4.1 Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een analyse van de manieren waarop het inzetten van bestandskoppelingen een rol kan spelen in het vergroten van het bereik. De volgende elementen komen hierbij aan bod:
aanschrijvingen, bronbestanden aanschrijvingen en (semi-)ambtshalve toekenningen. Per onderwerp worden enkele opvallende zaken uitgelicht en vergeleken met de situatie in Amsterdam. Het hoofdstuk eindigt met een schematische samenvatting.
4.2 Aanschrijvingen
Grafiek 9 toont welke deelnemende gemeenten hebben aangegeven dat zij potentiële klanten voor één of meerdere minimaregelingen actief aanschrijven. Aanschrijvingen – dat wil zeggen persoonlijke, schriftelijke inlichtingen over het (mogelijke) recht dat bestaat op één of meerdere minimaregelingen – kunnen het bereik van de minimaregelingen vergroten, in de eerste plaats doordat zij de aangeschrevene bekend maken met de regelingen waar zij (waarschijnlijk) recht op hebben. Wanneer de aanschrijving gepaard gaat met een verkort aanvraagformulier wordt bovendien voor de klant de procedure vergemakkelijkt, wat de drempel om een aanvraag te doen verlaagt. Het overgrote deel van de deelnemende gemeenten werkt met aanschrijvingen.
Grafiek 9. Gemeenten die voor één of meerdere minimaregelingen potentiële klanten actief aanschrijven
Grafiek 10 toont over de deelnemende gemeenten die hiervoor hebben aangegeven dat zij voor één of meerdere minimaregelingen met aanschrijvingen werken, voor welke soort(en)
79%
24% Wel
aanschrijvingen
Geen
aanschrijvingen/
onbekend
minimaregelingen zij dat doen. Hieruit blijkt dat voor een divers scala aan regelingen
aanschrijvingen plaatsvinden, met als grootste categorie de Collectieve zorgverzekering voor minima.
Grafiek 10. Specificering aanschrijvingen (meerdere antwoorden mogelijk)
Ook voor participatieregelingen wordt veel aangeschreven. Binnen de categorieën ‘Participatie kinderen’ en ‘Participatie ouderen’ vallen de gemeenten die specifiek hebben aangegeven dat zij potentiële klanten aanschrijven voor een regeling ter bevordering van de maatschappelijke participatie van respectievelijk kinderen of ouderen. Deze gemeenten zijn niet dubbel geteld, dus niet ook nog eens meegerekend bij de categorie ‘Participatie algemeen’. Binnen deze categorie vallen de gemeenten die potentiële klanten aanschrijven voor een algemene meedoen-regeling of Stadspas. Ongetwijfeld zijn onder de deelnemers hiervan ook kinderen en ouderen, maar deze gemeenten noemden deze specifieke doelgroep niet.
Aanschrijvingen in Amsterdam
Amsterdam schrijft het hele jaar door op tactische momenten burgers aan. De burger krijgt dan een brief waarin hij of zij wordt gewezen op de mogelijkheid om een
aanvraag te doen voor een bepaalde voorziening. Wanneer mogelijk heeft deze brief de vorm van een verkorte, zogenoemde optisch leesbare aanvraag (OLA), die alleen nog ondertekend teruggestuurd hoeft te worden. Het recht op de voorziening is dan door de gemeente vooraf vastgesteld op basis van de al bekende gegevens. Ook bestaat er een zogenoemde OLA+C (controle), waarbij nog eens op inkomen wordt
gecontroleerd.
4.3 Bronbestanden aanschrijvingen
Grafiek 11 toont welke bronbestanden de deelnemende gemeenten die hierboven hebben aangegeven te werken met aanschrijvingen, zeggen te gebruiken om de ontvangers te selecteren voor deze aanschrijvingen.
Grafiek 11. Bronbestanden aanschrijvingen (meerdere antwoorden mogelijk)
Veruit de meeste aanschrijvingen blijken gebaseerd op de klantenbestanden van minima die al bekend zijn bij de gemeente, uit het eigen uitkeringsbestand of uit het klantenbestand van een regeling over het voorgaande jaar. Hoewel in het veelgebruikte systeem Suwinet ook een aantal afgebakende gegevens van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) te vinden zijn, blijkt samenwerking met externe instanties zeer moeilijk te realiseren omdat hierbij de doelmatigheid van de samenwerking en de privacy van de burger in het geding zijn.
Bronbestanden aanschrijvingen in Amsterdam
Alle gemeenten deelnemende gemeenten, inclusief Amsterdam, hebben te maken met privacy- en doelmatigheidsissues die het moeilijk maken om gegevens van externe partijen te benutten om aanschrijvingsbestanden te generen. Het overgrote deel van de
aanschrijvingen is daarom gebaseerd op de eigen uitkeringsbestanden of minimaregelingen-klantenbestanden van voorgaande jaren.
45%
31%
10%
3% 3% 3% 3% 3%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
50%
4.4 (Semi-)ambtshalve toekenningen
Grafiek 12 toont welk deel van de deelnemende gemeenten heeft aangegeven één of meerdere minimaregelingen automatisch toe te kennen.
Grafiek 12. Gemeenten die één of meerdere minimaregelingen ambtshalve toekennen
De gemeenten hebben vaak genoemd dat zij een procedure hebben die zo veel mogelijk naar een automatische toekenning neigt, maar dat officieel niet is, omdat de landelijke wetgeving dat niet toestaat. In de meeste gevallen komt dit in de praktijk neer op een verkorte aanvraag die door de burger alleen nog ondertekend teruggestuurd hoeft te worden. Het gaat hier dan dus feitelijk om aanschrijvingen, die hierboven al apart besproken zijn.
(Semi-)ambtshalve toekenningen in Amsterdam
De gemeente Amsterdam schrijft, zoals hierboven onder “Aanschrijvingen” beschreven, het gehele jaar door op strategische momenten potentiële klanten voor de voorzieningen aan, wanneer mogelijk in de vorm van een zogenoemde OLA die alleen nog ondertekend teruggestuurd hoeft te worden. In de aanschrijfbestanden die hiervoor als basis dienen zijn alle bij de gemeente bekende rechthebbenden opgenomen. Dit zijn onder andere degenen die al eerder in het jaar een andere voorziening toegekend hebben gekregen. Dit proces waarmee aanschrijfbestanden worden gegenereerd, wordt continu doorontwikkeld en verder geoptimaliseerd. Op deze manier worden minima die één voorziening aanvragen op termijn theoretisch bereikt met alle voorzieningen waar zij recht op hebben, ook als zij er zelf nog niet aan gedacht hadden om deze andere voorzieningen ook aan te vragen.
4.5 Samenvatting van de bevindingen
De gemeente Amsterdam legt zich actief toe op het optimaliseren van bestandskoppelingen. Van de 3 ideeën is er 1 al breed geïmplementeerd en is van 2 ideeën gebleken dat sprake is van gedeelde problematiek. Tabel 5 geeft de bevindingen uit dit hoofdstuk nog eens schematisch weer.
38%
3%
59%
Automatische toekenningen
Plannen voor automatische toekenningen Geen automatische toekenningen/onbekend
Tabel 5. Overzicht bevindingen bestandskoppelingen
Bevinding Status in Amsterdam
Aanschrijvingen Breed geïmplementeerd
Bronbestanden aanschrijvingen Gedeelde problematiek
(Semi-)ambtshalve toekenningen Gedeelde problematiek