• No results found

In bijlage III wordt een nadere toelichting gegeven op de afhankelijke variabelen, de onafhankelijke variabelen en de controlevariabelen van het onderzoek.

Afhankelijke variabelen

Het onderzoek heeft twee afhankelijke variabelen namelijk de accountantshonoraria voor controlediensten en de accountantshonoraria voor niet controlediensten.

Accountantshonoraria voor controlediensten

De eerste afhankelijke variabele van het onderzoek is de accountantshonoraria voor controlediensten. In artikel 2:382a is opgenomen in afdeling 5 van Titel 9 Boek 2 BW is opgenomen dat woningcorporaties de accountantshonoraria moeten toelichten. De bedragen welke conform artikel 2:382a BW staan opgenomen onder: ‘onderzoek van de jaarrekening’ vallen onder accountantshonoraria voor controlediensten. Enkele woningcorporaties maken in het boekjaar een schatting van de kosten voor de accountantshonoraria voor controlediensten. In het volgend boekjaar worden de werkelijke accountantshonoraria voor het onderzoek van de jaarrekening toegelicht. In het onderzoek is gebruik gemaakt van de daadwerkelijk betaalde accountantshonoraria voor controlediensten. De accountantshonoraria voor controlediensten zijn uit de geconsolideerde jaarrekening gehaald. Wanneer de woningcorporatie enkel een enkelvoudige jaarrekening publiceert is de enkelvoudige jaarrekening van de woningcorporatie gebruikt. De daadwerkelijke betaalde accountantshonoraria voor controlediensten zijn vervolgens getransformeerd in logaritmen om de verschillen tussen de verschillende accountantshonoraria voor controlediensten te verkleinen.

Accountantshonoraria voor niet controlediensten

De tweede afhankelijke variabele van het onderzoek is de accountantshonoraria voor niet controlediensten. In artikel 2:382a is opgenomen in afdeling 5 van Titel 9 Boek 2 BW is opgenomen dat woningcorporaties de accountantshonoraria moeten toelichten. De bedragen welke conform artikel 2:382a BW staan opgenomen onder: ‘andere controleopdrachten’, ‘adviesdiensten op fiscaal terrein’ en ‘andere niet-controlediensten’. De bedragen maken gezamenlijk de accountantshonoraria voor niet controlediensten. De accountantshonoraria voor niet controlediensten worden enkel toegelicht wanneer de accountantshonoraria worden afgenomen bij dezelfde accountantsorganisatie waar de accountant ook werkzaam is. De accountantshonoraria voor niet controlediensten zijn uit de geconsolideerde jaarrekening gehaald. Wanneer de woningcorporatie enkel een enkelvoudige jaarrekening publiceert is de enkelvoudige jaarrekening van de woningcorporatie gebruikt. De accountantshonoraria voor niet controlediensten zijn vervolgens getransformeerd in logaritmen om de verschillen tussen de bedragen voor accountantshonoraria voor niet controlediensten te verkleinen.

53

Onafhankelijke variabelen

Het onderzoek heeft vier onafhankelijke variabelen namelijk de omvang van de auditcommissie, de aanwezigheid van financiële expertise, het aantal bijeenkomsten en de aanwezigheid van geslachtsdiversiteit binnen auditcommissies van Nederlandse woningcorporaties.

Omvang van de auditcommissie

De auditcommissie bestaat uit tenminste één of meerdere leden. De leden vormen gezamenlijk de auditcommissie. In het onderzoek wordt de variabele omvang van de auditcommissie meegenomen in het onderzoek als onafhankelijke variabele. Zamen et al. (2011) heeft de omvang van de auditcommissie in relatie met de accountantshonoraria voor controlediensten en niet controlediensten onderzocht bij de UK FTSE-350. De resultaten tonen een positieve relatie tussen de omvang van de auditcommissie en de accountantshonoraria.

Financiële expertise in de auditcommissie

De aanwezigheid van financiële expertise in de auditcommissie is geoperationaliseerd in dit onderzoek. De Governancecode Woningcorporaties (2015) en de Code Tabaksblat (2003) geven geen definitie van financiële expertise. Daarom is in overeenstemming met de vier elementen uit sectie 407 van SOX onderzocht of er binnen de auditcommissies van Nederlandse woningcorporaties financiële expertise aanwezig is. Het aantal leden in auditcommissie is in verhouding geplaatst met het totaal aantal leden van de auditcommissie.

Aantal leden met financiële expertise in de auditcommissie / het totaal aantal leden in de auditcommissie = de mate van financiële expertise in de auditcommissie.

Het aantal bijeenkomsten in de auditcommissie

Wanneer er een auditcommissie aanwezig is binnen een woningcorporatie moet de auditcommissie een verslag uitbrengen welke wordt opgenomen in het verslag van de raad van commissarissen. In het verslag van de auditcommissie is opgenomen hoeveel bijeenkomsten er in het afgelopen boekjaar zijn geweest. Uit eerdere onderzoeken blijkt een relatie tussen de het aantal bijeenkomsten van de auditcommissies en de accountantshonoraria (Zaman et al. 2011; Loukil 2014). Het aantal bijeenkomsten van de auditcommissies kan daarom mogelijk implicaties hebben voor de accountantshonoraria bij de Nederlandse woningcorporaties.

54 De mate van geslachtsdiversiteit

Het onderzoek van Ittonen et al. (2010) vindt een relatie tussen de accountantshonoraria voor controlediensten en de aanwezigheid van geslachtsdiversiteit in de auditcommissies bij de s&p 500 ondernemingen. De geslachtsdiversiteit wordt gemeten als dummyvariabel die een één rapporteert wanneer er een vrouwelijk lid in de auditcommissie aanwezig is en een nul rapporteert wanneer de auditcommissie enkel uit mannelijke leden bestaat.

Controlevariabelen

Aantal woningen

Een mogelijk grote verklarend kracht van de accountantshonoraria zijn het aantal woningen (Log)AwN waarover een woningcorporatie beschikt. In de huidige literatuur is er weinig onderzoek verricht naar mogelijk verklarende variabelen voor accountantshonoraria bij woningcorporaties. In de huidige literatuur wordt vaak gebruikt gemaakt van de activa van een onderneming als mogelijk verklarende kracht voor de accountantshonoraria (Simunic, 1980; Zaman et al. 2011). Het onderzoek is gericht op de woningcorporatie sector en in plaats van de activa zal de logfunctie van het aantal woningen van de woningcorporatie worden meegenomen in dit onderzoek.

Het gebruik van derivaten

Woningcorporatie Vestia is in 2012 in opspraak geraakt door het gebruik van derivaten. De bekendste rentederivaten zijn de renteswap, forward rate agreement, renteopties in de vorm van caps en floors of collar en samengestelde rente instrumenten. De belangrijkste derivaten worden hieronder toegelicht:

 Renteswap; Een renteswap is een overeenkomst tussen twee partijen waarbij gedurende een bepaalde periode de renteverplichtingen over een bepaald bedrag gedurende een zekere looptijd worden geruild. Bij een renteswap worden de hoofdsommen niet uitgewisseld alleen de renteverplichtingen in de vorm van een vaste respectievelijk een variabele rente te berekenen over een bepaalde hoofdsom worden geruild. Afrekening vindt plaats door het saldo van de twee renteverplichtingen over te dragen.

 Forward Rate agreement; Een forward rate agreement is een overeenkomst om een toekomstige rentevoet over een bepaalde hoofdsom te fixeren. Een forward rate agreement wordt afgesloten door een organisatie enerzijds en een bank anderzijds. Een forward rate agreement kan worden toegepast wanneer in de toekomst een vermogensbehoefte voorzien wordt voor een bepaalde tijdsduur. Zeker wanneer de rente visie aangeeft dat het aannemelijk is dat de rente zal stijgen, zal de organisatie er behoefte aan hebben de in de toekomst te betalen rentevoet vast te leggen.

 Renteopties: caps en floors; Een kenmerkend instrumenten met een optiekarakter is dat deze instrumenten bescherming bieden tegen ongunstige prijsbewegingen, terwijl het voor een koper wel mogelijk is te profiteren van een gunstige prijsbeweging.

55 Met behulp van een cap kan een maximale rente worden vastgelegd. De koper van de cap ontvangt van de verkoper, meestal een bank, een vergoeding wanneer een af te spreken rentevoet, boven een bepaald niveau uitstijgt. Analoog aan een cap bestaat er ook een tegenovergestelde optie: de floor. Deze is bedoeld als bescherming tegen rentedaling. Door de combinatie ontstaat een maximum- en een minimumrentevoet. Een dergelijke combinatie wordt wel collar genoemd.

 Samengestelde instrumenten; Door het creatief gebruik van derivaten kunnen allerlei risicoposities worden gecreëerd. Een voorbeeld van zo’n product is de swaption: een optie op een swap. De koper van een swaption verwerft tegen betaling van een premie het recht om gedurende een bepaalde tijd een van tevoren samengestelde swap aan te gaan. Een swaption kan worden toegepast wanneer een organisatie een langlopende vermogensbehoefte voorziet. Een ander voorbeeld van een samengesteld instrument is een deferred swap. De deferred swap kan worden samengesteld uit twee tegenovergestelde swaps met verschillende looptijden. Deze constructie is ook van toepassing wanneer in de toekomst een langdurige vermogensbehoefte ontstaat.

Het correct verwerken van de derivaten in de boekhouding zijn complexe vraagstukken. De verwachting is dat naarmate het gebruik van derivaten zal toenemen dit zal leiden tot hogere accountantshonoraria. Het gebruik van derivaten is op de volgende manier meegenomen in het onderzoek. Diverse onderzoeken die eerder onderzoek hebben gedaan hebben de nominale waarde van de derivaten betrokken in hun onderzoeken (Guay 1999; Barton 2001). Wanneer er geen gegevens gevonden werden over derivaten, is aangenomen dat er geen gebruik gemaakt werd van derivaten. Uiteindelijk is er een ratio meegenomen in het onderzoek van de nominale waarde van de derivaten ten opzichte van de langlopende schulden. De nominale waarde van de derivaten / de langlopende schulden = gebruik van derivaten

Leverage

Zaman et al (2011) doet de veronderstelling dat bij ondernemingen meer controlediensten en niet controlediensten moeten worden uitgevoerd door de accountant wanneer de ondernemingen een hoge leverage hebben. Een mogelijke verklaring die hiervoor wordt gegeven is dat ondernemingen met een hogere leverage een groter bedrijfsrisico en financieel risico lopen. De meta-analyse van Hay et al (2006) toont een positieve associatie tussen de leverage en de accountantshonoraria controlediensten. Hiertoe is de verwachting dat een grotere leverage resulteert in een hogere accountantshonoraria voor controlediensten en niet controlediensten. De leverage wordt bepaald door de formule:

56 Big-4 accountantsorganisatie

Een belangrijke en in veel onderzoeken meegenomen controle variabele is of de accountantscontrole is uitgevoerd door een big-4 accountantsorganisatie. Het onderzoek van DeAngelo (1981) toont aan dat er een positieve relatie is tussen de omvang van een accountantsorganisatie en de kwaliteit van de accountantscontrole. Er is een relatie tussen de kwaliteit van de accountantscontrole en de accountantshonoraria. Wanneer de accountantscontrole wordt uitgevoerd door een big-4 accountantsorganisatie is er een één toegekend en wanneer de accountantscontrole is uitgevoerd door een andere accountantsorganisatie is er een nul toegekend.

Wijziging van de accountantsorganisatie

Een woningcorporatie kan overstappen naar een andere accountantsorganisatie. Johnson et al. (2002) heeft de relatie onderzocht tussen de kwaliteit van de accountantscontrole gemeten in abnormale accruals in relatie met een wijziging van een accountantsorganisatie. In de eerste boekjaar na wijziging van een accountantsorganisatie worden er meer abnormale accruals gemeten in het onderzoek. Young et al. (2014) hebben de relatie tussen de accountantshonoraria en de verplichte rotatie van de accountantsorganisaties in Zuid-Korea onderzocht. De accountantshonoraria blijken een significante stijging te hebben doorgemaakt na invoering van de verplichte rotatie van accountantsorganisaties. Er is sprake van een wijziging van accountantsorganisatie als er in een boekjaar een andere accountantsorganisatie verantwoordelijk is voor het onderzoek van de jaarrekening ten opzichte van voorgaand jaar. Wanneer er sprake is van een wijziging van de accountantsorganisatie wordt er een één toegekend. Wanneer er geen sprake is van een wijziging van de accountantsorganisatie is er een nul toegekend.

Fusie tussen woningcorporaties

In artikel 2:309 BW wordt een fusie omschreven als: “De rechtshandeling van twee of meer rechtspersonen waarmee een van deze het vermogen van de andere onder algemene titel verkrijgt of waarbij een nieuwe rechtspersoon die bij deze rechtshandeling door hen samen wordt opgericht, hun vermogen onder algemene titel verkrijgt”. Dit betekent dat er sprake moet zijn van het duurzaam samengaan van twee of meerdere woningcorporaties. Acquisities, oftewel het opkopen van een woningcorporatie door een andere woningcorporatie, vallen tevens onder deze definitie (Diender, 2014). De groei van een woningcorporatie is mogelijk verklarend voor de stijging van de accountantshonoraria. Wanneer er sprake is van een fusie is er een één toegekend en wanneer er geen sprake is van een fusie wordt er een nul toegekend.

57

Bijlage IV Overzicht accountantshonoraria Nederlandse