• No results found

Bijlage over de verschillende godsdiensten waar ik mee in aanraking kom.

In deze bijlage wil ik de richtlijnen die de verschillende godsdiensten uitdragen belichten. Overal ter wereld zijn mensen religieus en/of geloven in een niet zichtbare

(transcendente) werkelijkheid.

De tien geboden zijn de oudste regels vanuit verschillende religies om wetten en geboden aan te geven waaraan mensen zich aan moeten houden. Ook niet religieuze mensen houden zich onbewust aan deze regels; niet uit principe maar vanwege eigen normen en waarden. De regels zijn niet om druk op te leggen, maar om een samenleving te creëren waarin respect getoond wordt voor mens, dier en omgeving.

Zelf kom ik uit een katholiek gezin. Er werd bij ons thuis geen druk opgelegd voor de Eerste Communie en voor het Vormsel. Mijn ouders gingen ervan uit dat ik en mijn zusje dit gewoon deden, omdat het erbij hoorde. Ook het trouwen voor de kerk was niet

verplicht, maar hebben mijn zus en ik wel gedaan; omdat we het wilden en omdat “het zo hoort”.

Met het zelf krijgen van kinderen ben ik op zoek gegaan naar de betekenis van mijn geloof. Ik kwam tot de ontdekking dat ik wel religieus ben en in God geloof, maar me niet langer door de regeltjes van deze kerk wil laten leiden. Onze kinderen zijn ook katholiek, gedoopt, hebben communie gedaan en twee van de drie zijn ook (onder protest)

gevormd. De jongste is dit niet. Ik wilde niet langer het kind onder druk zetten voor iets waar zij niet achter staat.

In mijn werk kom ik kinderen tegen die naar de koranschool moeten op zaterdag. Zelfs de voetbal wordt ervoor opzij gezet om deze lessen te kunnen volgen.

Al na een paar weken worden de eerste veranderingen zichtbaar. De jongens waarmee ik eerst een goed contact heb, worden zich al snel bewust van het feit dat ook ik een vrouw ben, en daarmee een ondergeschikte. Ik zie ze afstand nemen van hun kind zijn. Met het volgen van de koranschool worden ze volwassen. Als ik ze er op aanspreek, vertellen ze me dat het zo hoort. Door me niet uit het veld te laten slaan en ze toch als puber en niet als moslim te benaderen, kan ik de contacten onderhouden en hun ervaringen tot me nemen. Deze zijn me heel veel waard.

Dit is mijn ervaring.

Natuurlijk is mijn ervaring niet stereotiep voor alle moslimkinderen. De kinderen waar ik mee te maken heb, komen uit een conservatief gezin. Hierin hebben de meisjes een heel ander leven dan de jongens van dezelfde leeftijd. Zo mogen meisjes niet meer zwemmen na de dag dat zij voor het eerst ongesteld zijn geworden, maar gaat de hoofddoek op en worden zij opgenomen onder de vrouwen.

Ik zag, hoe een meisje probeerde om haar leven zelf te bepalen. Dit was van korte duur. Haar vader vernederde haar en public en de strijd was gestreden.

Kinderen met een ander geloof ken ik eigenlijk niet. Ik heb ooit één meisje in de klas gehad met een hindoestaanse achtergrond, maar deze viel niet op. Alleen de stip op het voorhoofd van de moeder verraadt haar afkomst. Zij hebben zich uiterlijk aangepast aan de Thoolse maatschappij.

Verschillende vormen van druk op christenen door de maatschappij.

De druk op christenen vanuit de maatschappij is groot. De media en de middenstand maakt ons wijs dat de enige rustdag die we kennen ingevuld moet worden met koopzondagen. Dat ‘moet’, want anders gaat dat ‘enorm veel’ banen kosten. Beetje vreemd, want als iedereen één dag in de week niet hoeft te werken, kan dat onmogelijk banen kosten…

Weigeren om op die rustdag te werken wordt niet op prijs gesteld. “Het is immers niet ‘eerlijk’ tegenover collega’s als die wel op zondag moeten werken.” Deze zin kreeg onze dochter van inmiddels 14 jaar te horen toen ze niet 15 zondagen wilde werken. We hebben vriendelijk bedankt voor de 2.50 euro per uur en genieten van de rustdag. Overigens is het in katholieke gemeenten minder bezwaarlijk om op zondag te werken dan in protestant christelijke gemeenten. Hoe dat komt is moeilijk te verklaren. Blijkbaar wordt de rustdag niet overal hetzelfde beleefd en is een alsmaar doordraaiende

consumptiemaatschappij geen bezwaar voor iedereen.

Ook hoogleraar James Kennedy benadrukt het belang van maatschappelijke rust. Volgens hem mag de CU wijzen op een ongestoorde kerkgang voor christenen. De kans dat de zondag een dag als alle andere wordt, en dat bedrijven ook christenen onder druk zetten om op zondag te werken, noemt hij een legitieme zorg. Dat kan samengaan met meer commercie op de zondag, maar het maakt het wel moeilijker.

De Bijbel levert geen eenduidig antwoord op de vraag of een christen op zondag even langs de supermarkt kan, beaamt ethicus De Bruijne. Toch is het voor hem geen reden om het met de zondagsrust wat minder nauw te nemen. “Als je als christen zegt ‘ik was op dit punt altijd streng, laat ik het nu wat losser nemen’, is dat dan vooruitgang?

“Waarom zouden we breken met een bestaand stuk vormgeving van de dag van Christus? In de praktijk komt daar op zondag en door de week meestal niets voor terug. Daardoor verliezen we dus momenten van rust en aandacht voor God.”

(Nederlands Dagblad)

Het moge duidelijk zijn dat een christen vandaag de dag soms op twee benen hinkt. Aan de ene kant staan we midden in de maatschappij, aan de andere kant willen we onze afkomst niet verloochenen en vasthouden aan onze waarden en normen.

Hoe zit het dan met sport op zondag? Kinderen die lid zijn van een vereniging, spelen hun wedstrijd op zaterdag of zondag. In deze (protestantse) regio worden zowel

zaterdagcompetities als zondagcompetities gespeeld. Wel is het zo dat kinderen niet snel lid zullen worden van een vereniging als de wedstrijd op zondag gespeeld moet worden. Dit wordt van huis uit, of vanuit de gemeente waar men lid van is, niet op prijs gesteld.

Overigens pleit de paus ook voor een rustdag om weer tot elkaar te kunnen komen. (van Aalderen, 2005)

Een ander punt waar christelijke jongeren mee worstelen is homoseksualiteit.

Jarenlang is door kerkelijk leiders verteld dat homoseksualiteit een ziekte is. (leviticus 18:22, “… en gij zult geen gemeenschap hebben met een, die van het mannelijk geslacht is, zoals men gemeenschap heeft met een vrouw; een gruwel is het.)

Van een ziekte kun je genezen, als je maar wilt. Het is een soort verslaving waar je best vanaf kunt komen; als je maar wilt.

Feit is echter dat homoseksualiteit in alle kringen voorkomt, ongeacht de religie van iemand.

Inmiddels horen we van de wetenschap dat homoseksualiteit is aangeboren. Je kunt er dus niets aan doen. Het is geen ziekte, er is geen geneesmiddel of therapie tegen.

Critici echter laten zien dat homoseksualiteit aangeleerd kan worden. In kringen waar het andere geslacht niet voorhanden is (zoals gevangenissen, schepen, militairen in

oorlogstijd) verschuift de seksuele voorkeur naar mensen van hetzelfde geslacht. Die voorkeur is weer op te heffen als de verschillende seksen weer evenredig zijn.

Als we ervan uit gaan dat God ons heeft geschapen met een bedoeling en dat hij altijd van ons houdt, dan mogen we ervan uit gaan dat iedereen mag zijn wie hij is. Hoe komt het dan dat mensen nog steeds zo veroordeeld worden? Het zou van naastenliefde getuigen als we een mens accepteren zoals hij is. Een mens is meer dan seksualiteit alleen.

Kinderen van alle geloven leren over homoseksualiteit en vanuit alle godshuizen wordt kinderen geleerd over de liefde van God voor de mens. Het bestaan van homoseksualiteit wordt niet ontkend, maar wel ontraden eraan toe te geven. Veel jonge homoseksuelen breken met de kerk vanwege de halsstarrige houding. Zij worden niet erkend als

volwaardig mens, maar als zondaar. Het is niet voor niets dat de meeste homoseksuelen ‘gewoon’ getrouwd zijn met iemand van het andere geslacht. De druk vanuit de

gemeenschap is minder dan zo’n 30-40 jaar geleden, maar mag zeker niet onderschat worden.

Ik wil het hoofdstuk Christendom afsluiten met één van de mooiste liedjes die ik ken. Het is geschreven en wordt uitgevoerd door Kees Kraayenoord. Het vertelt alles wat ik niet kan zeggen en nog veel meer.

http://www.youtube.com/watch?v=_alyyRqh61M God is er voor iedereen...

Bijlage: De lessen levensbeschouwing Het overzicht van de lessen

1. Liedje aanleren

Herman van Veen, “Opzij, opzij, opzij!”

Lied verwerken in de dramales of bespreken in een klassengesprek. Kinderen kunnen een kort opstel maken waarin zij de tekst van dit lied nader bekijken.

2. Verhaal rond het thema ‘hoe word ik gelukkig?’. (vastgekoppeld aan het verhaal van Prediker)

Vertel het verhaal in de klas.

Kringgesprek over ‘geluk’ met de ervaringen van de kinderen. (blz. 223) 3. Drama in de klas

(naspelen van een situatie op een dagelijkse dag, op een overdreven manier uitgevoerd) Het schaep met de vijf poten; “In de mallemolen van het leven”.

4 Praten over dromen en gedachten

Dieper ingaan over wat kinderen dromen en denken en relatie met het onderwerp en hun toekomst.

5 Praten over kiezen en de consequenties van de gemaakte keuzes.

6. Mandala’s tekenen

Mevr. Van Driel benaderen voor les in mandala’s. 7. Praten over winnen en verliezen

De link leggen tussen “winnen en verliezen” en het “dikke ik”.

8. Praten over geld en succes

Praten met kinderen over het nastreven van futiliteiten terwijl voorbij gegaan wordt aan de zin van het samen leven.

9. Samen eten, samen delen

Samen een lunch samenstellen, het maken en die gezamenlijk uitgebreid opeten.

10. Ouders en beslissingen

Praten met kinderen over de beslissingen die hun ouders soms moeten nemen in hun belang. Daarnaast wil ik graag de meningen van de kinderen horen hoe zij denken het anders te kunnen doen.

Opzij, opzij, opzij… Doelstelling van de les:

De leerlingen zien de chaotische toestand van alle dag. Introductie:

Via een gesprek over druk zijn en druk hebben wordt de PowerPoint presentatie

opgestart. Het liedje komt in sheet 2. Na het lied een keer gehoord te hebben, praten we over de tekst en leggen de link naar ons eigen leven.

Hoe komt het dat we het zo druk hebben?

Hebben we het echt druk of denken we dat we het druk hebben doordat iedereen altijd zegt dat hij het druk heeft?

Hoe kunnen we ons gedrag veranderen? Kern:

Het aanleren en zingen van het lied.

Het aanleren en zingen van het lied in canon als het goed gaat. Afsluiting:

Achtergrondinformatie voor de leerkracht:

Deze les zal niet door iedereen met dezelfde bedoeling gegeven worden. Het hangt af van het programma van de school. Deze les is ingevoegd bij levensbeschouwing om stil te staan bij de waanzinnigheid hoe wij onze tijd goed denken te besteden en in te vullen. Het is leuk om aan dit lied een kort stukje drama te koppelen. (Per groepje niet langer dan 2-3 minuten.) of het lied te nemen als onderwerp voor een klein opstel.

Het lied wordt vooral op de middelbare school aangeleerd en tweestemmig gezongen. Dit hoeft op de basisschool nog niet.

Opzij, opzij, opzij Artiest: Herman van Veen Opzij, opzij, opzij,

maak plaats, maak plaats, maak plaats, wij hebben ongelofelijke haast.

Opzij, opzij, opzij,

want wij zijn haast te laat,

wij hebben maar een paar minuten tijd.

We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan.

We kunnen nu niet blijven, we kunnen nu niet langer blijven staan.

Een andere keer misschien dan blijven we wel slapen

en kunnen dan misschien als het echt moet, wat over koetjes, voetbal en de lotto praten, nou dag tot ziens, adieu het gaat je goed.

We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan.

We kunnen nu niet blijven, we kunnen nu niet langer blijven staan.

Dit alles wordt 3x gezongen.

Reflectie op de muziekles van het lied: Opzij, opzij, opzij (schrijver en zanger: Herman van Veen)

Ervaring/handelen

Deze les heb ik gemaakt naar aanleiding van de scriptie voor levensbeschouwing. Het thema was de drukte rond de dag en de invloed daarvan op kinderen.

Het lied van Herman van Veen sluit perfect aan bij wat ik bedoel.

Om het lied te introduceren heb ik eerst teruggeblikt naar het gesprek wat we samen hadden over hoe druk sommige kinderen het wel niet hebben. We hebben nog steeds veel bewondering voor de twee opvallende kinderen in de klas; de ene met 7 activiteiten buiten de deur en de ander met niet één activiteit buiten de deur.

Voor de introductie heb ik gebruik gemaakt van een PowerPoint presentatie die ik op het digitale schoolbord kon laten zien.

Terugblikken

De les had een verrassende opening met een Power Point presentatie. De kinderen zijn dit niet echt gewend en vonden het erg leuk. Ik had er expres een paar ‘verrassende’

effecten in geplaatst, zoals rondvliegende tekst en geluidseffect. Dit was niet alleen ter introductie voor de les, maar ook om de kinderen warm te krijgen voor een stukje ICT. Ik heb het lied eerst in de presentatie laten horen, daarna hebben de kinderen het lied stukje voor stukje aangeleerd en konden ze het op het laatst tweestemmig zingen.

3 kinderen waren erg storend. Zij waren uit hun doen doordat H voor acht weken niet op school zal komen. Ook stond de buitendeur van het lokaal open vanwege de warmte. Deze heb ik later weer dichtgedaan, mede vanwege het gedrag van de drie kinderen. Het uiteindelijke resultaat van de muziekles was erg goed.

Bewustwording van essentiële aspecten

Door de pakkende intro had ik meteen de aandacht van de kinderen.

Door de leuk verpakte presentatie, die op zich nog heel rustig was, waren enkele kinderen meteen ook geïnteresseerd in het leren maken van een Power Point presentatie.

Ik heb me laten overhalen om de buitendeur open te zetten. Dit was wel lekker, maar niet handig. De kinderen die nu de les verstoorden, zijn eigenlijk de kinderen die een dergelijke verandering altijd verstoren. Ik heb het wel opgelost door één kind terug naar zijn eigen plaats te sturen en de twee andere kinderen handmatig om te draaien met het gezicht naar het bord.

Het kind wat ik terugstuurde naar zijn eigen plaats liet nog wel uitdagend gedrag zien, maar dit heb ik in zoverre genegeerd dat ik daar niet op ben ingegaan. Ik heb wel heel nadrukkelijk naar hem gekeken. Dit was voldoende.

Toen de klas weer genoeg was afgekoeld, is de deur dichtgegaan. Alternatieven

Ik kan de muziekles als voorbeeld nemen om de kinderen te leren om andere toepassingen met de computer aan te leren.

Ik wil vaker de lessen die ik heb en maak op deze manier voorbereiden.

Alternatief voor het gedrag van de 3 kinderen; van tevoren afspraken maken over het open zetten van de deur.

Gesprek over geluk Doelstelling:

De leerlingen begrijpen dat geluk in henzelf zit en niet afhankelijk is van materiële welvaart.

Introductie:

De introductie kan niet naar aanleiding van het bijbelverhaal. Dit wordt als niet passend bij deze school gezien.

Kort voorlezen van een verhaal wat echt gebeurd is. In het verhaal staat een vrouw centraal die ondanks te armoede zich toch de warme momenten herinnert

Soms zijn er gebeurtenissen die maken dat je je gelukkig voelt. Die gebeurtenissen kun je zelf terug oproepen als je je niet zo blij voelt.

De kinderen hebben van tevoren de opdracht mee naar huis gekregen om na te denken wanneer zij zich helemaal gelukkig voelden. Zij mogen hiervoor voorwerpen mee naar school brengen om hun gevoel of situatie te verduidelijken.

Kern:

Kringgesprek over geluk. De kinderen delen hun ervaringen met de klas.

 iedereen moet vrijuit kunnen spreken. De kinderen moeten erop kunnen

vertrouwen dat ze niet uitgelachen worden. Ze vertellen immers een privé situatie. De kinderen vertellen om de beurt hun verhaaltjes.

Steeds weer wordt door de leerkracht teruggekoppeld naar het niet belangrijk zijn van de materiële welvaart. De gebeurtenis en de gevoelens staan centraal.

Afsluiting:

De les wordt rustig afgesloten om het gevoel van geluk zo lang mogelijk vast te kunnen blijven houden. De kinderen begrijpen nu beter dat zij zelf kunnen bijdragen aan het geluk van een ander. De kinderen begrijpen nu beter dat zij voor geluk niet afhankelijk zijn van hebbedingen.

Achtergrondinformatie voor de leerkracht:

Het onderwerp leent zich heel goed om regelmatig naar terug te pakken. Kinderen zijn erg gevoelig voor leuke momenten. Het is goed om de leuke momenten hardop te

benoemen in de klas. Het maken van complimentjes draagt bij tot een positieve ervaring in de klas.

Gesprek over geluk

In het kringgesprek over geluk, kwamen de kinderen met leuke ontroerende ervaringen en herinneringen. Ik was de les begonnen met een stukje tekst voor te lezen over mensen die het arm hadden, die het altijd druk hadden, die met hetgeen wat ze hadden gelukkig moesten zijn. (boek: Zeeuwse Vrouwen, geschreven door Kees Slager) Dit verhaal kwam het dichtst bij het verhaal van Prediker. Voorlezen uit de Bijbel wordt op deze school niet echt op prijs gesteld.

Naar aanleiding van de vertellingen van de vrouwen heb ik met de kinderen

teruggekeken op hun nog jonge leven. Ze mochten in de klas vertellen wanneer zij echt het gevoel hadden van gelukkig zijn. Eén van de kinderen wist te vertellen dat het eigenlijk wel gênant was, maar dat hij nu zo kon genieten van het sinterklaasfeest. Hij begreep eerst nooit waarom zijn vader juist op het moment dat “de zak van Sinterklaas” voor de deur stond, naar het toilet moest. Nu weet hij het geheim en kan hij helemaal genieten van de ‘kleintjes’ van het gezin die hier nog niets van weten. Aan het gezicht van deze jongen was helemaal af te lezen hoe hij er nu nog van genoot.

Een andere ervaring was van een meisje die zich nog wist te herinneren dat ze als klein meisje met haar ouders op een terrasje zat in de zon. De drankjes waren op en het gezin stond op. Zij ging toen alle mensen een handje geven. Door haar uiterlijk (mooi rood haar, sproetjes en een schattig jurkje) veroverde ze op slag de harten van de gasten. Iedereen deed erg lief tegen haar. Dit maakte haar heel erg gelukkig.

Nog een ervaring kwam uit onverwachte hoek. Eén van de jongens met een autistische stoornis wilde ook graag zijn ervaring vertellen. Hij weet nog dat hij zich heel blij voelde toen zijn zusje werd geboren. Hij was toen pas twee jaar oud en wilde haar steeds maar