• No results found

4.a Ketenzorg Bekostiging via

In document Pakketadvies 2010 (pagina 44-47)

ketenzorg

De minister heeft in 2009 aangegeven ketens voor chronische aandoeningen integraal te willen gaan bekostigen, met de zorgstandaarden als basis voor de inhoud van de ketens. Om deze multidisciplinaire zorg voor chronisch zieken mogelijk te maken heeft de NZa een beleidsregel opgesteld die de

bekostiging van ketenzorg voor chronische aandoeningen regelt. In het kader hiervan was het voor de NZa van belang te weten welke zorg uit de zorgstandaarden tot de te verzekeren prestaties in het kader van de Zvw behoort. Het CVZ heeft in september 2009 een rapport uitgebracht over deze vraag. Ook beantwoordde het CVZ in dit rapport de vraag of de elementen uit de zorgstandaarden, die de samenhang in de zorg moeten bewerkstelligen (de samenhang die leidt tot ketenzorg), tot de te verzekeren prestaties Zvw behoren.

Generieke en specifieke interventies

In het rapport onderscheidde het CVZ binnen de zorgstandaarden generieke en specifieke interventies. Generieke interventies komen in alle besproken

zorgstandaarden aan de orde. Het CVZ concludeerde dat de generieke interventies voor een zeer belangrijk deel behoren tot de te verzekeren prestaties op grond van de Zvw. Dat geldt bijvoorbeeld voor de elementen voedingsadviezen, stoppen met roken en zelfmanagement.

Of de specifieke interventie ‘voetzorg voor diabetici’ onder de te verzekeren prestaties valt, was op dat moment niet

duidelijk. Het CVZ heeft over dit onderwerp een standpunt uitgebracht waaruit blijkt dat deze zorg ook tot de te verzekeren prestaties behoort (zie paragraaf 6.d.).

Samenhangbevor- derende elementen

De vraag of de samenhangbevorderende elementen uit de zorgstandaarden behoren tot de te verzekeren prestaties, beantwoordde het CVZ ook bevestigend. De structuur van ketenzorg en de beheersing van het zorgproces zijn immers

essentieel voor ketenzorg. Omdat ze noodzakelijk zijn voor het leveren van zorg ‘op een professioneel juiste wijze’, concludeerde het CVZ dat ze onderdeel uitmaken van de te verzekeren prestaties op grond van de Zvw. De functionele systematiek geeft de zorgverzekeraar vrijheid om te bepalen welke zorgverlener ingezet wordt om bepaalde zorg te verlenen. ‘Goede’ ketenzorg veronderstelt echter wel een structurele, intensieve inbedding in de ‘reguliere’

eerstelijnszorg en betrokkenheid van de primaire behandelaar (over het algemeen de huisarts).

4.b. Preventie

Preventie en de

basisverzekering

Bij de inwerkingtreding van de Zvw in 2006 heerste de opvatting dat preventieve zorg geen deel uitmaakte van de basisverzekering. De noodzaak voor preventie van ziekten werd in de Preventienota 2006 door het kabinet nog eens sterk geaccentueerd. Het kabinet formuleerde heldere speerpunten en doelstellingen voor roken, overgewicht, schadelijk

alcoholgebruik, diabetes en depressie.

Verkenning CVZ

Standpunten en advies

Het CVZ nam in 2006 het initiatief om de plaats van preventieve zorg in de zorgverzekering te verkennen. Het maakte daarbij een onderscheid tussen individuele en collectieve preventieve. Individuele preventie (verder uitgewerkt als: geïndiceerde en zorggerelateerde preventie) behoort tot het domein van de Zvw. Het CVZ heeft de afgelopen jaren standpunten ingenomen over welke preventieve zorg rond de genoemde speerpunten van het kabinet tot de te verzekeren prestaties in het kader van de Zvw/AWBZ behoort. In 2009 heeft het CVZ geadviseerd om een stoppen-met-rokenprogramma op te nemen in de

basisverzekering8. De individuele preventie heeft hierdoor een

belangrijke plaats gekregen in de zorg, wat bijvoorbeeld blijkt uit de integratie in de diverse zorgstandaarden die ontwikkeld zijn voor chronische aandoeningen.

8 CVZ. Rapport Stoppen-met-rokenprogramma: te verzekeren zorg! Diemen, 2009.

Preventie stimuleren

Maar met deze standpunten en met het advies een stoppen- met-rokenprogramma als te verzekeren prestatie te

benoemen, zijn we er nog niet.

Het is enerzijds van belang breder bekend te maken welke ‘rechten’ er zijn op preventieve zorg, en anderzijds de bewustwording van gezondheidrisico’s en het veranderen van gedrag verder te ontwikkelen. Mensen met manifeste hoge risico’s moeten we stimuleren aan preventie te doen, er is geen vanzelfsprekende zorgvraag. De individuele preventieve zorg moet toegankelijker gemaakt worden. Daarvoor is het nodig dat we het aanbod stimuleren om zich in te richten op nieuwe vragen, andere concepten te hanteren en nieuwe ‘behandelvormen’ te ontwikkelen. We moeten verzekeraars verder stimuleren om in te spelen op al dan niet latente vragen en een passend aanbod van preventieve zorg te contracteren.

Samenwerking op grensgebieden

Het grensgebied tussen selectieve preventie (op een collectiviteit gericht) en geïndiceerde preventie

(individugericht) is een belangrijk aandachtspunt voor het CVZ. De selectieve preventie maakt geen deel uit van het domein van de basisverzekering, maar is wel essentieel voor de toegeleiding naar de verzekerde zorg en moet dus optimaal aansluiten op het domein van de geïndiceerde preventie. Het CVZ zal bijdragen aan het vinden van wegen om

samenwerking op het terrein van preventie te versterken.

Mensen actief bewust maken

Patiënten/consumentenorganisaties en de

gezondheidsfondsen moeten vooral doorgaan om mensen actief bewust te maken van hun gezondheid en van de gezondheidsrisico’s die zij lopen. Veel werkgevers zijn actief bezig met programma’s ter bewustwording van gezondheid en risico’s, dit vaak in synergie met collectieve contracten met zorgverzekeraars, dat kan zich verder ontwikkelen.

Zorgverzekeraars ontplooien activiteiten om de geïndiceerde preventie te contracteren, dat is nog zoeken en zal nog investeringen vergen, mede omdat het aanbod zich nog bezint op de vraag hoe het aanbod optimaal is in te richten. Ook daarop zullen nog investeringen moeten plaatsvinden.

Preventienota In 2010 staat een nieuwe Preventienota van het ministerie van VWS gepland. Deze benoemt wellicht nieuwe inzichten en/of onderwerpen die voor het CVZ aanleiding vormen voor concrete acties. Ook de komende jaren zal het CVZ zich dus actief op het terrein van de preventie richten.

4.c. Zorginnovatiewijzer

In document Pakketadvies 2010 (pagina 44-47)