• No results found

Boek 5: Material aangepast aan een ekphrasis

5. Quintus Smyrnaeus’ Posthomerica

5.2. Boek 5: Material aangepast aan een ekphrasis

Terwijl de lijkspelen aan de gang zijn, legt Thetis te midden van de Grieken de goddelijke wapenrusting van Achilles neer. Daarop volgt een schildbeschrijving van het schild, dat eens door Hephaestus was gesmeed. De

narrator beschrijft vervolgens dat wat Hephaestus er op gesmeed had (ποίησε 5.5). Hij begint met een

beschrijving van de hele wereld, de lucht, het land en de zee (1-16). Daarop volgen twee gewelddadige scènes: een jacht op wilde dieren, en een beeld van de Schikgodinnen en bloederige oorlog (17-42). Vervolgens gaat de

narrator in zijn beschrijving over tot vreedzame scènes die volgens hem op het schild staan afgebeeld: de

personificatie van Rechtvaardigheid, staand op een moeilijk te bereiken palmtak; mensen die het land bewerken, dansende meisjeskoren, Aphrodite die uit de zee oprijst; glimlachende Gratiën en tot slot de bruiloft van Peleus en Thetis (73-9).

In de Posthomerica zijn nog twee andere ekphraseis te vinden,121 maar ik zal me beperken tot de schildbeschrijving waarop de episode van Peleus en Thetis afgebeeld staat. Over het algemeen wordt

aangenomen dat dit schild van Achilles, dat in de Posthomerica beschreven wordt, overeenkomt met het schild van Hephaestus in Ilias 18.122 Maciver voegt hier nog aan toe dat de scènes, die op het Posthomerische schild staan, niet alleen ontleend zijn aan de schildbeschrijving in de Ilias, maar aan de gehele Ilias.123 De

schildbeschrijving waar het huwelijk van Peleus en Thetis op staat, is 95 verzen lang en er staan 12 scenes op

121

James (2004) xxvi ‘The Trojan Epic has two other examples of ekphrasis, one of which is a precise counterpart of the first,

a description on the same scale of the shield of Eurypylos (6.198-293) with eighteen scenes of the labors of Herakles. The third is a much shorter description of the baldric and quiver of Philoktetes (10.180-205).’

122 Maciver (2012) 40 ‘the shield of Achilles in Posthomerica 5 is the same shield as that given to Achilles in Iliad 19, and

made by Hephaestus in Iliad 18.’ James (2004) xxvi ‘That belongs to a long literary tradition of descriptions of works of art, known as ekphrasis, going back to the description of Achilles’ shield at Iliad 18. 478-608, which was Quintus’ primary model.’

123

Maciver (2012) 51 ‘The scenes on the Posthomeric shield of Achilles derive from the Iliadic shield of Achilles, and scenes

and poetic imagery from the whole Iliad.’

40

afgebeeld in tegenstelling tot het schild in de Ilias, waar 10 scenes op afgebeeld staan verspreid over 130 verzen (Il. 18.478-608).124

In beide passages, zowel in die van de Ilias als in die van de Posthomerica, beschrijft de primary narrator een bruiloft. In de Ilias is het zo dat, voordat het schild gemaakt wordt, Thetis aan Hephaestus vraagt of hij een schild wil smeden voor haar zoon, die op het punt staat om op het slagveld te sterven. Als reactie op haar verzoek, gaat Hephaestus meteen in zijn smitse aan de slag. Een van de eerste scènes die hij op het schild afbeeldt, is een bruiloft (Il. 18.490-6). Tot nu toe zijn aan die bruiloftsscène de volgende interpretaties gegeven. Edwards interpreteert deze huwelijksscène in de Ilias als één van de vele scenes waarin ‘ordinary people taking

part in the activities of ordinary life.’125 Op deze manier beeldt, volgens hem, de dichter het plezier van mensen

af dat ze beleven in de gemeenschap waar ze deel van uitmaken,126 in tegenstelling tot Achilles, die zich eerst moet verzoenen met Priamus om hier ook deel vanuit te kunnen maken.127 Edwards interpreteert deze scène dus als een contrast tussen ‘the doomed hero of the past’ en het alledaagse leven van ‘ordinary human folk’, waar Achilles geen deel van uitmaakt, ondanks dat het alledaagse leven afgebeeld staat op zijn eigen schild.128

Alden komt tot een soortgelijke conclusie over de schildbeschrijving in de Ilias. Ze betoogt dat Hephaestus scènes op het schild afbeeldt, geïnspireerd op hetgeen Thetis hem heeft verteld over Achilles.129 Alden

concludeert dat de bruiloftsscène fungeert als een contrast tussen Achilles afwijzing van een bruiloft (en andere burgelijke zaken) in de lopende actie.130

Tot zover heb ik besproken hoe de bruiloftsscène op het Iliadische schild binnen de thematiek van de Ilias geïnterpreteerd wordt. De Posthomerische verteller beschrijft op zijn schild ook een bruiloft. In tegenstelling tot het Iliadische schild, waar een bruiloft in zeer algemene termen de bruiloft beschreven wordt, vertelt de

Posthomerische primary narrator dat er een specifiek huwelijk op het schild is afgebeeldt, namelijk het huwelijk van Peleus en Thetis. Dit is een duidelijke verandering die de primary narrator-focaliser heeft aangebracht ten opzichte van de Iliadische verteller. In het vervolg zou ik in willen gaan op drie vragen, namelijk: wat betekent het dat de bruiloft van Peleus en Thetis op het schild staat afgebeeld, in plaats van een ‘gewoon’ huwelijk, zoals in de Ilias? En de tweede vraag is: in hoeverre heeft de primary narrator het material van de bruiloft van Peleus en Thetis aangepast?

Wanneer de twee schildbeschrijvingen naast elkaar worden gelegd, kan men zich afvragen wat hun onderlinge relatie is. Maciver toont aan dat er een duidelijke intertekstuele relatie bestaat tussen de beide

124

Maciver (2012) 41 ‘The shield is described over 95 lines (Posthomerica 5.6-101), with 12 scenes in total, whereas the

Iliadic shield has ten scenes described over 130 lines (Iliad 18.478-608).’

125

Edwards (1991) 208.

126

Edwards (1991) 208 ‘The women stand in their doorways admiring the wedding procession […] The poet constantly

emphasizes, with a few vivid words, the pleasure the participants feel in their communal life.’

127

Edwards (1991) 208: ‘Marg, Dichtung 24-5, makes the good point that the scenes on Akhilleus’ shield are described as

the god fashions them on Olumpos, not (as are those on the shield of Aineias) when the hero receives and admires the armour on earth; the audience can appreciate them now, but Akhilleus could not properly do so until after his reconciliation with Priam, when he is more ready to appreciate life on ordinary human terms.’

128

Edwards (Iliad) 209 ‘The irony of the doomed hero of the past who bears into battle the depiction of the continuing life of

ordinary human folk.’

129

Alden (2000) 53. ‘I shall argue that the god is working what Thetis has told him about Achilles into corresponding images

included in the divine view of the world he represents on the shield.’

130

Alden (2000) 72 ‘The recourse to arbitration on the shield is associated with scenes of rejoicing over weddings. Achilles’

rejection of arbitration in the main narrative is implicitly criticized by its contrast with the association of arbitration and rejoicing in the main narrative.’

41

schildbeschrijvingen. Hij legt uit dat juist doordat er sprake is van veranderingen in twee ecphrastische beschrijvingen van één en hetzelfde beroemde schild, er een intertekstuele relatie ontstaat tussen beide beschrijvingen.131 Baumbach gaat nog een stap verder en concludeert dat Quintus met zijn schildbeschrijving van hetzelfde schild van Achilles zich duidelijk in de Epische traditie probeert te plaatsen.132 Over de beschreven scènes, die inhoudelijke overeenkomsten vertonen, betoogt Maciver het volgende: ‘We also assume that the

scenes that bear some resemblance to scenes in the Iliadic ecphrasis are those that Quintus (re-) constructed

according to his interpretative bias.’133 Scènes die dus enige mate van onderlinge overeenkomst vertonen, zijn

door de primary narrator van de Posthomerica aangepast naar zijn eigen interpretatie. Deze informatie is relevant voor het bekijken van de twee bruiloften, namelijk de afbeelding van de bruiloft van Peleus en Thetis die op het Iliadische schild staat (Il. 18.490-6), en de afbeelding van een bruiloft die de Posthomerische verteller beschrijft. Maciver laat in zijn betoog aan de hand van voorbeelden duidelijk zien dat de Posthomerische verteller scènes op zijn schildbeschrijving in thematische samenhang brengt met de context van het werk,134 maar op de beschrijving van de bruiloft van Peleus en Thetis gaat hij niet in. Over dit onderwerp, namelijk de samenhang met de context, merkt James op dat, ondanks dat er bestaande inhoudelijke overeenkomsten tussen scènes bestaan, de meeste scènes substantieel nieuw zijn in relatie tot hun voorgangers.135 Het is dus interessant om te kijken naar de passages die inhoudelijke overeenkomsten vertonen. Wat wil het dus zeggen dat de bruiloft van Peleus en Thetis op het schild staat afgebeeld, in plaats van een ‘gewoon’ sterfelijk huwelijk, zoals in de

Ilias?

Een verklaring voor het invoegen van de episode van Peleus en Thetis op het schild, kan zijn dat de primary

narrator van de Posthomerica hiermee aangeeft hoe hij het huwelijk, dat op het Iliadische schild stond

afgebeeld, heeft geïnterpreteerd. Een argument hiervoor is dat Maciver reeds heeft aangetoond dat er een sterk intertekstueel verband bestaat tussen beide schildbeschrijvingen. Daarnaast maakten Edwards en Alden duidelijk dat er een sterke samenhang bestaat tussen de schildbeschrijving en de actie van de Ilias. Ten derde is één van de eerste afbeeldingen die Hephaestus in de Ilias op het schild zet een bruiloftsscène. Het kan, naar mijn idee, geen toeval zijn dat Thetis eerst haar hart bij Hephaestus over haar huwelijk heeft uitgestort en dat hij vervolgens een huwelijk op zijn schild afbeeldt. Als dit wel toeval is, dan heeft in ieder geval de primary narrator van de

Posthomerica laten zien dat hij deze bruiloftsscène aan Thetis gekoppeld heeft. Hij interpreteert deze bruiloft

namelijk als de bruiloft van Peleus en Thetis die op Achilles’ eigen schild gestaan heeft. Hiermee geeft hij aan dat hij dit huwelijk geïnterpreteerd heeft als een huwelijk dat verbonden is met de ondergang van Achilles, een idee dat in de Ilias veelvuldig aan de orde komt.

131

Maciver (2012) 42 ‘Changes, manifest originality, and close imitation of the Iliadic ekphrasis obtain a greater impact in a

reading of the relationship between the Posthomerica and the Iliad as both ecphrastic descriptions are aligned because they describe the same ‘object’. The shield of Achilles, therefore, focuses the intertextual engagement between the reader and the Posthomerica, the Posthomerica and the Iliad, and the reader of the Iliad and the Posthomerica.’

132

Baumbach & Bär (2007) 128 ‘sondern die Ekphrasis würde zugleich Quintus’ Versuch, sich in die homerischen Epen

einzuschreiben, im Kleinen abbilden.’

133

Maciver (2012) 47.

134 Maciver (2012) 47 n.34 ‘The Iliadic interpreter selected and described scenes appropriate for the literary and thematic

content (and context) of the Iliad; the Posthomeric interpreter of the same shield selected certain scenes appropriate for the Posthomerica.’

135

James (2004) 295 ‘The description, or ecphrasis, of Achilles’ armour follows the broad pattern of its primary model at

Iliad 18. 478-613, […]. Despite the similarity of arrangement most of the scenes are substantially new in relation to extant antecedents.’

42

Het idee dat de verteller zijn eigen interpretatie van het Iliadische schild geeft, wordt bevestigd door een argument van James, namelijk dat de Posthomerische verteller niet beschrijft hoe Hephaestus het schild aan het maken is, zoals in de Ilias, maar dat hij aangeeft dat het schild al zo gesmeed was.136 Hiermee benadrukt de Posthomerische verteller dat hij een latere ‘kijker’ is naar het schild. Zijn beschrijving is dus tegelijkertijd voor de primary narratees een lezing van de Homerische tekst en een interpretatie van wat hij ‘ziet’ op het schild. Maciver bevestigt dit idee door te stellen dat ‘The signs of lifelikeness given by the Posthomeric narrator […]

also draw attention to the status of Quintus as a late reader of Homer.’137 Het feit dat het huwelijk van Peleus en

Thetis op het Posthomerische schild staat afgebeeld, in plaats van het ‘gewone’ huwelijk in de Ilias, geeft dus aan hoe de Posthomerische primary narrator de bruiloft, samenhangend met de context, waarin het Thetis is die om het schild vraagt, als aanschouwer van het schild heeft geïnterpreteerd. De verteller heeft het huwelijk op het schild van de Ilias geïnterpreteerd als het huwelijk tussen Peleus en Thetis, dat direct verbonden is met de ondergang van Achilles. Het huwelijk, dat op het schild van Achilles is afgebeeld, is namelijk tegelijkertijd het begin en einde van zijn lot. Dit verklaard volgens de verteller waarom het verhaal op zijn eigen schild staat afgebeeld. In het vervolg zal ik ingaan op de tweede en derde vraag, namelijk in hoeverre de primary narrator het material van de bruiloft van Peleus en Thetis heeft aangepast en hoe dit verklaard kan worden.

Q.S. Posthomerica 5. 73-9: Ἐν δ᾽ ἄρ᾽ ἔσαν Νηρῆος ὑπερθύμοιο θύγατρες ἐξ ἁλὸς εὐρυπόροιο κασιγνήτην ἀνάγουσαι ἐς γάμον Αἰακίδαο δαΐφρονος. Ἀμφὶ δὲ πάντες ἀθάνατοι δαίνυντο μακρὴν ἀνὰ Πηλίου ἄκρην· ἀμφὶ δ᾽ ἄρ᾽ ὕδρηλοί τε καὶ εὐθαλέες λειμῶνες ἔσκον, ἀπειρεσίοισι κεκασμένοι ἄνθεσι ποίης, ἄλσεά τε κρῆναί τε διειδέες ὕδατι καλῷ.

“Erop waren ook de dochters van de trotse Nereus, die hun zus omhoog leidden uit de breed stromende zee

naar een huwelijk met de vermetele Aeacide. En eromheen dineerden alle onsterfelijken op de hoge top van de Pelion

en daaromheen waren dauwige en bloemrijke weides, versierd met talloze bloemen van het veld.

Er waren bossen en heldere bronnen met prachtig water.”

Over de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis zelf, die op het Posthomerische schild afgebeeld staat, zijn tot nu toe de volgende zaken opgemerkt. Vian merkt op dat de scène doet denken aan een vergelijkbare scène in Valerius Flaccus. Zijn argumenten hiervoor zijn, ten eerste, dat in de Argonautica de Nereïden ook uit het water komen en dat, ten tweede, er ook een banket worden gehouden op de Pelion.138 Wat hij weglaat te vermelden is

136

James (2004) 295 ‘The description, or ecphrasis, of Achilles’ armour follows the broad pattern of its primary model at

Iliad 18. 478-613, but differs in presenting the pieces as completed, not as work in progress.’

137

Maciver (2012) 46.

138

Vian (1966) 205 ‘Dans les V. 73-79, il faut distinguer deux scènes comme dans Valerius Flaccus, Argon., I, 130-139:

l’arrivée des Néréides sortant des flots (elles sont encore en pleine mer chez le poète latin) et le banquet sur le Pélion.’

43

dat in Valerius Flaccus’ werk Thetis op een dolfijn over de golven rijdt.139 Dit element is niet terug te vinden op de schildbeschrijving van de Posthomerische verteller (5.73-9). Ook is in de Argonautica de bloemrijke

omgeving van de bruiloft niet zo uitgebreid beschreven als op het Posthomerische schild. Voorzichtigheid is dus geboden bij het vergelijken van deze twee onderlinge passages, zoals Vian, doet, al is het alleen maar omdat Valerius Flaccus in het Latijn schreef en Quintus zijn werk schreef in het Grieks. En het is een onderwerp van debat of Quintus Smyrnaeus überhaubt Latijnse teksten gelezen heeft. Afgezien hiervan blijft het lastig om een direct verband tussen beide passages aan te tonen, ondanks de twee inhoudelijke overeenkomsten.

James merkt op in zijn commentaar op boek V van de Posthomerica dat de scène van Peleus en Thetis een duidelijk thematische link heeft met het verhaal, al specificeert hij dit niet. Wel zegt hij dat hij de verteller de bruiloft heeft uitgewerkt ‘with some descriptive elaboration.’140 Ook wijst hij op het feit dat de verteller dit onderwerp van de bruiloft van Peleus en Thetis waarschijnlijk gekozen heeft, vanwege de populariteit die het onderwerp zowel in de beeldende kunst, als in de literatuur gehad moet hebben.141 Dit laatste argument is moeilijk te weerleggen, maar het verklaart an sich niet de aanpassingen die de verteller in het material heeft gemaakt.

Baumbach interpreteert de aanwezigheid van de episode van Peleus en Thetis op het schild als een bevestiging voor zijn idee dat op deze manier de verteller de wereld van mensen en goden laat samenkomen op één schild.142 Ten tweede is er volgens hem sprake van een ‘inhaltlichen Korrespondenz’ met de gebeurtenissen van de lopende actie: de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis wijst, naar zijn idee, op de voorgeschiedenis van de Trojaanse oorlog. Op deze manier is de bruiloft van Peleus en Thetis een afspiegeling van de

ontstaansgeschiedenis van de oorlog.143 Aan deze, naar mijn idee, geheel terechte conclusie kan dus nog mijn voorgaande conclusie worden toegevoegd dat de verteller het huwelijk van Peleus en Thetis heeft geïnterpreteerd als een huwelijk dat direct verbonden is met de ondergang van Achilles, en dat dit verklaard waarom het verhaal op zijn eigen schild staat afgebeeld.

Het is opmerkelijk dat dat in Nestor zijn versie van de bruiloft hij de aanwezigheid van de Muzen op de bruiloft benadrukt (4.128-43), maar dat in de ekphrasis hun aanwezigheid is weggelaten. Dit bevestigt het idee dat de aanwezigheid van de Muzen op de bruiloft enkel wordt benadrukt in samenhang met het genre van koorlyriek en lofzang.

139

Valerius Flaccus, Argonautica I. 131-2: aequora delphin corripit, ipsa sedet ‘De dolfijn haast zich over het zeevlak, zij zelf zit erop.’

140 James & Lee (2000) 60 ‘This is the only scene on the shield that has an obvious thematic link with the narrative, and it is

actually the fourth occasion on which Q. recalls it with some descriptive elaboration.’

141

James & Lee (2000) 12 ‘and it has been suggested that the prominence given to the subject may consciously reflect its

popularity in visual art.’ En James & Lee (2000) 60 ‘In favouring the subject thus, Q. would have been aware of its popularity in pictoral art as well as in literature.’

142

Baumbach & Bär (2007) 117 ‘Einerseits kann man die stärkere Einbeziehung der Götter in das Geschehen als eine

Erweiterung des Blickfeldes von den zwischenmenschlichen Beziehungen um das (religiöse) Verhältnis zwischen Menschen und Göttern lesen, wobei die beiden Gedichtteile räumlich aufeinander zulaufen, da sich die Menschen vom Land, die Götter von der See her annähern und beide in der Hochzeit von Peleus und Thetis symbolisch aufeinandertreffen bzw. sich vereinen.’

143

Baumbach & Bär (2007) 117 ‘Denn mit der Hochzeit von Peleus und Thetis erzählt der Schild die zentrale Episode aus

der Vorgeschichte des Trojanischen Krieges und reflektiert damit auch seinen eigenen Entstehungsgrund und seine Zweckbestimmung.’

44

Ten tweede valt op dat het huwelijk in een setting144 van een locus amoenus wordt geplaatst. De opmerking van James, namelijk dat dit gaat om ‘some descriptive elaboration’145 kan worden aangescherpt. James & Lee schrijven in hun commentaar dat de nadruk die in deze bruiloftsscène op de aanwezigheid van water wordt gelegd, voor een soepele overgang moet zorgen naar de volgende afgebeelde scène, namelijk de scène van de zee.146 Ten tweede merken ze op dat: ‘in the present passage the weakness of Q.’s use of ornate epithets is

apparent in ὑπερθύμοιο 73, εὐρυπόροιο 74, δαΐφρονος 75.’147 Bij deze aanname kunnen de nodige vraagtekens

worden gezet, omdat deze epitheta, naar mijn idee, deels de verklaring vormen voor het aanpassing van het

material. Een verklaring voor de setting van de bruiloft in een prachtig en bloemrijk landschap (inclusief

epitheta die dit ondersteunen), is dat we hier te maken hebben met een ekphrasis. De narrator kan flink

uitpakken bij het schrijven van een setting, omdat hij een schild beschrijft dat hij voor zich ziet. Dit is te zien aan de hoeveelheid epitheta die de omgeving beschrijven (ὑπερθύμοιο 73, εὐρυπόροιο 74, δαΐφρονος 75). Het feit dat we hier te maken hebben met een uitgebreide beschrijving van de setting van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis in de vorm van een locus amoenus, komt omdat de scène onderdeel uitmaakt van de vredesscènes binnen de beschrijving van een ekphrasis.

Aan de hand van een narratologische analyse kan dus geconcludeerd worden dat er bepaalde aanpassingen in de bestaande episode worden gemaakt waarmee de verteller een boodschap afgeven op meta-niveau afgeeft, namelijk dat hij zijn eigen interpretatie van een passage van zijn voorganger geeft.

Conclusie