• No results found

‘But sometimes parents put pressure’

Hoofdstuk 2 Bestaan en waardering van de Indonesische nerd Alina

Een voorbeeld van iemand die goede prestaties heeft behaald, is Alina. Zij komt van het platteland en haar ouders hebben een kleine warung (hier: winkeltje). Alina is momenteel 29 jaar en heeft

International Relations gestudeerd aan de UNY, de Universitat Negeri Yogyakarta, een kwalitatief goed bekend staande staatsuniversiteit. Ze werkt als leraar en pr-deskundige bij Alam Bahasa, een talenschool in het noorden van Jogja. Toen ze vijftien was, stuurden haar ouders, die het niet al te breed hadden, haar naar een particulier bijlesinstituut. Dat was vrij gebruikelijk op de school van Alina, waar ongeveer de helft van de medeleerlingen naar het bijlesinstituut ging. Zij vertelt me dat veel ouders van het dorp waar zij opgroeide bang waren dat hun kinderen niet genoeg tijd

besteedden aan hun school en achterop zouden raken. Haar eigen ouders konden haar nauwelijks helpen als Alina huiswerk moest maken, vanwege de winkel die veel van hun tijd vroeg. Door die afwezigheid maakten ze zich zorgen om het resultaat van hun dochters nationale examen. Zakken voor het examen zou een enorme tegenslag voor haar ouders zijn. Zij waren tot hun veertiende naar school geweest en ze wilden dat hun kinderen meer zouden bereiken. Dat haar ouders haar een beter toekomstperspectief wilden bieden dan zij zelf hadden gehad is een vaak gehoorde motivatie. Veel ouders zijn ervan overtuigd dat scholing van hun kinderen zal leiden naar een kans op een betere baan.

Een huiswerkschool bood uitkomst. Dit instituut kon in kleinere groepen van scholieren lesstof herhalen en op een nieuwe manier uitleggen, en daarnaast controleerde ze Alina’s werk. In het begin hield ze niet van de bijlesschool, maar na een maand kreeg ze er plezier in. De extra lessen die Alina volgde, vonden plaats in het dorp waar ze woonde. Haar ouders hadden het er voor over om deze lessen te betalen. Alina begon aan de extra huiswerklessen in het laatste jaar van de SMP

(onderbouw) en deze vervolgde ze op het SMA (bovenbouw). De lessen volgden op iedere reguliere schooldag en duurden twee uur. Per week volgde ze naast haar bestaande schooltijd dus tien bijlesuren.

Maar er was nog een extra reden voor het deelnemen aan de huiswerkschool. Haar vader deed neerbuigend over mensen met een IPS-achtergrond en dweepte met wiskunde en natuurkunde. Alina was vooral, zo zegt ze, goed in sociale onderwerpen, aardrijkskunde en geschiedenis. Dus vanuit haar vaders visie was ze helemaal niet intelligent. Hoewel haar interesse bij sociaal

36

maatschappelijk vraagstukken lag en een keuze voor de IPS logisch zou zijn, zette haar vader haar onder druk om de IPA te gaan volgen, waar ze extra wiskunde en natuurkunde kreeg. Daar had ze in principe genoeg punten voor maar de zaakvakken, geschiedenis, aardrijkskunde en economie lieten hogere cijfers zien. In het jaar dat zij aan haar IPA-profiel begon, waren op school zes klassen IPA met in elke klas 35 leerlingen en één klas IPS met 11 leerlingen geformeerd, het gebruikelijke beeld van een succesvolle school.

Gedurende haar hele schoolperiode en ook terugkijkend zag en ziet Alina zichzelf als introvert. Ze had in die tijd totaal geen behoefte aan contact met medeleerlingen. Ze noemt haar

middelbareschoolperiode niet sociaal. Haar medeleerlingen noemden haar een kutu buku, een boekenworm. Alina zegt helemaal geen plezierige schooltijd te hebben gehad, omdat ze veel tijd aan leren besteedde en weinig tijd over had om te spelen en te socialiseren met klasgenoten. Ze vertelt dat er niemand op school was die wist hoe zij zich voelde.

Bovendien hadden haar ouders wel duidelijk gemaakt dat de bijlessen veel geld kostten wat een extra prikkel was om haar school heel serieus te nemen: ze wilde haar ouders niet teleurstellen. Die investering leverde na verloop hoge cijfers op. Op de gepubliceerde en daardoor voor iedereen te lezen ranglijst op de school stond ze hoog genoteerd.

Alina: Ik stond op de derde plaats van de hele school! Van alle klassen! Omdat het

gepubliceerd werd op het bord bij de ingang van de school kon iedereen het zien. Leraren en leerlingen. Het maakte me erg gelukkig, omdat het voelde alsof ik iets gewonnen had. Ik kon 360 studenten verslaan. Maar eigenlijk waren het mijn ouders die me hiertoe gebracht hadden. Zij eisten steeds meer van me. Ik wist hoe ik het moest doen en kon het hen laten zien.

Hoog presterende scholieren zijn zich van hun kwaliteiten bewust en schamen zich er niet voor om dat uit te spreken. De triomfantelijke houding van Alina staat in contrast met het eerder genoemde onderzoek van Rentzsch over Duitse scholieren. Wanneer de door haar onderzochte hoog

presterende scholieren enthousiast hun resultaten demonstreerden aan leeftijdsgenoten, liepen ze de kans voor nerd uitgemaakt te worden en werden ze buiten de groep geplaatst (Rentzsch 2011: 145).

Alina voelde grote stress in deze periode. Het vele studeren maar ook de IPA-keuze die ze onder druk van haar vader had gemaakt, zorgden voor slaapgebrek en huilbuien. Later kreeg ze spijt. Naast het feit dat ze vakken had bestudeerd die niet haar interesse hadden, ze was immers meer

geïnteresseerd in zaakvakken, lukte het haar niet om haar eerste jaar architectuur op de universiteit af te ronden. Haar tweede keuze, International Relations, sloot slecht aan bij haar IPA-achtergrond. Toen ze hoorde hoe haar vroegere vrienden die IPS gevolgd hadden, goedbetaalde banen kregen bij Amerikaanse en Koreaanse bedrijven, voelde ze nog meer teleurstelling. In het beroepsleven bleken

37

er achteraf gezien genoeg banen voor afgestudeerden met een IPS-achtergrond. Moeilijk vond ze het als ze hoorde dat sommigen van hen zelfs naar België en Nederland gingen waar ze topbanen kregen. Dat had ze zelf ook graag gewild. Het werken buiten Indonesië staat in hoog aanzien bij veel Javaanse jongeren.

Alina ziet zichzelf wanneer ze terugkijkt op haar SMP- en SMA-periode als verlegen, introvert. De groep van peers vond dat geen vreemde eigenschap. Integendeel, ze beschouwden haar

verlegenheid als een kwaliteit, omdat het liet zien dat ze de sociale conventies in acht nam. Hildred Geertz beschrijft in The Javanese Family (1961) hoe ouders hun kinderen schaamte aanleren om te laten zien hoe ze respect (hormat) kunnen tonen jegens hun ouders. Er bestaat een subtiel

onderscheid tussen isin (beschaamd voelen) en de verfijnde variant sungkan, het zich beschaamd terugtrekken in zichzelf, de sierlijke inperking van iemands persoonlijkheid uit eerbied voor de ander (Geertz 1961 in Slama 2010: 323). Voor Alina zelf was haar puberteit geen prettige periode als ze er op terugkijkt, maar ze voelde zich zeker niet buitengesloten. Vanuit haar religie voelde ze zich gesterkt in het vele leren. Tot haar twaalfde is ze grotendeels door haar tante opgevoed die haar leerde bidden volgens de tradities van de katholieke kerk. Later brachten haar ouders haar in contact met de islam. Ze spreekt zich niet al te zwaar over haar religieuze beleving uit. God is in haar ogen goed en staat achter haar. Ze heeft al twee jaar een katholiek vriendje (pacar) en dat hij een ander geloof belijdt is voor haar, zegt ze, erg interessant.

Alina komt streberig over. Ze was een einzelgänger, maar ze kijkt er niet teleurgesteld op terug. Haar verlegenheid heeft haar iets opgeleverd. Ze was onverschillig voor sociale contacten, maar ziet de verandering van haar persoon als goed. Ze kent het idee van nerdy gedrag niet. Ze geniet van competitie.

Zoals bij de methodologie van deze scriptie al beschreven is, maak ik bij de beschrijving van de profielen van deze Indonesische jongeren gebruik van composities, zoals ook door Nilan (2009) is gedaan.

Voor ouders is het belangrijk dat hun kinderen goede onderwijsprestaties leveren. Onderwijs wordt niet slechts begrepen als cultureel kapitaal van de gerespecteerde en producerende burger, maar vertegenwoordigt ook een middel van ethische beoefening, orde, harmonie en consensus door het verkrijgen van kennis en wijsheid (Nilan e.a. 2011: 714). Scholing kent dus een intrinsieke waarde maar draagt daarnaast een economisch belang in zich. Goede studieresultaten worden beloond met plaatsing op een betere SMA of op de universiteit. Ouders uit de middenklasse hebben er daarom veel geld voor over om hun kinderen naar huiswerkinstituten te sturen. Zowel het volgen van

38

status. Voor armere gezinnen is het vooruitzicht op een studiebeurs een prikkel voor ouders om hun kinderen aan te sporen tot het behalen van hoge resultaten. In de akselerasi klas van de SMAN 3 studeren drie van de negentien leerlingen met een beurs. Voor hen is het behalen van uitstekende prestaties de enige mogelijkheid om hoe dan ook op een middelbare school (SMA) te zitten en daarom een bittere noodzaak.

Riska

Een aantal studenten leer ik kennen omdat ze regelmatig langskomen op mijn logeeradres. Het zijn de vrienden van de dochters van mijn hospita. Eén van hen was Riska en zij had overal wel een uitgesproken mening over. Riska maakte deel uit van de Chinees-boeddhistische

minderheidsgemeenschap in Yogyakarta. Riska, haar moeder, haar kleine broertje en haar zus waren vier jaar geleden uit Batam1 naar Jogja gekomen, toen haar zus tandheelkunde kon studeren op de

UGM. Haar vader was achtergebleven om te werken op een accountantsbureau. De stad was helemaal nieuw voor hen. Riska had na haar uitmuntende resultaten op Google gezocht welke SMA de beste van Yogyakarta waren en ze vond de SMA 1, de SMA 3 en de SMA 8 met de hoogste ranking. Vanwege Riska’s hoge resultaten op de SMP in Batam kon haar moeder haar inschrijven voor de akselerasi klas op de SMA 3. Riska voelde zich trots toen ze toegelaten werd. Maar na drie weken viel het haar tegen. De studiebelasting was te hoog. Ze had geen tijd om vrienden te

ontmoeten en bovendien had ze geen tijd om basketbal te spelen bij de buitenschoolse activiteiten. Als beschermende maatregel had de schoolleiding de buitenlesactiviteiten afgeschaft voor leerlingen van de akselerasi klas. Zo konden de scholieren zich beter concentreren op hun ambitieuze taak, was de gedachte hierachter.

Riska vertelt dat ze in die tijd steeds vaker vriendschappen buiten haar eigen klas ging zoeken omdat ze zich meer thuis voelde bij de scholieren van de reguliere klassen, waarmee ze op een ontspannen manier kon converseren. In het begin stuitte ze op weerstand bij haar nieuwe vrienden omdat die dachten dat leerlingen van de akselerasi klas slechts in hoge scores geïnteresseerd waren. Ze overwoog naar de reguliere klas over te stappen, wat zou betekenen dat ze haar SMA in de

voorgeschreven tijd van drie jaar zou volgen. Het zou haar de mogelijkheid geven haar hobby’s weer op te pakken. Maar dat bleek niet zo gemakkelijk als ze gedacht had. Zowel de decaan van de school als haar moeder en zus hielden Riska tegen om deze switch te maken. Scholieren die waren

39

uitverkoren tot de happy few en eenmaal het pad hadden gekozen van de roemrijke akselerasi, konden hun keuze niet meer herzien.

De moeder van Riska was er trots op dat haar dochter in de akselerasi klas zat. Ze was er voor verhuisd naar Java en ze praatte er graag over met haar familie en kennissen. Riska heeft de switch naar de reguliere SMA niet kunnen maken en haar diploma binnen de afgesproken twee jaar gehaald. Ze begrijpt de voorstanders wel, maar wanneer ze terugkijkt zegt ze liever meer sociaal contact te hebben genoten. ‘’De middelbare schooltijd behoort toch eigenlijk de mooiste tijd van je leven te zijn’’, verzucht ze.

Riska studeert nu accountancy. In haar vrije tijd is ze gids op Malioboro, de toeristische trekpleister met vele batikwinkels. Riska zegt dat ze snel nieuwe kennis kan opnemen, maar weigert zichzelf pienter te noemen. Dat vindt ze opschepperig klinken. Wel geeft ze me te kennen dat ze erg hard voor haar studie werkt en ze ergert zich aan mensen die de kantjes ervan aflopen. Zo heeft ze ‘mainstream’ vriendinnen, die haar regelmatig vragen om te helpen met voorbereiding van tentamens. Wanneer Riska na talloze hulpvragen de vriendinnen attendeerde op het bestaan en aansluiten bij hun studiegroepje, gaven ze het ‘idiote’ antwoord, dat ze geen ‘culun’ (stuudje) genoemd wilden worden. Nadat deze vriendinnen dat verteld hadden, heeft Riska nooit meer geholpen met huiswerkproblemen. Het gesprek met Riska toont aan dat onder studenten wel mondige hoog presteerders bestaan die de Javaanse conventie van harus bantu belajar aan hun laars lappen en een te gemakkelijke hulpvraag, voortkomend uit wat zij zien als luiheid, afwijzen. De vriendinnen die weigeren een bijdrage te leveren aan de studiegroep hoeven niet te rekenen op hulp van Riska.

Daarnaast is Riska een

enthousiaste danseres. Ze geeft les in dansen op het boeddhistisch centrum bij Malioboro. De dans die de groep uitvoert als ik het centrum bezoek, noemen de volgelingen van Mr Wang, de geestelijk leider

van deze meditatieve stroming, de ‘Happy Dance’. Riska vertelt dat de bedoeling van deze dans is dat de dansers geluk uitstralen. Glimlachen en blijheid uitstralen heeft de goeroe zijn studenten opgedragen in het algemeen en bij deze dans in het bijzonder, want dat ziet hij als de essentie van het leven. Liefde tonen en zorg dragen voor anderen, zijn aspecten die nadrukkelijk genoemd worden als

40

ik een rondleiding krijg door het centrum. De gemeenschap zegt dat alle mensen verbonden zijn. De dansers voelen zich ook blij wanneer ze de oefening doen. De devotie waarmee ze de innerlijke kracht van deze dans uitdraagt, laat een diepgewortelde religieuze overtuiging van Riska zien die een grote rol speelt in haar activiteiten om anderen te helpen en dat niet alleen binnen haar eigen kerk te doen maar ook daarbuiten.

Riska is een superslim en hard werkend meisje wat scherp in de gaten gehouden werd door haar moeder en zus. Onder druk van hen maakte zij haar akselerasiklas af. Zij komt zeer zelfstandig en welbespraakt over en zeker niet verlegen. Wanneer ze buiten haar akselerasiklas contacten probeerde te zoeken bemerkte ze reacties op vermeend nerdy gedrag. Leerlingen van reguliere klassen keken haar argwanend aan. Riska weet haar sociale contacten te vinden bij de

boeddhistische gemeenschap tijden het dansen. Ze zegt nogal verlegen te zijn geweest aan het eind van de SD, begin SMP leeftijd veertien jaar. Maar door de lichamelijke activiteit van de dansexpressie op het boeddhistische centrum is ze zelfverzekerder geworden. De middelbare schooltijd is de beste tijd van je jeugd en het is zonde om teveel tijd aan de studie te besteden, zegt ze terugkijkend. Haar vriendinnen maken duidelijk onderscheid tussen nerds en cool, ngakgaul en anak gaul, maar maken ondertussen gebruik van harus bantu belajar.

41

Eko Rudi

Eko Rudi is een deeltijd masterstudent IT aan de UGM en momenteel een goedbetaalde

systeemanalist bij Microsoft. Hij heeft op de akselerasi klas van de SMA 3 zijn middelbareschooltijd doorlopen. Eko Rudi zegt blij te zijn dat hij makkelijk kon leren, omdat hij zag hoe leeftijdsgenoten vaak niet begrepen wat de leraar bedoelde of problemen hadden met het lezen van moeilijke woorden. Vergeleken met zijn klasgenoten kon hij ook beter onthouden. Getallen, begrippen en redeneringen belangrijk of niet, het bleef allemaal makkelijk in zijn geheugen opgeslagen. Vrienden kunnen zich bij een abstracte uitleg moeilijker voorstellingen maken. Die mogelijkheid om bij een beschrijving een plaatje voor zich te gaan zien is niet bij iedereen aanwezig, kwam hij later achter. Ook bij abstracte omschrijvingen probeert hij woorden en pijlen, soms tekeningen te zien, om causale verbanden voor zichzelf te visualiseren. Vaak kwamen klasgenoten bij hem om te vragen wat hij nog wist en legde hij het in zijn eigen woorden uit. Zijn vrienden begrepen door zijn uitleg veel sneller wat de leraar bedoeld had. Die uitleg vond Eko Rudi erg prettig om te geven, vertelt hij en het kostte hem geen moeite.

Hij begreep echter maar weinig van de gesprekken die zijn vrienden onderling hadden. Er was veel geroddel en hij interesseerde zich daar niet voor. In zijn ogen leek het op samenspannen tegen een ander, zoals hij dat kende bij strategy-games. Ook aan de veelvuldige gesprekken over sneakers van zijn vrienden, kon hij niet meedoen. Het interesseerde hem niet. Hij zag het verschil niet tussen verschillende schoenentypes en -merken, terwijl zijn vrienden er lang over konden praten. Dan was hij stil en liet hij hen hun gang gaan. Soms maakten ze weleens een grap over zijn desinteresse en dan vertelde hij hen dat het onbelangrijk voor hem was. Liever keek hij dan naar een natuurserie of dacht hij na over zijn wiskundesommen. Zijn ouders waren blij voor hem dat hij zo gemakkelijk de school doorliep. Soms vroegen ze weleens waarom hij niet met vrienden afsprak. Om ze gerust te stellen vertelde hij hen dan dat hij met hen chatte, wat hij soms ook wel deed, maar deze gesprekken (boodschappen op Whatsapp, Facebook) vond hij niet interessant, het ging in zijn beleving over futiliteiten.

Hij vertelt zich weinig te hebben verveeld. Zijn huiswerk had hij snel af en vervolgens ging hij programmeren. Eerst op school bij de ekstrakurikuler, later gewoon thuis. Op YouTube waren filmpjes te vinden waar uitleg gegeven werd over computertalen. In het Engels, maar voor hem was dat een manier en een reden om Engels te leren.

Hij zag zijn vrienden bij Warnet (combinatie van warung en Internetcafe) om te gamen, daar voelde hij zich prettig. Ze praatten vooral over de games, over de strategie die ze konden volgen om op een nieuw level te komen, nauwelijks over zichzelf. Ze zagen elkaar steeds vaker en soms bleven ze zelfs

42

de nacht van zaterdag op zondag daar en speelden gewoon door. Zijn ouders lieten hem eerst gewoon zijn gang gaan.

Door zijn toenemende interesse voor warnet verminderde zijn inspanning op school halverwege het eerste jaar (van de twee jaar die de akselerasi klas heeft). Op school hadden ze, aldus Eko Rudi, de eerste maanden van zijn spijbelen in het geheel niet opgemerkt. Door teruglopende resultaten moest hij samen met zijn ouders op school komen om te praten over zijn slechte inzet en spijbelgedrag en hadden zijn ouders als straf zijn scooter afgenomen. Omdat Eko Rudi snel leerde, kon hij de maanden achterstand uiteindelijk toch probleemloos inhalen.

Bij de invulling van de verplichte buitenlesactiviteiten kwam hij in aanraking met informatica en het schrijven van programmataal. Daar hervond hij zijn passie voor studeren.

Hoewel hij het begrip helemaal niet kent, beschrijft Eko Rudi zichzelf als een typisch Amerikaanse nerd, wanneer hij over zijn SMA-periode vertelt. Hij hield beslist niet van sport, interesseerde zich niet voor de kleren die hij aantrok of hoe hij er uitzag en was verlegen in zijn contacten met meisjes.