• No results found

Hoofdstuk 4: Onderzoeksmethoden

5.1. Beschrijving respondenten

Uiteindelijk hebben 78 respondenten de vragenlijst ingevuld. Uit de regio Rotterdam-Rijnmond werd de vragenlijst door 34 respondenten ingevuld, gevolgd door 28 uit de regio Zuid-Holland Zuid en 16 respondenten uit de regio Twente. Gezamenlijk vertegenwoordigden de 78 respondenten 43% van de totale doelgroep. Hierbij moet worden opgemerkt dat in alledrie de regio’s onder oefenleiders niet exact bekend was hoe groot de groep CoPI en ROT functionarissen precies was. Zij hebben daarom een schatting gemaakt van het aantal functionarissen in hun regio. Het percentage respondenten, afgezet tegen de totale omvang van de doelgroep is gebaseerd op deze schatting. De verdeling van respondenten over de drie regio’s komt goed overeen met de omvang van deze regio’s. Rotterdam-Rijnmond is veruit de grootste regio, gevolgd door Zuid-Holland Zuid en vervolgens Twente, wat een relatief kleine regio is wat betreft aantallen CoPI en ROT functionarissen. In tabel 4 is weergegeven hoe de respondenten verdeeld waren over de verschillende regio’s, en welk percentage van de totale doelgroep binnen deze regio’s zijn vertegenwoordigden. Opvallend is dat in de regio Zuid-Holland Zuid 68% van de totale doelgroep de vragenlijst invulde. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de leider van het project MDP afkomstig is uit deze regio en bovendien vrij hoog in de hiërarchie staat. De inleiding van de vragenlijst is door hem ondertekend, en het is mogelijk dat functionarissen uit de regio Zuid-Holland Zuid hierdoor meer geneigd waren de vragenlijst in te vullen dan in de overige twee regio’s. In de regio Twente vulde 44% van het geschatte totale aantal functionarissen de vragenlijst in. Rotterdam-Rijnmond was procentueel gezien het laagst vertegenwoordigd met 34% van de totale groep functionarissen.

Tabel 4: verdeling respondenten per regio (N=78)

Rotterdam-Rijnmond

Twente Zuid-Holland Zuid

Aantal respondenten 34 16 28 % van totale (geschatte)

doelgroep 34% 44% 68%

In alle drie de regio’s was de brandweer het meest vertegenwoordigd onder de respondenten. Van het totaal aantal respondenten van 78, waren 35 functionarissen werkzaam bij de brandweer. In Zuid-Holland Zuid vulden 15 brandweerfunctionarissen de vragenlijst in, tegenover 14 in Rotterdam-Rijnmond. De regio Twente vormt een uitzondering, in deze regio werd de vragenlijst vaker door politiefunctionarissen ingevuld (zie figuur 2). Naast de brandweer zijn politie en GHOR ongeveer even sterk vertegenwoordigd in de regio’s RR en ZHZ. Respectievelijk 8 en 7 functionarissen van de GHOR vulden de vragenlijst in, tegenover 6 van de politie in beide regio’s. Twente vormt hierop wederom een uitzondering met 2 GHOR functionarissen tegenover 7 van de politie. Deze verdeling van de

verschillende organisaties komt niet geheel overeen met de praktijk. Zowel de brandweer als de politie zijn grote organisaties die beide een groot aantal functionarissen vertegenwoordigd hebben in CoPI en ROT. De GHOR is hierbij vergeleken een stuk kleiner en heeft ook minder inzetbare

functionarissen. In de praktijk was het echter moeilijk om politiefunctionarissen de vragenlijst in te laten vullen. Er kwam, ondanks herhaalde pogingen, weinig respons en hierdoor is de verdeling van respondenten uit de betrokken organisaties enigszins scheef. GHOR en politie zijn ongeveer gelijk vertegenwoordigd in dit onderzoek, terwijl in de praktijk de politie een veel grotere organisatie is met meer CoPI en ROT functionarissen.

werkregio Zuid-Holland Zuid Twente Rotterdam-Rijnmond Aantal 40 30 20 10 0 organisatie DCMR havenbedrijf gemeente GHOR brandweer politie

Figuur 2: verdeling van respondenten over de betrokken organisaties per regio

Bij het afnemen van de vragenlijsten is er zoveel mogelijk gestreefd naar een gelijke verdeling van functionarissen over het CoPI en het ROT in iedere regio. Figuur 3 laat zien dat dit gelukt is. In Rotterdam-Rijnmond vulden 9 ROT functionarissen de vragenlijst in, tegenover 8 uit het CoPI. Daarnaast zijn er in deze regio veel functionarissen die in beide teams een functie vervullen; hiervan vulden er 17 de vragenlijst in. In Twente is een soortgelijke verdeling van functionarissen over beide teams waarneembaar. Hier vulden 5 ROT- en 4 CoPI functionarissen de vragenlijst in. Nog eens 7 respondenten hadden in beide teams een functie. Ten opzichte van deze regio’s vervullen in Zuid-Holland Zuid relatief weinig functionarissen deze dubbele functie. Slechts 2 functionarissen gaven aan een rol in beide teams te hebben, 15 hadden een functie in het CoPI en 11 in het ROT. In de regio Zuid-Holland Zuid is het gebruikelijk dat functionarissen een rol hebben in een van de teams, en niet in beide. Dit verklaart het verschil van deze regio ten opzichte van de andere twee regio’s. Wanneer de aantallen van de afzonderlijke regio’s worden samengevoegd, blijkt dat de verdeling van

functionarissen over het CoPI en ROT bijna gelijk is. 25 functionarissen hadden een ROT functie, tegenover 27 in het CoPI. Daarnaast vervulden 26 functionarissen een functie in beide teams. De respondenten zijn dus zeer gelijk verdeeld over de verschillende teams.

Werkregio Zuid-Holland Zuid Twente Rotterdam-Rijnmond Aantal 40 30 20 10 0 team beide CoPI ROT

Figuur 3: verdeling van respondenten over het CoPI en ROT per regio

5.1.2. Persoonlijke gegevens respondenten

Om te kunnen onderzoeken of er verschillen in mening over het MDP bestaan die toe te schrijven zijn aan persoonlijke kenmerken, is de respondenten gevraagd hun geslacht, leeftijd en opleidingsniveau in te vullen en aan te geven welke functie zij in het CoPI of ROT vervullen. Daarnaast vulden

brandweer- en politiefunctionarissen ook hun rang in. In tabel 5 zijn de resultaten hiervan opgenomen. De functies die de respondenten binnen het CoPI of ROT zijn niet in de tabel opgenomen, omdat er dermate veel verschillende functies zijn, dat het te ver voert deze hier allemaal apart te noemen. Bij het analyseren van de gegevens uit de vragenlijst en het leggen van mogelijke verbanden hiertussen. is de functie wel meegenomen.

Van de 78 respondenten waren er slechts 6 vrouw, wat neerkomt op 8% van het totale aantal respondenten. Van dit kleine aantal hadden bovendien 3 vrouwen een ondersteunende functie als voorlichter of medewerker vanuit de gemeente. De gemiddelde leeftijd van de respondenten is vrij hoog. Slechts 5% van de respondenten was tussen de 18 en 29 jaar oud, 32% was 50 jaar of ouder en 40% was tussen de 40 en 49 jaar oud. Veruit het grootste deel van de respondenten (63%) heeft een opleiding op HBO- niveau gevolgd. Een logische verklaring hiervoor is dat de meeste CoPI en ROT functionarissen een officiers opleiding aan het NIBRA (Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding) hebben gevolgd, wat gelijk staat aan een HBO-niveau. Daarnaast is 10% van de respondenten opgeleid op MBO niveau en 24% heeft een universitaire studie afgerond. In tabel 5 is ook weergegeven welke rangen de brandweer- en politiefunctionarissen hadden. De rangen van de brandweer vertegenwoordigen officiersrangen, wat iets anders is dan de rangen die brandwachten hebben die daadwerkelijk in een ploeg zitten en uitrukdienst hebben. Alleen functionarissen met een officiersrang hebben een functie in het CoPI of ROT, waarbij Adjunct Hoofdbrandmeester de laagste is, en Commandeur eerste klasse de hoogste. De 59% van de respondenten waarop een

brandweerrang niet van toepassing was, wil zeggen dat zij bij een andere organisatie werkten en dus geen rang hadden. De rang van politiefunctionarissen moet ook van boven naar onder gelezen worden, waarbij brigadier de laagste rang is, en commissaris de hoogste.

Tabel 5: Persoonlijke kenmerken respondenten, uitgedrukt in percentages (N=78)

Variabele Percentage respondenten Geslacht 92% Man 8% Vrouw Leeftijd 5% 18-29 jaar 23% 30-39 jaar 40% 40-49 jaar 32% 50 jaar of ouder Opleidingsniveau 10% MBO 63% HBO 24% WO 3% anders Rang brandweer (41% van de respondenten) 1% Adjunct Hoofdbrandmeester

10% Adjunct Hoofdbrandmeester 1e klasse 17% Hoofdbrandmeester 5% Hoofdbrandmeester 1e klasse 3% Commandeur 5% Commandeur 1e klasse Rang politie (22% van de respondenten) 1% Brigadier 17% Inspecteur 4% Commissaris