• No results found

Betrokken zorgverleners

In document Stemmen horen. Generieke module (pagina 57-61)

6. Organisatie van zorg

6.2 Betrokken zorgverleners

In De zorg rondom stemmen horen zijn de diagnostiek en behandeling bij stemmen horen uitgebreid aan bod gekomen. Hieruit is duidelijk dat er een breed scala aan mogelijkheden is waarbij

verschillende typen zorgverleners betrokken kunnen zijn. Welk type zorg de zorgverlener mag bieden hangt af van de bevoegdheid en bekwaamheid, dat wil zeggen dat de zorgverlener een specifieke opleiding moet hebben gevolgd en voldoende relevante werkervaring moet hebben of onder supervisie werkt. Ook moet de zorgverlener zijn competenties onderhouden middels bijscholing en intervisie. Voor de kwaliteitseisen per beroepsgroep verwijzen wij naar het Model Kwaliteitsstatuut GGZ.

6.3 Samenwerking

6.3.1 Samenwerking binnen de zorginstelling

De zorg voor mensen die stemmen horen is vaak multidisciplinair van aard. Daarom moeten een goede samenwerking en continuïteit van zorg gewaarborgd worden. Binnen een zorginstelling is het

belangrijk dat er met regelmaat intervisie en informatieoverdracht plaatsvindt tussen de betrokken zorgverleners.

Omdat stemmen horen als symptoom bij diverse aandoeningen voorkomt, zal de zorg niet binnen een stoornisspecifiek zorgpad passen. Veel instellingen zijn echter wel in dergelijke zorgpaden ingericht, waardoor het risico bestaat dat niet iedereen gelijke toegang heeft tot adequate zorg voor stemmen horen. Het is daarom van groot belang dat er overleg plaatsvindt tussen verschillende afdelingen en teams binnen instellingen, zodat men op de hoogte is van de beschikbare

behandelingen. Op deze manier kunnen patiënten op tijd voor een (deel)behandeling voor stemmen horen doorverwezen worden.

6.3.2 Samenwerking tussen zorginstellingen

UMC’s en GGZ-instellingen kunnen de stemmenhoorder een keuze bieden uit verschillende behandelingen en bovendien twee of meer behandelingen combineren voor maximaal effect. Ook vrijgevestigde psychologen, psychotherapeuten of psychiaters kunnen meerdere behandelvormen voor stemmen horen aanbieden en tegelijk aanbieden, zo nodig. Indien ze dat niet kunnen bieden, kunnen ze een samenwerking aangaan met andere hulpverleners in hun professionele netwerk of met een grotere GGZ-instelling.

Lotgenotencontact wordt vaak toegevoegd aan andere behandelingen en is zowel binnen grotere instellingen als in aparte vorm te verkrijgen bij een aantal stemmenhoordersgroepen in Nederland.

Deze groepen worden altijd gefaciliteerd door ervaringsdeskundigen of door ervaringsdeskundigen en een hulpverlener. Bij minder zware problematiek of wanneer de stemmenhoorder daar speciaal voor kiest kan het voorkomen dat lotgenotencontact de enige vorm van ondersteuning is.

Het is belangrijk dat de samenwerking tussen zorgaanbieders rondom stemmen horen goed verloopt, en op gelijkwaardig niveau met patiënten en hun naaste omgeving. Voor het voeren van een juiste samenwerking op het gebied van verwijzen, overleg, consultatie, terugrapportage en gedeelde begeleiding wordt verwezen naar de Landelijke ggz samenwerkingsafspraken (LGA) tussen huisarts, generalistische basis GGz en gespecialiseerde GGz en het rapport ‘Over de brug’.

De afspraken voor verwijzing per zorgechelon worden conform de LGA in het kader van stemmen horen als volgt aangehouden:

Begeleiding in de huisartsenpraktijk (waarmee zowel de huisarts als de praktijkondersteuner ggz (POH-GGZ) wordt bedoeld) is geïndiceerd bij:

Stemmen horen, met of zonder DSM-classificatie, met lichte of matige lijdensdruk en disfunctioneren EN van relatief korte duur.

Stabiel chronisch stemmen horen waarbij geen sprake is van crisisgevoeligheid en een laag risico op terugval.

Stemmen horen en een eigen voorkeur voor begeleiding in de huisartsenpraktijk en bij wie het motiveren voor behandeling in de ggz niet succesvol is en er geen ernstig gevaarcriterium aanwezig is.

Hierbij wordt aangetekend dat iemand die voor een eerst stemmen hoort en daarvoor hulp wil, ook bij licht tot matig lijdensdruk en disfunctioneren verwezen wordt door de huisarts voor diagnostiek en

behandeling. Dit kunnen namelijk tekenen van een vroege psychose zijn, of van een andere onderliggende aandoening waarvoor psychotherapie is aangewezen. Psychotherapeutische behandelingen vinden niet plaats in de huisartsenpraktijk.

Patiënten die stemmen horen zonder lijdensdruk behoeven geen specifieke begeleiding en kunnen inderdaad door de huisartsenpraktijk behandeld blijven.

Daarnaast zijn er patiënten met chronische ernstige psychiatrie, die bijvoorbeeld jarenlang (depot) antipsychotica gebruiken en in een verzorgingshuis of beschermd wonen verblijven. Er is sprake van ernstig disfunctioneren, maar zij geven geen problemen of gevaar. Deze patiënten kunnen door de huisarts behandeld worden, mits deze zich daarvoor voldoende bekwaam voelt.

Verwijzing naar de generalistische basis ggz is geïndiceerd bij:

Stemmen horen waarbij het vermoeden van een DSM-classificatie aanwezig is met: matige tot ernstige lijdensdruk en disfunctioneren OF een zekere mate van gevaarsrisico in aanwezigheid van beschermende factoren zoals: adequate coping, werk of structurele daginvulling en dagelijks steunsysteem.

Het uitblijven van verbetering na begeleiding in huisartsenpraktijk (na twee maanden).

Stabiele chronische problematiek waarbij sprake is van een hoger risico op terugval.

Verwijzing van patiënten naar de gespecialiseerde ggz is geïndiceerd bij:

Stemmen horen bij (het vermoeden van) een DSM-classificatie met: ernstige lijdensdruk en disfunctioneren OF recidiverende ernstige problematiek OF complexe problematiek die om multidisciplinaire behandeling vraagt (dit kan plaatsvinden binnen een professioneel

samenwerkingsverband) OF hoog risico op verwaarlozing, geweld, suïcide, zelfbeschadiging of mishandeling.

Indicatie voor out-reachende of bemoeizorg (F-ACT).

Het uitblijven van effect na behandeling in de generalistische basis ggz (na drie tot vier maanden).

Het uitblijven van verbetering bij de behandeling in de huisartsenvoorziening (na twee maanden), waarbij de ernst en complexiteit behandeling in de generalistische basis ggz niet geschikt maakt.

Instabiele chronische problematiek bij wie onvrijwillige behandeling noodzakelijk is.

6.4 Competenties

6.4.1 Diagnostiek bij stemmen horen

Wanneer het stemmen horen als symptoom wordt betrokken in de klinische diagnostiek om tot een specifieke stoornisclassificatie te komen, dient deze inschatting gemaakt te worden door een

zorgverlener die bekwaam en bevoegd is tot het diagnosticeren van psychische stoornissen en goed bekend is met de differentiaaldiagnostiek (inclusief somatische ziektebeelden) van stemmen horen.

6.4.2 Fenomenologie bij stemmen horen

Vaak is het gewenst om het stemmen horen fenomenologisch in kaart te brengen zodat de lijdensdruk die het te weeg brengt bepaald kan worden en de behandeling op de juiste manier kan

worden ingestoken. Dit kan helpen om een geïnformeerde keuze te maken bij het inzetten van bepaalde copingstrategieën, een specifiek CGT protocol voor stemmen die angst, depressie of schaamte oproepen, of om de behandelrelatie tussen patiënt en zorgverlener meer diepgang te geven. De assessment kan worden gemaakt door de hulpverlener die bevoegd en bekwaam is om de behandeling die op de assessment volgt, uit te voeren.

6.4.3 Behandeling

Crisismanagement

Wanneer het stemmen horen leidt tot crisisgevoeligheid is het raadzaam om een Crisisplan op te stellen. Een crisisplan dient primair door de stemmenhoorder, regiebehandelaar en zo mogelijk naastbetrokkene, medebehandelaar en huisarts te worden opgesteld. Indien de stemmenhoorder een woon- of werkbegeleider, of juridisch of financieel bewindvoerder heeft, kan deze uiteraard ook betrokken te worden. Het is belangrijk dat alle betrokken partijen in de zorg op de hoogte zijn van het crisisplan.

Copingstrategieën

Het aanleren en verbeteren van copingstrategieën bij stemmen horen kan in individueel of in

groepsverband plaatsvinden. De zorgverlener die deze vorm van zorg verleent dient over voldoende expertise en opleiding te beschikken om over het specifieke onderwerp dat aan bod komt in de klinische praktijk aan te mogen bieden.

Farmacotherapie

Het voorschrijven van farmacotherapie bij stemmen horen is voorbehouden aan een arts of verpleegkundig specialist. Gezien het brede spectrum aan mogelijke bijwerkingen dient de keuze voor een specifiek antipsychoticum in overleg met een psychiater te gebeuren.

Psychologische en psychotherapeutische behandelingen

Zorgverleners die Psychologische en psychotherapeutische behandelingen verlenen, dienen over voldoende scholing te beschikken om met de betreffende patiëntgroep te mogen werken en bekwaam zijn in het uitvoeren van de specifieke interventie.

Hersenstimulatie

Behandeling middels hersenstimulatie (TMS en tDCS) bij stemmen horen staan niet geregistreerd als voorbehouden handeling. Zorgverleners die deze vorm van behandeling verlenen dienen echter wel voldoende scholing en kennis van veilig handelen te hebben om deze techniek toe te passen.

Stemmenhoordersgroepen

Stemmenhoordersgroepen worden geleid door twee ‘facilitators’: twee ervaringsdeskundigen of een ervaringsdeskundige en een professional. Buiten de muren van de GGZ worden deze groepen veelal geleid door twee ervaringsdeskundigen. De facilitators dienen geschoold te zijn in de Maastrichtse benadering. Bij de stemmenhoordersgroepen wordt veel gebruik gemaakt van herstelverhalen en lotgenotencontact.

6.5 Kwaliteitsbeleid

De kwaliteit van zorg bij stemmen horen kan primair worden gewaarborgd door regelmatig met de stemmenhoorder en naastbetrokkene af te stemmen of men tevreden is over de zorg. Op

organisatieniveau kan het algemene kwaliteitsbeleid van de zorginstelling gevolgd worden, of het individuele kwaliteitsstatuut van de ambulante zorgverlener. Vaak wordt hiervoor gebruik gemaakt van routine outcome monitoring (ROM) onderzoeken, voor andere indicatoren, zie

Kwaliteitsindicatoren.

Van groot belang is de keuzemogelijkheid voor de stemmenhoorder. Het aanbod dient voldoende breed te zijn zodat er van aanpak kan worden gewisseld wanneer een therapievorm niet goed aansluit bij de persoon of wanneer er onvoldoende resultaten geboekt worden. Dit aanbod hoeft niet per se bij één hulpverlener beschikbaar te zijn, dat kan ook in verschillende organisaties worden aangeboden, in goede afstemming. Uiteindelijk is het doel van de zorg rondom stemmen horen om persoonlijk herstel en een betere kwaliteit van leven bij de stemmenhoorder te bewerkstelligen. Deze aspecten zijn niet lineair overeenkomstig uit te drukken in enig fenomenologisch aspect van

stemmen horen.

In document Stemmen horen. Generieke module (pagina 57-61)