Hoofdstuk 6: Conclusie, beperkingen en aanbevelingen
6.2 Beperkingen van het onderzoek en aanknopingspunten voor vervolgonderzoek
Zoals in ieder onderzoek zijn er ook in dit onderzoek een aantal beperkingen aan te wijzen. De beperkingen en de conclusie van dit onderzoek kunnen goede aanknopingspunten zijn voor vervolgonderzoek. Deze beperkingen en mogelijkheden zullen hier worden besproken.
Uit de resultaten van dit onderzoek is geen positief verband gevonden tussen de kwaliteit van het RvC-‐verslag en de koers/winstverhouding, waarmee aan het nut van het RvC-‐verslag voor
de belangrijkste groep belanghebbenden van de onderneming, de investeerders, kan worden getwijfeld. Mogelijk vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op de relevantie van het RvC-‐ verslag en motieven om dit verslag op te nemen in de jaarstukken van de onderneming.
Wanneer blijkt dat aan het opnemen van een RvC-‐verslag enig nut kan worden ontleend, kan ten aanzien van de samenstelling van de RvC in relatie met de kwaliteit van het verslag dat zij schrijven worden gekeken naar andere aspecten van diversiteit. In dit onderzoek is slechts de invloed van drie aspecten onderzocht. Mogelijk vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op meer of andere aspecten, waarbij gedacht kan worden aan de ervaring en opleiding van commissarissen.
Een beperking van het uitgevoerde onderzoek is het aantal observaties dat overblijft na filtering op Nederlandse landcode en two-‐tier bestuursstructuur. Een volgend onderzoek zou uitspraken kunnen doen over een grotere populatie, waarmee deze met een grotere betrouwbaarheid kunnen worden aangenomen of verworpen. Een mogelijkheid ter vergroting van de populatie waarover uitspraken worden gedaan zou kunnen zijn het in het onderzoek betrekken van ondernemingen met een notering aan een kleinere beurs in Nederland. Daarnaast zou kunnen worden gekeken naar mogelijke verschillen tussen landen en / of jaren.
Daarnaast kan als beperking van dit onderzoek de wijze waarop de kwaliteit van het RvC-‐verslag is bepaald worden aangewezen. Er is bij de bepaling van de kwaliteit gezocht naar handvatten die worden geboden door de Corporate Governance Code. Aan de hand hiervan is een checklist opgesteld om de subjectieve vaststelling van kwaliteit tot een minimum te beperken en zoveel mogelijk objectief te meten. Er is bij het doorlopen van de checklist geen rekening gehouden met de diepgang van verstrekte informatie, maar slechts het benoemen van de punten in de checklist. In vervolgonderzoek zou naast het afwerken van een checklist die vervolgens wordt omgezet in kwantitatieve data kunnen worden uitgeweken naar meer kwalitatief onderzoek om de informatiewaarde te betrekken in de bepaling van de kwaliteit van het verslag.
Tot slot valt als beperking van het onderzoek de wijze waarop ondernemingsprestaties worden vastgesteld aan te wijzen. Zoals reeds is aangegeven kent model 2 een lage voorspellende waarde. In dit onderzoek is voor de vaststelling van ondernemingsprestaties gebruik gemaakt van de koers/winstverhouding, echter zijn er andere maatstaven te hanteren voor de vaststelling van de ondernemingsprestaties die wellicht tot meer significantie kunnen leiden. Als voorbeeld zijn de Tobin’s Q en de rentabiliteit ratio’s van het totaal vermogen, geïnvesteerd vermogen en eigen vermogen te noemen. Vervolgonderzoek zou het gebruik van een andere
Referenties
Akkermans, D., van Ees, H., Hermes, N., Hooghiemstra, R., van der Laan, G., Postma, T., van Witteloostuijn, A. (2007). Corporate Governance in the Netherlands: an overview of the application of the Tabaksblat Code in 2004. Corporate Governance: An International Review, 17(6), 1106-‐1118.
Anderson, K., & Brooks, C. (2006). Decomposing the price-‐earnings ratio. Journal Of Asset Management, 6(6), 456-‐469.
Apesteguia, J., Azmat, G., & Iriberri, N. (2012). The Impact of Gender Composition on Team
Performance and Decision Making: Evidence from the Field. Management Science,
58(1), 78-‐93.
Arfken, D. E., Bellar, S. L., Helms, M. M. (2004). The Ultimate Glass Ceiling Revisited: The Presence of Women on Corporate Boards. Journal of Business Ethics, 50(2), 177-‐186.
Aubé, C., Rousseau, V., Tremblay, S. (2011). Team size and quality of group experience: The more the merrier? Group Dynamics: Theory, Research, And Practice, 15(4), 357-‐375.
Bear, J. B., Woolley, A. (2011). The role of gender in team collaboration and performance. Interdisciplinary Science Reviews, 36(2), 146-‐153.
Beretta, S., & Bozzolan, S. (2008). Quality versus Quantity: The Case of Forward-‐Looking Disclosure. Journal Of Accounting, Auditing & Finance, 23(3), 333-‐375.
Cai, J., & Zhang, Z. (2011). Leverage change, debt overhang, and stock prices. Journal Of Corporate Finance, 17(3), 391-‐402.
Capasso, A. (2004). Stakeholder theory and corporate governance: the role of intangible
assets. Working Paper Series, SSRN.
Cooper, D.R. & Schindler, P.S., (2006). Business Research Methods, Ninth Edition, McGraw-‐Hill International Edition, Singapore.
Cox, T. H., Lobel, S. A., McLeod, P. L. (1991). Effects of ethnic group cultural differences on cooperative and competitive behavior on a group task. Academy of Management Journal, 34(4), 827–847.
DeFond, M.L., Francis, J.R. (2005). Audit Research after Sarbanes-‐Oxley. Auditing: A Journal Of Practice & Theory, 24, 5-‐30
Dahya, J., Karbhari, Y., Xiao, J., & Mei, Y. (2003). The Usefulness of the Supervisory Board Report in China. Corporate Governance: An International Review, 11(4), 308-‐321.
Donaldson, T., Preston, L. (1995). The stakeholder theory of the corporation: Concepts, evidence, and implications. The Academy of Management Review. 20(1), 65-‐91.
Eisenhardt, K.M. (1989). Agency Theory: An Assessment and Review. Academy of Management Review, 14(1), 57-‐74.
Field, A. (2000). Discovering statistics: using SPSS for Windows. London: Sage Publications.
Freeman, R.E. (1984). Strategic management: A stakeholder approach. Marshfield Massachusetts: Pitman Publishing.
Goodman, D. A., Peavy III, J. W., & Cox, E. L. (1986). The Interaction of Firm Size and Price-‐ Earnings Ratio on Portfolio Performance. Financial Analysts Journal, 42(1), 9-‐12.
Hofstede, G. (1980). Culture′s consequences: International differences in work-‐related values. Newbury Park, CA: Sage.
Hoogendoorn, M. N., Mertens, G. M. H. (2001). Kwaliteit van de financiële verslaggeving in Nederland. Maandblad voor de Accountancy en Bedrijfseconomie. Oktober 2001, 406-‐420.
Huizingh, E. (2006). Inleiding SPSS 14 voor Windows. Den Haag: Academic service.
Hussainey, K., Mgbame, C., Chijoke-‐Mgbame, A. M. (2011). Dividend policy and share price volatility: UK evidence. Journal Of Risk Finance, 12(1), 57-‐68.
Jensen, M.C., Meckling, W.H. (1976). Theory of the Firm: Managerial Behavior, Agency Costs and Ownership Structure. Journal of Financial Economics. 3(4), 305-‐360.
Kasilingam, R. R., & Ramasundaram, G. G. (2011). Price Earning Multiples: Actual Determinants. SCMS Journal Of Indian Management, 8(3), 106-‐118.
Kang, H., Cheng, M., Gray, S. (2007). Corporate Governance and Board Composition: diversity and independence of Australian boards. Corporate Governance: An International Review, 15(2), 194-‐207.
Kumar, S., & Warne, D. P. (2009). Parametric Determinants of Price-‐Earnings Ratio in Indian Capital Markets. IUP Journal Of Applied Finance, 15(9), 63-‐82.
Levrau, A., van den Berghe, L. A. A. (2007). Corporate Governance and Board Effectiveness: Beyond Formalism. ICFAI Journal of Corporate Governance, 6(4), 58-‐85.
Lückerath-‐Rovers, de Bos, A., (2011). Code of Conduct for Non-‐Executive and Supervisory Directors. Journal of Business Ethics, 100, 465-‐481.
Lückerath-‐Rovers, M., Scheltema, M., de Bos, A., (2010). Het RvC-‐verslag: weinig inzicht in toezicht. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie. November 2010, 575-‐587.
Matsa, D. A., Miller, A. R., (2011). A Female Style in Corporate Leadership? Evidence from Quotas. Working Paper Series, SSRN.
Monitoring Commissie Corporate Governance (2008). De Nederlandse Corporate Governance Code: beginselen van deugdelijk ondernemingsbestuur en best practice bepalingen. Monitoring Commissie Corporate Governance.
Pelzer, H. (2010). Ondoordachte diversiteit levert niets op. Governance Update, 2010(10), 9.
Salmon, W. J. (1993). Crisis Prevention: How to Gear up Your Board. Harvard Business Review, 71(1), 68-‐75.
Scott, W.R. (2009). Financial Accounting Theory. Toronto: Prentice Hall.
Simons, T. L., Peterson, R. S. (2000). Task conflict and relationship conflict in top management teams: The pivotal role of intra-‐group trust. Journal of Applied Psychology, 85(1), 102– 111.
Smith, A. (1776). The Wealth of Nations. Edited by Edwin Cannan, 1904. Reprint edition 1937. New York, Modern Library.
Smith, K.G., Smith, K. A., Olian, K., Sims, H., O’Bannon, D., Scully, K. (1994). Top Management Team Demography and Process: The Role of Social Integration and Communication. Administrative Science Quarterly. 39(3), 397-‐415.
Streufert, S., Pogash, R., Piasecki, M., Post, G. M. (1990). Age and management team performance. Psychology And Aging, 5(4), 551-‐559.
Sunghan, K., & Hasher, L. (2005). The attraction effect in decision making: superior performance by older adults. Quarterly Journal Of Experimental Psychology: Section A, 58(1), 120-‐133.
Tabaksblat, M., Het Financieele Dagblad, 4 juli 2006.
Triandis, H. C., Suh, E. M. (2002). Cultural influences on personality. Annual Review of Psychology, 53(1), 133–160.
Velte, P. (2010). The link between supervisory board reporting and firm performance
in Germany and Austria. European Journal of Law and Economics, 29(3), 295-‐331.
Werder, A., Talaulicar, T., Kolat, G. L. (2005). Compliance with the German Corporate
Governance Code: an empirical analysis of the compliance statements by German listed companies. Corporate Governance: An International Review, 13(2), 178-‐187.
Williamson, O. E. (1985). The Economic Institutions of Capitalism: Firms, Markets and Relational Contracting, New York: Macmillian.