• No results found

Betrouwbaarheid en validiteit

4. Methodologie

4.6. Betrouwbaarheid en validiteit

Als eerste wordt in §4.6.1. de betrouwbaarheid van het onderzoek toegelicht. Hierbij komen verschillende aspecten van het onderzoek ter sprake die de betrouwbaarheid versterken of verzwakken. Vervolgens wordt in §4.6.2. hetzelfde gedaan voor de validiteit van het

onderzoek. Hierbij wordt er een onderscheid gemaakt tussen de interne en externe validiteit.

4.6.1. Betrouwbaarheid

De betrouwbaarheid van een onderzoek heeft betrekking op of bij herhaling van het onderzoek door een andere onderzoeker nog steeds dezelfde resultaten worden verkregen. Allereerst is er gebruikt gemaakt van datatriangulatie doordat er documentanalyse, observaties en semigestructureerde interviews zijn gehouden. Door op deze manier de verkregen data van drie verschillende onderzoeksmethoden met elkaar te vergelijken en samen te analyseren wordt de betrouwbaarheid van het onderzoek vergroot (Van Thiel, 2013).

Het systematisch operationaliseren draagt verder bij aan de betrouwbaarheid. Bij alle drie de methoden is gebruik gemaakt van de operationalisatietabellen om de data te

verzamelen en te analyseren. Op deze manier is systematisch vastgelegd op wat voor manier gemeten is, met welke waarden en hoe deze waarden geïnterpreteerd zijn. Dit zorgt ervoor dat een andere onderzoeker de gevonden data op een zelfde manier interpreteert en er daarmee een hogere betrouwbaarheid is.

46 Met betrekking tot de participerende observaties leidt dit tot gedetailleerde, diepgaande informatie. Door een gestructureerde aanpak en door alle relevante data te

notuleren draagt dit bij aan de betrouwbaarheid omdat alles nagelezen kan worden. Echter, bij participerende observaties speelt de betrokkenheid en de persoonlijkheid van de onderzoeker mee bij de observaties. Dit verlaagt de betrouwbaarheid enigszins doordat verschillende onderzoekers afhankelijk van hun betrokkenheid en persoonlijkheid anders kunnen

observeren en geobserveerden hier anders op kunnen reageren. Dit geldt overigens ook voor de interviews.

De semigestructureerde interviews zijn opgenomen om de betrouwbaarheid te

vergroten, tenzij een respondent aangeeft hier bezwaar tegen te hebben. Op deze manier zijn er vervolgens volledige transcripten gemaakt waarin de opnames woord voor woord zijn uitgetypt. De transcripten kunnen worden nagelezen net als de notulen van de observaties en op deze manier is het beter mogelijk om dezelfde resultaten te bereiken bij herhaling van het onderzoek. Al deze zaken zorgen voor een redelijk hoge betrouwbaarheid bij de interviews. Alhoewel bij interviews de betrokkenheid en persoonlijkheid van de onderzoeker ook een rol kunnen spelen, waardoor de betrouwbaarheid iets afneemt.

4.6.2. Validiteit

Validiteit is te onderscheiden in twee vormen, interne en externe validiteit. De interne validiteit heeft betrekking op of de gebruikte methoden geschikt zijn om te meten wat je daadwerkelijk wil meten als onderzoeker. De externe validiteit heeft betrekking op of de resultaten van het onderzoek generaliseerbaar zijn over een grotere populatie. Als eerste wordt ingegaan op de interne validiteit van dit onderzoek.

Doordat de principes en factoren systematisch geoperationaliseerd zijn wordt een bijdrage geleverd aan de interne validiteit doordat je expliciet vaststelt hoe je de variabelen gaat meten en wat voor betekenis iedere mogelijke waarde heeft per variabele. Hierbij is voor de dataverzameling een grote hoeveelheid aandacht besteed aan hoe de variabelen op een correcte manier gemeten en geïnterpreteerd worden en welke onderzoeksmethode daar het meest geschikt voor is.

Door gebruik te maken van participerende, gestructureerde observaties wordt een bijdrage geleverd aan de interne validiteit van het onderzoek. Dit komt doordat via participerende observaties gedetailleerde, diepgaande observaties gedaan kunnen worden waarbij veel kwalitatieve informatie kan worden verkregen. Door hier vervolgens ook gestructureerde observaties van te maken wordt ervoor gezorgd dat enkel de informatie die

47

relevant is naar voren komt uit de observaties. Op deze manier meet je wat je wil meten via structuur van de observaties, wat een bijdrage levert aan de interne validiteit.

Het gebruik van semigestructureerde interviews levert ook een bijdrage aan de interne validiteit van het onderzoek. Via semigestructureerde interviews kan een veelheid aan

kwalitatieve informatie worden verkregen. Doordat er de mogelijkheid is om door te vragen naar relevante informatie of extra informatie wordt de interne validiteit van het onderzoek vergroot. Verder zorgt de aangebrachte structuur met behulp van de operationalisatie ervoor dat de juiste concepten aan bod komen wat ook de interne validiteit vergroot. Dit waren de punten voor de interne validiteit, nu wordt als tweede ingegaan op de externe validiteit.

De gevoeligheid/persoonlijke ervaring van bepaalde factoren kan ervoor zorgen dat er sociaal-wenselijke antwoorden worden gegeven. Dit vermindert de interne validiteit. Een voorbeeld van zo’n dergelijke factor is het geven van feedback onderling, dit kan vrij persoonlijk zijn voor een respondent. Om te voorkomen dat respondenten mogelijk terughoudend zijn om bepaalde informatie te delen is de mogelijkheid aangeboden om anoniem in het onderzoek verwerkt te worden. Desondanks is er de kans dat op bepaalde factoren sociaal-wenselijke antwoorden worden gegeven.

Omdat dit onderzoek een kwalitatieve casestudy is, is de externe validiteit minder sterk. Dit komt doordat er een kleine onderzoekspopulatie is gebruikt waardoor de resultaten van het onderzoek lastig te generaliseren zijn. Dit komt doordat het onderzoek binnen één basisteam gehouden, waarbinnen de pilot Vernieuwend Werken loopt. Dit houdt in dat de resultaten en aanbevelingen te generaliseren zijn op andere wijkteams binnen basisteam Meierij en in zekere mate ook op andere basisteams die aan de slag gaan met Vernieuwend Werken. Echter, hierbij gaat het om basisteams die met een vergelijkbare samenstelling en werkomgeving te maken hebben als basisteam Meierij. Op een basisteam in een grote stad is het lastiger te generaliseren, al zijn de theoretische factoren, resultaten en aanbevelingen daarbij mogelijk wel zinvol als aandachtspunten om op te letten.

48