• No results found

9 Fig. 2.2: Het plangebied (rood omlijnd) op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (bron: Archis2).

In de periode Laat-Paleolithicum - Neolithicum (ca. 12.000 – 2000 v. Chr.) waren de dekzand-gebieden van Westerwolde en dan met name de hoger gelegen ruggen en koppen langs rivieren, beken en natte laagtes, door de mens bewoond. In de regio waarin het plangebied is gelegen zijn bewoningssporen aangetroffen uit het Mesolithicum (8800 - 4900 v. Chr.) en het Neolithicum (4900-2000 v. Chr.). Vanaf 2000 v. Chr. raakten veel van de dekzandgebieden vernat en werden geleidelijk overdekt met een pakket veen, waardoor bewoning niet meer mogelijk was en ook de toegankelijkheid zeer beperkt moet zijn geweest.

In de Bronstijd (2000 - 800 v. Chr.) heeft de mens zich nog wel opgehouden in dit gebied, maar wellicht alleen om er doorheen te trekken en er offers te brengen. In de Middeleeuwen werd het Westerwoldse veengebied in ontginning genomen en werden de eerste esdorpen gesticht. De Klooster Venen (Fig. 2.4), waarbinnen het plangebied ligt, behoorden tot het bezit van de laatmid-deleeuwse priorij van Ter Apel. Vanaf het midden van de 19e eeuw werden de venen rondom Ter Apel in ontginning genomen.1

Voor de historische ontwikkeling is historisch kaartmateriaal geraadpleegd. Op zowel het minuut-plan uit het begin van de 19e eeuw (Fig. 2.3), de militair-topografische kaart van Hugenuenin (1819 - 1829; Versfelt & Schroor 2005) als op een militair-topografische kaart uit 1852 (Fig. 2.4) is het plangebied onbebouwd en in gebruik als akker. Aan deze onbebouwde situatie kwam pas in het midden van de jaren '80 verandering, toen ter plekke een NAVO-depot werd gevestigd (Fig.

2.5). In het midden van de jaren '90 werd dit depot vervangen door het AZC.

2.5 Bodemverstoring

Binnen het plangebied zijn geen bodemverontreinigingen, saneringen of ondergrondse olietanks, benzinepompinstallaties en dergelijke bekend waardoor archeologische resten mogelijk verloren zijn gegaan (www.bodemloket.nl).

1 Ontleend aan Mennens-van Zeist 2010.

10 Fig. 2.3: Het plangebied (rood omlijnd) op de kadastrale minuut uit het begin van de 19e eeuw (bron:

www.watwaswaar.nl).

Fig. 2.4: Het plangebied (rood omlijnd) op een militair-topografische kaart uit 1852 (bron: www.watwaswaar.nl).

Fig. 2.5: Het plangebied (rood omlijnd) op een topografische kaart uit 1987 (bron: www.watwaswaar.nl).

11 2.6 Specifieke archeologische verwachting

Op basis van bovenstaand bureauonderzoek is voor het plangebied een gespecificeerde archeolo-gische verwachting opgesteld (Tab. 2.1). In het plangebied zijn zeer waarschijnlijk bodems aan-wezig waarin podzolvorming heeft plaatsgevonden (in dit geval moerige podzolbodems met veen-koloniaal dek en een moerige tussenlaag). Bewoningsresten uit de steentijden bevinden zich voor-al op dergelijke bodems. De aanwezigheid van een podzolbodem duidt op goede ontwatering van het dekzand en de prehistorische mens had een bewoningsvoorkeur voor dergelijke droge bodems (Mennens-van Zeist 2010).

Tot het midden van de jaren '80 was de onderzoekslocatie niet bebouwd. Daarna was ter plekke eerst een NAVO-depot gevestigd, daarna het huidige AZC. De stook bouwland direct ten zuiden van het AZC is voor zover bekend nooit bebouwd geweest. Daarom zal binnen een groot deel van de onderzoekslocatie sprake zijn van een onverstoorde bodem, waardoor de kans bestaat dat ar-cheologische waarden in de bodem aanwezig zijn.

Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat uit het bureauonderzoek niet duidelijk is geworden in welke mate de bodem is verstoord door bouw en gebruik van het NAVO-depot en het AZC.

Periode Verwachting Verwachte kenmerken vindplaats Diepteligging sporen Laat-Paleolithicum -

Neolithicum hoog bewoningssporen, tijdelijke kampementen, vuursteen artefacten, haardkuilen

in en direct onder de bouwvoor

Bronstijd middelhoog fragmenten aardewerk, metaal, gebruiksvoor-werpen

in en direct onder de bouwvoor

IJzertijd - Nieuwe tijd laag niet van toepassing -

Tab. 2.1 Archeologische verwachting per periode voor het plangebied.

12

3 Booronderzoek

3.1 Werkwijze

Naar aanleiding van het bureauonderzoek is een karterend booronderzoek uitgevoerd in een grid van 40 x 50 m (gemiddeld 6 boringen per hectare) om de mate van gaafheid van de bodem op de akker (deelgebied A) in kaart te brengen. In totaal zijn 24 boringen gezet op de 4 ha grote akker.

Er stonden tot voor kort aardappels, maar deze zijn een week voor de uitvoer van het veldwerk gerooid. De bodem was daardoor goed zichtbaar, waardoor er een veldkartering kon worden uit-gevoerd. De boorlocaties zijn uitgezet met een handheld GPS-toestel en een meetlint. De bo-ringen zijn uitgevoerd met een Edelmanboor met een boordiameter van 7 cm en werden tot zeker 30 cm in de C-horizont gezet. Het opgeboorde bodemmateriaal is in het veld gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 4 mm. Het bodemmateriaal is geïnspecteerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren zoals houtskool, vuursteen en aardewerk. De boringen zijn beschreven conform de NEN 5104 en de bodemclassificatie volgens De Bakker en Schelling (1989).

3.2 Beschrijving en interpretatie van de boorgegevens

Voor de ligging van de boorpunten wordt verwezen naar Bijlage 3, de boorbeschrijvingen zijn te vinden in Bijlage 4.

3.2.1 Sediment

Volgens de geomorfologische kaart bestaat de diepere ondergrond in het plangebied uit keileem.

De top van de keileem is in geen enkele boring aangetroffen, wat wil zeggen dat deze laag dieper ligt dan 130 cm -mv (de maximale diepte van de gezette boringen). Wel werd in enkele boringen het opgeboorde dekzand onderin de boring meer lemig van karakter (boringen 6, 8, 10 en 12).

De keileem is op de akker afgedekt met goed gesorteerd, matig siltig, matig fijn zand. Op basis van de goede gesorteerdheid is het zand geïnterpreteerd als dekzand. Op het dekzand heeft volg-ens de bodemkaarten een venige, moerassige bovengrond gelegen. Deze veenlaag is niet in de bo-ringen gevonden. In bobo-ringen 5 en 6 zijn in de boorkern wel wat losse brokken sterk veraard veen waargenomen.

3.2.2 Bodem

In het dekzand zijn podzolgronden ontwikkeld. Deze podzolbodems waren herkenbaar in boring-en 1 t/m 6 boring-en 21 t/m 23, maar blekboring-en sterk te zijn verstoord door het diepploegboring-en van de akker.

Slechts in één boring (boring 18) was sprake van een intact bodemprofiel. Op 5 m vanaf boring 18 is in alle windrichtingen een boring gezet om te verifiëren of hier een groter deel van de bodem intact was. Dit bleek niet het geval. De controleboringen lieten op een diepte van ca. 40 cm -mv al een sterk verstoorde podzolbodem zien. Deze boringen zijn dan ook na ca. 50 cm gestaakt.

De akker is nu nagenoeg vlak. Dit is niet altijd zo geweest. In boring 10 is een ophogingslaag ge-vonden bestaande uit een verstoorde podzol. Onder deze ophogingslaag (uitvlaklaag) werd een tweede bouwvoor aangetroffen. Deze bouwvoor lag direct op een niet-gepodzoleerde bodem (C-horizont). Op een detailkaart van het AHN is te zien dat er minimale hoogteverschillen zijn in het maaiveld (Fig. 3.1). Daar waar deze kaart geel tot rood kleurt is een verploegde podzolbodem gevonden. In boringen 7 t/m 9, 11 t/m 17, 19, 20 en 24 werd een A/C profiel aangetroffen, hier lag de bouwvoor direct op de horizont. Tussen de bouwvoor en de bijna ongestoorde C-horizont is een menglaag van beide lagen aanwezig.

13 Fig. 3.1: Een detail uit het AHN. Het zwarte kader geeft de akker (deelgebied A) aan (bron: www.ahn.nl).

3.3 Archeologische indicatoren

Bij de controle van het opgeboorde bodemmateriaal zijn geen archeologisch interessante vondsten gedaan. Er werden ook bij de uitgevoerde veldkartering geen artefacten of indicatoren gevonden die wijzen op menselijke aanwezigheid in het plangebied in het verleden.

3.4 Archeologische interpretatie

Op basis van het vooronderzoek geldt voor het plangebied een hoge verwachting voor vindplaat-sen uit de periode Laat-Paleolithicum - Neolithicum en een middelhoge verwachting voor resten uit de Bronstijd.

In de akker (deelgebied A) waarin het booronderzoek is uitgevoerd, zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats. Dit betekent dat de hoge verwachting voor de bovengenoemde periode naar 'laag' kan worden bijgesteld. Tijdens het booronderzoek is wel vastgesteld dat in een deel van de akker (met name in de oostelijke helft) een intacte podzolbodem aanwezig was in het verleden. Podzolbodems vormen zich in gebieden met een goede afwatering, waardoor de locatie relatief droog blijft. In de prehistorie hebben mensen een voorkeur gehad voor deze bodems in de keuze voor een tijdelijke verblijf- of woonplaats. De podzolbodem op de akker is gediepploegd, waardoor eventuele archeologische sporen vernietigd zullen zijn. Voor het bebouwde deel van het plangebied (het AZC, deelgebied B) kunnen op basis van deze resultaten geen uitspraken gedaan worden over de gaafheid van de bodem en de aan- of afwezigheid van archeologische waarden.

14

4 Conclusie

4.1 Inleiding

Het doel van het karterende veldonderzoek is om de in het bureauonderzoek opgestelde ver-wachting te toetsen. In paragraaf 4.2 wordt antwoord gegeven op de onderzoeksvragen zoals die voorafgaand aan het onderzoek zijn geformuleerd. In paragraaf 4.3 wordt een advies gegeven ten aanzien van archeologisch vervolgonderzoek. Het plangebied is in deelgebieden onderverdeeld:

deelgebied A betreft de akker, deelgebied B betreft het bebouwde deel van het plangebied, het AZC.

4.2 Conclusies / beantwoording van de onderzoeksvragen

1. Wat is de opbouw van de ondergrond en is het bodemprofiel intact?

De natuurlijke ondergrond bestaat uit keileem dat is afgedekt met dekzand. In het dekzand zijn pod-zolgronden ontwikkeld. Volgens de bodemkaart is het dekzand afgedekt geweest met een venige (moe-rige) laag. Deelgebied A is door middel van boringen onderzocht. De moerige laag is niet meer op de onderzochte akker aanwezig. In de oostelijke helft van de akker werd wel een sterk verploegde podzol-bodem aangetroffen. In de westelijke helft is de podzolgrond geheel verdwenen en is de podzol-bodem tot in de C-horizont verstoord, waardoor hier sprake is van AC-profielen. De bodem in deelgebied B (het bouwde deel van het AZC) is nog niet met boringen onderzocht. Dit deel van het plangebied is nu be-bouwd en was hiervoor in gebruik als NAVO- basis. De verstoringen die zijn ontstaan bij de aanleg hiervan zijn niet bekend. Omdat het terrein al langer bebouwd is, is de kans niet groot dat hier de mo-gelijk aanwezige podzolbodems sterk verploegd zijn.

2. Wat is de specifieke archeologische verwachting van het plangebied en wordt deze bij het veldonderzoek bevestigd?

In deelgebied A zijn geen vindplaatsen aanwezig. Zowel in de boringen als tijdens de veldkartering zijn geen archeologische indicatoren of artefacten gevonden. Daarnaast is het bodemprofiel sterk verploegd en zullen eventueel aanwezige sporen zijn vernietigd. Het bodemprofiel laat zien dat er wel een intacte podzolbodem in de akker aanwezig is geweest. Dit wijst erop dat het plangebied in het verleden langere droge perioden heeft gekend. Deze drogere locaties werden vaak als (tijdelijke) verblijfplaats door mensen gekozen. Door de sterke verstoring van de podzolbodem door het diepploegen, is de kans op redelijk bewaarde goed interpreteerbare archeologische sporen echter zeer klein. Indien de podzolbodem in het bebouwde deel van het plangebied (deelgebied B) nog intact is, is de archeologische verwachting van dat deel van het terrein middelhoog tot hoog. Om vast te stellen hoe het bodemprofiel eruit ziet, zullen hier nog boringen moeten worden gezet.

3. In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen graafwerkzaamheden?

In de akker (deelgebied A) worden geen archeologische resten meer verwacht en zullen de graafwerk-zaamheden geen bedreiging vormen voor het archeologische bodemarchief.

In het bebouwde deel van het plangebied (deelgebied B) is de bodemgesteldheid nog niet vast gesteld.

Van dit deel van het terrein is daarom niet bekend of er archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of deze bedreigd worden door de toekomstige ingrepen.

4.3 Advies

Op de akker (deelgebied A) worden geen archeologische resten meer verwacht en zullen de graaf-werkzaamheden geen bedreiging vormen voor het archeologische bodemarchief. Voor deelgebied A adviseert Archeodienst BV geen nader archeologisch onderzoek uit te voeren, maar het gebied vrij te geven.

Binnen het bebouwde deel van het plangebied (deelgebied B, het AZC) heeft geen veldonderzoek plaatsgevonden. Op basis van de resultaten van het veldonderzoek op de akker kan worden ge-steld dat in het plangebied een podzolbodem aanwezig is. Deze is op de akker sterk verstoord door diepploegen. Voor deelgebied B is echter niet bekend of en in welke mate de bodem

15 stoord is. Archeodienst BV adviseert daarom om door middel van karterende boringen dit deel van het plangebied hierop te onderzoeken. Het bebouwde deel omvat ca. 10 ha. Wanneer geen (grotendeels) intact bodemprofiel en/of archeologische indicatoren of artefacten worden aange-troffen, dan kan ook deze locatie worden vrijgegeven.

Op grond van de resultaten van het onderzoek acht Archeodienst BV een archeologisch vervolg-onderzoek noodzakelijk voor het deelgebied B.

Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Met nadruk wijst Archeodienst BV erop dat dit selectieadvies nog niet betekent dat reeds bodemverstorende activiteiten of daarop voorbe-reidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek zullen name-lijk eerst moeten worden beoordeeld door de bevoegde overheid (gemeente Vlagtwedde), die ver-volgens een selectiebesluit neemt.

Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke in-zichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het aantreffen dan wel vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen. Aangezien het onderzoek is uitgevoerd door middel van een steekproef kan echter, op basis van de onderzoeksresultaten, de aan- of afwezigheid van eventuele archeologische waarden niet met zekerheid gegarandeerd worden. Indien bij graafwerkzaamheden archeologische waarden worden aangetroffen dienen deze conform de Monumentenwet 1988, artikel 53, bij de minister gemeld te worden. Ook verdient het de aanbeveling de gemeente hierover in te lichten.

16

Literatuur

Bakker, H. de/J. Schelling, 1989 (1966): Systeem van de bodemclassificatie voor Nederland, Wageningen.

Berendsen, H.J.A. 2005: Fysische Geografie van Nederland, Assen.

Berendsen, H.J.A., 2004: De vorming van het land; Inleiding in de geologie en de geomorfologie, Assen.

Centraal College van Deskundigen Archeologie, 2010: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.2, Gouda.

Mennens-van Zeist, A., 2010: Ter Apel dorp, gemeente Vlagtwedde. Een Archeologisch Bureauonderzoek, Groningen (Steunpunt Libau).

Mulder, E.F.J. de/M.C. Geluk/I.L. Ritsma/W.E. Westerhof/T.E. Wong, 2003: De ondergrond van Nederland, Groningen.

Kadaster, 2009: Topografische kaart 1: 25.000, Apeldoorn.

NEN (Nederlands Normalisatie Instituut), 1990: NEN-5104:1989 NL, Classificatie van onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie Instituut, Delft.

Versfelt, H.J./M. Schroor, 2005: De atlas van Huguenin. Militair-topografische kaarten van Noord-Nederland, Groningen/Veendam.

Websites

http://www.ahn.nl (Actueel Hoogtebestand van Nederland) http://www.watwaswaar.nl (diverse historische kaarten)

http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html (diverse kaarten, waaronder IKAW en AMK) http://www.bodemloket.nl (Bodemloket)

http://geoservices.provinciegroningen.nl/Flamingo/Kaarten/bodeminformatie/

Lijst van afbeeldingen

Fig. 1.1: Het plangebied (rood omlijnd) op de topografische kaart (bron: kadaster 2011). ...5 Fig. 1.2: Luchtfoto van het bebouwde deel van het plangebied (deelgebied B; rood omlijnd) en de

akker (deelgebied A; rode stippellijn). De delen samen vormen het hele plangebied (bron:

Frans Beune Landschap en Stedenbouw). ...5 Fig. 1.3: Toekomstige situatie (bron: Frans Beune Landschap en Stedenbouw). ...6 Fig. 2.1: Het plangebied (blauw omlijnd) op het Actueel Hoogtebestand van Nederland. De rode lijn geeft het hoogteprofiel (rechtsboven) aan (bron: www.ahn.nl). ...8 Fig. 2.2: Het plangebied (rood omlijnd) op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (bron:

Archis2l). ...9 Fig. 2.3: Het plangebied (rood omlijnd) op de kadastrale minuut uit het begin van de 19e eeuw

(bron: www.watwaswaar.nl). ... 10 Fig. 2.4: Het plangebied (rood omlijnd) op een militair-topografische kaart uit 1852 (bron:

www.watwaswaar.nl). ... 10 Fig. 2.5: Het plangebied (rood omlijnd) op een topografische kaart uit 1987 (bron:

www.watwaswaar.nl). ... 10 Fig. 3.1: Een detail uit het AHN. Het zwarte kader geeft de akker (deelgebied A) aan (bron:

www.ahn.nl). ... 13

17

Lijst van tabellen

Tab. 2.1 Archeologische verwachting per periode voor het plangebied. ... 11

Bijlage 1. Bodemkaart

iWp iWz

iVz

iWp iWp

iWz

266000

545000 545000

546000 546000

Legenda

Plangebied

±

0 125 250 500m

Veengronden met een veenkoloniaal dek op zand zonder humuspodzol, beginnend ondieper dan 120 cm -mv

Moerige podzolgronden met een veenkoloniaal dek en een moerige tussenlaag Moerige podzolgronden met een veenkoloniaal dek en een moerige tussenlaag op zand

iVz iWpiWz

Bijlage 2. Geomorfologische kaart

266000

545000 545000

546000 546000

Legenda

Plangebied 2M44

2M45

±

0 125 250 500m

Veenkoloniale ontginningsvlakte, relatief laaggelegen Veenkoloniale ontginningsvlakte, relatief hooggelegen

2M44

2M45

2M45

2M45

Bijlage 3. Boorpuntenkaart

!

Bijlage 4: Boorbeschrijvingen

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

1 30 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

70 Zs1 h1 mix A/E/B/C sterk verstoorde podzol

120 Zs1 ge C verstoord door diepploegen

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

2 30 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

80 Zs1 h1 mix B/C/A sterk verstoorde podzol

120 Zs1 ge C verstoord door diepploegen

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

3 30 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

75 Zs1 h1 mix B/C/A sterk verstoorde podzol

120 Zs1 ge C en A verstoord door diepploegen

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

4 40 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

90 Zs1 h1 mix B/C/A sterk verstoorde podzol

120 Zs1 ge C en A verstoord door diepploegen

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

5 40 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

90 Zs1 h1 mix B/C/A

sterk verstoorde podzol en brokken veraard veen

120 Zs1 ge C en A verstoord door diepploegen

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

6 40 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

90 Zs1 h1 mix B/C/A

sterk verstoorde podzol en brokken veraard veen

120 Zs2 ge/gn C en A

verstoord door diepploegen, zeer lemig zand

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

7 25 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

80 Zs1 h1 mix A/C sterk verploegd

130 Zs2 ge C verstoord door diepploegen

Project: 57368-Ter Apel-AZC_BO+IVO-K

Datum: 09-08-2013

Beschreven door: Elma Schrijer

Boortype: Edelman boor 7 cm

Maaswijdte: Niet van toepassing

Bijzonderheden: Grondwaterstand op ca. 120 cm -mv

Pagina: 1/4

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

8 30 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

80 Zs1 h1 mix A/C sterk verstoorde podzol

120 Zs2 ge/gn C

verstoord door diepploegen, zeer lemig zand

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

9 25 Zs1 h2 dgr A bouwvoor lichte verhoging mv

40 Zs1 h1 mix A/C sterk verploegd

120 Zs1 ge C verstoord door diepploegen

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

10 25 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

50 Zs1 h1 mix A/B/C sterk verstoorde podzol

60 Zs1 h2 dgr A

oudere bouwvoor: sterk verploegd

100 Zs2 ge/gn C

verstoord door diepploegen, zeer lemig zand met wortels van veen of riet

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

11 25 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

60 Zs1 h1 mix A/C sterk verploegd

120 Zs1 ge C verstoord door diepploegen

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

12 25 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

50 Zs1 h1 mix A/C sterk verploegd

100 Zs2 ge/gn C

verstoord door diepploegen, zeer lemig zand met wortels van veen of riet

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

13 20 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

30 Zs1 h1 mix A/C sterk verploegd

55 Zs1 ge C

verstoord door diepploegen, lemig zand met wortels van veen of riet

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

14 25 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

50 Zs1 h1 mix A/C sterk verploegd

80 Zs1 ge C

verstoord door diepploegen, lemig zand met wortels van veen of riet

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

15 30 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

55 Zs1 h1 mix A/C sterk verploegd

90 Zs1 ge C

verstoord door diepploegen, lemig zand met wortels van veen of riet

Pagina: 2/4

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

16 25 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

60 Zs1 h1 mix A/C sterk verploegd

100 Zs1 ge C

verstoord door diepploegen, lemig zand met wortels van veen of riet

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

17 30 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

60 Zs1 h1 mix A/C sterk verploegd

100 Zs1 ge C

verstoord door diepploegen, lemig zand met wortels van veen of riet

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

18 25 Zs1 h2 dgr A Bodem intact

30 Zs1 h1 rdbr B

100 Zs1 ge C

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

19 40 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

60 Zs1 h1 ge/dgr A/C sterk verploegd

100 Zs1 ge C

verstoord door diepploegen, lemig zand met wortels van veen of riet

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

20 30 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

60 Zs1 h1 mix A/C sterk verploegd

100 Zs1 ge C

verstoord door diepploegen, lemig zand met wortels van veen of riet

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

21 20 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

60 Zs1 h1 mix A/E/B/C sterk verploegde podzol

100 Zs1 ge C verstoord door diepploegen

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

22 25 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

60 Zs1 h1 mix A/E/B/C sterk verploegde podzol

100 Zs1 ge C verstoord door diepploegen

Boring Diepte in cm - mv Textuur Humus Kleur Insluitsels Horizont Opmerkingen Vondst

23 25 Zs1 h2 dgr A bouwvoor

55 Zs1 h1 mix A/E/B/C sterk verploegde podzol

55 Zs1 h1 mix A/E/B/C sterk verploegde podzol

GERELATEERDE DOCUMENTEN