• No results found

Beperkingen en aan bevelingen voo r vervo lg onderzoek

RQ 24 - In hoeverre is er een verband gelegd tussen de beschreven risico's en de doelstellingen van de onderneming?

6.3. Beperkingen en aan bevelingen voo r vervo lg onderzoek

Eumedion zal de resultaten bijvoorbeeld kunnen opnemen in hun speerpuntenbrief om zodoende aan te tonen dat er slechts in beperkte mate opvolging is gegeven aan hun aanbevelingen. De Monitoring Commissie zal de resultaten kunnen hanteren voor de Corporate Governance Code. De expliciete meting die in dit onderzoek is verricht toont immers duidelijk de mate waarin de risicoparagrafen voldoen aan de informatiebehoefte van de shareholders. Aspecten die nog niet afdoende voldoen aan de informatiebehoefte, zoals uiteengezet in paragraaf 6.2, kunnen eventueel gehanteerd worden voor het aanscherpen van de Corporate Governance Code. De NBA zal de resultaten als input kunnen gebruiken voor het ontwikkelen van een model die het afgeven van Assurance bij de risicoparagraaf mogelijk zal kunnen maken. De opvolging van de drie bovengenoemde instanties zal op den duur kunnen leiden tot een kwalitatief betere verslaglegging van risico’s die aansluit bij de informatiebehoefte van de shareholders in de vorm van institutionele belegger.

Tot slot fungeren de resultaten van dit onderzoek in het kader van de wetenschap voornamelijk als een toevoeging aan de huidige literatuur. De resultaten van dit onderzoek weerspiegelen daarnaast de feitelijke relevantie van de reeds verrichte onderzoeken inzake risicoverslaggeving en haar determinanten. In de huidige literatuur is immers veelvuldig een koppeling gemaakt tussen de kwantiteit van de risicoparagraaf en de ondernemingsspecifieke determinanten (Beretta en Bozzolan, 2004; Linsley en Shrives, 2006; Abraham en Cox, 2007; Hassan, 2009). In deze onderzoeken is getracht om de kwaliteit van de risicoparagraaf vanuit een kwantiteitsperspectief te meten. Bij het meten van de determinanten in relatie tot de kwaliteit is echter gebleken dat er voor verscheidene determinanten geen significante correlatie is gevonden, terwijl deze wel is gevonden bij het meten van de kwantiteit. De aanvulling op de huidige literatuur is derhalve dat het meten van de kwantiteit geen gefundeerde basis geeft voor een uitspraak inzake de kwaliteit van de risicoparagraaf.

6.3. Beperkingen en aan bevelingen voo r vervo lg onderzoek

Dit onderzoek is exploratief van aard om zodoende een eerste stap te zetten richting het meten van de kwaliteit van risicoverslaggeving. Aan dit onderzoek zitten derhalve ook enkele beperkingen. De eerste beperking betreft het feit dat louter één type stakeholder is onderzocht, namelijk de shareholder in de vorm van de institutionele belegger die beschikt over afdoende economische kennis en kunde. Hierdoor kunnen de resultaten van dit onderzoek enigszins vertekend zijn. De risicoparagraaf dient immers te voldoen aan de informatiebehoefte van alle typen stakeholders. Dit kan betekenen dat de kwaliteitsaspecten van informatie wellicht in een hogere mate kunnen zijn ingebed in de risicoparagrafen ultimo 2010 vanuit het perspectief van de niet onderzochte groep stakeholders. Het onderzoeken van de informatiebehoefte van alle typen stakeholders in relatie tot de risicoparagraaf kan derhalve gezien worden als een aanbeveling voor nader onderzoek.

De tweede beperking betreft de wijze waarop de informatiebehoefte van de shareholders is gemeten. Hiervoor is namelijk gebruik gemaakt van verscheidene wetenschappelijke artikelen. Een toetsing met de praktijk is derhalve niet gemaakt. Hierdoor kan enige discrepantie ontstaan tussen de getoetste informatiebehoefte en de werkelijke informatiebehoefte. De getoetste informatiebehoefte kan namelijk afwijken van de werkelijke informatiebehoefte doordat er enige selectiviteit kan zitten in de gehanteerde wetenschappelijke artikelen. Een toetsing met de praktijk, middels interviews / enquêtes aan shareholders, kan derhalve gezien worden als een aanbeveling voor nader onderzoek.

Ten slotte kan de wijze waarop de verscheidene kwaliteitsaspecten zijn gemeten als beperking aangemerkt worden. Deze zijn namelijk gemeten middels twee-punts en drie-punts scoremodellen, welke een sterke ‘zwart-wit’ benadering hebben. Desondanks deze aanpak de validiteit en betrouwbaarheid van het onderzoek verhoogd wordt er wel enige schade gedaan aan de mate van detail. Daarnaast bestaat het risico dat bij de drie-punts scoremodellen snel wordt geneigd voor het toekennen van twee punten. Een aanbeveling voor nader onderzoek is dan ook om de kwaliteitsaspecten van informatie middels een uitgebreider scoremodel te meten. Daarbij dient tevens opgemerkt te worden dat het toekennen van de scores door meer dan één persoon uitgevoerd dient te worden om zodoende de validiteit van de meting te waarborgen.

L i t e r a t u u r l i j s t

- Abraham, S., Cox, P. (2007). Analysing determents of narrative risk information in UK FTSE 100 annual reports. British Accounting Review 39: pp. 227-248.

- Ahmed, K., Courtis, J.K. (1999). Associations between corporate characteristics and disclosure levels in annual reports: A meta analysis. British Accounting Review 31: pp. 35-61.

- Anderson, J. (1983). Lix and Rix: variations on a little-known readability index. Journal of Reading No. March: pp. 490-496.

- Beasley, M.S. (1996). An empirical analysis of the relation between board of director composition and financial statement fraud. The Accounting Review 71: pp. 443-465.

- Beasley, M.S., Clune, R., Hermanson, D.R. (2005). Enterprise risk management: An empirical analysis of factors associated with the extent of implementation. Journal of Accounting and Public Policy 24: pp. 521-531.

- Belkaoui, A., Karpik, P.G. (1989). Determinants of the corporate decision to disclose social information. Accounting. Auditing and Accountability Journal 2: pp. 36-51.

- Beretta, S., Bozzolan, S. (2004). A framework for the analysis of firm risk communication. The International Journal of Accounting 39: pp. 265-288.

- Bjornsson, C.H. (1983). Readability of newspapers in 11 languages. Reading Research Quarterly: pp. 480-497.

- Choi, F.D.S., Meek, G.K. (2009). International Accounting 6th edition. Pearson Education Inc. Upper Saddle River, New Jersey.

- Commissie Corporate Governance (2003). De Nederlandse corporate governance code: Beginselen van deugdelijk ondernemingsbestuur en best practice bepalingen. Beschikbaar via www.commissiecorporategoverance.nl.

- Commissie Corporate Governance (2008). De Nederlandse corporate governance code: Beginselen van deugdelijk ondernemingsbestuur en best practice bepalingen. Beschikbaar via www.commissiecorporategoverance.nl.

- Cooke, T. E. (1992). The impact of size, stock market listing and industry type on disclosure in the annual report of Japanese listed corporations. Accounting and Business Research 22: pp. 229– 237. - Courtis, J.K. (1987). Fry, Smog, Lix and Rix: Insinuations about corporate business Communications.

Journal of Business Communication: pp. 19-27.

- Courtis, J.K. (1995), Readability of annual reports: Western versus Asian evidence. Accounting, Auditing & Accountability Journal Vol 8 No. 2: pp. 4-17.

- Dale, E., Chall, J.S. (1949). The concept of readability. Elementary English 26: 23.

- Douma, W.H. (1960). De leesbaarheid van landbouwbladen: Een onderzoek naar en een toepassing van leesbaarheidsformules. Landbouwhogeschool Wageningen, Ald. Sociologie en Sociografie (Bulletin nr. 17).

- Emanuels, J. (2005). Interne beheersing: in control of in de krant (beschouwing over een crisis). Oratie Rijksuniversiteit Groningen.

- Emanuels, J., Munnik, W.G. (2005). Enterprise Risk Management als risicobeheersingssysteem. Een praktische uitwerking van het risicomanagement proces. MCA: pp. 30-34.

- Eumedion (2007). Speerpuntenbrief 2008. Beschikbaar via www.eumedion.nl.

- Eumedion (2008). Speerpuntenbrief 2009. Beschikbaar via www.eumedion.nl.

- Fama, E., Jensen, M. (1983). Separation of ownership and control. Journal of Law and Economics 26: pp. 301-326.

- Flesch, R. (1948). A new readability yardstick. Journal of Applied Psychology Vol 32 No. 3: pp. 221-233.

- Forker, J.J. (1992). Corporate governance and disclosure quality. Accounting and Business Research 22: pp. 111–124.

- Gaeremynck, A., Willekens, M. (2003). The endogenous relationship between audit-report type and business termination: Evidence on private firms in a non-litigious environment. Accounting and Business Research 33: pp. 65-79.

- Groot De, J. (2010). Helder verslagleggen over bedrijfsrisico’s. Controllers Magazine Januari/Februari: pp. 24-28.

- Groot De, J., Koolstra, B. (2006). De ‘in-control’ good practice van de Commissie Frijns lost slechts een deel van de puzzel op. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie (MAB): pp. 392-400. - Gul, F.A., Leung, S. (2004). Board leadership, outside director’s leadership expertise and voluntary

corporate disclosures. Journal of Accounting and Public Policy 23: pp. 351-379.

- Hassan, M.K. (2009). UAE corporations-specific characteristics and level of risk disclosure. Managerial Auditing Journal Vol 24: pp. 668-687.

- Hofstede, G. (2001). Culture’s Consequences: Comparing Values, Behaviors, Institutions, and Organizations Across Nations. Sage Publications. Thousand Oaks. USA.

- Hoogendoorn M.N., Mertens, G.M.H. (2001). Kwaliteit van de financiële verslaggeving in Nederland. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie (MAB): pp. 407-420.

- Hossain, M., Perera, H.H.B., Rahman, A.R. (1995). Voluntary disclosure in the annual reports of New Zealand companies. Journal of International Financial Management and Accounting 6: pp. 69-85. - Huizingh, E. (2008). Inleiding SPSS 16.0 voor Windows 1e druk. Academic Service.

- Jensen, M.C., Meckling, W.H. (1976), Theory of the firm: Managerial behavior, agency costs and ownership structure. Journal of Financial Economics Vol. 3, No. 4: pp. 305-360.

- Jonas, G., Blanchet, J. (2000). Assessing Quality of Financial Reporting. Accounting Horizons 13: pp. 353-363.

- Koning De, F. W. (2000). Bestuurlijke Informatieverzorging, in het bijzonder Informatiecontrole. Rede in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Bestuurlijke Informatieverzorging, in het bijzonder Informatiecontrole aan de Universiteit Nyenrode op donderdag 7 december 2000.

- Kroeze, M.J. (2005). Onafhankelijkheid van commissarissen. Ondernemingsrecht Vol. 7, no. 8: pp. 272-278.

- Linsley, P.M., Lawrence, M.J. (2006). Risk reporting by the largest UK companies: readability and lack of obfuscation. Accounting, Auditing & Accountability Journal Vol 20 No. 4: pp. 620-627.

- Linsley, P.M., Shrives, P.J. (2006). Risk reporting: A study of risk disclosure in the annual reports of UK companies. The British Accounting Review 38: pp. 384-404.

- Linsmeier, T.J., Thornton, D.B., Venkatachalam, M., Welker, M., (2002). The effect of mandated market risk disclosure on trading volume sensitivity to interest rate, exchange rate and commodity price movements”. The Accounting Review Vol. 77, No.2: pp. 343-377.

- Lückerath-Rovers, M., Smits, E. (2010). Onafhankelijke commissarissen en de relatie met performance in one-tier en two-tier bestuur. Een vergelijking tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie (MAB): pp. 152-163.

- Maines, L., Wahlen, J. (2006). The nature of accounting information reliability: Inferences from archival and experimental research. Accounting Horizons 20: pp. 399-425.

- Malone, D., Fries, C., Jones, T. (1993). An empirical investigation of the extent of corporate financial disclosure in the oil and gas industry. Journal of Accounting, Auditing and Finance 8: pp. 249-273. - Marshall, A.P., Weetman, P. (2002). Information asymmetry in disclosure of foreign exchange risk

management: Can regulation be effective? Journal of Business and Economics 54: pp. 31-53. - Meijer, J.W. (2003). Verslaggeving over risico’s. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie

(MAB): pp. 109-118.

- Mertens, G.M.H., Blij, I.H.C. (2008). Inzicht in onzekerheid: Onderzoek naar de risicoparagrafen in de jaarverslagen van beursfondsen. Publicatie Koninklijk NIVRA en Eumedion.

- NBA (2010). Lessen uit de Kredietcrisis: Plan van Aanpak. Beschikbaar via www.nivra.nl.

- NIVRA (1989). Kwaliteitsoordelen over Informatievoorziening. NIVRA-geschrift nr. 53.

- NIVRA (2010). Onderzoek naar de risicoparagraaf in jaarverslagen 2009 van Nederlandse beursfondsen. Beschikbaar via www.nivra.nl.

- Paape, L. (2006). ‘In Control’ verklaringen: Gebakken lucht of een te koesteren fenomeen? Kampert Drukwerk BV, Oss.

- Paape, L., Freriksen, D., Swagerman, D. (2006). Risicomanagement: De praktijk in Nederland. Publicatie PricewaterhouseCoopers en Rijksuniversiteit Groningen.

- Pooter De, M., Visser, C. (2009). Heldere risicoverslaggeving creëert waarde. Primo Europe Magazine, 3e editie, December 2009.

- Ridder De, W.P., Steggerink, J. (2009). Verantwoording over risicobeheersing: Wat willen aandeelhouders, banken en ondernemingsraden weten? Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie (MAB): pp. 247-253.

- Romney, M.B., Steinbart, P.J (2009). Accounting Information Systems 11th Edition. Pearson Education Inc. Upper Saddle River, New Jersey.

- Scott, W.R. (2009). Financial Accounting Theory 5th Edition. Pearson Education Canada Inc. Toronto.

- Smith, M., Taffler, R. (1992), Readability and understandability: Different measures of the textual complexity of accounting narrative. Accounting, Auditing & Accountability Journal Vol. 5 No. 4: pp. 84-98.

- Solomon, J.F., Solomon, A., Norton, S.D., Joseph, N.L. (2000). A conceptual framework for corporate risk disclosure emerging from the agenda for corporate governance reform. British Accounting Review 32: pp. 447-478.

- Soppe, A., Vink, A. (2004). Een multicriteria beslissingsmodel voor maatschappelijk georiënteerde beleggingen. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie (MAB): pp. 150-159.

- Starreveld, R.W., De Mare, H.B., Joëls E.J. (1997). Bestuurlijke Informatieverzorging Deel 1 Algemene Grondslagen 4e druk. Samson.

- The Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission (2004). Enterprise Risk Management - Integrated Framework. Beschikbaar via www.coso.org.

- Watson, D., Head, T. (1998). Corporate Finance Principles and Practice. Financial Times Management, London.

B i j l a g e 1 : O n d e r z o e k s p o p u l a t i e

De ondernemingen die in het rood zijn weegegeven zijn, op basis van de in paragraaf 4.1 gegeven rationale, uit de onderzoekspopulatie gehaald.

Tabel (B.1): Onderzoekspopulatie

AEX AMX AScX

1 Aegon 26 Aalberts Industries 51 Accell Group

2 Ahold 27 AMG 52 Amsterdam Commod 3 Air France - KLM 28 Arcadis 53 Antonov 4 Akzo Nobel 29 ASM International 54 Arseus

5 Aperam 30 BAM Groep 55 Ballast Nedam

6 ArcelorMittal 31 BinckBank 56 BE Semiconductor 7 ASML 32 Brunel International 57 Beter Bed 8 Boskalis Westminster 33 CSM 58 Dockwise

9 Corio 34 Delta Lloyd 59 Exact

10 DSM 35 Eurocommercial Propeties 60 Fornix Biosciences

11 Fugro 36 Heijmans 61 Grontmij 12 Heineken 37 Imtech 62 Kardan

13 ING Groep 38 Logica 63 Kas Bank

14 KPN 39 Mediq 64 Kendrion

15 Philips Electronics 40 Nutreco 65 LBI International

16 Randstad 41 Ordina 66 Macintosh Retail Group 17 Reed Elsevier 42 Pharming Group 67 Nieuwe Steen Investments

18 Royal Dutch Shell 43 SNS Reaal 68 ProLogis European Propeties

19 SBM Offshore 44 Ten Cate 69 Punch Graphix 20 TNT 45 UNIT 4 Agresso 70 Qurius 21 TomTom 46 USG People 71 Sligro Food Group

22 Unibail - Rodamco 47 VastNed Retail 72 Spyker Cars

23 Unilever 48 Vopak 73 Telegraaf Media Groep

24 Wereldhave 49 Wavin 74 TKH Group

B i j l a g e 2 : S p e e r p u n t e n b r i e f Eu m e d i o n 2 0 0 9

Om de informatiebehoefte van de shareholders, in de vorm van institutionele beleggers, in kaart te brengen is er veelvuldig gerefereerd naar de speerpuntenbrief van Eumedion (Eumedion, 2009). De speerpuntenbrief betreft derhalve een belangrijk onderdeel dat body geeft aan de scriptie. De speerpunten zijn derhalve in onderstaande tabel opgenomen.

Tabel (B.2): Extract speerpuntenbrief Eumedion 2009

1. Speerpunt: strategie en risicomanagement

In 2008 was de combinatie 'strategie en risicomanagement' het speerpunt. Eumedion heeft in samenwerking met het Koninklijk NlVRA kort na het aandeelhoudersvergaderingenseizoen onderzoek gedaan naar de naleving van dit speerpunt. Uit het onderzoeksrapport 'Inzicht in onzekerheid" blijkt dat een groot aantal beursgenoteerde vennootschappen nog tekortschieten in het beschrijven en kwantificeren van de ondernemingsspecifieke risico's. Beleggers en andere belanghebbenden willen echter op zijn minst inzicht hebben in de belangrijkste risico's waarvoor de vennootschap zich geplaatst ziet. De huidige turbulentie op de financiële markten en de onzekerheid die dit geeft voor wat betreft investeringsbeslissingen en waarderingsvraagstukken tonen wederom aan dat inzicht in risico's voor de belegger cruciaal is. 'Strategie en risicomanagement' zal daarom ook in 2009 het speerpunt voor Eumedion zijn.

Aandeelhouders zullen met name geïnteresseerd zijn in de volgende elementen:

i) een deugdelijke beschrijving van de middellange en lange termijn strategie;

ii) een beschrijving van de voornaamste risico's gerelateerd aan de strategie van de vennootschap, waarbij tevens wordt ingegaan op de houding die

de vennootschap heeft ten opzichte van deze risico's ('risk appetite');

iii) een beschrijving van de voornaamste strategische, operationele, financiële, wet- en regelgeving en financiële verslaggevingsrisico's van de

vennootschap, waarbij in ieder geval de kwalitatieve uitwerking van deze risico's wordt beschreven. lnstitutionele beleggers hebben behoefte aan een overzicht van de, zeg vijf, belangrijkste risico's in plaats van een vermelding van alle denkbare risico's;

iv) een gevoeligheidsanalyse van de geïdentificeerde risico's, indien deze analyse redelijkerwijs verwacht mag worden gelet op de 'best practices' in

de desbetreffende sector;

v) een beschrijving van de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen met betrekking tot de voornaamste risico's zoals

die zich in het boekjaar konden voordoen;

vi) een beschrijving van eventuele belangrijke tekortkomingen in de interne risicobeheersings- en controlesystemen die in het boekjaar zijn

geconstateerd en welke eventuele significante wijzigingen in die systemen zijn aangebracht, welke eventuele belangrijke verbeteringen van de systemen zijn gepland en dat een en ander met de Audit commissie en de Raad van Commissarissen is besproken.

B i j l a g e 3 : U i t k o m s t e n q u e s t i o n n a i r e m o d e l

Tabel (B.3): Uitkomsten questionnaire model

RQ’s N Verdeling behaalde scores Verdeling behaalde scores (%) Parameters Behaalde scores

1 punt 2-punten 3-punten 1 punt 2-punten 3-punten Range Min Max Aantal (%)

RQ 1 57 40 16 1 70% 28% 2% 342 57 399 75 19% RQ 2 57 43 14 * 75% 25% * 57 57 114 71 62% RQ 3 57 52 5 0 91% 9% 0% 114 57 171 62 36% RQ 4 57 9 20 28 16% 35% 49% 114 57 171 133 78% RQ 5 57 23 33 1 40% 58% 2% 114 57 171 92 54% RQ 6 57 27 30 * 47% 53% * 57 57 114 87 76% RQ 7 57 18 39 * 32% 68% * 57 57 114 96 84% RQ 8 57 15 42 * 26% 74% * 57 57 114 99 87% RQ 9 57 47 10 * 82% 18% * 57 57 114 67 59% RQ 10 57 20 21 16 35% 37% 28% 114 57 171 110 64% RQ 11 57 34 20 3 60% 35% 5% 114 57 171 83 49% RQ 12 57 49 8 * 86% 14% * 57 57 114 65 57% RQ 13 57 12 45 * 21% 79% * 57 57 114 102 89% RQ 14 57 6 26 25 11% 46% 44% 114 57 171 133 78% RQ 15 57 57 0 * 100% 0% 0% 114 57 171 57 33% RQ 16 57 57 0 * 100% 0% * 57 57 114 57 50% RQ 17 57 47 10 0 82% 18% 0% 114 57 171 67 39% RQ 18 57 56 1 * 98% 2% * 57 57 114 58 51% RQ 19 57 55 2 * 96% 4% * 57 57 114 59 52% RQ 20 57 29 28 * 51% 49% * 57 57 114 85 75% RQ 21 57 39 18 * 68% 32% * 57 57 114 75 66% RQ 22 57 41 16 * 72% 28% * 57 57 114 73 64% RQ 23 57 46 11 * 81% 19% * 57 57 114 69 61% RQ 24 57 25 32 * 44% 56% * 57 57 114 89 52% RQ 25 57 6 34 17 11% 60% 30% 114 57 171 125 73%