• No results found

5   PLANOPZET 61

5.3   Bestemmingen

Dit tweede hoofdstuk van de bestemmingsregels omvat de op de afzonderlijke bestemming gerichte regels. Er wordt een onderscheid gemaakt in twee type bestemmingen:

enkelbestemmingen en dubbelbestemmingen. Bij strijd tussen bepalingen van de enkelbestemming en het bepaalde in de dubbelbestemming; gelden de regels zoals opgenomen in de dubbelbestemming. Het hoofdstuk omvat bij onderhavig bestemmingsplan de volgende artikelen:

Enkelbestemmingen

Agrarisch – Landschappelijke waarden

In het deelgebied Kanaalweg wordt de ten noorden van de beek Aa vigerende bestemming

‘Agrarisch – Landschappelijke waarden’ overgenomen. Op deze gronden dient de compensatie van de in het deelgebied Prins Willem-Alexander te kappen bossen te worden gerealiseerd conform art. 4.9 van de Verordening ruimte 2012. In het onderhavige plan wordt de omvorming naar natuur voorzien via het compensatieplan, het moment van daadwerkelijke realisatie is nog niet duidelijk. Artikel 4.12 Vr, lid 5, bepaald namelijk dat de uitvoering van het compensatieplan uiterlijk start op het moment van voltooiing van de aantasting (in deelgebied Prins Willem-Alexander) en wordt op zo kort mogelijke termijn daarna, doch uiterlijk binnen 5 jaar, afgerond. Van deze termijn kan gemotiveerd worden afgeweken ten behoeve van een uitloop naar 10 jaar. Daarnaast wordt via artikel 4.12 Vr, lid 3, bepaald dat de in het deelgebied Kanaalweg te ontwikkelen natuur een ontwikkeltijd van tussen de 25 en 100 jaar heeft. De realisatie van de bestemming ‘Natuur’ binnen de ‘houdbaarheidstermijn’ van 10 jaar van dit bestemmingsplan kan op dit moment nog niet worden voorzien. Het nu vast toekennen van de bestemming ‘Natuur’ kan derhalve nog niet van toepassing zijn. Wel moet de realisatie van de compensatie en dus de mogelijkheid tot wijziging naar de bestemming ‘Natuur’ door dit bestemmingsplan niet onmogelijk worden gemaakt. In het onderhavige compensatiegebied is het van belang dat ruimtelijke ingrepen (werkzaamheden) achterwege blijven, die natuurontwikkeling in de nabije of verdere toekomst kunnen frustreren.

Op deze bestemming is daarom de gebiedsaanduiding ‘wro-zone – verwerkelijking in de naaste toekomst’ opgenomen. Ter plaatse van deze aanduiding zijn de gronden aangewezen als onderdelen ten aanzien waarvan de verwezenlijking van het plan in de naaste toekomst nodig wordt geacht, zoals bedoeld in artikel 3.4 van de Wet ruimtelijke ordening. Ter verduidelijking:

in de Wet ruimtelijke ordening wordt gesproken over ‘verwezenlijking’ en in de SVBP 2008 over

‘verwerkelijking’. Conform de werkafspraken van Geonovum van januari 2010 wordt de aanduiding uit het SVBP overgenomen in dit bestemmingsplan, waarbij uitdrukkelijk wordt verwezen naar artikel 3.4 van de Wet ruimtelijke ordening.

Agrarisch – Landschappelijke- en natuurwaarden

In het deelgebied Kanaalweg wordt ten zuiden van de beek Aa de vigerende bestemming

‘Agrarisch – Landschappelijke- en natuurwaarden’ overgenomen. Op deze gronden dient de compensatie van de in het deelgebied Prins Willem-Alexander te kappen bossen te worden gerealiseerd conform art. 4.9 van de Verordening ruimte 2012. Het deelgebied Kanaalweg ligt thans voor een groot gedeelte in het ‘beheergebied ehs’ uit de Verordening ruimte 2012; dit zijn gebieden die nog ontwikkeld moeten worden volgens het provinciaal natuurbeheerplan.

Deze gebieden vallen onder het beheertype ‘nog om te vormen naar natuur (inrichting)’ uit het natuurbeheerplan. In het onderhavige plan wordt de omvorming naar natuur voorzien via het compensatieplan, het moment van daadwerkelijke realisatie is nog niet duidelijk. Artikel 4.12 Vr, lid 5, bepaald namelijk dat de uitvoering van het compensatieplan uiterlijk start op het moment van voltooiing van de aantasting (in deelgebied Prins Willem-Alexander) en wordt op zo kort mogelijke termijn daarna, doch uiterlijk binnen 5 jaar, afgerond. Van deze termijn kan gemotiveerd worden afgeweken ten behoeve van een uitloop naar 10 jaar. Daarnaast wordt via artikel 4.12 Vr, lid 3, bepaald dat de in het deelgebied Kanaalweg te ontwikkelen natuur een ontwikkeltijd van tussen de 25 en 100 jaar heeft. De realisatie van de bestemming ‘Natuur’

binnen de ‘houdbaarheidstermijn’ van 10 jaar van dit bestemmingsplan kan op dit moment nog niet worden voorzien. Het nu vast toekennen van de bestemming ‘Natuur’ kan derhalve nog niet van toepassing zijn. Wel moet de realisatie van de compensatie en dus de mogelijkheid tot wijziging naar de bestemming ‘Natuur’ door dit bestemmingsplan niet onmogelijk worden gemaakt. In het onderhavige compensatiegebied is het van belang dat ruimtelijke ingrepen (werkzaamheden) achterwege blijven, die natuurontwikkeling in de nabije of verdere toekomst kunnen frustreren.

Op deze bestemming is daarom de gebiedsaanduiding ‘wro-zone – verwerkelijking in de naaste toekomst’ opgenomen. Ter plaatse van deze aanduiding zijn de gronden aangewezen als onderdelen ten aanzien waarvan de verwezenlijking van het plan in de naaste toekomst nodig wordt geacht, zoals bedoeld in artikel 3.4 van de Wet ruimtelijke ordening. Ter verduidelijking:

in de Wet ruimtelijke ordening wordt gesproken over ‘verwezenlijking’ en in de SVBP 2008 over

‘verwerkelijking’. Conform de werkafspraken van Geonovum van januari 2010 wordt de aanduiding uit het SVBP overgenomen in dit bestemmingsplan, waarbij uitdrukkelijk wordt verwezen naar artikel 3.4 van de Wet ruimtelijke ordening.

Natuur

De gronden die zijn gelegen binnen de resterende ecologische hoofdstructuur zijn bestemd met de bestemming ‘Natuur’. Het behoud, de bescherming en duurzame ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur wordt binnen deze bestemming gewaarborgd. Binnen deze bestemming zijn de gronden bestemd voor natuur en waterhuishoudkundige voorzieningen.

Op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen worden opgericht. In het deelgebied Kanaalweg wordt de bestemming ‘Natuur’ toegekend aan de gronden die binnen de ecologische hoofdstructuur vallen; alhier wordt de kwaliteitsverbetering conform artikel 2.2 Vr gerealiseerd.

Recreatie - Manege

De bestemming ‘Recreatie – Manege’ is toegekend aan het gehele deelgebied Prins Willem-Alexander, behalve de onderdelen die zijn aangemerkt als ecologische hoofdstructuur of die

manege tot hippisch centrum mogelijk. Tot de toegelaten bebouwing behoren gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde. Ten aanzien van de bebouwing zijn maatvoeringseisen opgenomen betreffende bebouwingspercentage, goot- en bouwhoogte en afstanden tot perceelsgrenzen. Binnen deze bestemming zijn tevens mogelijk de parkeervoorzieningen en de herinrichting van het hertenkamp. De bestaande landschapselementen op het terrein worden beschermd middels een aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – landschapswaarden’.

Ten behoeve van de landschappelijke inpassing van de manege, zoals noodzakelijk conform de provinciale Verordening ruimte 2012, kennen onderdelen van het deelgebied Prins Willem-Alexander de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – landschappelijke inpassing’. Dit betreft de noordelijke randen van het deelgebied en de houtwallen die ten zuiden van de zandweg liggen. De Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State heeft in haar uitspraak van 1 juni 2011 (RvS 201008528/1/R2) bepaald dat wanneer vanuit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening landschappelijke inpassing noodzakelijk is, dit dan juridisch-planologisch dient te worden verzekerd. Aan de regels is een regeling toegevoegd waarin de realisatie en instandhouding van de groenstroken ten behoeve van de landschappelijke inpassing geborgd is. In deze regels wordt verwezen naar een beplantingsplan, dit plan is opgenomen in de bijlagen bij de regels.

Verkeer

Alle openbare wegen in de gemeente Asten hebben de bestemming ‘Verkeer’. De gemeente Asten heeft een actueel beleid ten aanzien van de verkeersstructuur en heeft dit vertaald naar de bestemmingsregeling. In het onderhavige plan heeft het zandpad Keizersdijk de bestemming

‘Verkeer’. Deze bestemming is toegekend omdat een aantal onverharde wegen in de gemeente recreatieve en cultuurhistorische waarden heeft. Ter bescherming van deze waarden dienen deze wegen en paden behouden te blijven en onverhard te blijven. De wegen zijn daartoe in de gemeentelijke systematiek ondergebracht onder de bestemming ‘Verkeer’ met de nadere aanduiding dat ze onverhard zijn.

Dubbelbestemmingen Leiding - Water

De dubbelbestemming ‘Leiding - Water’ heeft betrekking op de in het plangebied gelegen waterleiding. Ter beveiliging van de ondergrondse leiding geldt een beschermingszone van 2 x 2 tot 4 meter. Binnen de beschermingszone rond de leiding zijn zaken als het plaatsen van bebouwing, verstoring van de grond en het aanbrengen van (diepwortelende) beplanting omgevingsvergunningplichtig.

Waarde – Archeologie

Ter bescherming van de potentieel aanwezige archeologische waarden in het plangebied is een dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie’ opgenomen in de bestemmingsplanregels. In de regels is een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen ten aanzien van het roeren van de grond voor werkzaamheden. Deze dubbelbestemming is alleen gelegd op die gronden die vallen binnen de archeologische beleidscategorie 5. Op de gronden waar geen archeologische waarde is gebleken wordt geen dubbelbestemming gelegd.

Waterstaat - Reserveringsgebied waterberging

De dubbelbestemming ‘Waterstaat – Reserveringsgebied waterberging’ is bedoeld voor de reservering van gronden ten behoeve van waterberging. Op gronden met deze dubbelbestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd, ook niet als dat op grond van andere bestemmingen wel zou mogen. Op gronden met deze dubbelbestemming zijn bepaalde werkzaamheden ook alleen maar toegestaan als daar een vergunning voor is verleend.

Het stramien voor de bestemmingsplanregels is vastgelegd in de SVBP 2008. De regels van een bestemming worden als volgt opgebouwd en benoemd:

• bestemmingsomschrijving;

• bouwregels;

• nadere eisen;

• afwijken van de bouwregels;

• specifieke gebruiksregels;

• afwijken van de gebruiksregels;

• omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;

• omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk;

• wijzigingsbevoegdheid;

Duidelijk zal zijn dat een bestemmingsregel niet alle elementen hoeft te bevatten. Dit kan per bestemming verschillen.