• No results found

Tabel 14 Beredenering van gedragsfase per respondent in de onderbouw

Persoon Gedragsfase

Uitleg

10 Precontemplatie De ouder is het er enigszins mee eens dat er een verband bestaat tussen voeding en sportprestaties. Hij/zij vindt het niet nodig dat zijn/haar zoon anders gaat eten. “Mijn zoon krijgt al de juiste voeding binnen”. Ook zou de ouder zijn/haar eigen

voedingspatroon niet willen aanpassen, ook al heeft dit een positief effect op de sportprestaties van zijn/haar zoon. 13 Precontemplatie De ouder is zich bewust van het verband tussen voeding en

sportprestaties, maar vindt het onnodig om het eetpatroon van zijn/haar zoon aan te passen. De ouder denkt geen invloed te hebben op het eetgedrag van zijn/haar kind, maar vindt wel dat de ouders verantwoordelijk zijn voor de voeding tijdens en rondom trainingen en wedstrijden.

Hij/zij heeft geen behoefte aan extra informatie omtrent voeding en sportprestaties.

Heeft een Lage zelf-effectiviteit.

2 Contemplatie De ouder is het er enigszins mee eens dat er een verband is tussen voeding en sportprestaties, maar is nog niet overtuigd dat gezonde voeding daadwerkelijk leidt tot betere sportprestaties.

Heeft behoefte aan informatie. Lage zelfeffectiviteit.

8 Contemplatie De ouder ziet het verband tussen voeding en sportprestaties. Vindt het nodig dat zijn /haar kind anders gaat eten, maar heeft dit afgelopen maand geen enkele keer tegen zijn/haar zoon gezegd. De ouder stelt zich open voor informatie en vindt het belangrijk om het voedingspatroon aan te passen indien dat nodig is. Maar de ouders leggen veel verantwoording bij het kind.

‘’Wij vinden het niet zo zeer de vraag of het ons zou lukken om de voeding te verbeteren, maar of het ons kind zou lukken.” 11 Contemplatie De ouder..

- ziet het verband tussen voeding en sportprestaties. - vindt het nodig dat zijn/haar kind anders gaat eten. - praat af en toe met zoon over voeding.

- heeft geen behoefte aan informatie omtrent sportvoeding. - erkent dat ouders invloed hebben op het eetgedrag van het kind - zou zijn/haar voedingspatroon willen aanpassen indien dit een positief effect heeft op de sportprestaties.

Er wordt nog geen beslissing genomen om tot verandering over te gaan.

15 Contemplatie De ouder..

- vindt dat er een verband is tussen voeding en sportprestaties. - vindt het nodig dat zijn/haar zoon anders gaat eten.

- praat af en toe met zijn/haar zoon over voeding - heeft behoefte aan informatie omtrent sportvoeding. - benadrukt vooral wat Ajax niet goed doet. Kijkt niet naar het eigen gedrag.

- heeft een lage zelfeffectiviteit.

-Vindt het lastig om thuis veranderingen door te voeren, omdat niet iedereen alles lust (weerstand).

57

- vindt dat er een verband is tussen voeding en sportprestaties. - vindt het nodig dat zijn/haar zoon anders gaat eten.

- praat veel over voeding met zijn/haar zoon en de ouder vindt dat hij/zij veel invloed heeft op het eetpatroon van zijn/haar zoon - stelt zich open voor informatie, maar er wordt nog geen beslissing genomen om tot verandering te komen.

18 Contemplatie Of het huidige voedingspatroon van zijn/haar zoon aangepast dient te worden heeft hij/zij geen mening.

De ouder praat vaak over voeding met zijn/haar kind en vindt dat de ouders veel invloed hebben op het eetgedrag van kinderen. De ouder wil zijn/haar voedingspatroon aanpassen indien dit een positief effect heeft op de sportprestaties.

Er is nog geen beslissing genomen om tot verandering te komen.

27 Contemplatie De ouder..

- is het enigszins mee eens dat er een verband bestaat tussen voeding en sportprestaties en vindt het niet nodig dat zijn/haar zoon anders gaat eten dan dat hij nu doet.

- praat zelden tot nooit met zijn/haar zoon over voeding. - denkt een beetje invloed te hebben op het eetgedrag van zijn zoon.

- vindt het goed dat Ajax een onderzoek is gestart en staat open voor informatie.

Lage zelf-effectiviteit “Hij moet het toch zelf eten, ik kan het er niet door drukken.”

12 Preparatie De ouder is zich bewust van het verband tussen voeding en sportprestaties en vindt het nodig om het eetpatroon van

zijn/haar zoon aan te passen. De ouders zijn erg zoekende naar het juiste voedingspatroon en hebben behoefte aan informatie; met name praktische tips.

5 Actie De ouder heeft behoefte aan informatie en is zich bewust van het verband tussen voeding en sportprestaties. Wil het graag goed doen en is al bewust met voeding bezig.

9 Actie De ouder heeft geen behoefte aan extra informatie omtrent sportvoeding, vindt het onnodig dat zijn/haar kind anders gaat eten dat hij nu doet. Wijst op pre-contemplatiefase.

Maar, hij/zij heeft 2 kinderen met lactose-intolerantie en komt vaak bij een diëtist. Hij/ zij krijgt naar eigen zeggen al voldoende informatie. Is bewust met voeding bezig.

16 Actie De ouder heeft behoefte aan informatie, is zich bewust van het verband tussen voeding en sportprestaties, vindt het nodig dat haar/zijn zoon anders gaat eten. De ouder is overgegaan tot actie, maar nog wel zoekende.

28 Actie De ouder ziet het verband tussen voeding en sportprestaties. Heeft dit met haar zoon ook ondervonden. Zijn/haar zoon had aan het begin van het seizoen een te hoog vetpercentage. Het

aanpassen van zijn voeding heeft ertoe geleid dat hij zich nu fit voelt en zijn prestatievermogen is toegenomen. Ouder heeft nu een abonnement bij Hello Fresh en probeert het hele gezin te motiveren om gezond te eten.

29 Gedragsbehoud Moeder bestelt al een jaar de maaltijdbox van Hello Fresh (4 dagen in de week) en vindt het dus niet nodig dat haar zoon anders gaat eten.

58

Tabel 15 Beredenering van gedragsfase per respondent in de middenbouw3

Persoon Fase

Uitleg

7 Precontemplatie De ouder..

- is het er helemaal mee eens dat er een verband bestaat tussen voeding en sportprestaties.

- geeft aan af en toe met zijn/haar kind over voeding te spreken en vindt het onnodig dat zijn/haar zoon anders gaat eten.

- heeft geen behoefte aan informatie omtrent sportvoeding. - denkt veel invloed te hebben op het kind.

- heeft een lage zelf-effectiviteit. 14 Precontemplatie De ouder..

- vindt het onnodig voor haar/zijn zoon om anders te gaan eten. - praat zelden met kind over voeding.

- zou zijn/haar eigen voedingspatroon niet willen aanpassen indien dit een positief effect heeft op de sportprestaties van zijn/haar zoon. Het kind eet te weinig aardappels. witte rijst, i.p.v. volkoren, te weinig brood en groente, geen noten en weinig zuivel(8).

24 Precontemplatie De ouder..

- vindt het niet belangrijk om de voeding van zijn/haar kind te verbeteren indien dat nodig is.

- heeft geen enkele keer gezegd dat zijn/haar zoon anders moet eten. - vindt het onnodig dat zijn/haar zoon anders gaat eten.

- heeft geen behoefte aan extra informatie.

- is het enigszins oneens met de stelling dat voeding en sportprestaties een verband hebben.

20 Contemplatie De ouder..

- vindt het onnodig dat zijn/haar zoon anders gaat eten. - praat af en toe met zijn/haar kind over voeding.

- zou zijn/haar eigen voedingspatroon aan willen passen indien dit een positief effect heeft op de sportprestaties van zijn/haar zoon.

- vindt het belangrijk om de voeding van zijn/haar kind te verbeteren indien nodig.

- heeft interesse in extra informatie omtrent sportvoeding.

Het kind eet te weinig aardappels, alles is zoet beleg, te weinig groente, te weinig zuivel (8).

25 Contemplatie De ouder..

- vindt het onnodig dat zijn/haar zoon anders gaat eten.

- weet niet of hij/zij het voedingspatroon wil aanpassen indien dit een positief effect heeft op de sportprestaties van zijn/haar zoon.

- heeft geen enkele keer gezegd dat zijn/haar zoon anders moet eten dan hij nu doet.

26 Contemplatie De ouder..

- vindt het onnodig dat zijn/haar zoon anders gaat eten.

- heeft geen enkele keer gezegd dat zijn/haar zoon anders moet eten. - vindt dat hij/zij veel invloed heeft op het eetgedrag van het kind. - zou zijn/haar eigen voedingspatroon willen aanpassen indien dit een positief effect heeft op de sportprestaties.

3 In de kolom ‘fase’ staat tevens wat het onderzoek van Batavier, Res en Brouwer (8) over de betreffende respondent vermeldt

59

- heeft wel behoefte aan extra informatie over voeding.

Het kind eet weinig pasta, eet witte rijst, drinkt weinig water en eet te weinig groente (8).

4 Preparatie De ouder..

- is het er helemaal mee eens dat er een verband bestaat tussen voeding en sportprestaties.

- vindt het nodig dat de voeding van zijn/haar zoon verandert. - geeft aan af en toe met zijn/haar kind over voeding te praten. - vindt dat hij/zij een beetje invloed heeft op eetgedrag van het kind. - heeft geen idee wat zijn/haar zoon nodig heeft.

- is gemotiveerd om zijn/haar eigen voeding aan te passen indien nodig en ook dat van zijn/haar zoon.

Het kind eet te weinig groente en aardappels (8).

19 Preparatie De ouder..

- vindt het nodig dat zijn/haar zoon anders gaat eten. - praat veel met zijn/haar kind over voeding.

- wil zijn/haar eigen voedingspatroon aanpassen indien dit een positief effect heeft op de sportprestaties van zijn/ haar zoon.

- heeft interesse in extra informatie omtrent sportvoeding.

23 Preparatie De ouder..

- heeft geen behoefte aan extra informatie.

- zou voedingspatroon willen aanpassen indien dit een positief effect heeft op de sportprestaties van zijn/haar zoon.

- vindt het nodig dat zijn/haar zoon anders gaat eten.

- heeft nog een kind dat bij een diëtist loopt dus heeft al enkele kennis.

30 Preparatie De ouder..

- vindt het nodig dat zijn/haar zoon anders gaat eten. - praat af en toe met kind over voeding.

- vindt het zeer belangrijk om de voeding van zichzelf en zijn/haar zoon aan te passen indien nodig en is gemotiveerd.

- behoefte aan extra informatie over voeding. Er is nog geen actie ondernomen.

1 Actie De ouder is het er helemaal mee eens dat er een verband bestaat tussen voeding en sportprestaties, maar vindt het zeer onnodig dat zijn/haar zoon anders gaat eten dan dat hij nu doet. Naar eigen zeggen wordt er al gelet op de voeding.

De ouder praat af en toe met zijn/haar kind over voeding en vindt dat hij/zij een beetje invloed heeft op het eetgedrag van zijn/haar kind. Het kind eet te weinig fruit en groente, eet 7 broodjes zoetbeleg en 1 hartig (8).

3 Actie De ouder..

- is het er helemaal mee eens dat er een verband bestaat tussen voeding en sportprestaties.

- vindt het onnodig dat de voeding van zijn/haar zoon verandert.

- praat veel met zijn/haar zoon over voeding en heeft redelijk veel kennis van voeding en sport.

- Ouder heeft alleen interesse in wetenschappelijke feiten.

Het kind eet te weinig groente, geen boter, geen noten en drinkt weinig water (8).

6 Actie De ouder is het er helemaal mee eens dat er een verband bestaat tussen voeding en sportprestaties, vindt het zeer onnodig dat de voeding van zijn/haar kind verandert. De ouder is tevreden over de voedingsinname

60

van zijn/haar zoon. De speler eet elke dag fruit en noten en iedere week vis. De ouder geeft aan af en toe met zijn/haar kind over voeding te spreken. Ouder heeft geen behoefte aan informatie over sportvoeding. Het kind eet te weinig brood en zuivelproducten (8).

21 Actie De ouder..

- vindt het nodig dat zijn/haar zoon anders gaat eten.

- heeft geen enkele keer gezegd dat zijn/haar zoon anders moet eten. - praat af en toe met zijn/haar zoon over voeding.

- denkt een beetje invloed te hebben op het eetgedrag van zijn/haar zoon.

- heeft geen behoefte aan extra informatie .

- Werkt momenteel samen met diëtisten, heeft kennis op het gebied van voeding.

22 Actie De ouder..

- vindt het nodig dat zijn/haar zoon anders gaat eten dan hij nu doet. - zegt 1x per dag dat zijn/haar zoon anders moet gaan eten.

- praat af en toe over voeding met zijn/haar zoon. - heeft geen behoefte aan extra informatie.

Het kind eet meestal wit brood en witte pasta, te weinig water, veel snoep, geen noten en weinig zuivel (8).