• No results found

Bodemkwaliteitskaart voor PFAS (BKK-PFAS)

4. KAARTEN BEHORENDE BIJ HET BELEID

4.3. Bodemkwaliteitskaart voor PFAS (BKK-PFAS)

Deze bodemkwaliteitskaart, wordt, om verwarring met de bodemkwaliteitskaart voor stoffen uit het standaardstoffenpakket grond te voorkomen, ook wel BKK-PFAS genoemd. De BKK-PFAS

bestaat uit de volgende kaartlagen:

• Zoneringskaart-PFAS

• Ontgravingskaart-PFAS (boven- en ondergrond);

• Toepassingskaart-PFAS (boven- en ondergrond).

In het rapport “Bodemkwaliteitskaart PFAS provincie Utrecht”, (opgesteld door de ODRU en de RUD Utrecht, rapportdatum 6 april 2021), is beschreven hoe de BKK-PFAS tot stand gekomen is [Lit. 16]. Hierna wordt ingegaan op de functie en het gebruik van de onderscheiden kaartlagen.

9 Zie Nota bodembeheer gemeente Vijfheerenlanden, par. 5.2

10 Zie Nota bodembeheer gemeente IJsselstein, par. 5.2. In figuur 1 op blz. 5 van de nota is het bodembeheergebied van IJsselstein geografisch weergegeven

4.3.1. Zoneringskaart-PFAS

Op deze kaart is de hele provincie Utrecht ingedeeld in gebieden met dezelfde bodemkwaliteit v.w.b. PFAS. Dit worden ook wel PFAS-zones genoemd. De stoffen die tot de PFAS-groep behoren, komen in het milieu door emissies uit fabrieken die de stoffen maken of gebruiken.

Door verspreiding via de lucht en/of via water is de bodem in de provincie Utrecht, in meer of mindere mate, afhankelijk van de afstand tot een PFAS-bronlocatie, belast geraakt met PFAS.

Voor het opstellen van de BKK-PFAS, zijn bodemonderzoeken waarin de gehalten aan PFAS bepaald zijn, verwerkt tot een definitieve Zoneringskaart-PFAS.

Doel van de Zoneringskaart-PFAS is:

Weergave van de PFAS-zones die in de provincie Utrecht voorkomen. De volgende PFAS-zones komen voor in de provincie Utrecht.

Bovengrond (0,0 – 0,5 m-mv):

PFAS B1: omvat het grondgebied van: Vijfheerenlanden (westelijk deel) en Lopik.

PFAS B2: omvat het grondgebied van: Vijfheerenlanden (oostelijk deel), Woerden (ten zuiden van de A12), Utrecht (ten zuiden van de A12), Oudewater, Montfoort en IJsselstein.

PFAS B3: omvat uit het grondgebied van Woerden (ten noorden van de A12), Utrecht (ten noorden van de A12) en de overige gemeenten in de provincie Utrecht.

Ondergrond (0,5 – 2,0 m-mv):

PFAS O1: omvat het grondgebied van: Vijfheerenlanden (westelijk deel).

PFAS O2: omvat het grondgebied van: Vijfheerenlanden (oostelijk deel) en de overige gemeenten in de provincie Utrecht, m.u.v. Lopik.

4.3.2. Ontgravingskaart-PFAS

Op deze kaart is per onderscheiden PFAS-zone het verwachte gemiddelde gehalte aan PFAS aangegeven voor zowel de bovengrond (0 – 0,5 m -mv) als voor de ondergrond (0,5 – 2 m - mv). Dit is gebaseerd op analysegegevens van PFAS uit bodemonderzoeken en in-situ partijkeuringen, die verricht zijn buiten PFAS-bronlocaties en afgeleid met behulp van statistiek.

Voor alle in het “Bodembeheergebied PFAS” onderscheiden PFAS-zones, zijn naast het rekenkundig gemiddelde, die de ontgravingskwaliteit aangeeft, ook enkele andere statische kengetallen opgenomen die van belang zijn, o.a. de 95-percentielwaarde (P95). Wanneer de P95 van een PFAS-zone de risicowaarde voor Wonen/Industrie overschrijdt, kan de Ontgravingskaart-PFAS niet als bewijsmiddel gebruikt worden, maar is altijd een partijkeuring nodig om de kwaliteit van de te ontgraven grond vast te stellen. Dit is het geval in de volgende PFAS-zones:

- Zone PFAS B1 - Zone PFAS O1.

Doel van de Ontgravingskaart-PFAS is:

Dat je van te voren kunt zien welke kwaliteit grond v.w.b. PFAS, je kunt verwachten in de PFAS-zone waar je gaat graven. In par. 7.3 (Stappenschema voor het grondverzet), wordt verder ingegaan op het gebruik van de Ontgravingskaart-PFAS in de praktijk. De Ontgravingskaarten-PFAS voor boven- en ondergrond zijn opgenomen als resp. bijlage 6A en 6B van deze Nota. Anders dan bij de Ontgravingskaart-S, worden op de Ontgravingskaart-PFAS

geen bodemkwaliteitsklassen aangegeven, maar worden de daadwerkelijk gemeten gemiddelde gehalten van de stoffen uit de PFAS-groep aangegeven. Dit is omdat er voor PFAS (nog) geen klasse-indeling bekend is. In tabel 6 is de “ontgravingskwaliteit” voor de stoffen uit de PFAS-groep per PFAS-zone aangegeven.

Let op:

Omdat het onmogelijk is om alle Gebiedsspecifieke eisen op Toepassingskaart-PFAS weer te geven, moet daarnaast ook altijd hoofdstuk 6 van deze Nota geraadpleegd worden om na te gaan welke Gebiedsspecifieke eisen er voor PFAS eventueel nog meer aan de orde zijn.

Tabel 6: Ontgravingskwaliteit per PFAS-zone (gecorrigeerde gemiddeld gemeten gehalten in µg/kg)

Zone Ontgravingskwaliteit PFAS

PFOS PFOA PFAS Overig

Bovengrond (0,0 – 0,5 m-mv)

PFAS B1 0,5 3,9 0,2

PFAS B2 0,7 2,3 0,3

PFAS B3 0,6 1,0 0,4

Ondergrond (0,5 – 2,0 m-mv)

PFAS O1 0,4 2,6 0,2

PFAS O2 0,3 0,5 0,2

Verklaring

Gemiddelde waarde in deze zone ligt onder de landelijke achtergrondwaarden PFAS (THK 2020) Gemiddelde waarde in deze zone ligt boven de landelijke achtergrondwaarden PFAS (THK 2020)

De landelijke achtergrondwaarden voor PFOS, PFOA en PFAS Overig zijn:

- PFOS: 1,4 µg/kg - PFOA: 1,9 µg/kg - PFAS Overig: 1,4 µg/kg

4.3.3. Toepassingskaart-PFAS

Op deze kaart is aangegeven welke toepassingseisen gelden voor PFAS. Deze toepassingseisen verschillen per bodemfunctie en zijn afhankelijk van de risicogevoeligheid van het bodemgebruik t.a.v. PFAS. Er is een Toepassingskaart-PFAS voor de bovengrond (0 – 0,5 m -mv) en voor de ondergrond (0,5 – 2 m -mv) opgesteld. De toepassingseisen zijn voor een aantal PFAS-zones/toepassingen gebiedsspecifiek. De vastgestelde Lokale Maximale Waarden (LMW) gelden dan voor die PFAS-zones/toepassingen in plaats van de toepassingswaarden uit het Tijdelijk Handelingskader PFAS van 2 juli 2020 (THK 2020), [Lit.

3].

De Toepassingskaart-PFAS voor de boven- en ondergrond is opgenomen in resp. bijlage 6C en 6D van deze Nota.

Doel van de Toepassingskaart-PFAS is:

Dat je van te voren kunt zien welke grondkwaliteit t.a.v. PFAS minimaal vereist is in de PFAS- zone of op de bodemfunctie waar je grond gaat toepassen. Om de grond daadwerkelijk te mogen toepassen, moet de toepasser, door middel van een (historisch) vooronderzoek, aantonen dat de ontgravingslocatie gelegen is buiten een PFAS-bronlocatie.

In par. 7.3 (Stappenschema voor het grondverzet), wordt verder ingegaan op het gebruik van de Toepassingskaart PFAS in de praktijk en onder stap 1 van het Stappenschema is een lijst opgenomen van activiteiten die specifiek PFAS-verdacht zijn. De Gebiedsspecifieke beleidsregels die gelden voor de PFAS zijn uitgewerkt in par. 6.2.

5. Gebiedsspecifiek beleid voor standaardstoffen

Alle 15 gemeenten in het werkgebied van de ODRU, kiezen ervoor om voor een aantal toepassingen Gebiedsspecifieke beleidsregels vast te stellen, omdat de regels uit het Generieke kader niet voor alle onderdelen passen bij de lokale bodemsituatie en/of de ambitie van de gemeente. In dit hoofdstuk is het Gebiedsspecifieke beleid van de 15 ODRU-gemeenten weergegeven. Eventuele afwijkingen van dit beleid met het door de gemeente Vijfheerenlanden en IJsselstein recent vastgestelde beleid, zijn apart bij het betreffende beleidsonderdeel vermeld (in een lichtblauw tekstkader).