Als voorbeeld: De Kraanvogel zit bij meedenken op niveau 4 omdat er een actieve kerngroep is, maar niet elk lid van de boerderij denkt zo actief mee.

De ingang meewerken is bij de contactmomenten al kort besproken. Veld en Beek en De Kraanvogel zitten hier op een iets hoger niveau (3) dan BioRomeo (2), omdat beide een vaste groep vrijwilligers hebben die regelmatig, op een vaste dag in de week, komen helpen. Het verschil met niveau 4, medeverantwoordelijkheid dragen, is lastig te bepalen bij niet langdurige participerende observatie. Het is wel zo dat bij Veld en Beek sommige langdurige vrijwilligers die bijzonder inzet hebben getoond dan ook deel uit zijn gaan maken van de ondernemers, maar dan zijn ze dus ook meer dan

ede e a t oo delijke u ge . Bij BioRomeo zijn het meestal alleen de coördinatoren van de voedselcollectieven die één of een aantal keer per jaar een dagje meewerken. Rinie Pen,

verantwoordelijk voor de in- en verkoop en het contact met de voedselcollectieven kan zich wel voorstellen om het meewerken wat structureler aan te pakken, maar tot nu toe is er de vraag niet vanuit de leden.

Als het gaat om meedenken staat De Kraanvogel het hoogst op de ladder. Zoals al eerder gezegd is er een kerngroep bestaande uit betrokken leden. Gezamenlijk denken zij na over de ontwikkeling van het bedrijf en een deel van de kerngroepleden helpt bij de jaarlijkse begroting als voorbereiding op de CSA dag waar het gepresenteerd wordt. Het idee om een klantenvereniging op te richten kwam ook vanuit deze groep. Bij Veld en Beek is er sinds 2012 ook een klantenvereniging waar elk klant tevens lid van is, maar het bestuur faciliteert (nog) niet dat de leden input kunnen geven. Daarom heeft het geen invloed op het niveau in de ladder en zit Veld en Beek op 2 in plaats van op 3 of 4. Er is wel een algemene ledenvergadering maar de participatie daalt elk jaar. De leden kunnen wel op niet structurele manier input geven door feedback via de telefoon, email, social media of op en open

12

Bij boer-buur bedrijven is sprake van een meer of minder vergaande vorm van participatie door u ge s i het ed ijf. Taskfo e Multifunctionele Landbouw, 2008 in de Nooy-van Tol & Verschuur, 2010)

De verbinding tussen boer en burger in alternatieve voedselnetwerken

28|

dag. Zo werd op de open dag in juni 2015 aan de leden gevraagd om tussen twee smaken wei-drank te kieze e t ee eke late as de i aa te koop i de koel age s.

Bio‘o eo is og zo jo g als ed ijf dat er nog geen vereniging of iets dergelijks is ontstaan. Hun leden kunnen wel meedenken. Dit gebeurt nu vooral op het gebied van het teeltplan. Voorbeeld: Ze telen nu aardbeien omdat de vraag zo groot was. BioRomeo staat daarom op niveau 2.

Bij de ingang samen zaken doen heeft BioRomeo ook nog niet zo veel ontwikkeld. Er is bijvoorbeeld geen structurele manier om geld te lenen of schenken. Er was wel een crowdfunding actie om zonnepanelen aan te schaffen, maar die was ook bedoeld om nieuwe klanten bekend te laten maken met BioRomeo en niet per se om bestaande klanten meer te laten participeren. Voor de

duidelijkheid: Het is daarom niet een minder goede actie, alleen in de ogen van de onderzoeker dus niet geschikt om BioRomeo op basis daarvan op niveau 4 in te delen. Krispijn van den Dries kan zich wel voorstellen om hier in de toekomst iets mee te doe . Dat soo t di ge zij allemaal mogelijk,

aa […] je ku t iet alles tegelijk. De Kraanvogel zit op niveau 3 omdat de groentepakketten eigenlijk een oogstaandeel zijn, dat maandelijks vooraf betaald wordt, vaak wel met een afnamegarantie voor een heel jaar. Bij grotere misoogst (Maarten van Liere heeft last van koperwormen bij de aardappelen) dragen de leden het risico mee, doordat ze bij schade minder krijgen of beschadigde aardappelen. Daarnaast kunnen leden een kip adopteren, betalen vervolgens de kosten ervan en ontvangen de eieren. Veld en Beek heeft dat dan weer niet, maar zit alsnog op niveau 4 omdat ze een structuur hebben bedacht om renteloze leningen of schenkingen te

o t a ge . Lede ku e koedele à € aa s haffe o de oe de ij fi a ieel te steu e . Daarnaast is het wel zo dat de wekelijkse zuivelbestelling ook een soort abonnement is. Het kan wel elk moment opgezegd worden.