• No results found

Bijlage 2: Vragenlijsten interviews

In document Bbz 2004: uit het startblok (pagina 101-107)

Toelichting dossierformat

13 Bijlage 2: Vragenlijsten interviews

Vragenlijst gemeente

A. Doelstelling en effecten Bbz

1

Op welke wijze heeft de gemeente de doelstellingen ten aanzien van het Bbz verwoord in haar beleid? Zijn expliciete doelstellingen geformuleerd ten aanzien van de effectiviteit (doelbereik) of doelmatigheid (kosten versus baten) van het Bbz?

2

Zijn expliciete doelstellingen geformuleerd ten aanzien van de effectiviteit (doelbereik) of doelmatigheid (kosten versus baten) van het Bbz voor starters?

3 Wat verstaat de gemeente onder duurzame uitstroom?

4

Hebt u inzicht in de resultaten van de Bbz voor starters (aantal aanmeldingen, aantal beoordelingen, aantal starters, aantal duurzame plaatsingen, uitval)? Zo ja, hoe? Wat is het profiel van de groep Bbz-starters in uw gemeente?

5

In hoeverre is sprake van positieve of negatieve neveneffecten, bijvoorbeeld activering en participatie in andere vorm, bijvoorbeeld regulier werk of verdringing van reguliere starters?

6

Hoeveel personen houden zich bezig met de uitvoering van het Bbz voor starters? Heeft u inzicht in de uitvoeringskosten?

B. Intake voorbereidingsfase

1

Op welke wijze komen Bbz-ers in aanraking met de regeling? Wordt het Bbz gepromoot en zo ja, hoe? Wordt er actief geworven?

2

Op basis van welke criteria vindt de selectie van potentiële ondernemers plaats? In hoeverre spelen andere, sociale, overwegingen een rol bij de beoordeling of kijkt u alleen naar de geschiktheid als ondernemer?

C. Doorloop in de voorbereidingsfase

1

Hoe lang duurt gemiddeld de periode tussen beoordeling en de toets op levensvatbaarheid?

2

Hebt u de mogelijkheid om in de voorbereidingsfase tussentijds een traject te stoppen of juist te versnellen?

3 Welke overwegingen spelen hierbij een rol?

4 Hoeveel cliënten vallen uit in de voorbereidingsfase? Hoeveel gaan versneld door?

D. Toets levensvatbaarheid

1

Wordt in alle gevallen een ondernemingsplan getoetst? Zo nee, in hoeveel gevallen niet en waarom?

2 Wie voert de toets op de levensvatbaarheid uit?

7 Wat gebeurt er als de toets negatief uitvalt?

8 Neemt de gemeente extern advies over de levensvatbaarheid over? Zo ja, hoe vaak?

10 Hoe beoordeelt u de kwaliteit van de adviesrapporten?

E. Financieringsfunctie

1

Welke procedure hanteert u bij het zoeken van mogelijkheden voor de financiering van het starterkrediet?

2

Op welke wijze zijn banken betrokken bij de kredietverlening van starters met een uitkering?

3 Welk deel van de financieringsverzoeken wordt grofweg gehonoreerd?

9

In hoeverre wijkt het regime dat een gemeente hanteert bij terugbetaling af van de praktijk bij een commerciële bank?

10

In hoeverre worden bestaande schulden meegefinancierd in het starterkrediet? En in welke verhouding?

11

Worden terugbetalingen/rentebetalingen uitgesteld dan wel kwijtgescholden? Hoe vaak wordt uitstel van aflossing verleend of kwijtgescholden?

12

Welk percentage van de terugbetalingen wordt geheel afgelost? Welk deel van de starters met een starterkrediet betreft dit?

13 Hoe vaak wordt in de looptijd herfinanciering toegepast, c.q. extra krediet verleend?

14

Hoe vaak wordt het voorbereidingskrediet ingezet en hoe vaak wordt dit uiteindelijk omgezet in een bedrag om niet? Wat is de hoogte van het voorbereidingskrediet per gemeente?

15

Welk deel van de starters- en voorbereidingskredieten wordt uiteindelijk kwijtgescholden?

Welke richtlijnen worden hiervoor in de praktijk gehanteerd?

F. Doorloop in startersfase

1

Hoe lang duurt gemiddeld de periode tussen toetsing van levensvatbaarheid en de feitelijke kredietverlening?

2

Hoe lang duurt gemiddeld de periode waarin de starter een aanvullinde uitkering ontvangt?

3 Welke overwegingen spelen een rol bij het voortzetten van de uitkering?

4 Hoeveel cliënten vallen uit in de starterfase?

G. Begeleiding en coaching

1. In welke fase wordt een coach of begeleider aangesteld?

2

Welke overwegingen spelen een rol bij het aanstellen van een coach? In hoeveel gevallen stelt u een coach aan? Op welke wijze draagt de coach bij aan het bereiken van duurzame uitstroom?

3 Op welke wijze houdt de gemeente toezicht op de coach?

H. Nazorg

1 Doet u aan nazorg? En zo ja, op welke manier?

3

In hoeverre zorgt het bieden van nazorg voor een duurzame uitstroom uit de bijstand / het succes van de onderneming?

4 Welke problemen komen er bij nazorg vooral aan het licht?

5

Welke vormen van nazorg dragen bij aan het succes / de duurzaamheid van de gestarte onderneming?

I. Algemeen oordeel effectiviteit uitvoering

1

Hoe beoordeelt u op de lange termijn gerekend de overlevingskans van starters via het Bbz?

2

Welke Bbz-instrumenten (elementen uit de regeling) dragen in positieve bij aan het duurzaam ondernemerschap? Zo ja, op welke wijze? Op welke wijze en in welke mate draagt de aanpak door de Bbz-er zelf bij aan het succes?

3

Welke aspecten in de vormgeving van de Bbz-regeling (het beleid) worden als te beperkt ervaren en belemmeren duurzame uitstroom naar ondernemerschap? In hoeverre en hoe vaak worden de uiterste grenzen van de regeling opgezocht? Zijn er knelpunten in de uitvoering en zo ja van welke aard?

5

Zijn er aspecten in de financiering van de regeling die samenwerking met anderen belemmeren?

6

Wordt er door de gemeente geëxperimenteerd met deeltijd- of marginaal ondernemerschap?

Vragenlijst banken

Financieringsfunctie

2 Op welke wijze zijn banken betrokken bij de kredietverlening van starters met een uitkering?

3 Welk deel van de financieringsverzoeken wordt grofweg gehonoreerd?

4

Welke criteria spelen een rol bij de kredietverlening voor startende ondernemers met een uitkering? Zijn deze criteria anders dan voor reguliere starters?

5 Hoe beoordeelt u de kwaliteit van de startende ondernemers met een uitkering?

6

Hebt u contact met gemeenten betreffende kredietverlening voor starters met een uitkering?

Werkt u samen met gemeenten?

7 Hoe beoordeelt u de dienstverlening door gemeenten?

8

In hoeverre wijkt het regime dat een bank bij kredietverlening voor starters af van de praktijk bij een commerciële bank?

9

In hoeverre wijkt het regime dat een gemeente hanteert bij terugbetaling af van de praktijk bij een commerciële bank?

10

In hoeverre worden bestaande schulden meegefinancierd in het starterkrediet? En in welke verhouding?

11

Worden terugbetalingen/rentebetalingen uitgesteld dan wel kwijtgescholden? Hoe vaak wordt uitstel van aflossing verleend of kwijtgescholden?

12

Welk percentage van de terugbetalingen wordt geheel afgelost? Welk deel van de starters met een starterkrediet betreft dit?

13 Hoe vaak wordt in de looptijd herfinanciering toegepast, c.q. extra krediet verleend?

Nazorg

2 Krijgt u wel eens opdracht voor het verlenen van nazorg? En zo ja, op welke manier?

3

In hoeverre zorgt het bieden van nazorg voor een duurzame uitstroom uit de bijstand / het succes van de onderneming?

4 Welke problemen komen er bij nazorg vooral aan het licht?

5

Welke vormen van nazorg dragen bij aan het succes / de duurzaamheid van de gestarte onderneming?

Algemeen oordeel effectiviteit uitvoering

1 Hoe beoordeelt u op de lange termijn gerekend de overlevingskans van starters via het Bbz?

2

Welke Bbz-instrumenten (elementen uit de regeling) dragen in positieve bij aan duurzaam ondernemerschap? Zo ja, op welke wijze? Op welke wijze en in welke mate draagt de aanpak door de Bbz-er zelf bij aan het succes?

4

Hoe beoordeelt u de kwaliteit van de gemeentelijke dienst? Hoe verloopt de communicatie / de terugkoppeling?

5

Zijn er aspecten in de financiering van de regeling die samenwerking met anderen belemmeren?

Vragenlijst adviesbureaus over de levensvatbaarheid

Toets levensvatbaarheid

3 Welke elementen bevat de toetsing?

4

Welke criteria zijn er in praktijk bepalend voor de uitkomst van de toetsing? In hoeverre spelen andere, sociale factoren een rol naast de bedrijfseconomische toets?

5 Verschilt de beoordeling van die door een commerciële bank?

6 Welk aandeel krijgt een positief oordeel?

7 Wat gebeurt er als een toets negatief uitvalt?

8 Neemt de gemeente het oordeel van de toetsing over? Zo ja, hoe vaak?

9 Wordt er wel eens een second opinion gedaan? En zo ja, hoe vaak? Wie vraagt deze?

11 Hoe beoordeelt u de samenwerking met de gemeente?

12 Hoe beoordeelt u de kwaliteit van de dienstverlening door de gemeente?

Nazorg

2 Krijgt u wel eens opdracht voor het verlenen van nazorg? En zo ja, op welke manier?

3

In hoeverre zorgt het bieden van nazorg voor een duurzame uitstroom uit de bijstand / het succes van de onderneming?

4 Welke problemen komen er bij nazorg vooral aan het licht?

5

Welke vormen van nazorg dragen bij aan het succes / de duurzaamheid van de gestarte onderneming?

Algemeen oordeel effectiviteit uitvoering

1 Hoe beoordeelt u op de lange termijn gerekend de overlevingskans van starters via het Bbz.

2

Welke Bbz-instrumenten (elementen uit de regeling) dragen in positieve bij aan duurzaam ondernemerschap? Zo ja, op welke wijze? Op welke wijze en in welke mate draagt de aanpak door de Bbz-er zelf bij aan het succes?

4

Hoe beoordeelt u de kwaliteit van de gemeentelijke dienst? Hoe verloopt de communicatie / de terugkoppeling?

5

Zijn er aspecten in de financiering van de regeling die samenwerking met anderen belemmeren?

Vragenlijst coaches / begeleiders

A. Begeleiding en coaching in voorbereidingsfase (Pre-starters) 1 Wordt in de voorbereidingsfase altijd een coach begeleider aangesteld?

2 Zo nee, welke overwegingen spelen een rol bij het aanstellen van een coach?

3 Wat zijn de taken van de coach?

4

Op welke wijze stelt u vast of Bbz-ers extra aandacht of maatwerk vragen? Hoe vaak doet u dit? In hoeveel gevallen? Stelt u dit tijdig vast?

5

Op welke wijze draagt begeleiding en coaching bij aan een succesvolle afronding van de prestarterfase?

6

Op welke wijze houdt de gemeente toezicht op de coach? Worden er resultaatafspraken gemaakt?

7 Welke verbeterpunten in de begeleidingsfunctie zijn er volgens u?

B. Begeleiding en coaching in de startfase 1 Wat zijn de taken van de coach in de starterfase?

2

Op welke wijze stelt u vast of Bbz-ers extra aandacht of maatwerk vragen? Hoe vaak doet u dit? In hoeveel gevallen? Stelt u dit tijdig vast?

3 Op welke wijze draagt begeleiding en coaching bij aan duurzame uitstroom?

4

Op welke wijze houdt de gemeente toezicht op de coach? Worden er resultaatafspraken gemaakt?

5 Worden coaches betaald of zijn dit vrijwilligers?

6 Welke verbeterpunten in de begeleidingsfunctie zijn er volgens u?

C. Nazorg

2 Krijgt u wel eens opdracht voor het verlenen van nazorg? En zo ja, op welke manier?

3

In hoeverre zorgt het bieden van nazorg voor een duurzame uitstroom uit de bijstand / het succes van de onderneming?

4 Welke problemen komen er bij nazorg vooral aan het licht?

5

Welke vormen van nazorg dragen bij aan het succes / de duurzaamheid van de gestarte onderneming?

D. Algemeen oordeel effectiviteit uitvoering

1 Hoe beoordeelt u op de lange termijn gerekend de overlevingskans van starters via het Bbz.

2

Welke Bbz-instrumenten (elementen uit de regeling) dragen in positieve bij aan duurzaam ondernemerschap? Zo ja, op welke wijze? Op welke wijze en in welke mate draagt de aanpak door de Bbz-er zelf bij aan het succes?

4

Hoe beoordeelt u de kwaliteit van de gemeentelijke dienst? Hoe verloopt de communicatie / de terugkoppeling?

5

Zijn er aspecten in de financiering van de regeling die samenwerking met anderen belemmeren?

In document Bbz 2004: uit het startblok (pagina 101-107)