• No results found

Bevoegd aftappen en toepassing van andere bevoegdheden op grond van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de inlichtingen- en

veiligheidsdiensten 20.. in verband met telecommunicatie

C

In artikel 13.2, eerste en tweede lid, 13.5, eerste lid, en 13.6, tweede lid, wordt “Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002” telkens vervangen door: Wet op de

inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20…

D

In artikel 13.4, eerste lid, wordt “dan wel een verzoek op grond van artikel 28 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002” vervangen door: dan wel een verzoek als bedoeld op grond van artikel 39 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20…

E

In artikel 13.4, tweede en derde lid, wordt “dan wel een verzoek op grond van artikel 29 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002” telkens vervangen door: dan wel een verzoek op grond van artikel 40 van de Wet op de inlichtingen- en

veiligheidsdiensten 20…

Artikel 136

In artikel 8.1, tweede lid, van de Aanpassingswet invoering

bachelor-masterstructuur wordt “artikel 65, vierde lid, van de Wet op de inlichtingen- en

veiligheidsdiensten 2002,” vervangen door: artikel 86 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..,.

Artikel 137

79

De Algemene wet bestuursrecht wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1:1, tweede lid, onder h, wordt vervangen door:

h. de commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en haar afdelingen, bedoeld in artikel 85 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..;

B

In Bijlage 2.: Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak (artikelen 8:5, 8:6, 8:7, 8:105 en 8:106) wordt in Artikel 6 “Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002:

hoofdstuk 4” vervangen door: Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..:

hoofdstuk 5.

Artikel 138

De Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1, tweede lid, onder f, komt te luiden: f. lid van de commissie van toezicht, bedoeld in artikel 85 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..;.

B

Artikel 2, eerste lid, onder h, komt te luiden: h. lid van de commissie van toezicht, bedoeld in artikel 85 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20…

Artikel 139

De Wet politiegegevens wordt gewijzigd als volgt:

A

80

In artikel 17, eerste lid, wordt “de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002”

vervangen door: Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20…

B

Artikel 24 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt “,bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002”vervangen door “, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..” en wordt “aan het lid van het openbaar ministerie als bedoeld in artikel 38 van de Wet op de

inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002” vervangen door: aan het lid van het openbaar ministerie als bedoeld in artikel 52 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20…

2. In het tweede lid wordt “,bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002”vervangen door “, bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..” en wordt “aan het lid van het openbaar ministerie als bedoeld in artikel 38 van de Wet op de

inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002” vervangen door: aan het lid van het openbaar ministerie als bedoeld in artikel 52 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20…

Artikel 140

Het Wetboek van Strafrecht wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 139a, tweede lid, onder 3°. komt te luiden:

3°. ter uitvoering van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20…

B

In artikel 139c, tweede lid, onder 3° wordt “dan wel ter uitvoering van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002”vervangen door: dan wel ter uitvoering van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20…

Artikel 141

81

In artikel 2, eerste lid, van de Ambtenarenwet wordt “- de voorzitter en de leden van de commissie van toezicht, bedoeld in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002;” vervangen door:

- de voorzitter en de leden van de commissie van toezicht, bedoeld in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..;.

Artikel 142

Artikel 107, vijfde lid, onder e, van de Vreemdelingenwet 2000 komt te luiden:

e. de uitvoering van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20…

Artikel 143

In artikel 2, tweede lid, onder b, van de Wet bescherming persoonsgegevens wordt

“de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002” vervangen door: de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20…

Artikel 144

Artikel 28, tweede lid, onder l, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur komt te luiden:

l. de inlichtingen- en veiligheidsdiensten indien toepassing wordt gegeven aan artikel 22 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20…

Artikel 145

Artikel 46 is niet van toepassing met betrekking tot door de diensten uitgeoefende bijzondere bevoegdheden als bedoeld in het eerste lid van dat artikel die hebben plaatsgevonden voor 29 mei 2002.

Artikel 146

Artikel 76, tweede tot en met vijfde lid, 77, zesde lid, en 78, vierde lid, blijft gedurende een periode van twee jaar na inwerkingtreding van de desbetreffende artikelen buiten toepassing voor bestaande samenwerkingsrelaties van de diensten met inlichtingen- en veiligheidsdiensten van andere landen.

Artikel 147

82

1. Onze Minister-President, Onze Minister van Algemene Zaken, zendt in

overeenstemming met Onze betrokken ministers, binnen vijf jaar na inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

2. Onze betrokken Minister zendt binnen vijf jaar na inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over het

functioneren van de onder hem ressorterende dienst.

Artikel 148

De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 wordt ingetrokken.

Artikel 149

Na de inwerkingtreding van deze wet berust:

1. het Besluit aanwijzing onderwerpen ex artikel 6, tweede lid, onder d, en 7, tweede lid, onder e, Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten 2002 op artikel 6, eerste lid, van deze wet;

2. de Regeling aanwijzing risicolanden op artikel 14 van deze wet;

3. het Besluit ex artikel 28 WIV 2002 op artikel 39 van deze wet;

4. het Aanwijzingsbesluit artikel 39 WIV 2002 op artikel 53 van deze wet;

5. het Besluit van 22 juli 2002 tot vaststelling van de rechtspositie van de voorzitter en leden van de commissie van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Stb. 2002, 454) op artikel 90 van deze wet;

6. het Besluit van 14 mei 2003, houdende regels met betrekking tot benoeming, schorsing en ontslag van tot het secretariaat van de commissie van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten behorende personen (Stb. 2003, 258), op artikel 91 van deze wet;

7. de Aanwijzingsregeling Koninklijke marechaussee ex artikel 60, tweede lid, WIV 2002 op artikel 79 van deze wet.

Artikel 150

1. De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

2. Voor de bekendmaking van deze wet stelt Onze Minister-President, Minister van

83

Algemene Zaken, de nummering van de artikelen, paragrafen en hoofdstukken van deze wet opnieuw vast, brengt hij de in deze wet voorkomende aanhalingen van artikelen, paragrafen en hoofdstukken daarmee in overeenstemming en vervangt hij de in deze wet voorkomende aanduiding «20..» door het jaartal van het Staatsblad waarin deze wet zal worden geplaatst.

Artikel 151

Deze wet wordt aangehaald als: Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten met vermelding van het jaartal van het Staatsblad waarin zij zal worden geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister van Defensie,

De Minister van Veiligheid en Justitie,