• No results found

Bestemmingsreserve Participatiewet

In document Jaarrekening 2014 (pagina 40-54)

2 maanden gemiddelde salariskosten € 8.550.000

Pijler 3: Bestemmingsreserve Participatiewet

Inzake de uitvoering en financiering van de Participatiewet zijn er op dit moment nog de nodige onduidelijkheden. Een uitgangspunt dat wordt gehanteerd is een gelijkblijvende werkvoorraad voor Atlant Groep cq het nieuwe werkbedrijf Atlant De Peel (nu ca. 1.600 fte). Er is sprake van inzet van het instrument loonkostensubsidie met subsidies voor de begeleiding, maar de omvang van het budget is onbekend. Het Rijk heeft de structurele bezuinigingen van de Participatiewet ingeboekt vanaf 2019. Naar venwachting zal het transitieproces nog zeker 3 jaar (2015-2017) in beslag nemen alvorens tot een heldere en bestendige uitvoering van de wet kan worden gekomen. Besloten is in 2013 om voor de transitie naar een efficiënte en gedegen uitvoering van de wet een bedrag te reserveren van minimaal € 3.500.000. Ook het

budgetoverschot van 2013 (na mutatie algemene reserve) is toegevoegd aan deze reserve. De resen/e is ultimo 2014 groot € 5.301.000.

Strategische ontwikkeling: bulten zijn, buiten blijven

Uitgangspunt van de maatregelen die zijn opgenomen in de Participatiewet is het zo veel mogelijk plaatsen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in een reguliere werkomgeving. In de dynamische omgeving van re-integratie wijzigen de eisen die de

opdrachtgevers in de markt stellen aan de uitvoering van de bemiddeling van onze doelgroepen frequent. Om daar op een goede wijze op in te kunnen spelen is het noodzakelijk dat de Atlant Groep haar dienstenpakket en productaanbod blijft vernieuwen. Teneinde hieraan in continuïteit invulling te geven, zal een omvorming van (onderdelen van) de organisatie nodig zijn en wordt het totale speelveld breder De Participatiewet leidt er toe dat de huidige spelers aan de onderkant van de arbeidsmarkt (gemeenten, UWV, werkgevers, onderwijs en de Atlant Groep), die binnen de keten opereren, komen tot een heroriëntatie waarbij een integrale aanpak vanuit de processen uiteindelijk kan leiden tot andere alternatieve structureringsoplossingen.

Uiteindelijk ligt er nu een plan om te komen tot een fysiek werkbedrijf voor de arbeidsmarktregio Helmond De Peel waarin genoemde partijen gaan deelnemen.

Als gevolg van de gewijzigde marktomstandigheden in combinatie met gewijzigde wet- en regelgeving worden de volgende risico's met hoge impact onderkend:

Risico's afzetmarkt / toenemende (internationale) concurrentie

De Atlant Groep heeft vanaf 2002 de overstap gemaakt naar de groepsdetacheringen in samenwerking met een (nog) beperkt aantal opdrachtgevers. De Atlant Groep is hierdoor kwetsbaarder geworden voor onven/vachte veranderingen bij deze kleine groep opdrachtgevers.

Dit risico wordt dan ook als hoog ingeschat.

De wereld en daarmee ook de omgeving van de Atlant Groep is momenteel enorm in beweging.

Door de economische ontwikkelingen naar aanleiding van de eurocrisis en verandering in wet-en regelgeving staan bedrijvwet-en meer onder druk. Bedrijvwet-en veriwet-engwet-en tijdelijke contractwet-en niet

concurrentie voor bedrijven neemt toe. Hierdoor komen de plaatsingsmogelijkheden bij bedrijven onder druk te staan. De Atlant Groep heeft dit risico ook erkend en als reactie hierop het Atlant Partnership opgericht. Dit heeft geleid tot enkele nieuwe samenwerkingen van substantiële omvang, maar vanwege de tegenvallende economie zijn dat er minder dan gehoopt. Om dezelfde reden dingen voorts steeds meer bedrijven mee naar opdrachten.

Hierdoor komen de tarieven en marges onder druk te staan. Daar bovenop komen de

maatregelen inzake loonkostensubsidie en de quota regeling, die mogelijk leiden tot verdringing op de markt van individuele detachering en begeleid werken. Deze kunnen daarnaast leiden tot prijsconcurrentie. In hoeverre deze maatregelen ook gevolgen hebben voor de markt van groepsdetacheringen is nog ongewis. Tot op heden ondervindt de Atlant Groep nog relatief weinig concurrentie van anderen, maar dat wil niet zeggen dat dit in de toekomst niet kan gebeuren. Wanneer de Atlant Groep niet de juiste prijs/kwaliteitsverhouding blijft leveren, kunnen bedrijven (met name in de maakindustrie) waar momenteel

detacherings-overeenkomsten mee zijn gesloten (internationale) concurrentie verwachten. Gezien de huidige marktontwikkelingen en de ontwikkeling van de prijs/kwaliteitsverhouding in de lage lonen landen wordt ook dit risico als hoog ingeschat. Een eerdere analyse van de omzet met kansen op verliezen van opdrachten vanwege de genoemde aspecten leverde oorspronkelijk bij laagconjunctuur een risicobedrag op van € 2.900.000. Gezien het trage verioop van het herstel van de economie zijn de indicatoren waarop deze schattingen zijn gebaseerd nog nauwelijks verandert, vandaar dat deze risico inschatting gehandhaafd blijft.

Financiering

Per 1-1-2015 is de oude Wsw regeling beëindigd en wordt gestart met de uitvoering van de Participatiewet. Daarvoor ligt de regie over de uitvoering, inclusief de financiering, bij de gemeenten. Inmiddels is duidelijk dat de Atlant Groep samen met de afdeling Werk & Inkomen van de gemeente Helmond het nieuwe werkbedrijf Atlant De Peel gaat vormen. Definitieve besluitvorming hierover wordt medio 2015 verwacht, zodat de GR volledig operationeel zal zijn per 1-1-2016. Voor de overbrugging van de periode tot de totstandkoming van de nieuwe G R Atlant De Peel is besloten een samenwerkingsovereenkomst met de ketenpartijen Atlant Groep, Gemeente Helmond en het Werkgeversplein aan te gaan.

De financiering van die Participatiewet loopt via de deelnemende gemeenten. Op de financiële middelen voor die uitvoering wordt flink bezuinigd. Zo loopt het subsidie normbedrag Wsw de komende jaren terug van € 26.126 (2014) tot ca. € 22.700 (2019). Met deze systematiek van financiering is een reguliere kostendekkende uitvoering van de Wsw niet meer houdbaar.

Ook de financiering van de garantiebanen is krap. Vergeleken met de subsidie op een Wsw

exploitatieresultaten. Een eerste indicatieve berekening van het resultaat zodra de hele Wsw-populatie zou zijn vervangen door garantiebanen, bij ongewijzigde processen en organisatie, leidt tot een uitkomst van een tekort van € 5,5 a 6 miljoen per jaar. Bovendien is in het landelijke participatiebudget structureel de component begeleidingsvergoeding slechts opgenomen voor de 90.000 banen die uiteindelijk uitstromen uit de Wsw en vervangen dienen te worden, en niet voor de additionele 125.000 garantiebanen die zijn afgesproken in het Sociaal Akkoord. Voor onze arbeidsmarktregio betreft dit extra 250 garantiebanen t/m 2016, hetgeen aan

begeleidingsvergoeding een bedrag van € 1.000.000 betekent en in de volgende jaren alleen maar gaat toenemen. Daar komt bij dat de bonus begeleid werken uit de oude Wsw-regeling in de Participatiewet is geschrapt, waarmee vanaf 2017 er structureel ruim € 500.000 minder subsidie wordt ontvangen voor de uitvoering van de bestaande Wsw dienstverbanden. Deze structurele bezuinigingen/tekorten zijn op de korte termijn nog te financieren uit de reserves van de Atlant Groep, mits er gekozen wordt voor toevoegen van de positieve resultaten van 2014 en 2015 aan de reserve Participatiewet. Op lange termijn zullen er ingrijpende procesmatige en organisatorische wijzigingen nodig zijn om te komen tot betere resultaten, maar het blijft de vraag of dit, met de huidige uitgangspunten als kaderstelling, ooit zal leiden tot een structureel budgettair neutrale uitvoering van de Participatiewet.

Weerstandsvermogen

Voorgaande opsomming leidt tot de volgende opstelling van het weerstandsvermogen:

Onderdeel Omvang

Gewenst weerstandsvermogen:

• Algemene reserve € 7.325.000

• Bestemmingsreserve lopende projecten € 1.675.000

• Bestemmingsreserve Participatiewet € 5.301.000

Totaal gewenst weerstandsvermogen 14.301.000

Huidige weerstandcapaciteit

• Reserves ultimo 2014 € 13.635.000

• Resultaat boekjaar 2014 € 2.948.000

Weerstandscapaciteit ultimo 2014 16.583.000

Ruimte verhogen weerstandsvermogen ultimo 2014 2.282.000

Met de nu gehanteerde uitgangspunten en aanwezige middelen kan geconcludeerd worden dat er voldoende middelen zijn om het gewenste weerstandsvermogen in de vorm van reserves aan te houden op de balans van Atlant Groep.

Het eigen vermogen ultimo 2014 bedraagt € 16.583.000. In de loop van de komende jaren zal dit saldo op basis van de volgende mutaties verminderen:

• Voor dekking van de lopende projecten is de komende 4 jaren een bedrag nodig van

€ 1.175.000 (software/ management informatie/innovatie totaal € 500.000, kindregeling/

kostendelersnorm € 587.000 en bedrijfsrestaurant € 88.000). Ultimo 2018 resteert nog een saldo van € 500.000;

• De kosten van de transitie naar uitvoering van de Participatiewet zijn nog onbekend. Een eerste voorzichtige raming van de effecten van invoering van die wet laten, bij een ongewijzigde organisatiestructuur, vanaf 2017 exploitatietekorten zien. Deze kunnen in eerste instantie nog incidenteel gedekt worden uit de bestaande reserves. De verwachting is dat medio 2015 besloten is tot de vorming van het nieuwe werkbedrijf. Alle organisaties die nu werken in het kader van de onderkant arbeidsmarkt zijn daarin vertegenwoordigd. Dit leidt uiteindelijk tot een nieuw primair proces. Of de uitvoering van de Participatiewet, zoals die nu bekend is, op termijn structureel kostenneutraal kan plaatsvinden is maar zeer de vraag. Voor de transitie naar het nieuwe werkbedrijf en ter overbrugging van de periode om tot de gewenste kostenneutrale uitvoering te komen is eerder besloten een reserve te vormen van € 5.301.000.

Gezien de grote onzekerheid omtrent de uitvoeringsaspecten en toekomstige financiering van de Participatiewet verdient het aanbeveling om, voor zover deze bedragen niet nodig zijn voor het aanzuiveren van de Algemene Reserve, de overblijvende middelen uit de exploitatie van de jaren 2014 (€ 2.948.000), 2015 en 2016 alsnog toe te voegen aan de bestemmingsreserve Participatiewet. Dit ter afdekking van de negatieve resultaten in de jaren na 2016. Mochten deze kosten uiteindelijk meevallen, dan kan op termijn een andere bestemming worden voorgesteld;

• Deze mutaties hebben uiteraard ook invloed op de bepaling van de hoogte van de algemene reserve. Zoals voorgesteld wordt die gekoppeld aan de hoogte van het totale vermogen. Het totale vermogen zal slinken van € 24.417.000 ultimo 2014 naar ca.

€ 24.000.000 ultimo 2018. Dit heeft, bij het hanteren van de ratio van 30%, tot gevolg dat de algemene reserve ultimo 2018 zal verminderd tot ca. € 7.200.000.

Uiteindelijk zal het eigen vermogen ultimo 2018 nog bestaan uit de bestemmingsreserve lopende projecten ad € 500.000, de bestemmingsreserve Participatiewet van ca. € 9.300.000 en de algemene reserve ad € 7.200.000, totaal € 17.000.000

De directie zal bij iedere kwartaalrapportage volledig inzicht geven in het verioop en de omvang van de reserves. Bij de jaarrekening gebeurt dit nogmaals, en dit wordt voorzien van een

Een besluit om op deze wijze het weerstandsvermogen te bepalen en te monitoren vrijwaart de gemeenten van directe gevolgen bij het zich voordoen van incidentele risico's en geeft de Atlant Groep, dan wel een eventuele rechtsopvolger, slagkracht in het oplossen van de daarmee gepaard gaande problemen. Dit omdat er niet voor ieder incident afzonderiijk een zwaar politiek bestuuriijk besluitvormingsproces behoeft te worden doodopen. Zo bezien is dit een efficiënte werkwijze met voldoende controlemogelijkheden voor het bestuur.

Verder kan er op deze wijze tijd gewonnen worden om te komen tot een voldragen uitwerking van de uitvoeringsaspecten van de nieuwe Participatiewet, zonder dat de deelnemende gemeenten daar rechtstreeks risico's bij lopen.

Op basis van de herijking blijkt dat de verwachte weerstandscapaciteit ultimo 2014 voldoende zal zijn om de beschreven risico's af te dekken. Of zulks in de toekomst nog het geval is zal helemaal afhangen van de nieuwe plannen en toekomstige ontwikkelingen.

2. JAARREKENING

2.1 Balans per 31 december 2014

l(xe 1.000) 31-12-2014

Activa Vaste activa:

Materiële vaste activa

- Investeringen met een economisch nut Financiële vaste activa

- Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen - Bijdrage aan activa in eigendom van derden Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één Jaar - Voorraad handelsgoederen - Vorderingen op openbare lichamen

Overige vorderingen

- Totaal saldo van baten en lasten

Voorzieningen

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer - Onderhandse leningen Vlottende passiva:

Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één Jaar

RG Stap

- RC Atlant Direct Werk BV - RC Atlant Catering BV - Overige schulden

2.2 Overzicht van baten en lasten 2014

Realisatie 2014 Begroting 2014 Realisatie 2013

(x€ 1.000) lasten baten lasten baten lasten baten

Netto omzet Voorraadmutaties Grond- en hulpstoffen Uitbesteed werk en

andere externe directe kosten

33

Toegevoegde waarde 20.286 19.298 20.146

Overige bedrijfsopbrengsten 1.226 1.003 948

Netto opbrengsten 21.512 20.301 21.094

Lonen WSW

Totaal kosten 60.975 60.899 61.194

Bedrijfsresultaat 39.463- 40.598-

40.100-Subsidie

Totaal bijdragen 42.972 41.716 43.270

Operationeel resultaat 3.509 1.118 3.170

Incidentele lasten en baten 443 355 561

-

2.990 258

2.3 Kasstroomoverzicht over 2014

(x€ 1.000) 2014 2013

Beginsaldo liquide middelen 6.798 7.721

Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat vóór rente 4.834-Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 2.453 1.607-Kasstroom uit Investeringsactiviteiten 543-Totaal kasstroom uit Investeringsactiviteiten 10- 166-Kasstroom uit financieringsactiviteiten 145-Totaal kasstroom financieringsactiviteiten 2.143 850

Totaal mutatie liquide middelen 4.586

923-Eindsaldo liquide middelen 11.384 6.798

2.4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

i n l e i d i n g

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) provincies en gemeenten daarvoor geeft.

A l g e m e n e g r o n d s l a g e n v o o r het o p s t e l l e n v a n d e j a a r r e k e n i n g

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de betreffende balanspost anders vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Er wordt rekening gehouden met veriiezen en risico's die hun oorsprong vinden in het begrotingsjaar en bekend zijn geworden voor het opmaken van de jaarrekening.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.

BALANS

In document Jaarrekening 2014 (pagina 40-54)