• No results found

Bijlemer Post - 1970

In document Heere Heeresma, Vader vertelt · dbnl (pagina 136-140)

‘Bijlmer, toekomstig rampgebied!’

Mr. Roesinghe die, als hij dat zou willen, ook nog Prof. Dr. Ing. voor zijn naam kan

zetten, is een man die er belangrijk jonger uitziet dan hij is. Jarenlang heeft hij én

voor de B.B. én voor verschillende instituten waaronder K.M.A. ‘gedacht’. Hij heeft

niets anders gedaan dan zitten denken aan allerlei rampen

die ons zouden kunnen treffen en aan de hand daarvan modellen gekomponeerd. Zo

kon hij, bij de treinramp in Dinxperlo, prompt een reddingmodel leveren omdat hij

die ramp al van tevoren had zien aankomen. Het behoeft geen betoog dat de hulp

aldaar bizonder snel en grondig van de grond kwam. Wij hebben hem bezocht om

hem enige vragen te stellen over de toestand in onze Bijlmermeer. Terecht naar bleek.

We vroegen hem hoe de Bijlmer zich zou houden onder verschillende calamiteiten.

Mr. Roesinghe:

‘De Bijlmer houdt zich nergens onder. En men kan niet zeggen dat er nooit

gewaarschuwd is. Alleen van mijn kant zijn er zeker vijf missieven uitgegaan naar

de Tweede-kamerkommissie voor Rampen en Tegenspoeden. Het heeft niets

uitgemaakt. In de Bijlmer is zelfs geen waarschuwingssysteem, geen sineres. Willem

ze misschien wanneer dit nodig is agenten met ratels langs de flats laten gaan? Ik

weet het niet. Kijk, je hebt verschillende mogelijkheden. Bijvoorbeeld een

overstroming. De Bijlmer heeft als bodem een zandlaag van ongeveer 8 meter. Deze

zandlaag is opgespoten. Dit wordt wel meer gedaan. Alleen, zoals het in de Bijlmer

werd gerealiseerd wijkt het toch wel in sterke mate af van wat elders in zwang is.

De geijkte en ook beste - want veiligste - manier is om eerst rondom het op te hogen

gebied een muur van baksteen of beter nog, beton aan te brengen, zodat je een

gigantisch soort bak krijgt waarvan de bodem wordt gevormd door de weke

veengrond. Daarna de pijplijn aanleggen en spuiten maar. Het water dat het zand

vervoert spoelt weg door zogenaamde Biedersluizen, openingen die in de muur zijn

aangebracht. Ikzelf ben zelfs dáár nog tegen omdat het evenzoveel zwakke plekken

in die muur betekent. In Italië, een land dat van oudsher worstelt met

lijk tembare, geregeld over de rand vloeiende rivieren als de Po, laat men zelfs die

Biedersluizen weg, trekt de muur alleen wat hoger op. Het zand zinkt, het water komt

boven en men laat dat dan rustig verdampen. Al duurt het een jaar. Maar wat in de

Bijlmer is klaargestoofd,’ zegt Mr. Roesinghe, ‘is ongelooflijk. Men is zomaar

begonnen, zonder veiligheidsgordel. Men heeft de transportpijp midden in het gebied

gelegd en blazen maar, jongens. Bulldozers schoven al dat zand dan wel verder over

het op te hogen gebied en egaliseerden het zo'n beetje. Gevolg onbeschermde flanken

van los zand, hier en daar met wat helm beplant alsof dat redding kan brengen. Eén

overstroming, zoals laatst nog, in oktober 1893, en die gehele, inmense oppervlakte

van zand onder de Bijlmer komt in beweging en spoelt gegarandeerd weg. Dat

betekent, dat, rekening houdend met de zwakke punten in onze waterkeringen, de

glooiing van het landschap en de meest voorkomende windrichting, Amsterdam-Oost

en Watergraafsmeer onder inmense zandduinen van veertig tot zestig meter worden

bedolven. Het wil ook zeggen, om ons tot de Bijlmermeer te bepalen, dat onder de

flats waarvoor is geheid, de betonnen palen voor acht meter bloot komen. Nu zijn

die palen vele meters langer en kunnen wel wat hebben als... ze recht in de grond

zijn geheid. Maar ja, dat is natuurlijk nooit te kontroleren. Zo'n heiblok is geen

naaimachine. Men heeft berekend dat één op de vijf palen reeds een afwijking toont

van meer dan 5 centimeter. Nu is dat niet erg, maar de grond moet niet voor ruim

acht meter weg spoelen want dan komt het gewicht tenslotte maar op een paar palen

te rusten en kantelt zo'n flat als een ouwe fiets onderste boven. Zeker in Deel A. De

guirlandebouw in de andere delen is wat dat betreft iets stabieler als... ook daarvoor

een geheide fundering was

bruikt. Helaas is dat niet het geval. Deze flats rusten op zgn. drijfplaten, ruim twee

meter dikke betonplaten die tot één stuk zijn gegoten. Zolang er geen of weinig wind

staat tijdens een overstroming kán het meevallen. Let op, ik zeg KAN want zeker

weten doe je niks. Maar o wee wanneer door welke oorzaak dan ook enige stroming

ontstaat. Nog een kopje koffie?’

Is het plotseling donker geworden in het gezellige kantoor van Mr. Roesinghe, daar

hoog, boven de Coolsingel in Rotterdam? Gelukkig, alleen maar een wolk voor de

zon. Inmiddels hebben twee van zijn assistenten, donkere mannen uit Oeganda die

met een beurs van de Unesco studeren op de School for International Studies in Den

Haag en hier stage lopen, door middel van een video-recorder op een matglazen plaat

de plattegrond van de Bijlmer en de verschillende bouwprincipes geprojekteerd.

‘Zullen we dan maar weer?’ vraagt Mr. Roesinghe die inmiddels naast de

geprojekteerde beelden heeft postgevat:

‘De hoogbouw heeft in ieder geval één voordeel,’ hervat Mr. Roesinghe zijn

betoog, terwijl hij met een lange stok rondcirkelt. ‘Neem nu eens die opstoten en

rellen waar Amsterdam zo rijk aan is. De politie en marechaussee hebben de

beschikking over de Lee E. - 14 granaatwerper, die projektielen uitstoot met een

lading lach- of traangas, bedoeld om e.e.a. te onderdrukken en te verspreiden. Dit is

een Engels produkt. Over de vlakke grond, dus wanneer een uitgestoten projektiel

horizontaal voortsnort, is het vrij doeltreffend, waarmee ik bedoel dat je kan richten,

desnoods op één man. Maar vertikaal, we zagen het bij het Maagdenhuis, zijn de

resultaten maar zozo.

Horizontaal kan een beetje schutter, mét een dubbele lading zeker een afstand van

In document Heere Heeresma, Vader vertelt · dbnl (pagina 136-140)