8.c Reacties op specifieke adviezen
10. Besluit CVZ
In zijn vergadering van 29 maart 2010 heeft de Raad van Bestuur van het CVZ, gehoord de Adviescommissie Pakket, besloten het Pakketadvies 2010 en het deelrapport
Hulpmiddelenzorg 2010 vast te stellen.
Uitstroom- en systeemadviezen
Het CVZ adviseert de mondzorg voor 18-22 jarigen, de zorg voor het voorbehoeden van zwangerschap, de
anticonceptiemiddelen en de eenvoudige
mobiliteitshulpmiddelen (Zvw en AWBZ-uitleen), met uitzondering van de blindentaststok en de loopwagens, te laten uitstromen als te verzekeren prestaties. Verder adviseert het CVZ een viertal hulpmiddelencategorieën functiegericht omschrijven. Hierna motiveert het CVZ zijn besluit.
Mobiliteits- hulpmiddelen
Het CVZ is van oordeel dat op grond van het pakketprincipe noodzakelijkheid (algemeen gebruikelijk en/of financieel toegankelijk) de eenvoudige mobiliteitshulpmiddelen (Zvw en AWBZ-uitleen) kunnen uitstromen als te verzekeren prestatie. Een uitzondering maakt het CVZ hierbij voor de
blindentaststok en voor loopwagens.
Mondzorg 18-22 jarigen
Op basis van onderzoek dat het CVZ heeft laten uitvoeren is er geen aanleiding tot bezorgdheid over de ontwikkeling van de mondgezondheid voor verzekerden van 18 tot 22 jaar indien mondzorg voor deze groep niet langer wordt vergoed. Op grond van het pakketprincipe noodzakelijkheid is er daarom geen reden de mondzorg voor deze groep verzekerden als te verzekeren prestatie te handhaven en adviseert het CVZ tot uitstroom.
Dieetpreparaten In het concept van Pakketadvies 2010 dat ter bestuurlijke consultatie aan belanghebbende partijen en aan de ACP is toegezonden, stelde het CVZ voor om dieetpreparaten te laten uitstromen als te verzekeren prestatie. Dit omdat het CVZ zich afvroeg of dieetvoeding voorziet in een behoefte aan
geneeskundige zorg zoals bedoeld in de considerans van de Zvw. Naar aanleiding van het advies van de ACP en de van
belanghebbende partijen ontvangen reacties concludeert het CVZ dat de vraag of dieetvoeding tot het domein van de Zvw behoort op dit moment niet voor de totale verstrekking van deze voeding eenduidig is te beantwoorden. In sommige gevallen maakt dieetvoeding zodanig onlosmakelijk deel uit van de medische behandeling, dat loskoppelen onverstandig is. Om die reden heeft het CVZ besloten op dit moment geen advies over dieetvoeding uit te brengen. Mogelijk kan wel een differentiatie plaatsvinden op basis van de pakketprincipes. Het CVZ wacht hiervoor eerst de evaluatie af van de
pakketmaatregel die per 2009 is ingevoerd.
Zorg en middelen voor het
voorbehoeden van zwangerschap
Het CVZ adviseert de zorg voor het voorbehoeden van
zwangerschap en de anticonceptiemiddelen niet langer aan te merken als een te verzekeren prestatie. Anders dan de ACP is het CVZ van oordeel dat een toetsing aan het doel van de Zvw, zoals geformuleerd in de considerans, tot de eenduidige conclusie leidt dat het voorbehoeden van zwangerschap niet voorziet in een behoefte aan geneeskundige zorg. Om die reden is de conclusie gerechtvaardigd dat zorg en middelen voor het voorbehoeden van zwangerschap uitstromen uit het verzekerde pakket.
De aandoeningen die leiden tot medische indicaties voor het voorschrijven van anticonceptiemiddelen behoren wel tot het domein van de Zvw. Daarom heeft het CVZ hierover
geoordeeld op basis van zijn pakketcriteria. Op grond van het pakketprincipe noodzakelijkheid in combinatie met het pakketprincipe uitvoerbaarheid is het CVZ van oordeel dat anticonceptiemiddelen die worden voorgeschreven voor een medische indicatie voor eigen rekening kunnen komen. Doorslaggevende argumenten hiervoor zijn de geringe kosten van deze middelen op jaarbasis en de ongewenste effecten die kunnen optreden bij een verschil tussen voorbehoeden en medische indicatie bij de financiering van deze middelen.
In-vitrofertilisatie Het CVZ constateert, mede op basis van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep en van de WHO, dat infertiliteit een aandoening is en dat zorg die hierop betrekking heeft derhalve voorziet in de behoefte aan geneeskundige zorg zoals bedoeld in de Zvw. Vervolgens heeft het CVZ in kaart gebracht of IVF noodzakelijk te verzekeren zorg is. Het CVZ is van oordeel dat er vooralsnog onvoldoende redenen zijn om IVF op grond van het noodzakelijkheidscriterium uit het basispakket te halen. Belangrijke argumenten hiervoor zijn naar de mening van het CVZ dat ongewenste kinderloosheid een hoge ziektelast met zich meebrengt en dat opname in het basispakket een belangrijke waarborg vormt voor voortdurende
kwaliteitsontwikkeling. Daarnaast heeft het CVZ ook laten meewegen dat IVF niet los kan worden gezien van het totale aanbod aan fertiliteitszorg. Het CVZ zal in de toekomst wel nader onderzoek doen naar de (kosten)effectiviteit van IVF. Het CVZ zal tevens bestaande knelpunten en inconsistenties in de regelgeving in beeld brengen en waar nodig verbeteradviezen formuleren. Functiegerichte omschrijving hulpmiddelen Indicatiecriteria en vergoedingslimiet hoorhulpmiddelen
Tot slot adviseert de CVZ om vier hulpmiddelencategorieën functiegericht te omschrijven. Het betreft de hulpmiddelen te gebruiken bij: stoornissen in de functies van urinelozing en defacatie, bij stoornissen in de bloedsuikerspiegel, bij stoornissen in het hematologische systeem en de
hulpmiddelen gerelateerd aan stoornissen in de hoorfunctie.
Bij de hoorhulpmiddelen adviseert het CVZ ook een wijziging van de indicatiecriteria waardoor het mogelijk wordt om ook bij een eenzijdig gehoorverlies (>35 dB) een hoortoestel te verstrekken. Bovendien adviseert het CVZ de huidige getrapte maximum vergoedingslimieten af te schaffen omdat die een goede marktwerking in de hoorzorg in de weg staan. Het CVZ komt met deze adviezen tegemoet aan de wens van de minister om de hulpmiddelenparagraaf in de Zvw functiegericht te omschrijven.
Financiële consequenties
Per saldo leiden de adviezen en standpunten in dit
Pakketadvies en het deelrapport Hulpmiddelenzorg tot een kostenreductie van € 42 tot € 125 miljoen op jaarbasis.
College voor zorgverzekeringen
Voorzitter Raad van Bestuur