• No results found

Tegenwoordig in taal

3.6 technische taal: informatie

3.6.1 Bestel en bestand

In zijn Metafysica bepaalt Aristoteles de mens als een wezen “met zowel tech- niek als woorden”129. Met Heidegger kunnen we bedenken dat ook Aristoteles

zijn eerder aangehaalde wezensbepaling van de mens als het ‘woordhebbende levende wezen’, niet hoeft te worden beschouwd als een instrumentele bepa- ling: eerder heeft het woord de mens. Zo kunnen we ook de instrumentele opvatting van de techniek omkeren: de techniek niet louter beschouwen als een instrument in handen van de mens, maar ook als iets wat de mens in haar greep heeft.

Juist in het wezen van de moderne techniek kan het huidige Ereignis worden ervaren (US, 263; ID, 28). Met de moderne techniek voltrekt zich een bepaalde zijnsbeschikking, die hij het ‘bestel’ (Gestell) noemt. Met het woord Gestell verwoordt Heidegger het geheel van een stellen: een ‘uitdagen’, ‘aanjagen’, ‘afdwingen’, ‘opeisen’ en ‘opvorderen’.130 De moderne techniek vordert zowel

de natuur als de mens op.

129 Aristoteles 1963, 1 (Metafysica 980b28): “…tò de toon anthropoon genos kai technei kai logismois.”

130 Vgl. ID, 27-28: “Der Name für die Versammlung des Herausforderns, das Mensch und Sein einander so zu-stellt, daß sie sich wechselweise stellen, lautet: das Ge-Stell…. Das Zusammengehören von Mensch und Sein in der Weise der wechselseitigen Herausforderung bringt uns bestürzend näher, daß und wie der Mensch dem Sein vereignet, das Sein aber dem Menschenwesen zugeeignet ist. Im Ge-Stell waltet ein seltsames Vereignen und Zueignen.

hoofdstuk 3 – tegenwoordIg In ta a l

1 13

In zijn voordracht Die Frage nach der Technik (1955) wordt het bestel gede-

finieerd als de “opvorderende aanspraak” die de mens ertoe beweegt om “het zich ontbergende als bestand te bestellen”131. Binnen de wereld van de

moderne techniek zien we een eigenaardige aanwezigheid van het zijnde, dat meer en meer tot ‘bestelbaar bestand’ wordt. Binnen de zijnsbeschikking van het bestel lijkt alles erom te gaan dat het zijnde ons ter beschikking staat. Het is een verhouding tussen de mens en zijn wereld waarbij de mens van het zijnde een totale beschikbaarheid wenst en afdwingt. Hierbij versterkt zich een maakbaarheidsdenken. Is de smartphone niet onmiskenbaar exponent van dit bestel? Met enkele magische vingerbewegingen dromen en toveren we ‘onze’ wereld binnen handbereik. We fotograferen en filmen te pas en te onpas, waar- bij we niet alleen onze dierbare ‘momenten’ opslaan als een oeverloze voor- raad bestanden, maar deze ook delen met volgers op Facebook en Instagram die deze eigenlijk al hebben besteld. Zitten zij daar niet op te wachten, dan heeft de data-industrie deze wel besteld. Heidegger verwoordt met de nieuwe aanwezigheidswijze van het zijnde ook een nieuwe temporaliteit en spatiali- teit. Deze treedt met de huidige realtime technologie pregnant naarvoren. Zo vatten Wildschut (2014, 18) en cultuurfilosoof Gerard Visser (2014, 100) in hun vertaling van en commentaar op Die Frage nach der Technik de aanwezigheids- wijze van het bestand in de fraaie formule dat al het zijnde “terstond ter plekke ter beschikking” komt te staan.132

Het Gestell voltrekt zich als Ereignis. Het stellt ons, dat wil zeggen, vordert ons op om het zijnde op te vorderen, al het aanwezige als bestand te bestel- len. Het Gestell is de bepalende wijze waarop het zijnde ons tegemoet treedt – en weer zo dat het dit gebeuren tegelijkertijd verbergt (verstellt, US, 263). Het

Es gilt, dieses Eignen, worin Mensch und Sein einander ge-eignet sind, schlicht zu erfahren, d. h. einzukehren in das, was wir das Ereignis nennen.”

131 TK, 19: “Wir nennen jetzt jenen herausfordernden Anspruch, der den Menschen dahin versammelt, das Sichentbergende als Bestand zu bestellen – das Ge-stell.”

132 Vgl. TK, 16: “Überall ist es bestellt, auf der Stelle zur Stelle zu stehen, und zwar zu stehen, um selbst bestellbar zu sein für ein weiteres Bestellen. Das so Bestellte hat seinen eigenen Stand. Wir nennen ihn den Bestand”. Vgl. de vertaling van Wildschut: “Overal is het besteld om ter- stond ter plekke ter beschikking te staan…”(2014, 18). Vgl. het commentaar van Visser: “Auf

der Stelle: terstond, dadelijk. Zur Stelle, ter plaatse, present. Heidegger wijst met deze bepa-

lingen, voor wie het horen wil, op het ineenschrompelen van tijd en ruimte, dat het opvorde- rende ontbergen teweegbrengt. Het zijnde is nog slechts de tijd vergund van het terstond en nog slechts de ruimte van het ter plekke ter beschikking staan. Het aldus bestelde heeft zijn eigen stand, aldus Heidegger, die van bestand (Bestand)” (2014, 100).

verbergt zich omdat wij het nauwelijks ter sprake (kunnen) brengen. Hoe ver- houdt het bestel zich tot ons spreken als een ter sprake brengen?

Het bestel zou ons spreken opvorderen. In een algeheel bestellen zijn we aangewezen op een ‘rekenend denken’ in plaats van op een ‘bezinnend den- ken’.133 We spreken de taal van het bestel (ibid.). Dat staat in het teken van een

snelle, efficiënte, wrijvingsloze, eenduidige overdracht. Het spreken wordt een louter stellen, het uiten van eenduidige proposities die eenduidige standen van zaken denoteren. Dit is het spreken dat binnen de wereld van de moderne tech- niek wordt opgeëist en besteld. Dit zo gestellte Sprechen, een door het bestel opgevorderd spreken, noemt Heidegger de informatie (ibid.). In het digitale – of ‘digi-talige’ – tijdperk wordt een geformeerde of geformaliseerde computertaal of ‘digi-taal’ besteld, waarbij de taal wordt omgevormd of omgerekend tot enen en nullen. Heideggers zorg is dat hiermee een bezinnend denken en spreken verloren zal gaan. Maar, zo troost Heidegger, weten we dit bestel te ervaren, en dus als Ereignis, is het dan niet ook het “voorspel” voor contactherstel met de Sage van het Ereignis?134