• No results found

4. Resultaten

4.3 Analyse data en samenstelling variabelen

4.3.3. Bevindingen regressie analyse en toetsing hypothesen. (3 t/m 10)

Om de regressieanalyses uit te kunnen voeren zijn van de afzonderlijke constructen de gemiddelde scores van de items berekend.

a. Hypothesen 3 en 4. Door toepassing van meervoudige regressieanalyse is onderzocht of het belangrijk vinden om met CE toepassingen aan de slag te gaan en het bekend zijn met CE toepassingen invloed hebben op de mate waarin CE toepassingen door gemeenten in Noord-Nederland worden gehanteerd. Model 1 in tabel 11 laat zien dat 43.1% van de variantie van de afhankelijke variabele “hanteren van CE toepassingen” door de onafhankelijke variabelen kan worden verklaard. Met een significantie van p ≤ 0,05 zijn de

constructen “bekend zijn met CE toepassingen”en “het belangrijk vinden om met CE toepassingen aan de slag te gaan” van invloed op de variabele “hanteren van CE toepassingen” door gemeenten in Noord-Nederland. Zichtbaar is dat het construct “belangrijk vinden CE toepassingen” (promotor, WOM en pleitbezorging inwoners) met een B- waarde van resp. 0.050 een weliswaar significante maar zeer geringe voorspellende bijdrage levert. Het construct “Belangrijk vinden CE toepassingen” (idee generator, Co-creatie en pleitbezorging organisatie) en construct “ Bekend zijn met CE toepassingen” (idee generator, co-creatie, WOM en promotor met B-waarden van resp. 0.125 en 0.146 een beperkte voorspellende bijdrage leveren aan dit model. Het construct “Bekend zij met CE toepassingen” (pleitbezorging door inwoners en

pleitbezorging door organisatie) geeft met een B-waarde van 0.413 de belangrijkste voorspellende bijdrage als onafhankelijke variabele aan dit model (tabel 11).

De analyse en resultaten tonen aan dat hypothese 3, waarin verondersteld is dat het belangrijk vinden om met de kansen voor CE toepassingen aan de slag te gaan door de Noord-Nederlandse Gemeenten een positieve invloed heeft op het hanteren van CE toepassingen bij gemeenten in Noord-Nederland, wordt ondersteund.

De analyse en resultaten tonen aan dat hypothese 4, waarin verondersteld is dat het bekend zijn met de kansen voor CE toepassingen een positieve invloed heeft op het hanteren van CE toepassingen bij gemeenten in Noord-Nederland, wordt ondersteund.

TABEL 11

Resultaten meervoudige regressieanalyse m.b.t. hypothese 3 en 4

Afhankelijke:

Hanteren van CE toepassingen

Hypothese effecten Model 1 B/bèta Model 1 significantie Constante ;

Belangrijk vinden CE toepassingen (promotor, WOM en pleitbezorging inwoners)

H3 (+) 0,050/0.050 0,000

Belangrijk vinden CE toepassingen (Idee generator, Co-creatie en pleitbezorging organisatie)

H3 (+) 0.128/0.097 0.000

Bekend zijn met CE toepassingen (Idee generator, co-creatie, WOM en Promotor)

H4 (+) 0.146/0.179 0.000

Bekend zijn met CE toepassingen (Pleitbezorging door inwoners en pleitbezorging door organisatie)

H4 (+) 0.413/0.514 0.000

R square 0,456

(Adjusted R square) 0,431

Toetsingsgrootheid ; F(4,86)=18,042 Overschrijdingskans ; p=<0.05

b. Hypothesen 5 en 6. Door toepassing van enkelvoudige regressie analyse is onderzocht of het construct “hanteren van CE toepassingen” van invloed is op het maken van concrete plannen voor aanpassing van de werkprocessen en van invloed is op het maken van concrete plannen voor aanpassing van de

organisatiestructuur.

Tabel 12 laat zien dat 42,3% van de variantie van de afhankelijk variabele “maken plannen voor werkprocesaanpassingen (pletbezorging inwoners en organisatie, idee generator en co-creatie) door de onafhankelijke variabele “hanteren van CE toepassingen” kan worden verklaard. Met een B-waarde van 0,83 levert deze een belangrijke voorspellende bijdrage als onafhankelijke variabele aan model 2. De p waarde =< 0.05 en daarmee is de bijdrage van deze onafhankelijke variabele in dit model significant.

TABEL 12

Resultaten enkelvoudige regressieanalyse m.b.t. hypothese 5

Afhankelijke:

Plannen voor werkprocesaanpassingen

(pleitbezorging inwoner en organisatie, idee generator en co-creatie)

Hypothese effecten Model 2 B/bèta Model 2 significantie Constante ;

Hanteren van CE toepassingen

H5(+) 0,837/0,655 0,000

R square 0,429

(Adjusted R square) 0,423

Toetsingsgrootheid ; F(1,89)=66,927 Overschrijdingskans ; p=<0.05

Tabel 13 laat zien dat 28,9% van de variantie van de afhankelijk variabele “maken plannen voor werkprocesaanpassingen (WOM en promotor) door de onafhankelijke variabele “hanteren van CE

toepassingen” kan worden verklaard. Met een B-waarde van 0,829 levert deze een belangrijke voorspellende bijdrage als onafhankelijke variabele aan model 3. De p waarde =< 0.05 en daarmee is de bijdrage van deze onafhankelijke variabele in dit model significant.

TABEL 13

Resultaten enkelvoudige regressieanalyse m.b.t. hypothese 5

Afhankelijke:

Plannen voor werkprocesaanpassingen (WOM en Promotor) Hypothese effecten Model 3 B/bèta Model 3 significantie Constante ;

Hanteren van CE toepassingen

H5(+) 0,829/0,545 0,000

R square 0,297

(Adjusted R square) 0,289

Toetsingsgrootheid ; F(1,89)=37,535 Overschrijdingskans ; p=<0.05

Bovenstaande analyses en resultaten tonen aan dat hypothese 5, waarin verondersteld is het hanteren van CE toepassingen een positieve invloed heeft op het maken van concrete plannen voor het aanpassen van

werkprocessen, wordt ondersteund.

Tabel 14 laat zien dat 51,8 % van de variantie van de afhankelijk variabele “maken plannen voor

organisatiestructuur aanpassingen door de onafhankelijke variabele “hanteren van CE toepassingen” kan worden verklaard. Met een B-waarde van 0,910 levert deze een belangrijke voorspellende bijdrage als onafhankelijke variabele aan model 4. De p waarde =< 0.05 en daarmee is de bijdrage van deze onafhankelijke variabele in dit model significant.

TABEL 14

Resultaten enkelvoudige regressieanalyse m.b.t. hypothese 6

De analyse en resultaten tonen aan dat hypothese 6, waarin verondersteld is dat het hanteren van CE toepassingen een positieve invloed heeft op het maken van concrete plannen voor het aanpassen van organisatiestructuur wordt ondersteund.

Afhankelijke:

Plannen voor organisatiestructuur aanpassingen

Hypothese effecten Model 4 B/bèta Model 4 significan tie Constante ;

Hanteren van CE toepassingen

H6(+) 0.910/0,723 0,000

R square 0,523

(Adjusted R square) 0,518

Toetsingsgrootheid ; F(1,89)=97,623 Overschrijdingskans ; p=<0.05

c. Hypothesen 7 en 9. Door toepassing van meervoudige regressieanalyse is onderzocht of de variabelen “maken van concrete plannen voor aanpassingen in werkprocessen”en “hanteren van CE toepassingen” invloed hebben op de variabele “aanpassen van werkprocessen”door gemeenten in Noord-Nederland. Tabel 15 laat zien dat 87,4 % van de variantie van de afhankelijk variabele “aanpassen werkprocessen” door de onafhankelijke variabelen “hanteren van CE toepassingen”, “Maken concrete plannen aanpassen

werkprocessen (pleitbezorging inwoners en organisatie, Idee generator en Co-creatie)” en “Maken concrete plannen aanpassen werkprocessen (WOM en Promotor)” kan worden verklaard. Met een B-waarde van 0,203 levert de onafhankelijk variabele “Hanteren van CE toepassingen”een geringe voorspellende bijdrage in dit model.

Met B-waarden van resp. 0.460 en 0.360 leveren de onafhankelijke variabelen “Maken concrete plannen aanpassen werkprocessen (pleitbezorging inwoners en organisatie, Idee generator en Co-creatie)” en “Maken concrete plannen aanpassen werkprocessen (WOM en Promotor)” de belangrijkste voorspellende bijdragen als onafhankelijke variabelen aan model 4. De p waarden =< 0.05 en daarmee is de bijdrage van deze onafhankelijke variabelen in dit model significant.

Tabel 15

Resultaten meervoudige regressieanalyse m.b.t. hypothese 7 en 9

Afhankelijke: Aanpassen werkprocessen Hypothese effecten Model 5 B/bèta Model 5 significantie Constante ;

Hanteren van CE toepassingen

H9 (+) 0,203/0,169 0,000

Maken concrete plannen aanpassen werkprocessen (pleitbezorging inwoners en organisatie, Idee generator en Co-creatie)

H7 (+) 0,460/0,490 0.000

Maken concrete plannen aanpassen werkprocessen (WOM en Promotor) H7 (+) 0,360/0,457 0.000

R square 0,878

(Adjusted R square) 0,874

Toetsingsgrootheid ; F(3,87)=208,695 Overschrijdingskans ; p=<0.05

De analyse en de resultaten tonen aan dat hypothese 7, waarin verondersteld is dat het maken van concrete plannen voor aanpassing werkprocessen een positieve invloed heeft op het daadwerkelijk aanpassen van werkprocessen wordt ondersteund.

De analyse en resultaten tonen aan dat hypothese 9, waarin verondersteld is dat het hanteren van CE

toepassingen bij gemeenten in Noord-Nederland een positieve invloed heeft het daadwerkelijk aanpassen van werkprocessen, wordt ondersteund.

d. Hypothesen 8 en 10. Door toepassing van meervoudige regressieanalyse is onderzocht of de variabele “maken van concrete plannen voor aanpassingen in de organisatiestructuur” en de variabele “hanteren van CE toepassingen”invloed hebben op de variabele “aanpassen van de organisatiestructuur” door gemeenten in Noord-Nederland.

Tabel 16 laat zien dat 86,3 % van de variantie van de afhankelijk variabele “aanpassen organisatiestructuur aanpassingen door de onafhankelijke variabelen “hanteren van CE toepassingen” en “maken concrete plannen aanpassen organisatiestructuur” kan worden verklaard. Met een B-waarde van 0.160 levert de onafhankelijk variabele “hanteren van CE toepassingen”een geringe voorspellende bijdrage aan dit model. Met een B-waarde van 0.849 levert de onafhankelijk variabele “maken van concrete plannen aanpassen organisatiestructuur” een grote voorspellende bijdrage aan dit model. De p waarden =< 0.05 en daarmee is de bijdrage van deze onafhankelijke variabelen in dit model significant.

Tabel 16

Resultaten meervoudige regressieanalyse m.b.t. hypothese 8 en 10

Afhankelijke:

Aanpassen organisatie structuur

Hypothese effecten Model 6 B/bèta Model 6 significantie Constante ;

Hanteren van CE toepassingen

H10 (+) 0,160/,0125 0,000

Maken concrete plannen aanpassen organisatiestructuur H8 (+) 0,849/0,836 0.000

R square 0,866

(Adjusted R square) 0,863

Toetsingsgrootheid ; F(2,88)=285,128 Overschrijdingskans ; p=<0.05

De analyse en resultaten tonen aan dat hypothese 8 , waarin verondersteld is dat het maken van concrete plannen voor aanpassing organisatiestructuur een positieve invloed heeft op het daadwerkelijk aanpassen van de organisatiestructuur, wordt ondersteund.

De analyse en resultaten tonen aan dat hypothese 10, waarin verondersteld is dat het hanteren van CE toepassingen bij gemeenten in Noord-Nederland een positieve invloed heeft op het daadwerkelijk aanpassen van de organisatiestructuur, wordt ondersteund