• No results found

Beschikbare data

In document De commissaris met argusogen? (pagina 46-54)

4.2 Meervoudige regressieanalyse .1 Multicollineariteit .1 Multicollineariteit

5.2.2 Beschikbare data

De data welke in het onderzoek zijn gebruikt zijn afkomstig uit de database ‘Orbis’ en uit de jaarverslagen van ondernemingen zelf. De data uit ‘Orbis’ zijn uniform qua aard en presentatie, hetzelfde geldt helaas niet voor de data uit de jaarverslagen. Een voorbeeld hiervan is het aantal vergaderingen van de RvC gedurende het onderzoeksjaar. In sommige jaarverslagen wordt hier simpelweg één aantal genoemd en gaat men hier verder niet dieper op in, terwijl andere ondernemingen onderscheid maken tussen een aantal formele en informele vergaderingen of vergaderingen via een teleconferentie. Hoewel dit niet is gekwantificeerd in de data duidt dit wel op het feit dat er meer gebeurt dan wordt gepresenteerd in het jaarverslag. Het is niet ondenkbaar dat juist achter de schermen veel informeel tussen enkele bestuurders en/of commissarissen wordt besproken, of dat een onderneming weinig formeel contact houdt maar middels e-mail juist veel informatie uitwisselt. Dit is helaas niet uit de jaarverslagen af te leiden.

46 Een ander goed voorbeeld is de commissarisdrukte welke hoofdzakelijk is gemeten via het aantal nevenfuncties zoals vermeld in het jaarverslag. Hoewel dit een redelijke indicatie geeft, kunnen andere zaken in het leven van een commissaris minstens zo belangrijk zijn voor de drukte in zijn of haar leven. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan zaken in de privésfeer, zoals het aantal (klein)kinderen, een mogelijk voorzitterschap bij de plaatselijke voetbalvereniging waar de helft van de tijd in wordt gestoken, etcetera. Van de onderneming wordt slechts gevraagd de relevante nevenfuncties te melden, in dezen wordt dus een bepaalde mate van vrijheid geboden wat vergelijkbaarheid beperkt. Dergelijke informatie is echter niet of zeer moeilijk te achterhalen en zodoende niet betrokken in het onderzoek.

5.2.3 Dataverzameling

Hoewel de nodige zorgvuldigheid en uniformiteit is gehanteerd bij het verzamelen van de diverse benodigde data waren niet alle data beschikbaar in de database ‘Orbis’. Ontbrekende gegevens zijn aangevuld middels de informatie verstrekt in de jaarverslagen. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat verschillende soorten gegevens worden behandeld als zijnde van dezelfde soort, terwijl dit niet perse het geval hoeft te zijn. Een voorbeeld is het aantal werknemers. In het jaarverslag staat deze waarde soms gegeven als het aantal FTE’s (Full Time Equivalent) gemiddeld over het jaar of per jaareinde, of als totaal aantal werknemers waarbij ook alle deeltijdwerkers worden meegenomen als zijnde één volledige werknemer.

Daarnaast is de naleving van sommige bepalingen lastiger eenduidig vast te stellen dan van andere. Zo is het eenvoudig om vast te stellen of alle vereiste gegevens van de leden van de RvC zijn opgenomen in het jaarverslag (bepaling III.1.3). Daarentegen dient volgens bepaling II.1.2 het jaarverslag de hoofdzaken van onder meer de operationele en financiële doelstellingen en de strategie van de onderneming te bevatten. Vraag is dan wat er onder hoofdzaken wordt volstaan, wat is voldoende en wat is een (te) beperkte omschrijving? Hetzelfde geldt voor de onderbouwing van de juiste werking van de risicobeheersings- en controlesystemen, wanneer is deze voldoende onderbouwd? Als gevolg hiervan is de meting van (de mate van) naleving aan enige subjectiviteit onderhevig. Wel is voor alle ondernemingen dezelfde methodiek gehanteerd bij deze bepalingen.

47

5.3 Vervolgonderzoek

Zoals al blijkt uit paragraaf 5.2 is dit onderzoek onderhevig aan verschillende beperkingen. Mogelijk is dit een van de oorzaken dat er uiteindelijk geen relatie wordt gevonden tussen de gehanteerde variabelen. Vervolgonderzoek zou zich er dan ook op kunnen richten deze variabelen verder aan te scherpen en/of uit te breiden om een helderder beeld te krijgen van de kwaliteit van toezicht en/of de naleving van de Corporate Governance code. Veel aspecten hiervan zijn niet (direct) zichtbaar voor mensen buiten een onderneming, wat objectief onderzoek in deze richting bemoeilijkt.

Gelet op het feit dat “kwaliteit van bestuur en toezicht” slechts een deel van de onderzochte wetswijziging behelst49, is een logische vervolgstap het verrichten van onderzoek naar de relatie tussen het hebben van (een veelvoud aan) nevenfuncties en “belangenverstrengeling” en (het doorbreken van) “het zogenaamde ‘old boys’ netwerk”. Mocht uit dergelijk onderzoek eveneens geen significante relatie blijken dan is de grondslag van de wetswijziging geheel verdwenen en rest er weinig dan deze te wijzigen en/of in te trekken.

Hiernaast zijn er diverse (nieuwe en oude) “best practice”-bepalingen opgenomen in de Corporate Governance code waar middels onderzoek op ingezoomd kan worden. Een mogelijk voorbeeld hiervan zijn (de oorzaken van) de mate van detaillering van het remuneratierapport in verhouding tot de vereisten uit de Code.

48

Literatuurlijst

Boeken

Cools, K. (2006). Controle is goed, vertrouwen nog beter: over bestuurders en corporate governance. 2e druk. Kon. Van Gorcum, Assen.

Mallin, C.A. (2007). Corporate Governance. 2e druk. Oxford University Press. Manen, van J.A. (1999). Monitor in het belang van de vennootschap. Elsevier.

NIVRA-geschrift 78 (2008). Koninklijk NIVRA. Het jaar 2007 verslagen. Onderzoek jaarverslaggeving

ondernemingen. Kluwer.

Peij, S.C. (2008). Handboek corporate governance. 2e geh. herz. druk. Kluwer, Deventer.

Waard, de D.A. (2008). Toezicht op maatschappelijk verantwoord ondernemen: Over de

taakopvatting van commissarissen. Kon. Van Gorcum, Assen

Artikelen

Akkermans, D., Ees, van H., Hermes, N., Hooghiemstra, R., Laan, van der G., Postma, T. & Witteloostuijn, van A. (2007). Corporate Governance in the Netherlands: an overview of the application of the Tabaksblat Code in 2004. Corporate Governance: An International Review, Vol. 15, No. 6, 1106-1118.

Alves, C. & Mendes, V. (2004). Corporate Governance Policy and Corporate Performance: The Portugese case. Corporate Governance: An International Review, Vol. 12, No. 3, 290-301.

Bassen, A., Prigge, S. & Zöllner, C. (2008). Behind Broad Corporate Governance Aggregates: A First Look at Single Provisions of the German Corporate Governance Code. Working Paper.

Bauer, R., Günster, N. & Otten, R. (2004). Empirical Evidence on Corporate Governance in Europe; The Effect on Stock Returns, Firm Value and Performance. Journal of Asset Management, Vol. 5, No. 2, 91-104.

Bauer, R., Frijns, B., Otten, R. & Tourani-Rad, A. (2008). The impact of corporate governance on corporate performance: Evidence from Japan. Pacific-Basin Finance Journal, Vol. 16, 236-251.

49 Bouwhede, vander H. (2009). On the relation between corporate governance compliance and operating performance. Accounting and Business Research, Vol. 39, No. 5, 497-513.

Conyon, M.J. & Read, L.E. (2006). A model of the supply of executives for outside directorships.

Journal of Corporate Finance, Vol. 12, 645-659.

Dedman, E. (2002). The Cadbury Committee recommendations on corporate governance – a review of compliance and performance impacts. International Journal of Management Revies, Vol. 4, No. 4, 335-352.

Fama, E.F. & Jensen, M.C. (1983). Seperation of ownership and control. Journal of Law and

Economics, Vol. 26, 301-326.

Ferris, S.P. & Jagannathan, M. (2001). The incidence and determinants of multiple corporate directorships. Applied Economics Letters, 31-35.

Ferris, S.P., Jagannathan, M. & Pritchard, A.C. (2003). Too busy to mind the business? Monitoring by directors with multiple board appointments. (…)

Fich, E.M. & Shivdasani, A. (2006). Are busy boards effective monitors? Journal of Finance, Vol. 61, 689-724.

Gilson, S.C. (1990). Bankruptcy, boards, bank and block holders: Evidence on changes in corporate ownership and control when firms default. Journal of Financial Economics, Vol. 27, 355-387.

Gompers, P., Ishii, J. & Metrick, A. (2003). Corporate Governance and Equity Prices. Quarterly Journal

of Economics, Vol. 118, No. 1, 107-155.

Goncharov, I., Werner, J.R. & Zimmermann, J. (2006). Does Compliance with the German Corporate Governance Code Have an Impact on Stock Valuation? An empirical analysis. Corporate Governance:

An International Review, Vol. 14, No. 5, 432-445.

Jiraporn, P. et. al. (2009). Too busy to show up? An analysis of directors’ absences. The Quarterly

Review of Economics and Finance, Vol. 49, 1159-1171.

Jiraporn, P., Kim, Y.S. & Davidson III, W.N. (2008). Multiple directorships and corporate diversification. Journal of Empirical Finance, Vol. 15, 418-435.

Jiraporn, P., Singh, M. & Lee, C.I. (2009). Ineffective corporate governance: Directors busyness and board committee memberships. Journal of Banking & Finance, Vol. 33, 819-828.

50 Jong, de A., DeJong, D.V., Mertens, G. & Wasley, C.E. (2005). The role of self-regulation in corporate governance: evidence and implications from The Netherlands. Journal of Corporate Finance, Vol. 11, 473-503.

Kouwenberg, R. (2006). Does Voluntary Corporate Governance Code Adoption Increase Firm Value in Emerging Markets? Evidence from Thailand. Working Paper.

Lipton, M. & Lorsch, J.W. (1992). A modest proposal for improved corporate governance. Business

Lawyer, Vol. 48, 59-77.

Loderer,C. & Peyer, U. (2002). Board overlap, Seat accumulation and Share prices. European Financial

Management, Vol. 8, No. 2, 165-192.

MacAuley, K., Dutta, S., Oxner, M. & Hynes, T. (2009). The Impact of Change in Corporate Governance Regulations on Firms in Canada. Quarterly Journal of Finance and Accounting, Vol. 48, No. 4, 29-52.

McKnight, P.J., Milonas, N.T., Travlos, N.G. & Weir, C. (2005). The Cadbury Code Reforms and Corporate Performance. EFA 2005 Moscow Meetings, Working Paper.

Nowak, E., Rott, R. & Mahr, T.G. (2006). The (Ir)relevance of Disclosure of Compliance with Corporate Governance Codes-Evidence from the German Stock Market. National Centre of Competence in Research Financial Valuation and Risk Management, Working Paper no. 325.

Perry, T. & Peyer, U. (2005). Board seat accumulation by executives: A shareholder’s perspective. The

Journal of Finance, Vol. LX, No. 4, 2083-2123.

Saad, N.M. (2010). Corporate Governance Compliance and the Effects to Capital Structure in Malaysia. International Journal of Economics and Finance, Vol. 2, No. 1, 105-114.

Santos, R.L., Da Silveira, A.D.M. & De C. Barros, L.A.B. (2008). Board interlocking in Brazil: Directors’ participation in multiple companies and its effect on firm value. (…)

Sarkar, J. & Sarkar, S. (2009). Multiple board appointments and firm performance in emerging economies: Evidence from India. Pacific-Basin Finance Journal, Vol. 17, 271-293.

Stanwick, P.A. & Stanwick, S.D. (2005). Managing Stakeholders Interests in Turbulent Times: A Study of Corporate Governance in Canadian Firms. The Journal of American Academy of Business, Vol. 7, No. 1, 42-52.

51 Stiglbauer, M. (2010). Transparency & disclosure on corporate governance as a key factor of companies’ success: a simultaneous equations analysis for Germany. Problems and Perspectives in

Management, Vol. 8, No. 1, 161-173.

Switzer, L.N. & Lin, H. (2009). Corporate governance, compliance and valuation effects of Sarbanes-Oxley on US and foreign firms. International Journal Business Governance and Ethics, Vol. 4, No. 4, 400-426.

Werder, v. A., Talaulicar, T. & Kolat, G.L. (2005). Compliance with the German Corporate Governance Code: an empirical analysis of the compliance statements by German listed companies. Corporate

Governance: An International Review, Vol. 13, No. 2, 178-187.

Yermack, D. (1996). Higher market valuation of companies with a small board of directors. Journal of

Financial Economics, Vol. 40, 185-211.

Scripties

Boer, de N.W. & Ditsel, G. (2007). Corporate Governance: ‘Naleving in Europees perspectief’. Rijksuniversiteit Groningen.

Broenink, M.H.H. (2007). Corporate Governance: ‘Compliance in België en Noorwegen’. Rijksuniversiteit Groningen.

Dijken, van G.J. (2009). Corporate Governance: ‘Boardbusyness’. Rijksuniversiteit Groningen.

Keuter, J.H. (2008). Empirical evidence on corporate governance, operating performance and investors’ expectations in Europe. Rijksuniversiteit Groningen.

Oostenbrug, F.H. (2008). Empirisch onderzoek naar de relatie tussen busyness en winststuring in Nederland. Rijksuniversiteit Groningen.

Schumacher, J. (2008). Does the degree of internationalization determine the compliance rate of firms? Rijksuniversiteit Groningen.

Slooten, van M. (2007). Corporate Governance and firm value. Rijksuniversiteit Groningen.

Vollenbroek, T. (2008). Corporate Governance en aandeelhouderswaarde. Rijksuniversiteit Groningen.

52

Bijlagen

o Bijlage Ia – Wetswijziging 31 763 A

o Bijlage Ib – Amendement 31 763 A incl. Toelichting o Bijlage II – Corporate Governance Code Frijns o Bijlage IIIa – Checklist naleving Code Frijns

o Bijlage IIIb – Voorbeeld ingevulde checklist naleving Code Frijns en ingevulde variabelen voor Akzo Nobel

In document De commissaris met argusogen? (pagina 46-54)