• No results found

De bruiloft van Peleus en Thetis in de Griekse literatuur

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De bruiloft van Peleus en Thetis in de Griekse literatuur"

Copied!
51
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Universiteit van Amsterdam

De bruiloft van

Peleus en Thetis in

de Griekse literatuur

Begeleider: I. J. F. de Jong

Louise Nuismer

27 juni 2014

Studentnummer: 10542981

Masterscriptie (18 EC) Classics and Ancient Civilizations: Classics

Woordaantal: 20.496

(2)

Inhoudsopgave

Inleiding ... 2

1. Homerus’ Ilias ... 2

1.1. De aanloop naar de bruiloft: variatie in het material ... 6

1.2. De bruiloft: een contrast tussen sterfelijkheid en onsterfelijkheid ... 7

1.3. De goddelijke geschenken als prolepsis voor Hector’s dood ... 9

1.4. Prolepseis voor Achilles’ dood ... 11

1.4.1. De goddelijke geschenken ... 12

1.4.2. De aanloop naar de bruiloft ... 12

1.4.3. Aanpassing material ... 14

1.5. Aanpassing material: een internal prolepsis voor Dolon’s dood ... 15

1.6. Aanpassing material: explicit prolepsis voor de dood van Achilles ... 16

2. Alcaeus 42 ... 17

3. Pindarus ... 22

3.1. Pythische 3 ... 23

3.2. Nemeïsche 5 ... 24

4. Euripides’ Iphigeneia in Aulis ... 25

4.1. Het derde stasimon ... 27

4.1.1. De Centauren ... 27

4.1.2. Ganymedes ... 27

4.1.3. De Muzen ... 27

4.1.4. Alles van goud ... 28

4.1.5. Chiron ... 29

4.2. Een nieuwe weergave ... 34

5. Quintus Smyrnaeus’ Posthomerica ... 35

5.1. Boek 3 en 4: Het material aangepast aan een addressaat ... 36

5.2. Boek 5: Material aangepast aan een ekphrasis ... 40

Conclusie ... 45

Bibliografie ... 47

(3)

Inleiding

Het huwelijk van Peleus en Thetis is een van de meest bekende verhalen uit de Griekse oudheid. De mythe vinden we bij talloze auteurs. Vaak vormt het huwelijk een contrast met andere personages. Hoe zit dit precies? In deze scriptie zal ik met behulp van een narratologische analyse bestaande interpretaties over de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis in de Griekse literatuur aanscherpen.

Deze narratologische analyse houdt in dat ik een reconstructie van het material zal maken van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis. Het maken van een reconstructie van het material, ook wel ‘the referential level’ genoemd, is relevant voor het onderling vergelijken van passages in antieke teksten, die hetzelfde material op verschillende manieren aanpassen.1 Voordat we echter een reconstructie kunnen maken van het material, moeten we de fabula van de bruiloftsepisode reconstrueren.2 Als we deze reconstructie hebben gemaakt, dan kunnen we de aanpassingen die de verteller in het material aanbrengt benoemen. In deze scriptie zal ik met behulp van een narratologisch kader de variaties in het material proberen te verklaren.

Om de materials met elkaar onderling te vergelijken, is het ook noodzakelijk dat we eerst de bouwstenen, waaruit de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis is opgebouwd, specificeren. De episode bestaat namelijk uit de volgende vijf elementen. Het eerste element is de aanloop naar de bruiloft. De bruiloft zelf is het tweede element, waarbij een belangrijk kenmerk is dat alle goden te gast waren. Als derde element hebben we de twee huwelijksgeschenken van de goden, namelijk de goddelijke wapenrusting en de twee onsterfelijke paarden. Van de episode is het vierde element de geboorte van Achilles, de zoon van Peleus en Thetis. Tot slot is het vijfde element de held Achilles, die vroeg aan zijn einde komt.

Vanwege de beperkte ruimte van deze scriptie beperk ik mijn onderzoeksgebied enkel tot de bruiloftsepisode in de Griekse literatuur. Ik zal daarom bijvoorbeeld niet ingaan op Catullus’ Carmen 64, ondanks de grote rol die de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis in dit gedicht speelt. In deze scriptie zullen de volgende Griekse teksten, waarin de mythe naar voren komt, aan de orde komen: Homerus’ Ilias, fragment 42 van Alcaeus, de derde Pythische Ode en de vijfde Nemeïsche Ode van Pindarus, Euripides’ Iphigeneia in Aulis en tot slot boek drie, vier en vijf van Quintus Smyrnaeus’ Posthomerica.

1. Homerus’ Ilias

De eerste tekst die ik in deze scriptie zal behandelen is de Ilias van Homerus. Voordat ik een reconstructie geef van de fabula geef ik eerst in een weergave van het scholarship over de bruiloft van Peleus en Thetis in de Ilias. Reeds vele geleerden hebben de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis, of elementen uit de episode, in de

Ilias onderzocht. In het vervolg zal ik bespreken welke interpretaties er tot nu toe aan deze episode in de Ilias

gegeven zijn.

March, in haar onderzoek naar de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis, concludeert dat deze episode in de Ilias nogal eenzijdig aan bod komt: ‘Because the Kypria has been lost, together with its story of the younger

1

De Jong (2014 forthc.) 43-44: ‘‘The material’ is relevant for ancient narrative texts, which deal with the same myths over

and over again.’

2

De Jong (1987) 19 ‘consisting of a logically and chronologically related series of events, is the result of all kinds of

activities by characters in a fictional world.’

2

(4)

Peleus and his splendid marriage to the see-goddess Thetis, epic gives us an image only of the old and afflicted

Peleus of the Iliad.’3 Met behulp van een analyse zal blijken dat deze opmerking slechts voor een gedeelte klopt.

Er wordt in de Ilias namelijk een veel uitgebreider beeld van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis gegeven dan March concludeert. De vraag, in hoeverre de verteller van de Ilias de episode behandelt, wordt beantwoord bij het maken van een reconstructie van het material.

Finlay scherpt in zijn artikel de bevindingen van March aan, door te stellen dat Peleus, als vader van Achilles, een ontzettend belangrijke rol vervult in de Ilias, ondanks dat Peleus zelf geen rol speelt in de plot.4 Naar het idee van Finlay laten alle passages, waarin de verteller Peleus oproept, zien hoe belangrijk de band is tussen een vader en zijn zoon: ‘In Homeric society, the relationship between father and son was fundamental.’5 Tot eenzelfde conclusie komt ook Kirk.6 Het personage Peleus vervult dus de typische rol van een vader die zijn zoon naar Troje stuurt om oorlog te voeren. Maar wat is dan de rol van Peleus’ huwelijk met Thetis?

Een idee dat enigszins in het verlengde ligt van de bovenstaande interpretaties, is dat de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis wordt ingezet om pathos op te roepen. Uit het commentaar van Janko kan geconcludeerd worden dat de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis de pathos van Achilles’ situatie versterkt. Dit geldt, volgens Janko, zowel voor het personage Peleus (‘Akhilleus can envisage nothing worse than losing his old

father far off over the sea’)7 als voor het personage Thetis (‘nor do we fail to see the pathos of Thetis, the careful

mother, packing for her doomed son the human comforts of warm clothes.’)8 De episode van de bruiloft van

Peleus en Thetis, of elementen uit die episode, functioneren dus als een trigger voor de luisteraar van het verhaal om mee te leven met het personage Achilles als ook met zijn ouders, die op het punt staan hun enige zoon op het slagveld te verliezen.

Afgezien van het feit dat de vaderlijke rol van Peleus en de rol van Thetis als bezorgde moeder, die achter de held Achilles staan, de pathos van de situatie versterken, heeft men ook ingezien dat een verwijzing naar ofwel Peleus ofwel Thetis wordt opgeroepen om een contrast te vormen tussen sterfelijkheid en onsterfelijkheid.

Schein interpreteert het gegeven dat telkens wanneer er naar een van de bruiloftsgeschenken gerefereerd wordt, (een belangrijk element uit de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis), de sterfelijkheid van Achilles des te duidelijker naar voren komt, ondanks zijn half-goddelijke afkomst.9 Edwards stelt in zijn commentaar dat dit niet alleen voor Achilles geldt, maar ook voor andere helden: de onsterfelijke geschenken zorgen voor een ‘ironic

contrast’ met hun onvermogen om de levens van de helden Patroclus, Hector en Achilles te redden. 10 Dus de

goddelijke geschenken, een element van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis, zorgen voor een vorm

3

March (1987) 3.

4

Finlay (1980) 268 ‘it is not Achilleus but his father Peleus, a very significant figure in the Iliad, even though he does not

himself appear in the poem. Although Achilleus was the mightiest warrior among the Achaians, he was still part of his father’s household, and as ‘’a mere child’’ (9.440) he was sent to Troy by Peleus, who gave him his armor and horses to use, as well as his warriors to command.’

5

Finlay (1980) 268; en 268: ‘The heroes of the Iliad are frequently identified by their filial status; thus Achilleus is “son of

Peleus”

6

Kirk (1985) 251 ‘Peleus was a respected figure who typically filled the rôle of the father sending off his son to Troy.’

7

Janko (1992) 317.

8

Janko (1992) 346

9

Schein (1984) 93 ‘Just as Thetis’ power is juxtaposed with her inability to help Achilles, so the divine gifts which he owes to

his partens’ marriage magnify him as half-divine only to make his actual mortality that much clearer and more poignant.’

10

Edwards (1991) 81 ‘it seems possible that an ironic contrast is intended between the immortal gifts and their failure to

save the lives of Patroklos, Hector, and Akhilleus himself.’

3

(5)

van dramatische ironie wanneer ze niet in staat zijn om de grote helden te behoeden voor de dood die boven hun hoofd hangt. Tevens merkt Edwards op dat de verteller het gegeven dat deze onsterfelijke geschenken de helden eigenlijk een vorm van onkwetsbaarheid zouden moeten verlenen uit de weg gaat.11 Kakridis biedt een oplossing voor het probleem, dat Edwards aankaart. Kakridis, die zich heeft verdiept in een van de goddelijke geschenken van de Peleus en Thetis episode, betoogt dat de goddelijke wapenrusting van Peleus, een element van de mythe dat bekend geweest moet zijn in de vroeg-Griekse dichtkunst,12 geplaatst wordt in het thema van wraak. Het feit dat Hector de wapenrusting heeft afgenomen van Patroclus, rechtvaardigt nu de wraak die Achilles wil nemen op de hybris van Hector.13 De wapenrusting van Peleus, een belangrijk element uit de episode van Peleus en Thetis, fungeert volgens Kakridis als een ‘kurze Erzählung über die hohe Herkunft der Waffen’ om de ‘Hybris Hectors,

der sie anzieht, stärker zu unterstreichen.’ 14 Ook concludeert hij dat het uittrekken van de goddelijke

wapenrusting een voorwaarde is voor de dood van een held.15

Samenvattend zijn er tot nu toe de volgende interpretaties gegeven aan de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis. De episode of elementen uit de episode benadrukken de vaderlijke rol van Peleus en de rol van Thetis als bezorgde moeder om het lot van haar zoon. Op deze manier kan de episode van Peleus en Thetis pathos

oproepen. Daarnaast vormt de episode een contrast tussen de onsterfelijke geschenken die zijn gegeven op de bruiloft en de onsterfelijkheid van de helden Patroclus, Hector en Achilles. Deze goddelijke geschenken, als element van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis, zorgen bovendien voor een vorm van dramatische ironie wanneer ze niet in staat zijn om de grote helden te behoeden voor de dood die boven hun hoofd hangt. Tot slot zorgt dit element van de episode, namelijk de goddelijke wapenrusting van Peleus, voor een rechtvaardiging van Achilles’ wraak op Hector. Hector moet namelijk gestraft worden voor het feit dat hij, na Patroclus te hebben gedood, hybris vertoonde door de wapenrusting af te pakken.

In de Ilias staat Achilles dus – en met hem zijn ouders, Peleus en Thetis – vrij centraal. Met behulp van een narratologisch framework kunnen we de interpretaties aanscherpen die tot nu toe aan de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis of aan elementen daaruit gegeven zijn. Nu ik de secundaire literatuur besproken heb zal ik een reconstructie van de fabula en het material maken. Aan de hand van een reconstructie is het mogelijk bepaalde aanpassingen te kunnen verklaren.

De moeilijkheid van het maken van een reconstructie van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis, is dat de verteller van de Ilias door zijn elliptische vertelstijl de indruk wekt dat hij mythologische kennis als bekend veronderstelt. Maar hoe ver moet men deze lijn doortrekken? Schein wil aantonen dat juist omdat de verteller van de Ilias bepaalde elementen van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis weglaat, de verteller deze

11

Edwards (1991) 139 ‘These recurrent reminders of Akhilleus mortality form an ironical counterpoint to the other theme of

this book, that of the divinely made armour, which ought to confer invulnerability (an issue which Homer takes some care to avoid).’

12

Kakridis (1961) 295 ‘Die Einführung des Waffentauschs weiß Homer sich vielfach zunutze zu machen. Offensichtlich bot

ihm das Motiv die Möglichkeit, eine Hoplopoiie in die Ilias einzufügen, ein Motiv also, das in der frühgriechischen Dichtung sehr beliebt zu sein scheint und das vielleicht ursprünglich den Πηλέως γάμοι angehörte.

13

Kakridis (1961) 295 ‘Dadurch werden auch die Gründe verstärkt, die Achilleus hat, sich an Hector zu rächen: der Verlust

der Rüstung ist ja für jeden Helden eine große Schande gewesen.’

14

Kakridis (1961) 296.

15

Kakridis (1961) 292 ‘dem zum Tode geweihten Helden muβ die Rüstung erst gewaltsam abgezogen werden, damit der

tödliche Schuβ ihm treffen kann.’

4

(6)

niet genoemde elementen benadrukt.16 Hetzelfde idee betoogt Slatkin.17 Bij het maken van een reconstructie van het material in de Ilias zal ik echter alleen kijken naar informatie die in de tekst te vinden is. Ik zal niet de methode van Slaktin en Schein gebruiken, die betogen dat bepaalde informatie toegevoegd moet worden aan het

material juist omdat de verteller deze informatie niet noemt. Wanneer ik materials onderling ga vergelijken, zal

ik wel in ogenschouw nemen welke elementen de verteller ten opzichte van zijn voorgangers expliciet weglaat. Na de reconstructie van het material te hebben bekeken zal ik ingaan op de vraag welke verklaringen er te bedenken zijn voor de aanpassingen die in het material gemaakt worden.

De reconstructie van het material van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis is als volgt:

(1). De aanloop naar de bruiloft:

A1. Peleus wordt geliefd bij de onsterfelijken (Il. 24.61) A2. Thetis krijgt vele zorgen van Zeus (Il. 18.429-31)

B1. De goden geven de sterveling Peleus een godin als vrouw (Il. 24.537) B2. Zeus onderwerpt Thetis aan een huwelijk met Peleus (Il. 18.432-3) B3. Hera geeft Thetis aan Peleus (Il. 24.60-1)

C1. Peleus neemt de bruid mee naar zijn paleis (Il. 18.87) C2. De goden plaatsen Thetis in het bed van Peleus (Il. 18.85) (2). De bruiloft:

D. Alle goden komen naar het huwelijk van Peleus en Thetis (Il. 24.62) E. Apollo speelt op zijn lier tijdens de bruiloft (Il. 24.62-3)

F. De goden geven een onsterfelijke wapenrusting aan Peleus (Il. 17.194-6); (Il. 18.84) G. De goden geven twee onsterfelijke paarden aan Peleus (Il. 17.443-5)

(3). De geboorte van Achilles:

H: Peleus schenkt Thetis een zoon om op te voeden (Il. 18.436) I. Bij de geboorte van Achilles spint het Lot een draad (Il. 20.127-8)

J: Thetis baart een zoon (Il. 18.55-6) in het paleis (Il. 1.418), met een slecht lot (Il. 1.418) K. Zeus brengt Peleus ongeluk (Il. 24.538)

L. Peleus krijgt maar één zoon, die gedoemd is kort te leven (Il. 24.538-40) (4). Achilles’ jeugd:

M1. Thetis voedt Achilles op als een gewas (Il. 18.57); (Il. 18.438) M2. Achilles bloeit als een jonge boom (Il. 18.56); (Il. 18.437)

N. Chiron leert Achilles kruiden gebruiken om te genezen (Il. 11.830-3) (5). Achilles als held:

O. Peleus is oud geworden (Il. 17.197); Hij ligt in zijn paleis, verzwakt door oude leeftijd (Il. 18.434-5) P. Peleus geeft de wapenrusting (die hij had gekregen van de goden op zijn bruiloft) aan zijn zoon (Il. 17.197)

16

Schein (1984) 92 ‘Homer’s calling attention to the story without actually telling it.’

17

Slatkin (1991) 4 ‘The epic audience’s knowledge of the alternative possibilities allows the poet to build his narrative by

deriving meaning not only from what the poem includes but from what it conspicuously excludes.’

5

(7)

Q. Vóór het vertrek naar Ilios, geeft Peleus Achilles de opdracht om de strijd in zijn borst te onderdrukken (Il. 9.252-9)

R. Vóór het vertrek geeft Thetis Achilles warme kleren mee tegen de wind (Il. 16.222-4) S. Thetis zendt haar zoon naar Ilios (Il. 18.58-9); (Il.18.439-40)

1.1. De aanloop naar de bruiloft: variatie in het material

Het is opvallend dat er drie verschillende versies te vinden zijn over de aanloop naar de bruiloft van Peleus en Thetis (B1-3):

B1. De goden geven de sterveling Peleus een godin als vrouw (Il. 24.537) B2. Zeus onderwerpt Thetis aan een huwelijk met Peleus (Il. 18.432-3) B3. Hera geeft Thetis aan Peleus (Il. 24.60-1)

In het vervolg zal ik betogen dat een verklaring voor deze aanpassingen te maken heeft met het feit dat de verteller zijn of haar informatie aanpast aan zijn of haar addressaat. De speeches, waarin de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis aan bod komt, worden uitgesproken door speaking characters, die functioneren als zogenoemde internal secondary focalizers.18 De informatie over de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis die tot de narratees komt, wordt in de Ilias voor het grootste gedeelte gevormd door character-text.19 De mythe van het huwelijk van Peleus en Thetis wordt dus door vele verschillende characters gepresenteerd, waarbij de informatie die gegeven wordt elke keer anders gekleurd is, afhankelijk van de narrator-focalizer.

B2 (Il. 18.432-3) komt uit een speech van Thetis, waarin ze de god Hephaestus gevoelige informatie over haar huwelijk vertelt. De luisteraar zou kunnen verwachten dat Thetis haar gevoelens over haar huwelijk ook deelt met haar zusters, of met haar zoon, die op het punt staat te sterven, maar dat is niet het geval. Thetis vertelt haar eigen zoon, Achilles, niet over haar huwelijk met Peleus. Ook vertelt ze haar zusters, de Nereïden, niets over haar huwelijk (Il. 18.50-64). Het is dus opmerkelijk dat Thetis alleen met het personage Hephaestus informatie over haar huwelijk met Peleus deelt. Daarnaast is dit de enige passage in de Ilias waar verteld wordt dat Thetis door Zeus onderworpen is aan een huwelijk (vergelijk B1 en B3): (μ᾽ ἀνδρὶ δάμασσεν 20 ‘hij heeft mij aan een man onderworpen’ Il. 18.432). In B3, bijvoorbeeld, is het Hera die Thetis aan Peleus geeft.

Wat zou deze aanpassing van het material kunnen verklaren? De speech gericht tot Hephaestus is een reactie op een door hem gestelde vraag, namelijk wat hij voor haar kan betekenen. In plaats van dat ze hem meteen antwoord geeft op zijn vraag, benadrukt ze, ten eerste, hoezeer zij als enige van alle andere godinnen benadeeld

is (ἦ ἄρα δή τις - ‘[is] er werkelijk iemand...?’ Il. 18.429), ten tweede zegt ze dat Zeus haar heeft onderworpen

aan een huwelijk met een sterfelijke man (μ᾽ ἀνδρὶ δάμασσεν ‘hij heeft mij aan een man onderworpen’ Il. 18.432) en, ten derde, zegt ze dat haar man oud is (ὃ μὲν δὴ γήραϊ λυγρῷ | κεῖται ἐνὶ μεγάροις ἀρημένος - ‘en hij ligt in het paleis, vermoeid door treurige ouderdom’ Il. 18.434-5). Deze drie onderdelen van haar speech laat ze weg wanneer ze tot haar zusters, de Nereïden spreekt, ondanks dat het een klaagzang is (Θέτις δ᾽ ἐξῆρχε γόοιο - ‘en Thetis begon met de weeklacht’ Il. 18.51).

18

De Jong (1987) 37.

19

De Jong (1987) 122 ‘character-text is clearly the preferred mode of presentation.’

20

De Griekse tekst van de Ilias is overgenomen uit Munro-Allen (1920).

6

(8)

Edwards schrijft in zijn commentaar dat het niet verwonderlijk is dat Thetis haar problemen met Hephaestus deelt, omdat hij haar nog steeds dankbaar en goedgezind is, omdat zij hem had opgevangen nadat hij door Zeus uit de hemel gesmeten was.21 Zijn interpretatie luidt als volgt: ‘Thetis seizes the opportunity to relate her

sorrows to a kindly ear.’22 Dit idee is moeilijk hard te maken, omdat Thetis niet in alle versies in de Ilias

Hephaestus opvangt nadat hij uit de hemel was gegooid. Er bestaat, naar mijn idee, een betere interpretatie voor Thetis haar versie van haar eigen bruiloft. De Jong concludeert over deze passage dat Thetis deze informatie over haar huwelijk toevoegt om Hephaestus zover te krijgen dat hij een wapenrusting voor haar zoon maakt.23

Aan deze bevinding, namelijk dat het material aangepast is aan de addressaat, kan toegevoegd worden dat Thetis, door deze extra informatie over haar huwelijk toe te voegen, in staat is om Hephaestus zich beter te laten inleven in haar verhaal. Thetis had namelijk ook precies dezelfde speech, die ze tegen haar zusters, de Nereïden, in een klaagzang uit, kunnen houden tegen Hephaestus.24 Ze had dan geklaagd over het korte leven van haar ongelukkige zoon. Maar blijkbaar is deze informatie niet voldoende om Hephaestus zover te krijgen een wapenuitrusting voor haar te smeden. Door te benadrukken dat zij aan de wil van Zeus onderworpen was (Il. 18.432) herinnert Thetis Hephaestus eraan dat het moeilijk is om zich tegen Zeus te verzetten. Ze speelt in op zijn emoties door hem te herinneren aan de brute kracht van Zeus, die Hephaestus goed kent. De dwingende hand van Zeus is voor hem zeer herkenbaar. In Ilias 1.591-3 herinnert Hephaestus Hera eraan dat Zeus hem eens uit de hemel had gesmeten als voorbeeld om aan te tonen dat het moeilijk is om weerstand te bieden aan Zeus. Hij vertelt haar hoe Zeus hem bij zijn voet pakte en hem van de hemel naar beneden gooide. De conclusie die Hephaestus toen trok was: ἀργαλέος γὰρ Ὀλύμπιος ἀντιφέρεσθαι· ‘De Olympiër is moeilijk om weerstand tegen te bieden’ (Il. 1.589). De aanpassing die Thetis aan het material maakt, namelijk dat zij onderworpen was aan de wil van Zeus, vindt dus weerklank bij Hephaestus als secondary narratee. Thetis raakt bij Hephaestus een gevoelige snaar waardoor hij eerder geneigd zal zijn om te doen wat zij van hem vraagt. Aan dit voorbeeld is te zien hoe de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis aangepast wordt aan de addressaat. In het volgende voorbeeld zal aan de orde komen hoe de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis op zo’n manier wordt opgeroepen dat er een contrast wordt gemaakt tussen de onsterfelijkheid van Thetis en de sterfelijkheid van haar zoon Achilles.

1.2. De bruiloft: een contrast tussen sterfelijkheid en onsterfelijkheid

Schein betoogt dat wanneer de onsterfelijke Thetis haar zoon Achilles toespreekt, zijn sterfelijkheid en zijn korte periode van leven benadrukt wordt.25

Il. 1.416-8

ἐπεί νύ τοι αἶσα μίνυνθά περ οὔ τι μάλα δήν·

21

Edwards (1991) 196 ‘Thetis pours out all her troubles to her long-time and still grateful friend [...]. To him she can say

things about her feelings for her husband which she could hardly mention to their son Akhilleus.’

22

Edwards (1990) 278.

23

De Jong (1987) [2004] 217-8 ‘The main point of Thetis’ speech is her request to Hephaestus to make new armour for

Achilles (457-60). Everything else in her speech serves to lead up to this point and to persuade Hephaestus to comply with her request.’

24

Eerst spreekt Thetis namelijk tot haar zusters, de Nereïden (Il. 18.50-64) en daarna richt ze zich tot Hephaestus (Il. 18.428-41). In beide gevallen gebruikt ze dezelfde woorden, maar in de speech gericht tot Hephaestus voegt ze extra informatie toe, waaronder o.a. haar huwelijk met Peleus, informatie die ze weglaat wanneer ze spreekt met haar zusters.

25

Schein (1984) 92 ‘Always, whether she mourns for Achilles or simply mentions his death, she accentuates by her own

immortality the pathetic brevity of his life.’

7

(9)

νῦν δ᾽ ἅμα τ᾽ ὠκύμορος καὶ ὀϊζυρὸς περὶ πάντων ἔπλεο· τῶ σε κακῇ αἴσῃ τέκον ἐν μεγάροισι.

“aangezien nu, zeg ik je, je levensdeel heel erg kort is, geenszins lang. maar nu ben jij tegelijkertijd vroeg-stervend en rampzalig boven allen: daarom heb ik jou met een slecht noodlot gebaard in het paleis.”

Grethlein komt tot dezelfde bevinding en voegt aan de conclusie van Schein toe dat hetzelfde geldt voor de passages waarin Achilles zijn moeder aanspreekt.26 Een passage waarin Achilles zijn moeder herinnert aan een episode uit de mythe van Peleus en Thetis is:

Il. 1.351-2

πολλὰ δὲ μητρὶ φίλῃ ἠρήσατο χεῖρας ὀρεγνύς· “μῆτερ ἐπεί μ᾽ ἔτεκές γε μινυνθάδιόν περ ἐόντα…

‘en om vele dingen bad hij zijn geliefde moeder, zijn handen uitstrekkend: “moeder, aangezien jij mij – om heel kort te leven hebt gebaard…”’

Deze observaties kunnen, aan de hand van een narratologische analyse van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis in een breder kader geplaatst worden. Het zal blijken dat elke keer als er gerefereerd wordt naar deze episode, niet alleen de onsterfelijkheid van Thetis het korte leven van Achilles benadrukt wordt, maar dat de episodes ook fungeren als prolepses voor de dood van Achilles.27 Het is namelijk opvallend, wanneer de

narrator verwijst naar de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis of naar een element van deze episode in

de vorm van een externe analepsis, dat hij het gepaard laat gaan met een externe prolepsis (zie figuur 1 op p. 9).

Wanneer de primary narratees informatie krijgen over de episode van het huwelijk van Peleus en Thetis in de vorm van external analepses, krijgen ze tegelijkertijd informatie over het vervolg van het verhaal in de vorm van external prolepses. Daarnaast refereren de personages vaker naar de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis, naarmate de dood van Achilles dichterbij komt. Wanneer de verteller de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis oproept, kan dit voor de narratees tegelijkertijd fungeren als een voorafschaduwing van de dood van Achilles. Op deze manier verhoogt de frequentie van de episode van de bruiloft op tekst-extern niveau de mate van spanning voor de afloop van het verhaal. De primary narrator laat dus zijn personages de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis vaker oproepen, naarmate Achilles’ dood dichterbij komt. Woordelijke verwijzingen naar het huwelijk komen vaker voor vanaf het moment dat Achilles besloten heeft om Patroclus te wreken: εὐνῇ (Il. 18.85); ἄκοιτιν (Il. 18.87); εὐνὴν (Il. 18.433); παράκοιτιν (Il. 24.60); γάμου (Il. 24.62) en

ἄκοιτιν (Il. 24.537).

In het vervolg zullen voorbeelden aan de orde komen die aantonen dat de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis ook fungeert als voorafschaduwing van de dood van , niet alleen Achilles, maar ook van andere

personages.

26

Grethlein (2006) 262 ‘Wenn Achill in 1. 352 und Thetis in 1. 415-8 die Kürze seines Lebens kann auch im Kontrast zur

Unsterblichkeit seiner Mutter gesehen werden.’

27

De Jong (2014 forthc.) 80 ‘We can distinguish between prolepsis (flashforward), the narration of an event that has not yet

taken place at the point in the story where we find ourselves and analepsis (flashback), the narration of an event that has already taken place by the point in the story where we find ourselves.’

8

(10)

Figuur 1

prolepses analepses internal external internal external narr./act.28

text Ilias 1.348-52 Α narratorial 1.413-8 Α actorial 7.124-6 Η actorial 9.252-9 Ι actorial 9.283-9 Ι actorial 9.388-400 Ι actorial 16.15-6 Π actorial 16.140-4 Π seed narratorial 16.221-4 Π narratorial 17.194-7 Ρ narratorial 17.198-209 Ρ actorial 17.443-4 Ρ actorial 18. 50-64 Σ actorial 18.82-93 Σ actorial 18.428-41 Σ actorial 20.125-8 Υ actorial 21.107-10 Φ actorial 24.55-64 Ω seed actorial 24.77-102 Ω narratorial 24.525-40 Ω actorial

1.3. De goddelijke geschenken als prolepsis voor Hector’s dood

Een eerste voorbeeld waar een element van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis fungeert als prolepsis is in de volgende passage uit de Ilias:

Il. 17.198-200

Τὸν δ᾽ ὡς οὖν ἀπάνευθεν ἴδεν νεφεληγερέτα Ζεὺς τεύχεσι Πηλεΐδαο κορυσσόμενον θείοιο,

κινήσας ῥα κάρη προτὶ ὃν μυθήσατο θυμόν· 200 ‘Maar toen hem nu wolkenverzamelaar Zeus van ver af zag,

terwijl hij zich uitrustte met de wapenrusting van de goddelijke zoon van Peleus, nadat hij zijn hoofd had geschud, sprak hij (Zeus) tot zijn eigen hart...’

De held Hector heeft Patroclus gedood en hij trekt nu de goddelijke wapenrusting van Peleus aan, die Patroclus had gekregen van Achilles. Een vraag die gesteld kan worden is waarom de verteller het material op zo’n manier

28

De Jong (forthc) 83: ‘When analysing analepses and prolepses, it is important to realise who is making them: the narrator

(in which case we speak of narratorial analepses and prolepses) or a character, in embedded focalisation or a speech (actorial analepses and prolepses).

9

(11)

aanpast dat hij van de bruiloft van Peleus en Thetis voornamelijk de goddelijke wapenrusting benadrukt. Zoals ik ook al even aangestipt had in de inleiding, zijn er twee bestaande interpretaties over de nadruk die het schild, een element uit het material van de bruiloft van Peleus en Thetis, krijgt. Ten eerste wordt, volgens Kakridis, de wraak van Achilles op Hector gerechtvaardigd, omdat ‘der Verlust der Rüstung ist ja für jeden Helden eine

große Schande gewesen.’29 Achilles mag Patroclus wreken, omdat Hector hybris heeft vertoond door de

wapenrusting af te hebben gepakt en zelf te hebben aangetrokken. Hier voegt Edwards nog aan toe dat dit extra schandalig moet zijn geweest, omdat Hector zelf geen zoon van een godin was, maar toch de onsterfelijke wapenrusting aandoet.30 Als tweede belangrijke punt zegt Edwards dat het contrast tussen sterfelijkheid en onsterfelijkheid aangezet wordt.31

Deze bestaande interpretaties kunnen met behulp van een narratologische analyse worden aangevuld. Als vervolg op de bovenstaande verzen (Il. 17.198- 200) draagt in vers 200 de primary narrator de vertelling over aan Zeus: Il. 17.201-9 “ἆ δείλ᾽, οὐδέ τί τοι θάνατος καταθύμιός ἐστιν, ὃς δή τοι σχεδὸν εἶσι· σὺ δ᾽ ἄμβροτα τεύχεα δύνεις ἀνδρὸς ἀριστῆος, τόν τε τρομέουσι καὶ ἄλλοι· τοῦ δὴ ἑταῖρον ἔπεφνες ἐνηέα τε κρατερόν τε, τεύχεα δ᾽ οὐ κατὰ κόσμον ἀπὸ κρατός τε καὶ ὤμων 205 εἵλευ· ἀτάρ τοι νῦν γε μέγα κράτος ἐγγυαλίξω, τῶν ποινὴν ὅ τοι οὔ τι μάχης ἐκ νοστήσαντι δέξεται Ἀνδρομάχη κλυτὰ τεύχεα Πηλεΐωνος.”

“Ach, deerniswaardige, geenszins is in je gedachte een of ander doodgaan, dat, zeg ik je, dicht bij is: maar jij trekt de onsterfelijke wapenrusting aan van een voornaam man, voor wie ook de anderen sidderen:

van hem de vriend, vriendelijk en dapper, heb jij gedood,

en niet naar behoren heb jij de wapenrusting van zijn hoofd en zijn schouders afgenomen: maar ik zal je grote kracht verlenen,

als vergoeding voor deze dingen, nadat je van de strijd bent teruggekeerd,

zal Andromache geenszins een vermaarde wapenrusting ontvangen van de zoon van Peleus.”

Volgens Kakridis onderstreept het feit dat Zeus aan het woord is het de hybris van Hector, omdat Zeus de hoogste instantie van de Homerische wereld is.32 Aan de hand van een narratologische analyse kunnen hier twee opmerkingen over worden gemaakt.

Ten eerste is het opvallend dat Zeus in deze passage geen ander personage als addressaat heeft. Hij spreekt tot zijn eigen thumos (προτὶ ὃν μυθήσατο θυμόν· 200). Er is dus geen sprake van een internal secondary narratee.

29

Kakridis (1961) 295.

30 Edwards (1987) 58 ‘Hector’s donning of it becomes a symbol of his arrogance, since he is not the son of a divinity (cf.

XVII. 75-8).’

31 Edwards (1987) 58 ‘The armor thus forms a powerful part of the everpresent contrast between mortals and immortals.’ 32

Kakridis (1961) 296 ‘Die Einfügung der Zeusrede, die eine wundervolle Parallele zu der späteren Anrede des Zeus an

Achills Pferde (Ρ 443), dient zur noch stärkeren Unterstreichung der Hybris, zumal hier Zeus selbst spricht, die höchste Instanz der homerischen Welt.’

10

(12)

De woorden zijn gericht tot de external primary narratees, die in tegenstelling tot de personages die

text-internal zijn, het privilege hebben om Zeus’ privé gedachten te leren kennen.33

Omdat Zeus focaliseert vanuit zijn onsterfelijke perspectief, zien de primary narratees het leven van Hector afgetekend tegen de achtergrond van de onsterfelijke wapenrusting die aan Peleus was gegeven op de dag dat hij trouwde met Thetis. De aanwezigheid van een god, die tot zichzelf spreekt, versterkt de pathos van de scene. Ik ben het dus eens met Edwards die betoogt dat hier sprake is van een ‘ironic contrast’.34 De primary narrator zet het contrast tussen de onsterfelijke wapenrusting, als bruiloftsgeschenk, en het sterfelijke leven van Hector, scherp aan, door ten eerste de woorden in de mond van een onsterfelijke god te leggen en ten tweede door de stervelingen de wapenrusting van Peleus op een andere manier te laten focaliseren dan hoe goden dat doen. Voor de goden staat de wapenrusting voor goddelijkheid en onsterfelijkheid, voor stervelingen is de wapenrusting beroemd en mooi. Zeus focaliseert hier de wapenrusting als ‘ἄμβροτα’ - onsterfelijk, Il. 17.202, terwijl Hector, in Zeus’ ingebedde focalisation (i.e. tertiary focalisation) 35, de wapenrusting ‘beroemd’ noemt (κλυτὰ, Il. 17.208). Het feit dat stervelingen de wapenrusting niet focaliseren als ‘onsterfelijk’ wordt bevestigd door te kijken naar andere passages waarin de wapenrusting gefocaliseerd wordt. Zo noemt in boek 18 Achilles de wapenrusting ‘reusachtig’ (πελώρια, Il. 18.83), ‘een wonder om te zien’ (θαῦμα ἰδέσθαι, Il. 18.83) en ‘mooi’ (καλά, Il. 18.84). Zeus focaliseert de wapenrusting als ‘onsterfelijk’ en benadrukt hiermee dat Hector, ondanks dat hij dit heeft aangetrokken, nog steeds even sterfelijk blijft: “ἆ δείλ᾽, οὐδέ τί τοι θάνατος καταθύμιός ἐστιν. “Ah,

deerniswaardige, geenszins is in je gedachte een of ander doodgaan.” (201).

Ten tweede is het opmerkelijke dat dit element uit de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis tegelijkertijd lijkt te fungeren als een prolepsis voor de dood van Hector. De onsterfelijke wapenrusting die Hector aantrekt, is tevens een voorafschaduwing van zijn eigen dood, doordat de onsterfelijkheid van de wapenrusting zijn

sterfelijkheid niet alleen benadrukt, zoals Edwards concludeert, maar ook aankondigt. Op zo’n manier fungeert de wapenrusting van Peleus dus als een prolepsis voor de dood van Hector.

Aan de bevinding van Kakridis, namelijk dat de wapenrusting de hybris van Hector onderstreept, en de conclusie van Edwards, namelijk dat de wapenrusting als contrast fungeert tussen stervelingen en onsterfelijke goden, kan toegevoegd worden dat de wapenrusting hier op tekst-extern niveau functioneert als een prolepsis voor Hectors’ dood.

1.4. Prolepseis voor Achilles’ dood

Voorbeelden waarin een element van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis kan dienen als

voorafschaduwing van de dood van Achilles, zijn de volgende passage die ik zal bespreken in 1.4.1., 1.4.2. en 1.4.3.

33 Zie, bijvoorbeeld, Il. 1.545-6: Τὴν δ᾽ ἠμείβετ᾽ ἔπειτα πατὴρ ἀνδρῶν τε θεῶν τε· | “Ἥρη, μὴ δὴ πάντας ἐμοὺς ἐπιέλπεο

μύθους | εἰδήσειν· - ‘Haar antwoordde vervolgens de vader van mensen en goden: “Hera, hoop niet al mijn μύθοι te zullen

weten.” Zie ook Andersen (1987) 7 ‘the actors have a limited vision in comparison with the poet and his audience.’

34

Edwards (1991) 81.

35

de Jong (1987) 37 ‘the internal secondary narrator-focalizer embeds in his character-text the focalisation of another

character.’

11

(13)

1.4.1. De goddelijke geschenken

In deze passage spreekt Zeus de twee goddelijke paarden aan die de goden aan Peleus en Thetis gegeven hadden op hun bruiloft:

Il. 17.443-5

“ἆ δειλώ, τί σφῶϊ δόμεν Πηλῆϊ ἄνακτι θνητῷ, ὑμεῖς δ᾽ ἐστὸν ἀγήρω τ᾽ ἀθανάτω τε; ἦ ἵνα δυστήνοισι μετ᾽ ἀνδράσιν ἄλγε᾽ ἔχητον;

“Ach, deerniswaardig paar, waarom hebben wij jullie aan de heerser Peleus gegeven, een sterfelijke (heerser), maar jullie beide zijn eeuwig jong en onsterfelijk?

Soms opdat jullie leed hebben te midden van de ongelukkige mensen?”

Aan de conclusie van Edwards, die het element van de episode van de bruiloft ziet als een vorm van dramatische ironie omdat de goddelijkheid van de geschenken de dood van de helden niet kunnen tegenhouden,36 en de conclusie van Schein, die van mening is dat dit geschenk een contrast versterkt tussen onsterfelijkheid en sterfelijkheid,37 kan toegevoegd worden dat het oproepen van dit element uit de episode, namelijk de onsterfelijke paarden, dient als voorafschaduwing van de dood van Achilles. Zeus impliceert dat de twee goddelijke paarden bedroefd zullen zijn, omdat zij onsterfelijk zijn, maar hun berijder Achilles is sterfelijk en zal binnenkort sterven.

1.4.2. De aanloop naar de bruiloft

Een volgend voorbeeld waar een element van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis kan dienen als voorafschaduwing van de dood van Achilles, is in een passage waar Hera de goden herinnert aan hun aanwezigheid bij het huwelijk van Peleus en Thetis:

Il. 24.55-63 Τὸν δὲ χολωσαμένη προσέφη λευκώλενος Ἥρη· 55 “εἴη κεν καὶ τοῦτο τεὸν ἔπος, ἀργυρότοξε, εἰ δὴ ὁμὴν Ἀχιλῆϊ καὶ Ἕκτορι θήσετε τιμήν. Ἕκτωρ μὲν θνητός τε γυναῖκά τε θήσατο μαζόν· αὐτὰρ Ἀχιλλεύς ἐστι θεᾶς γόνος, ἣν ἐγὼ αὐτὴ θρέψά τε καὶ ἀτίτηλα καὶ ἀνδρὶ πόρον παράκοιτιν, 60 Πηλέϊ, ὃς περὶ κῆρι φίλος γένετ᾽ ἀθανάτοισι. πάντες δ᾽ ἀντιάασθε, θεοὶ, γάμου· ἐν δὲ σὺ τοῖσι δαίνυ᾽ ἔχων φόρμιγγα, κακῶν ἕταρ᾽, αἰὲν ἄπιστε.”

‘Na op hem boos te zijn geworden sprak de blankarmige Hera: “ook dat zou jouw woord kunnen zijn, jij met de zilveren boog,

als natuurlijk jullie een gelijke eer aan Achilles als aan Hector zullen verlenen. Hector is sterfelijk en hij is aan een moederborst gezoogd.

36 Edwards (1991) 81 ‘it seems possible that an ironic contrast is intended between the immortal gifts and their failure to

save the lives of Patroklos, Hector, and Akhilleus himself’.

37

Schein (1984) 93 ‘Just as Thetis’ power is juxtaposed with her inability to help Achilles, so the divine gifts which he owes

to his partens’ marriage magnify him as half-divine only to make his actual mortality that much clearer and more poignant.’

12

(14)

Maar Achilles is afstammeling van een godin, die ik zelf

heb opgevoed, grootgebracht en aan een man gegeven heb, als echtgenote, aan Peleus, die aan de onsterfelijken in hun hart geliefd was.

Jullie allen waren aanwezig, goden, bij het huwelijk: en jij, te midden van hen,

smulde mee, met de citer in je hand. Jij, een makker van slechte dingen, altijd onbetrouwbaar.”’

Hera past het material als volgt aan. Ze zegt dat zij degene was die Thetis aan Peleus gaf (24. 60-1). Dit is in tegenspraak met de twee andere versies van de aanloop naar het huwelijk. In versie B1 gaven de goden Peleus een godin als vrouw (Il. 24.537) en in versie B2 onderwierp Zeus Thetis aan een huwelijk met Peleus (Il. 18.432-3). Hoe is deze variatie in het material te verklaren? Een verklaring voor deze variatie in het material heeft, volgens Macleod, als reden dat Homerus dit verhaal heeft bedacht om aan te geven dat Thetis haar goodwill toont jegens Thetis en Achilles.38 Hera past dus het material aan haar addressaat aan. Dit wordt ondersteund door het gegeven dat Hera in haar rede alles op alles zet om de goden te overtuigen van haar standpunt, i.e. om Achilles in de strijd bij te staan. Ze vindt ze het onjuist van de goden dat ze Achilles niet steunen in de strijd, terwijl zij destijds wel op de bruiloft van Peleus en Thetis aanwezig zijn geweest. Hera contrasteert zichzelf met Apollo, die ze eerst aanspreekt (ἀργυρότοξε 56), omdat zij degene was die Thetis had opgevoed, en zich had bekommerd om haar huwelijkspartner, terwijl hij, Apollo, uiteindelijk altijd de onbetrouwbare figuur blijkt te zijn (αἰὲν ἄπιστε ‘altijd onbetrouwbaar’ 63). Hebel merkt op dat wanneer Hera eenmaal doorkrijgt dat niet alle goden aan haar kant staan, ze zich tot alle goden richt.39 Zo ontstaat er, volgens Brügger, een ‘Anredewechsel A

– B – A, d.h. Apollon – Götter – Apollon’40 dat ervoor zorgt dat Hera uiteindelijk Apollo op de man af

beschuldigt. Volgens Brügger is Apollo onbetrouwbaar, omdat hij, ondanks aanwezigheid bij de bruiloft van Peleus en Thetis, niet aan de kant van de Grieken staat.41 Macleod voegt hier nog aan toe dat Apollo in haar ogen onbetrouwbaar is, omdat hij degene is die Achilles zal doden.42 Macleod concludeert hieruit dat het oproepen van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis bijdraagt aan een vorm van ‘tragedy.’43 Tot slot voegt Brügger aan deze bevinding toe dat de uitspraak van Hera (αἰὲν ἄπιστε ‘altijd onbetrouwbaar’ 63) niet alleen zinspeelt op het feit dat Apollo Achilles zal doden, maar ook op de rol van Paris.44

Uit een narratologische analyse blijkt dat het oproepen van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis fungeert als een prolepsis van de dood van Achilles. Het is immers Apollo die Achilles zal doden (aangekondigd in externe prolepses Il. 21.277-8; Il. 22.259-60). In zekere zin is het feit dat Hera Apollo focaliseert als ‘altijd onbetrouwbaar’, een seed45 voor Achilles’ dood.

Een tweede voorbeeld van een aanpassing in het material in de aanloop naar de bruiloft is B1: de goden geven de sterveling Peleus een godin als vrouw (Il. 24.537). De vraag is waarom Achilles in Ilias 24.525-40 het

38 Macleod (1982) 95 ‘it seems likely that Homer invented this story to give Hera a motive for her goodwill to Thetis here.’ 39

Hebel (1970) 101-2 ‘Zuerst spricht sie zu Apoll alleine, da ihre Rede Antwort an ihn sein soll. Doch sie merkt sehr wohl,

daβ Apoll nicht alleine steht mit seinem Vorschlag. So richtet sie ihre Anklage an alle (57, 62). Zum Schluβ isoliert sie Apoll wieder aus der Gesamtheit, um noch einmal ihrer Tadel an den einzelnen, den Fürsprecher Hectors zu richten.’

40

Brügger (2009) 41.

41

Brügger (2009) 44 ‘ἄπιστε: Implikation: Apollon müßte nach der Teilnahme an Peleus’ Hochzeit folgerichtig auf der Seite

der Achaier stehen.’

42

Macleod (1982) 95 ‘We have already been told that Apollo will cause Achilles’ death (21. 277-8; 22. 359).’

43 Macleod (1982) 95 ‘So behind Hera’s rhetoric there is tragedy.’ 44

Brügger (2009) 44 ‘Mit ‘Halunken’ spielt Hera wohl auf die Troer und bes. auf Paris an.’

45

De Jong (2014 forthc.) 87 ‘A special type of foreshadowing is the seed (hint or advance mention), the insertion of a piece

of information of which the relevance will only later become clear.’

13

(15)

material van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis heeft aangepast. Brügger betoogt dat Achilles de

episode van de bruiloft van Peleus en Thetis aankaart om Priamus te kunnen troosten met zijn verdriet, i.e. het verlies van zijn zoon, Hector.46 Willcock concludeert in zijn artikel hetzelfde.47 De aanpassing van het material is dus op tekst-intern niveau een aanpassing van de spreker om zijn addressaat te kunnen troosten met het verlies van zijn zoon. Achilles legt aan Priamus uit dat Peleus, toen hij geschenken van de goden kreeg, een zeer grote vorm van geluk voor stervelingen bereikte, maar daar stond tegenover dat Peleus zijn enige zoon zou verliezen, die als jongeman zou sterven op het slagveld.48

Met behulp van een narratologische analyse valt op te merken dat het oproepen van de episode ook in dit voorbeeld op tekst-extern niveau een prolepsis is voor de primary narratees. Achilles troost Priamus met het verlies van zijn gestorven zoon, door te verwijzen naar het huwelijk van zijn eigen ouders. Dit fungeert op tekst-extern niveau als een trigger voor de luisteraars die hierin een voorafschaduwing van Achilles eigen dood zien.

1.4.3. Aanpassing material

In Il. 18.82-93 laat Achilles Thetis weten dat zijn beslissing Patroclus te wreken vaststaat. Zijn doelwit is Hector, die de van Patroclus afgepakte wapenrusting van Peleus draagt.

Il. 18.82-7 τὸν ἀπώλεσα, τεύχεα δ᾽ Ἕκτωρ δῃώσας ἀπέδυσε πελώρια, θαῦμα ἰδέσθαι, καλά· τὰ μὲν Πηλῆϊ θεοὶ δόσαν ἀγλαὰ δῶρα ἤματι τῷ ὅτε σε βροτοῦ ἀνέρος ἔμβαλον εὐνῇ. αἴθ᾽ ὄφελες σὺ μὲν αὖθι μετ᾽ ἀθανάτῃς ἁλίῃσι ναίειν, Πηλεὺς δὲ θνητὴν ἀγαγέσθαι ἄκοιτιν.

“hem (Patroclus) heb ik verloren, maar nadat Hector hem doodde, nam hij de reusachtige wapenrusting af, een wonder om te zien,

de schone wapenrusting: die de goden aan Peleus hebben gegeven als schitterend geschenk, op die dag, toen ze jou wierpen in het bed van een sterfelijke man.

O, woonde jij toch maar daar te midden van de onsterfelijke zeewezens en had Peleus maar een sterfelijke echtgenote getrouwd.”

Men is het erover eens dat dit een cruciale speech is, omdat dit het punt is waarop Achilles aan Thetis bekend maakt dat hij Patroclus wil wreken. Finlay interpreteert deze verwijzing naar de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis als een verwijzing naar de onderlinge driehoeksverhouding die er bestaat tussen Patroclus, 49 Achilles en Peleus:

46 Brügger (2009) 195 ‘exempla sind ein häufiger Topos der Trostliteratur.’ 47

Willcock (1964) 147 ‘The mythical example is commonly used in speeches in the Iliad when one character wishes to

influence to actions of another. Usually it is a matter of exhortation or consolation.’

48

Hebel (1970) 69 ‘Zwar hatte Peleus Gutes, seinen Reichtum, die Göttin zur Frau, aber auch ihn verschont das Leid nicht:

auch Peleus ist kinderlos, denn er, Achill, ist fern und wird früh sterben (540-2).’

49

Finlay (1980) 273 ‘Patroklos had acted as a substitute father for Achilles.’

14

(16)

‘Achilleus’ grief over the death of Patroklos drives him to thoughts of self-destruction and to the wish that Peleus had not

been his father (18. 23-4, 82-87). Yet he must avenge Patroklos’ death and recover Peleus’ armor.’50

Ten tweede interpreteert Taplin deze speech van Achilles als het moment waarop Achilles besluit te sterven.51 Deze bevinding kan nog worden aangescherpt, omdat het oproepen van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis tevens een voorafschaduwing is van Achilles’ dood. Aan de ene kant focaliseert Achilles de wapenrusting als een ‘schitterend geschenk dat de goden aan Peleus hebben gegeven’, Πηλῆϊ θεοὶ δόσαν ἀγλαὰ δῶρα (84). Aan de andere kant wenst hij dat het huwelijk van zijn moeder met een sterfelijke man, βροτοῦ ἀνέρος (85) nooit plaatsgevonden had. Achilles had de goddelijke geschenken, die zijn vader had gekregen van de goden, te danken aan de bruiloft van zijn ouders. Maar het is nu dezelfde wapenrusting die Achilles dwingt om zijn vriend Patroclus te wreken. Deze actie zal leiden tot zijn dood.

Het material is dus aan de ene kant aangepast aan de tekst-interne addressaat. Aan de andere kant is de

verwijzing naar de wapenrusting van Peleus voor de tekst-externe primary narratees een voorafschaduwing van de dood van Achilles.

1.5. Aanpassing material: een internal prolepsis voor Dolon’s dood

Een voorbeeld waarin het material van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis wordt aangepast aan de addressaat is het volgende. Odysseus betrapt een spion uit het Trojaanse kamp, genaamd Dolon, en hij stelt hem gerust met de woorden dat hij niet hoeft te vrezen voor de dood:

Il. 10.383

“μηδέ τί τοι θάνατος καταθύμιος ἔστω.” “en laat de dood geenszins in je gedachten zijn.”

Deze uitspraak doet denken aan Zeus’ gedachte op het moment dat hij Hector zag, toen hij de wapenrusting van Peleus droeg: “ἆ δείλ᾽, οὐδέ τί τοι θάνατος καταθύμιός ἐστιν “ah, deerniswaardige, geenszins is in je gedachte een of ander doodgaan” (Il. 17.201). In boek 17 is het de goddelijke wapenrusting van Peleus die op tekst-extern niveau fungeert als prolepsis van de dood van Hector. Op een vergelijkbare wijze voegt in boek 10 de primary

narrator de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis in als internal prolepsis voor de dood van Dolon.

Il. 10.401-3

“ἦ ῥά νύ τοι μεγάλων δώρων ἐπεμαίετο θυμὸς, ἵππων Αἰακίδαο δαΐφρονος· οἱ δ᾽ ἀλεγεινοὶ ἀνδράσι γε θνητοῖσι δαμήμεναι ἠδ᾽ ὀχέεσθαι “Waarlijk verlangde je hart naar grote geschenken,

naar de paarden van de dappere kleinzoon van Aeacus: maar zij [zijn] moeilijk - voor sterfelijke mensen althans - om te temmen of te berijden.”

50

Finlay (1980) 272.

51

Taplin (1992) 194 ‘The scene between Achilleus and Thetis at 18. 64- 144 is crucial to the entire poem, and marks his

irrevocable turning towards death.’

15

(17)

In bovenstaande passage lacht Odysseus Dolon uit (ἐπιμειδήσας, Il. 10.400), omdat hij verlangde de paarden van de zoon van Peleus te bezitten (Πηλεΐωνος ἵππους, Il. 10.392).

Aan de reeds besproken bevindingen van Edwards52 kan worden toegevoegd dat het niet alleen een kwestie is van het falen van onsterfelijke geschenken om de levens van sterfelijke helden (Patroclus, Hector en Achilles) te redden. De episode van de bruiloft van Peleus en Thetis kan ook an sich fungeren als een contrast tussen onsterfelijke geschenken en sterfelijke personages. Dolon sterfelijkheid wordt hier afgeschilderd tegen de achtergrond van de onsterfelijke paarden. Op tekst-extern niveau fungeert dit element van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis als een voorafschaduwing van zijn dood. Dit wordt versterkt door de echo van Odysseus naar de woorden van Zeus, die Hector in boek 17 “δείλ᾽,” ‘deerniswaardige’ (Il. 17.201) noemt, omdat Hector er zich niet van bewust is dat hij binnenkort zal sterven. Met dit voorbeeld kan ook de andere conclusie van Edwards worden aangescherpt. Hij betoogde namelijk dat de Homerische verteller het feit dat de goddelijke geschenken eigenlijk de personages zouden moeten beschermen voor de dood uit de weg gaat.53 Het is niet zo dat de verteller het thema vermijdt, maar het lijkt erop dat de goddelijke geschenken an sich functioneren als een

prolepsis voor de dood van een personage.

1.6. Aanpassing material: explicit prolepsis voor de dood van Achilles

Een laatste voorbeeld waarin de primary narrator een explicit prolepsis naar de dood van Achilles maakt (en een impliciete prolepsis naar de dood van Hector), is een voorbeeld waarin hij uitweidt over Hector zijn daad van

hybris om de wapenrusting van Peleus aan te trekken:

Il. 17.194-7

ὃ δ᾽ ἄμβροτα τεύχεα δῦνε

Πηλεΐδεω Ἀχιλῆος ἅ οἱ θεοὶ Οὐρανίωνες 195 πατρὶ φίλῳ ἔπορον· ὃ δ᾽ ἄρα ᾧ παιδὶ ὄπασσε

γηράς· ἀλλ᾽ οὐχ υἱὸς ἐν ἔντεσι πατρὸς ἐγήρα.

‘Maar hij (Hector) deed aan de onsterfelijke wapenrusting van Peleus’ zoon, Achilles, die de in de hemel wonende goden

aan zijn geliefde vader gaven: en hij vervolgens gaf het mee aan zijn zoon,

nadat hij oud was geworden: maar niet is de zoon in de wapenrusting van zijn vader oud geworden.’

De primary narrator roept de onsterfelijke wapenrusting van Peleus op. Eerst laat hij Achilles de wapenrusting focaliseren: ἅ οἱ θεοὶ Οὐρανίωνες | πατρὶ φίλῳ ἔπορον· ‘die de in de hemel wonende goden aan zijn geliefde vader gaven.’54 Vervolgens geeft de primary narrator ruimte voor focalisation aan Peleus: ὃ δ᾽ ἄρα ᾧ παιδὶ

ὄπασσε ‘en hij vervolgens gaf het mee aan zijn zoon.’

52

Edwards (1991) 81 ‘it seems possible that an ironic contrast is intended between the immortal gifts and their failure to

save the lives of Patroklos, Hector, and Akhilleus himself.’

53

Edwards (1991) 139 ‘the divinely made armour, which ought to confer invulnerability (an issue which Homer takes some

care to avoid).’

54οἱ, (Il. 17.195) verraadt Achilles’ focalisation (‘stressing the emotional engagement of the focalizing subject’ zie De Jong

[1987] 2004, 120). Evenals πατρὶ φίλῳ (Il. 17.196). Daarnaast wijst het gebruik van een relatieve bijzin ook op secondary

focalisation: De jong (1987) 119 ‘Hence I suggest to analyze them, just like regular final clauses, as complex narrator-text.’

16

(18)

Tot slot in vers 197 de narrator zelf die de pijnlijke conclusie trekt voor zijn narratees: ἀλλ᾽ οὐχ υἱὸς ἐν ἔντεσι

πατρὸς ἐγήρα ‘maar niet is de zoon in de wapenrusting van zijn vader oud geworden.’ Dit is narratologisch

gezien een interessante uitspraak. Hier is sprake van een externe prolepsis in de vorm van een verleden tijd. Een

prolepsis hoeft dus niet altijd in een futurumvorm te staan.Zijn conclusie is dat de zoon, als uitkomst van een

huwelijk dat door de goden werd bezocht, al gestorven is op het moment dat hij dit vertelt. Het is duidelijk dat de

narrator het huwelijk hier oproept om te dienen als contrast met de sterfelijkheid van Achilles. Toch is de cirkel

daarmee nog niet rond. De narrator benadrukt, dat, wat hij vertelt, al gebeurd is op het moment van vertellen. Hiermee brengt hij de impliciete boodschap dat Achilles, ondanks zijn sterfelijkheid, op het moment van vertellen nog steeds wordt bezongen.

2. Alcaeus 42

Alc. 42 [Voight] ὠς λόγος κάκων ἀ[ Περράμω<ι> καὶ παῖς[ι ἐκ σέθεν πίκρον, π[ Ἴλιον ἴραν. 4 _ οὐ τεαύταν Αἰακίδαι[ς πάντας ἐς γάμον μάκ[αρας καλέσσαις ἄγετ' ἐκ Νή[ρ]ηος ἔλων [μελάθρων πάρθενον ἄβραν 8 _ ἐς δόμον Χέρρωνος· ἔλ[υσε δ' ζῶμα παρθένω· φιλο[ Πήλεος καὶ Νηρεΐδων ἀρίστ[ας. ἐς δ' ἐνίαυτον 12 _ παῖδα γέννατ' αἰμιθέων [ ὄλβιον ξάνθαν ἐλάτη[ρα πώλων, οἰ δ' ἀπώλοντ' ἀμφ' Ἐ[λέναι καὶ πόλις αὔτων. _

‘Zoals het verhaal (gaat), [wegens] slechte daden [....] bij Priamos en zijn zoon[s],

van de kant van jou een scherpe [...], [...] het heilige Ilios [...].

Niet zo’n iemand als haar – voerde de fiere zoon van Aiakos nadat hij alle geluk[zaligen] tot het huwelijk [had uitgenodigd], mee, nadat hij haar had meegenomen uit [de hallen] van Nereus - – het knappe meisje

(19)

naar het huis van Chiron: en [hij maakte] de gordel van de kuise maagd [los]: en [de liefde]

van Peleus en de beste van de dochters van Nereus bloeide, en binnen een jaar

baarde zij een zoon, [...] van de halfgoden, gezegende wagenmenner van blonde [veulens]: maar zij gingen ten onder omwille van H[elena], [...] en de polis van hun.’

De episode van de bruiloft van Peleus en Thetis, die de primary narrator als paradeigma inzet, heeft veel vragen opgeroepen. Campbell vindt de keuze voor de episode van de bruiloft, bijvoorbeeld, op zijn zachts uitgedrukt opmerkelijk, omdat het contrast dat de verteller maakt tussen Helena als slechte vrouw en Thetis als goede echtgenote, volgens hem, problematisch is.55 Zijn eerste argument voor het feit dat dit contrast problematisch is, is dat Thetis geen ideale vrouw voor Peleus is. Dit baseert hij op het feit dat Thetis Peleus had verlaten, nadat Achilles eenmaal geboren was. Zijn tweede argument is dat Thetis geen goed paradeigma is voor een gelukkige vrouw, aangezien ze in de Ilias onophoudelijk het lot van haar zoon beweent.56 Burnett is de eerste geweest die ageert tegen dit idee van een morele vergelijking tussen de ‘goede’ Thetis en de ‘slechte’ Helena. Het zijn, volgens haar, niet twee vrouwen, maar twee huwelijken die naast elkaar worden geplaatst.57 Dit betekent voor de betekenis van het gedicht dat Helena en Achilles in verbinding met elkaar staan; de destructieve kracht van Helena58 wordt op één lijn gezet met de destructie van Achilles.59 Maar zowel Campbell als Burnett, evenals vele anderen, baseren hun ideeën op de aanname dat in de eerste strofe Helena de (in het fragment weggevallen) addressaat geweest moet zijn (ἐκ σέθεν 3), omdat zij een foil is van Thetis.60 Race redeneert op dezelfde

manier.61 Hij baseert zijn conclusie op het idee dat ‘the consequences of Helen’s actions are so important to him

that he[Alcaeus] begins and ends his λόγος with them.’62 De twee meest recente artikelen baseren hun conclusies

ook op dit gegeven dat de verteller een contrast maakt tussen Thetis en Helena. Blondell neemt bijvoorbeeld dit idee aan.63 In tegenstelling tot Burnett betoogt hij dat de verteller niet Helena en Achilles met elkaar vergelijkt in hun vernietiging van Troje, maar dat de verteller deze twee personages juist contrasteert: ‘Alcaeus’ poem uses

Achilles, like Thetis, in a way that erases his own ambiguity as well as Helen’s: the splendor is all his, the

55

Campbell (1982) 287 ‘Helen’s unfaithfulness brought destruction and disaster (42, 283); ‘Thetis was not such a woman as

that’ (42. 5).’

56

Campbell (1982) 292 ‘Why did Alcaeus choose Thetis for his contrast with Helen? She was not a model wife to Peleus,

whom she seems to have abandoned after Achilles was born; nor was she a happy mother: she grieved incessantly for her doomed son (Il. 24.104-5).’

57 Burnett (1983) 191 ‘It is not two women, but two marriages that are here juxtaposed.’ 58

Burnett (1983) ‘since the destructive fate that appears in the first two lines of stanza one is said to have ‘come forth from’

Helen (ek sethen).’

59

Burnett (1983) 195 ‘He (Achilles), the Life that Thetis and Peleus made, joins Helen, the mother of the fate at Troy, as a

source of Death.’

60

Burnett (1983) ‘since the destructive fate that appears in the first two lines of stanza one is said to have ‘come forth from’

Helen (ek sethen).’

61

Race (1989) 21 ‘Here two figures are contrasted: Helen and Thetis.’

62 Race (1989) 23. 63

Blondell (2010) 351 ‘Alcaeus parses the factors that led to Achilles’ heroic career by systematically opposing the

character of his mother, Thetis, to that of Helen. This kind of oppositional pairing is characteristic of praise/blame poetry, especially where woman are concerned.’

18

(20)

desctruction all hers.’64 Evenzo gaat Caprioli er ook vanuit dat Helena in de eerste strofe de addressaat geweest moet zijn.65 Haar interpretatie van het gedicht is dat Achilles in Troje sterft vanwege Helena.66

De interpretatie van de episode van de bruiloft van Peleus en Thetis in Alcaeus 42 hangt dus in de meeste gevallen af van de aanname dat het personage Helena in de eerste strofe van het gedicht wordt aangesproken. Daaruit volgt de logische denkstap dat Helena een foil is van Thetis. Maar dit hoeft niet het geval te zijn. Pallantza, bijvoorbeeld, wil hard maken dat in de eerste strofe niet Helena, maar Paris de addressaat is.67 In het vervolg zal ik narratologische argumenten aandragen die dit idee te ondersteunen.

In Alc. 42 ziet een reconstructie van het material er als volgt uit:

A. Peleus neemt Thetis mee uit de hallen van Nereus B. Peleus brengt Thetis naar het huis van Chiron C. Peleus nodigt alle goden uit voor het huwelijk D. Thetis baart een zoon

Aan de hand van de volgende punten zal het duidelijk worden dat de verteller vooral Peleus – en niet zozeer Thetis als foil voor Helena– benadrukt, doordat hij zowel de focalisation als de uitvoering van de gebeurtenissen aan Peleus toeschrijft.

Het eerste, en misschien wel het belangrijkste punt, is dat primary narrator de handelingen aan Peleus overlaat. Peleus heeft een zogenoemde doer-role en Thetis heeft een done-to-role.68 Peleus is het subject van de

werkwoorden: ἄγετ' (7), ἔλ[υσε (9) en mannelijke participia als καλέσσαις (6) en ἔλων (7). Hier valt tegenin te brengen dat Thetis het subject is van het werkwoord γέννατ' (13),69 omdat het hele gedicht echter in het teken staat van mannelijke focalisation en handelingen, krijgt dit werkwoord een andere lading. Bij het baren van een kind is de rol van de vader, in de ogen van de verteller, niet weg te denken. Hier wijst Burnett terecht op.70

De narrator legt nadruk op het personage Peleus door de gehele mythe van Peleus en Thetis in een politiek en mannelijk perspectief te plaatsen. Het gedicht begint met het thema van nageslacht (παῖς[ι (2) en het eindigt met het voortbestaan van de polis (καὶ πόλις αὔτων - ‘en hun polis’ 16). De schakel tussen het voortbestaan van de

polis en uitstekend nageslacht is een (goed) huwelijk (γάμον 6). Dit is het punt in het gedicht waar de verteller

Thetis’ rol invoegt. Het feit dat Thetis niet bij naam genoemd wordt, benadrukt de dominante rol die het personage Peleus in het gedicht inneemt.

Een tweede manier waarop de verteller het personage Peleus benadrukt, is door alleen hem ruimte voor

focalisation te geven. De primary narrator laat Peleus Thetis, als object van focalisation, impliciet focaliseren.

64 Blondell (2010) 357. 65

Caprioli (2012) 29 ‘Of course Helen and Thetis are characterized in opposite terms, although, as we said, indirectly:

Helen stands on the bad side; Thetis on the good.’

66

Caprioli (2012) 29 ‘From this point of view, Achilles is one of the many who died at Troy and is therefore ultimately a

victim of Helen’s behavior: hardly ὄλβιος!’

67

Pallantza (2005) 29 ‘In diesem Fal list der direkte Adressat des Gedichtes nicht Helena, sondern Paris, der mit dem

präpositionalen Attribut ἐκ σέθεν gemeint ist.’

68

Toolan (2007) 236 ‘ “doer” roles – such as Actor, Senser, or Sayer – and the “done-to” roles – such as Goal, or

Addressee.’

69

Blondell (2010) 357 ‘gennato, “she bore”, in line 13 is the only verb of which she is a subject.’

70

Burnett (1983) 193 ‘the verb gennato is one that keeps the engendering father strongly present in her work of bringing her

son to birth.’

19

(21)

Hij ziet haar als πάρθενον (8); παρθένω (10), en Νηρεΐδων ἀρίστ[ας, ‘de beste van de Nereïden (11). Peleus ziet zijn vrouw dus als een ‘maagd’ en de ‘beste’ van de dochters van Nereus.

Aan de hand van een narratologische analyse valt dus op dat de verteller het personage Peleus veel sterker benadrukt dan het personage Thetis. De nadruk ligt in het gedicht ten eerste op acties die uitgevoerd worden door een man en ten tweede op een mannelijke visie. Dit ondersteunt dus het idee van Pallantza, namelijk dat Paris de (in het papyrus weggevallen) addressaat geweest moet zijn.

Ik hoop te hebben aangetoond dat een narratologische analyse de aanname van een mannelijke addressaat in de eerste strofe ondersteunt. Als de aanname van Pallantza inderdaad klopt, dan is in dat geval Peleus een foil voor Paris, in plaats van dat Helena een contrast vormt met Thetis. Het paradeigma van de episode fungeert in dat geval niet zozeer als een moreel exemplum tussen een goede en een slechte vrouw, maar het dient eerder als voorbeeld voor een man in het maken van de juiste partnerkeuze. Deze conclusie is het tegenovergestelde van eerdere interpretaties van Alc. 42: de stad Troje is niet vanwege Helena ten onder gegaan, maar eerder vanwege een man, die een slechte huwelijkskeuze had gemaakt. De episode van de bruiloft van Peleus en Thetis wordt dus door de verteller ingezet als tekst-extern voorbeeld voor een man, die, mits hij de juiste huwelijkspartner kiest, een ὄλβιον kind als nageslacht krijgt.

Een tweede opvallende aanpassing aan het material is dat de verteller de aanwezigheid van de goden op de bruiloft van Peleus en Thetis uit het material heeft weggelaten. Dit is anders dan in de Ilias, waar de rol van de goden in het huwelijk van Peleus en Thetis juist sterk wordt benadrukt. Vergelijk, bijvoorbeeld, Ilias 24.337.71 Een verklaring voor deze aanpassing zou kunnen zijn dat de narrator het bruiloftsverhaal presenteert binnen het kader van een aristocratische man die een goede vrouw uitkiest. De nadruk ligt dus op zijn handelen. Het zou afbreuk doen aan de boodschap van het voorbeeld, als de verteller Peleus tot meewerkend voorwerp van de goden had gemaakt. Als de verteller zijn narratees duidelijk zou hebben gemaakt dat Peleus zijn vrouw, Thetis, gekregen zou hebben met behulp van de goden, dan zou Paris immers ook geen verantwoording hoeven af te leggen voor het meenemen van de ‘goddelijke gift’ in de vorm van Helena. Omdat de verteller de goden heeft geschrapt uit het material, doet hij een beroep op het verantwoordelijkheidsgevoel van zijn addressaat voor het kiezen van zijn vrouw, die bepalend is voor zijn afkomst en dus voor het voortbestaan van zijn polis. In

tegenstelling tot Peleus, richt Paris door zijn slechte vrouwenkeus zowel zijn hele familie als zijn gehele polis te gronde.

Over de aanwezigheid van Helena in de laatste strofe, concludeert Pallantza dat de verteller hiermee aangeeft dat ook zij, evenals Paris, verantwoordelijk is voor de verwoesting van Troje.72 Toch ligt in dit gedicht de nadruk op het mannelijke perspectief en niet zozeer op het vrouwelijke. Men zou dus een stap verder kunnen gaan door te stellen dat Alcaeus zijn eigen visie geeft op de Ilias, waar in passages als deze Helena’s gedachte wordt verwoord:

71καί οἱ θνητῷ ἐόντι θεὰν ποίησαν ἄκοιτιν – ‘en aan hem, hoewel hij een sterveling was, hebben zij een godin tot zijn

echtgenote gemaakt.’

72

Pallantza (2005) 29 ‘Die namentliche Benennung Helenas am Ende des Fragments erinnert an den locus communis ἀμφ'

Ἑλένᾳ und ist nicht als Wiederaufnahme der ersten Strophe zu verstehen, sondern als Hinweis darauf, daβ auch sie, neben Paris, die Schuld mitträgt.’

20

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In deze module behandelen we enige voorbeelden van berekeningen met matrices waarvan de elementen polynomen zijn in plaats van getallen.. Dit soort matrices worden vaak gebruikt in

“Regels die nu niet worden gehandhaafd moeten worden afgeschaft of de handhaving van die regels dient te worden veranderd”.

In  de  twintigste  eeuw  heeft  deze  kwestie  door  het  werk  van  Milman  Parry  een  nieuwe  wending  gekregen.  Volgens  zijn  theorie  vormen  de  Ilias 

Het centraal examen Griekse taal en literatuur heeft betrekking op de domeinen A, B (voor zover dat mogelijk is, gelet op het karakter van het centraal examen) en C.. Het

Latijnse taal en literatuur en Griekse taal en literatuur kunnen op het atheneum als keuze examenvak worden gekozen, indien het bevoegd gezag ervoor kiest deze vakken

Latijnse taal en literatuur en Griekse taal en literatuur kunnen op het atheneum als keuze examenvak worden gekozen, indien het bevoegd gezag ervoor kiest deze vakken

Het is het enige bedrijf ter wereld dat op commerciële schaal het volledige spectrum van materiaaltechnologieën voor de transitie naar een schonere mobiliteit aanbiedt.&#34;..

Gelet op de overweldigende steun voor de schikking en het zeer beperkte aantal opt-out kennisgevingen dat tot dusver ontvangen werd, heeft de raad van bestuur van Ageas tijdens