• No results found

Bijlage A: Vergelijking m.e.r en kosten batenanalyse

Voorgenomen gebiedsontwikkelingen kunnen zowel aan de hand van een

milieueffectrapportage (m.e.r.) als op basis van een kosten-batenanalyse geëvalueerd worden. Een combinatie van beide is ook mogelijk. Uitvoering van een m.e.r. hoeft echter alleen onder bepaalde voorwaarden (zie wetgeving) en is zeker niet voor alle ruimtelijke projecten relevant.

In het geval van een combinatie van kosten-batenanalyse en m.e.r. is afstemming gewenst omdat beide evaluaties effecten bevatten en de besluitvorming niet optimaal ondersteund wordt als de effecten over andere projectalternatieven gaan of als de effecten elkaar tegen spreken. Zo is het bijvoorbeeld niet handig als het saldo van kosten en baten betrekking heeft op een situatie waarin woningen niet op locatie A maar op locatie B gebouwd worden, terwijl de milieueffecten gaan over het wel of niet op locatie A bouwen. Ook onhandig is het als in de m.e.r. bijvoorbeeld staat dat het landschap wordt aangetast doordat de geplande woningbouw zichtlijnen doorkruist, terwijl in de kosten-

batenanalyse staat dat er landschapsbaten optreden in de vorm van meer woongenot door uitzicht op het landschap. Dit laatste voorbeeld geeft aan dat in m.e.r. en kosten-

batenanalyse dezelfde aspecten aan de orde kunnen zijn maar dat de zoekrichting bij de effectbepaling verschillend is.

In een m.e.r. wordt in principe gezocht naar fysieke veranderingen, terwijl het bij een kosten-batenanalyse alleen om veranderingen in menselijke welvaart gaat. De kosten- batenanalyse is een welvaartsanalyse en de m.e.r. niet. Daar waar de kosten-batenanalyse de mens centraal stelt, wordt in de m.e.r. de omgevingskwaliteit centraal gesteld veelal verengd tot het natuurlijke milieu. In een notendop zou men het verschil tussen beide als volgt kunnen kenschetsen. De m.e.r. laat zien wat goed en slecht is voor

omgevingskwaliteiten, zoals natuur (plant en dier), cultuurhistorie (archeologie,

historische geografie/landschap en historische bouwkunde), lucht, bodem en water. In de praktijk zien we echter dat in de m.e.r. al vaker welvaartseffecten worden meegenomen. Dit leidt er soms toe dat zowel fysieke effecten als de daaruit voortvloeiende

welvaartseffect beide als aparte effect worden opgevoerd. Oorzaken en gevolgen staan nu samen in een effectenoverzicht en de complementariteit tussen m.e.r. en kosten-

batenanalyse vervaagt.

De kosten-batenanalyse laat zien wat goed en slecht is voor de menselijke welvaart. Hoewel wat goed is voor omgevingskwaliteit vaak ook goed is voor onze welvaart, is dit niet per definitie het geval. Soms kunnen er dan ook goed verklaarbare verschillen tussen m.e.r. en kosten-batenanalyse geconstateerd worden, wat hun complementariteit bewijst.

waterzuivering. In de kosten-batenanalyse worden de uitgespaarde

afvalwaterzuiveringskosten als baat in rekening gebracht. In de m.e.r. staat echter dat de ophoping van metalen in de wortelzones van het riet op termijn schadelijk is voor de natuur in dit moerasachtige gebied. Vanuit het perspectief van menselijke welvaart is het positief dat het riet nutriënten en contaminanten afvangt, maar vanuit het perspectief van plant en dier zou het juist beter zijn als die stoffen niet in het water terecht zouden komen. M.e.r. en kosten-batenanalyse verschillen in de manier waarop omgegaan wordt met het aspect tijd. In de m.e.r. wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen tijdelijke en permanente effecten op de omgeving. De tijdelijke effecten hebben betrekking op de aanlegfase van een project. De permanente op de situatie na de aanleg. Tijdelijke effecten worden op dezelfde wijze gemeten als permanente. Zij worden alleen apart berekend. Het is dus niet zo dat de permanente effecten x maal zwaarder mee tellen omdat zij veel langer duren. In de MKBA wordt onderscheid gemaakt tussen eenmalige, jaarlijkse en periodieke effecten. Deze worden opgeteld tot een totaaleffect over een bepaalde periode (50 jaar, 100 jaar of zelfs oneindig) middels discontering. Dit betekent dat jaarlijkse effecten hier wel zwaarder mee te tellen dan eenmalige en dat bovendien effecten vroeg in de tijd zwaarder meewegen dan effecten later in de tijd.

De onderstaande tabel vat de belangrijkste verschillen tussen m.e.r. en kosten- batenanalyse nog eens kort samen.

Tabel BA.1 Verschillen tussen m.e.r. en kosten-batenanalyse

m.e.r. Kosten-batenanalyse

Type effect Fysieke verandering aan natuur, milieu (geluid, trilling etc.), landschap, waterkwaliteit in het projectgebied zelf (houdt geen rekening met verplaatsing tussen regio‟s!).

Welvaartsveranderingen tengevolge van de (fysieke) veranderingen die het project teweeg brengt.

Houdt ook rekening met verplaatsing van milieueffecten naar andere gebieden of substitutie-effecten.

Werkvolgorde effectbepaling

- eerst referentiesituatie waarderen op basis van criteria

- dan nagaan in hoeverre deze waarden worden vernietigd, doorkruist, verstoord, verdroogd of vervuild.

- eerst de omvang van het welvaartseffect bepalen (kwantificering)

- dan (indien mogelijk) het welvaartseffect beprijzen (monetarisering).

Tijd Momenten

onderscheid tussen tijdelijke en permanente effecten.

Periode

onderscheid tussen eenmalige, jaarlijks en periodieke effecten.

* We zijn hier uitgegaan van een zuivere m.e.r. waarin geen menging van fysieke en welvaartseffecten optreedt.

Dankzij de verschillen tussen m.e.r. en kosten-batenanalyse kunnen m.e.r. en kosten- batenanalyse complementaire informatie leveren. Omdat welvaartseffecten doorgaans een gevolg zijn van fysieke veranderingen, kan de m.e.r. belangrijke informatie verschaffen over de voorwaarden voor welvaart. Ofwel: als in de m.e.r. staat dat de beleefde kwaliteit van het landschap door een project toeneemt, dan is het mogelijk dat recreatiebaten optreden die in de kosten-batenanalyse in rekening kunnen worden gebracht. Als echter uit de m.e.r. blijkt dat de waterkwaliteit niet verandert door een project, dan dienen in de kosten-batenanalyse geen zwemwaterbaten in rekening te worden gebracht. Dit is iets om

alert op de zijn, omdat projectmaatregelen, zoals een landschappelijke inpassing of een rietveld in een woonwijk, opstellers van kosten-batenanalyses wel in de verleiding brengen om de genoemde baten in rekening te brengen!

Tot slot een overeenkomst tussen m.e.r. en kosten-batenanalyse ten aanzien van effectwaardering. Zowel in m.e.r. als in kosten-batenanalyse kan wordt uitgaan van een relatieve waardering: dat wil zeggen een waardering waarmee gezegd kan worden dat bijv. natuurgebied A meer waard is dan B. Een dergelijke relatieve waardering is nodig omdat anders niet kan worden vast gesteld wat nu erger is: of het voorgenomen project natuurgebied A of B aantast. Voor het gebruik in MKBA‟s heeft het Planbureau voor de leefomgeving (2008) een natuurpuntensysteem ontwikkeld, dat zowel rekening houdt met soortenrijkdom als zeldzaamheid. Aanbevolen wordt om dit zowel in m.e.r. en voor de kosten-batenanalyse te gebruiken.