• No results found

Blauwen in de praktijk

Het blauwen wordt in de praktijk volgens uiteenlopende recepten uitgevoerd. De verscheidenheid van voorkomende blauwkleuringsstrategieën wordt zelfs steeds groter ondanks of misschien wel dankzij de sterk toegenomen kennis gedurende de afgelopen jaren over blauwkleuring van hortensia. Zo is uit

onderzoek gebleken dat blauwkleuring in principe in elke fase van de teelt uitgevoerd kan worden. Van elke methode kunnen zowel zowel voor- als nadelen van de toepassing ervan worden genoemd. Dit maakt dat, in combinatie met de bedrijfsinrichting van elke individuele teler, er in de praktijk een scala aan

blauwkleuringsrecepten wordt gebruikt. Het is in principe elke teler aan te bevelen zijn receptuur nog eens te toetsen aan de in deze brochure genoemde en op basis van praktijkervaringen en recent onderzoek gebaseerde informatie.

Traditionele werkwijze: aluminium op de pot

Tot het jaar 1985 gebeurde het blauwen van hortensia vrijwel uitsluitend in de landfase tijdens de teelt van trekbare planten, in de periode augustus/september. Bij deze traditionele methode werd elke plant (potmaat 14 –15 cm) voorzien van 20 tot 30 gram kalialuin (5,7% aluminium) of soms ook aluminiumsulfaat (rosal, 8,2% aluminium). De planten werden dan één voor één voorzien van een eetlepel aluminium op de pot. De gift werd soms in één keer gegeven, maar dikwijls ook in twee of drie keer. Dit volgens de methode: “blad vastpakken, omhoog tillen en op de pot scheppen”. Door deze gift werd na het oplossen van de kalialuin een sterke pH- daling gerealiseerd zodat de aluminium beschikbaar kwam. Dikwijls werd de keuze gemaakt voor kalialuin boven aluminiumsulfaat. Kalialuin bevat kali en dat zou zowel de knopvorming als de latere bewaarbaarheid verbeteren. Deze methode wordt niet of nauwelijks meer toegepast om de volgende redenen:

• De methode is erg arbeidsintensief. Om het uitstrooien te vergemakkelijken wordt aluminium vermengd met 15 volumeprocenten droog fijn zand;

• De kans op wortelbeschadiging is heel groot door ongelijkmatige verdeling en zeer hoge zoutconcentratie in de pot;

• Watergeven is direct nodig anders kristalliseert aluminium-verbinding uit tot een slecht of onoplosbare verbinding;

• De methode heeft een weinig efficiënt gebruik van het middel; • Er vindt veel uitspoeling van kalialuin vanuit de pot plaats;

• De bloemkleur is onvoldoende voorspelbaar en geeft daardoor wisselende resultaten in kleuring van de bloemen.

Aluminium door de potgrond

De nadelen van deze traditionele methode van blauwkleuring worden gedeeltelijk opgeheven door het doormengen van aluminiumzouten door de potgrond. Door potgrondleveranciers wordt dan zgn. “blauwe grond”, als zijnde grond geschikt voor blauwe hortensia, geleverd. Aan het substraat worden hoeveelheden van 1,5 tot 5,0 kg/m3 aluminiumsulfaat of kalialuin toegediend. Doormengen van aluminium door de

potgrond kan gezien worden als basisbemesting voor de bloemkleur. Aluminium op deze wijze toegediend is niet voldoende om later, in de trekfase, een partij met een voldoende en uniforme blauwe kleur te realiseren. Het doormengen van aluminium door de potgrond moet daarom altijd samengaan met een aanvullende aluminiumdosering tijdens de teelt- en/of trekfase. In tegenstelling tot bijv. in Duitsland vindt bij Nederlandse telers slechts op beperkte schaal aluminiumdosering via de potgrond plaats. Hoewel het een gemakkelijke manier van werken is wordt het sterk verlagende pH-effect van aluminium op de potgrond als een groot nadeel ervaren. Aluminiumsulfaat werkt sterk verzurend wanneer het oplost. Dit komt doordat er waterstofionen vrijkomen. De invloed van de lage pH leidt tot verminderde groeiomstandigheden voor het gewas gedurende de vegetatieve fase. Door de aluminiumdosering wordt de chemische samenstelling van de potgrond minder controleerbaar. Door de lage pH, door aluminiumovermaat en door gebreks- en overmaatverschijnselen vindt een verminderde wortelgroei plaats. Een hogere kalkgift is niet toereikend om dit probleem ongedaan te maken en werkt de beschikbaarheid van aluminium voor het gewas tegen. Een oplossing voor genoemde problemen kan in de toekomst mogelijk gevonden worden wanneer aluminium als langzaam vrijkomende stof gedoseerd kan worden. Echter, als zodanig wordt aluminium tot nu toe niet geproduceerd.

Aluminiumdosering op het veld

Het praktijkonderzoek in Nederland heeft in 1991 duidelijk gemaakt dat het aangieten van aluminiumsulfaat, opgelost in water en toegediend in de periode augustus/september, een zeer effectieve is om de gewenste aluminiumopname in de teeltfase te realiseren. Een groot voordeel daarvan, boven mengen van aluminium door de potgrond, is dat de planten in de teeltfase zich beter kunnen ontwikkelen bij een, voor de groei, optimale pH. In de daarop volgende jaren zijn door de Dienst Landbouwvoorlichting, het praktijkonderzoek en de hortensiatelers in Nederland inspanningen verricht om voor blauwkleuring van hortensia voor het element aluminium tot bruikbare normen voor gehalten in het gewas te komen. Deze normen zijn opgesteld om de mate van blauwkleuring beter en al voor aanvang van de bewaarperiode te kunnen voorspellen.

Scheikundige structuurformules en percentages van kalialuin en aluminiumsulfaat (=rosal) K2SO4.Al2(SO4)3 = kalialuin

K + Al + S (%) 12 + 9 + 22

Al2(SO4)3.18 H2O = aluminiumsulfaat

Al + S (%) 8 + 14

Normen voor aluminiumgehalten in het gewas

Op basis van teeltregistratie en gewasanalyses zijn in 1993 enkele voorlopige adviezen voor aluminium in het blad voor aanvang van de bewaring vastgesteld.

Richtwaarden voor aluminium per kg droge stof van het gewas < 150 mg/kg = <6mmol/kg gehalte te laag

150 - 400 mg/kg = 6-15mmol/kg gehalte laag, groot risico voor miskleur 400 - 500 mg/kg = 15-20mmol/kg voldoende, kans op invloed andere factoren

> 500 mg/kg = >20mmol/kg voldoende > 1000 mg/kg = >40mmol/kg hoog

Bekend is inmiddels dat de huidige normen voor aluminiumgehalten niet voor elke cultivar geheel hetzelfde zijn. Zo wordt in Duitse literatuur 1000 mg Al/kg als norm aangehouden voor een goede kleur. Deze norm kan als veilig worden aangemerkt. Bij sommige cultivars wordt met een relatief grote hoeveelheid aluminium in het gewas een minder goede blauwkleuring bereikt, terwijl bij andere cultivars al met een gehalte van ca. 600 mg Al/kg drogestof een diepblauwe kleur bereikt wordt. Een indeling van cultivars naar

aluminiumbehoefte is op dit moment nog niet te maken.

Richtlijnen bij doseren aluminium

De richtlijnen voor het doseren van aluminium tijdens de teeltfase op het buitenveld zijn als volgt omschreven: Aangieten met minimaal 5 gram aluminiumsulfaat netto per liter grond ofwel minimaal 6-8 gram aluminiumsulfaat netto per 14/15 cm pot. De aluminium wordt in het algemeen niet met de normale meststoffen mee gedoseerd. Begin met doseren vanaf het begin van de knopvorming, in augustus en september. Bij een dosering van 15 gram aluminiumsulfaat per liter water kan de blauwkleuring in drie of vier behandelingen plaatsvinden uitleggen. Het gewas moet worden nageregend om verbranding te voorkomen. Er kan ook gekozen worden voor een lagere dosering in combinatie met vaker behandelen. Voordelen van de methode van oplossen van aluminiumsulfaat en aangieten in de teeltfase zijn:

• Bij twijfels over de te verwachten bloemkleur kan er in de trek worden nageblauwd;

• Ten opzichte van de oorspronkelijke “één eetlepel kalialuin op de pot methode” kan met aanzienlijk minder aluminium een goed kleuringsresultaat behaald worden;

• De aluminium wordt gelijkmatig verdeeld in het substraat;

• De bloemkleur van de hortensia kan op een later tijdstip bepaald worden. Er kan hierdoor later en daardoor beter op de marktvraag naar rose of geblauwde hortensia ingespeeld worden.

Dit geldt zowel voor levering als halfwas alsook voor levering als bloeiende plant.

In de praktijk wordt vooral aluminiumsulfaat gebruikt vanwege het hogere gehalte aluminium (8,2% Al) dan kalialuin (5,7% Al, 10% K2O) en ammoniakaluin (5,9% Al, 3% N). Het hogere aluminiumgehalte in

aluminiumsulfaat betekent een lagere zoutbelasting dan wanneer een zelfde hoeveelheid aluminium gedoseerd wordt met gebruik van kalialuin of ammoniakaluin. Het gebruik van kalialuin heeft weer een voorkeur i.v.m. de extra kaligift. Kalialuin is een onzuiver product en is zeer hygroscopisch waardoor het gemakkelijk gaat kluiten. Het gebruik van ammoniakaluin kan niet worden aanbevolen omdat het bij dosering in het najaar veel stikstof bevat. Het gewas heeft op dat moment, in de knopvormende fase, minder

behoefte aan stikstof en meer behoefte aan kalium. Bovendien kan het ammoniumbestanddeel het gewas beschadigen.

In onderzoek is ervaren dat een hogere EC-dosering of een lager fosfaatgehalte dan voor de hortensiateelt gebruikelijk is, geen of een beperkte praktische betekenis heeft als het gaat om een negatieve invloed op de aluminiumopname en daarmee op de blauwe bloemkleur van hortensia. Als gevolg van hoge

aluminiumgiften is fosfaatgebrek eerder te verwachten. Dit kan worden vermeld omdat er in oudere literatuur “miskleuren” en “aluminiumvastlegging” worden toegeschreven aan bemestingsniveau en het fosfaatgehalte bij bemesting. Waarschijnlijk is de invloed ervan geringer dan aanvankelijk werd gedacht.

Soms wordt het optreden van calciumgebrek toegeschreven aan de dosering van aluminiumsulfaat. De calcium bindt zich tot calciumsulfaat. Calciumgebrek treedt echter nooit primair op en ontstaat altijd door slecht transport in het gewas. Mede afhankelijk van klimaatomstandigheden kan calciumgebrek optreden. Calciumgebrek tijdens de trek is vooral te herkennen aan misvorming van de jonge bladeren en bladranden.