• No results found

Marktaandelen retail

162. Marktaandeel is een belangrijk criterium bij het bepalen van marktmacht. Het marktaandeel kan op verschillende manieren worden gemeten. Dit besluit beoordeelt het marktaandeel op basis van zowel het aantal aansluitingen als de betrokken omzet. Daarnaast heeft het college ook naar andere criteria gekeken.

163. In onderstaande figuur zijn de marktaandelen weergegeven van aanbieders op eindgebruikersniveau, gebaseerd op het aantal aansluitingen.70

2001 2002 2003 KPN [45-50]% [45-50]% [40-45]% waarvan Telfort [10-15]% [10-15]% [5-10]% Vodafone [20-25]% [20-25]% [20-25]% T-Mobile [10-15]% [10-15]% [10-15]% Orange [5-10]% [5-10]% [5-10]% Tele2 [0-5]% [0-5]% [0-5]% Debitel [5-10]% [5-10]% [5-10]% AH [0-5]% [0-5]% [0-5]% Intercity [0-5]% [0-5]% [0-5]%

Tabel 3. Retailmarktaandelen, gemeten in aantal aansluitingen (2001-2003, ultimo jaar)71

164. In onderstaande figuur zijn de marktaandelen weergegeven van aanbieders op

eindgebruikersniveau, gebaseerd op de retail omzet uit mobiele telefonie.72 Omzet wordt gezien als een belangrijke indicator omdat in deze maatstaf meerdere zaken worden gecombineerd die een relatie hebben met marktmacht: het criterium omvat zowel informatie over het volume als de waarde van dit volume.73

2001 2002 2003 KPN [40-45]% [40-45]% [35-40]% waarvan Telfort [0-5]% [5-10]% [0-5]% Vodafone [20-25]% [20-25]% [20-25]% T-Mobile [10-15]% [10-15]% [15-20]% Orange [10-15]% [5-10]% [10-15]% Tele2 - [0-5]% [0-5]% Debitel [10-15]% [10-15]% [10-15]%

Tabel 4. Retailmarktaandelen, gemeten in omzet (2001-2003)74

165. In onderstaande figuur zijn de marktaandelen weergegeven van aanbieders op eindgebruikersniveau, gebaseerd op het volume belverkeer met een mobiele telefoon.

2001 2002 2003 KPN [40-45]% [40-45]% [35-40]% waarvan Telfort [5-10]% [5-10]% [5-10]% Vodafone [20-25]% [20-25]% [20-25]% T-Mobile [15-20]% [20-25]% [25-30]% Orange [5-10]% [5-10]% [5-10]% Tele2 - [0-5]% [0-5]% Debitel [5-10]% [5-10]% [5-10]%

Tabel 5. Retailmarktaandelen, gemeten in verkeersvolume (2001-2003)75

166. De door het college aan marktpartijen gevraagde informatie had betrekking op de periode 2001-2003. Sindsdien zijn meer recente gegevens beschikbaar gekomen. In onderstaande tabel de

marktaandelen weergegeven, gebaseerd op de omzet in het eerste kwartaal van 2005

71 Bron: OPTA datacollectie, op basis van vragenlijsten.

72 Zie noot 54 en 55.

73 Zie ook OPTA, Richtsnoeren aanwijzing aanmerkelijke macht op de markt, oktober 2001, op www.opta.nl. Toegepast in bijvoorbeeld Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie.

74 Bron: OPTA datacollectie, op basis van vragenlijsten.

Beoordeling aanmerkelijke marktmacht Q1 2005 KPN waarvan Telfort [30-40]% [0-10]% Vodafone [20-30]% T-Mobile [10-20]% Orange [0-10]% Overig [0-10]%

Tabel 6. Retailmarktaandelen, gemeten in omzet (Q1 2005)76

167. De overname van Telfort door KPN betekende een afname van het aantal aanbieders op retail-niveau. Met Telfort viel een actief op prijs concurrerende MNO weg, wiens marktaandeel naar verwachting van het college in eerste aanleg volledig aan KPN toe zal vallen. Op retail-niveau heeft KPN hiermee, op grond van beschikbare cijfers over 2003, een marktaandeel verkregen van [35-40]% op basis van omzet, [35-40]% op basis van het aantal belminuten en [40-45]% op basis van het aantal aansluitingen (zie tabel 2 tot en met 5). Deze marktaandelen duiden op zichzelf echter niet op een AMM-positie.

Marktaandelen wholesale

168. Bij het analyseren van de marktaandelen op wholesaleniveau heeft het college de interne leveringen van de vier netwerkoperators, teneinde zich een goed beeld te kunnen vormen van de concurrentieverhoudingen. Op deze wijze wordt het volledige retailmarktaanbod gedekt door het wholesale aanbod, en niet uitsluitend het gedeelte dat door onafhankelijke wholesale afnemers wordt afgezet op retail-niveau. Een benadering waarbij wel externe, maar geen interne leveringen

meegenomen worden, zou een vertekend beeld geven van de markt, aangezien het gelijkwaardige diensten betreft die op retail-niveau direct met elkaar concurreren.

169. Onderstaande tabellen bevatten overzichten van de wholesalemarktaandelen op grond van beschikbare cijfers over 2001-2003, berekend door de aansluitingen, omzet en belminuten van de MVNO en de SP’s toe te rekenen aan de MNO waarbij zij inkopen op wholesale-niveau. Aldus wordt een totaalbeeld verkregen van de totale omzet en afzet op de markt voor toegang en gespreksopbouw in Nederland.

76 Bron: NMa, op basis van cijfers KPN, in NMa, Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5104 / 45. Zaak 5104/KPN – Telfort, tabel 1.

2001 2002 2003 KPN [50-55]% [50-55]% [50-55]% waarvan Telfort [10-15]% [10-15]% [10-15]% Vodafone [25-30]% [25-30]% [25-30]% T-Mobile [10-15]% [10-15]% [10-15]% Orange [5-10]% [5-10]% [5-10]%

Tabel 7. Wholesalemarktaandelen, gemeten in aansluitingen (2001-2003, ultimo jaar)77

2001 2002 2003 KPN [45-50]% [45-50]% [45-50]% waarvan Telfort [5-10]% [5-10]% [10-15]% Vodafone [25-30]% [25-30]% [20-25]% T-Mobile [15-20]% [20-25]% [25-30]% Orange [5-10]% [5-10]% [5-10]%

Tabel 8. Wholesalemarktaandelen, gemeten in verkeersvolume (2001-2003)78

2001 2002 2003 KPN [45-50]% [45-50]% [45-50]% waarvan Telfort [0-5]% [5-10]% [5-10]% Vodafone [25-30]% [25-30]% [20-25]\% T-Mobile [10-15]% [10-15]% [15-20]% Orange [10-15]% [10-15]% [10-15]%

Tabel 9. Wholesalemarktaandelen, gemeten in omzet (2001-2003)79

170. De door het college aan marktpartijen gevraagde informatie had betrekking op de periode 2001-2003. Sindsdien zijn meer recente gegevens beschikbaar gekomen. In onderstaande tabel zijn de marktaandelen weergegeven van de vier grootste mobiele aanbieders, gebaseerd op omzet, in het eerste kwartaal van 2005.

77 Bron: OPTA datacollectie, op basis van vragenlijsten.

78 Bron: OPTA datacollectie, op basis van vragenlijsten.

Beoordeling aanmerkelijke marktmacht Q1 2005 KPN [40-50]% waarvan Telfort [0-10]% Vodafone [20-30]% T-Mobile [10-20]% Orange [0-10]%

Tabel 10. Wholesalemarktaandelen, gemeten in omzet80 (Q1 2005)

171. Als gevolg van de acquisitie van Telfort heeft KPN op wholesaleniveau, op grond van beschikbare cijfers over 2003, een marktaandeel verkregen van [50-55]% op basis van het aantal aansluitingen, [45-50]% op basis van de hoeveelheid omzet en [40-45]% op basis van het aantal belminuten (zie tabellen 7-9). Naar het oordeel van het college duiden deze marktaandelen op zichzelf echter niet op een AMM-positie.

Controle over niet gemakkelijk te dupliceren infrastructuur

172. De relevante vraag bij het criterium van controle over een niet gemakkelijk te dupliceren infrastructuur is of een onderneming, omdat zij de controle heeft over een infrastructuur of faciliteit die onmisbaar is voor het aanbieden van een bepaalde dienst, in staat is zich onafhankelijk te gedragen tegenover haar concurrenten, klanten en uiteindelijk consumenten.

173. Het feit dat er in Nederland vier MNO’s zijn die beschikken over een eigen netwerk voor mobiele telefonie is een duidelijke aanwijzing dat er sprake is van een infrastructuur die in principe

dupliceerbaar is. Daarnaast is het gegeven dat er vier van dergelijke infrastructuren in Nederland aanwezig zijn voor het college voldoende aanleiding te concluderen dat geen van de vier MNO’s in staat is om zich op grond van de controle over deze infrastructuur onafhankelijk te gedragen.

Technologische voorsprong of superioriteit

174. Technologische voorsprong of superioriteit van toegepaste technieken kan een onderneming een belangrijk concurrentievoordeel verschaffen. De huidige 2G technologie is volgroeid, hetgeen leidt tot een situatie waarin geen van de aanbieders op eindgebruikersniveau beschikt over een structurele technologische voorsprong. Wel concurreren partijen in de praktijk op basis van nieuwe toepassingen, zoals bijvoorbeeld iMode van KPN en ‘Vodafone live!’. Het aanbieden van dergelijke nieuwe

toepassingen kan op korte termijn leiden tot een competitieve voorsprong, maar vanwege de

tijdelijkheid hiervan ziet het college dit eerder als een normale concurrentiële ontwikkeling dan als een aanleiding om een dominantie positie vast te stellen.

175. KPN en Vodafone beschikken over netwerken die gebruik maken van de 900 MHz

frequentieband. Deze twee partijen verkregen bovendien als eerste een vergunning voor een mobiel netwerk. De 900 MHz netwerken gelden als lichtelijk superieur ten opzichte van de 1800 MHz

netwerken van de latere toetreders Telfort, Dutchtone (Orange) en Ben (T-Mobile).81 Deze betere uitgangspositie zou Vodafone en KPN als wholesaleaanbieders een voordeel kunnen opleveren. Het college heeft echter geen aanwijzingen dat hiervan in de praktijk sprake is; de reacties van

marktpartijen wijzen evenmin in die richting.

Kopersmacht

176. Op retailniveau zijn onafhankelijke SP’s en MVNO’s in staat gebleken om te concurreren met de verticaal geïntegreerde MNO’s. Dit toont aan dat deze partijen op de groothandelsmarkt over de ruimte beschikken om te onderhandelen met de MNO’s over de inkoop van diensten. Voor wholesale-aanbieders is het kennelijk aantrekkelijk klanten aan te trekken voor een vergrote omzet en betere benutting van het netwerk. Wholesale-aanbieders zijn zich op grond daarvan bewust dat een vragende partij die niet tegen redelijke voorwaarden toegang kan krijgen zal overstappen naar een andere aanbieder. Dankzij de bereikte kwaliteit en dekkingsgraad van de netwerken is elke bestaande aanbieder immers een reëel alternatief.

177. Hieruit blijkt dat er sprake is van een zodanige mate van kopersmacht dat mobiele operators zich niet onafhankelijk kunnen opstellen ten opzichte van hun wholesale klanten.

Diversificatie en breedtevoordelen

178. KPN is ten opzichte van de andere aanbieders duidelijk meer gediversifieerd doordat het een groter aanbod van vaste diensten (vaste telefonie, vaste transmissiediensten, vaste

datacommunicatiediensten) heeft dan de andere mobiele aanbieders.

179. Er zijn evenwel geen aanwijzingen dat KPN direct voordeel heeft van het feit dat het zowel vaste als mobiele diensten aanbiedt. Van een dergelijk voordeel zou sprake zijn indien eindgebruikers sneller zullen kiezen voor een mobiele aansluiting van KPN omdat ze in het bezit zijn van een vaste aansluiting van KPN. Daarvan is geen sprake geweest; hoewel vrijwel elk Nederlands huishouden was aangesloten op het vaste netwerk van KPN, was er sprake van succesvolle toetreding van andere aanbieders op de eindgebruikersmarkt voor mobiele telefonie, zoals blijkt uit de marktaandelen die in het voorgaande zijn weergegeven.

Schaalvoordelen

180. KPN en Vodafone zijn in Nederland de grootste aanbieders, zowel in termen van omzet en verkeersvolume als in termen van aansluitingen. Als gevolg van hun omvang moeten deze partijen vanuit theoretisch oogpunt in staat geacht worden schaalvoordelen te creëren ten opzichte van andere aanbieders op zowel eindgebruikers- als groothandelsniveau. De meeste MNO’s in Nederland maken echter deel uit van grote internationale concerns. Vanuit dit internationale perspectief komt het college tot de conclusie dat er op de Nederlandse markt geen aanleiding is om aan te nemen dat er partijen zijn die ten gevolge van schaalvoordelen een significante concurrentievoorsprong op de Nederlandse markt hebben.

Beoordeling aanmerkelijke marktmacht

Verticale integratie

181. Op de eindgebruikersmarkt concurreren onafhankelijke SP’s en de MVNO’s met de verticaal geïntegreerde MNO’s. Het verschil in de mate van verticale integratie tussen deze partijen zou in theorie kunnen leiden tot de situatie waarin partijen de mogelijkheid hebben hun marktmacht op een bepaalde markt via hefboomwerking uit de breiden naar hoger of lager in de bedrijfskolom gelegen markten, hetgeen een negatieve invloed kan hebben op de mate van concurrentie op die markten. 182. De aanwezigheid van vier verticaal geïntegreerde aanbieders die zowel op wholesale- als op retail-niveau actief zijn en dus allen geconfronteerd worden met zowel de mogelijke voor- als nadelen daarvan, is voor het college reden om te concluderen dat verticale integratie in Nederland geen onderscheidend criterium kan zijn.

183. Op wholesaleniveau beschikken alle aanbieders over een ‘eigen’ SP. Wel wordt geconstateerd dat de mate van verticale integratie van KPN iets groter is dan van de andere netwerkaanbieders. Het verschil is gelegen in het feit dat KPN een belangrijke positie heeft in de doorgifte van gesprekken. Aangezien vrijwel alle partijen in zekere mate gebruik maken van de doorgiftediensten van KPN heeft dit geen effect op de onderhavige analyse.

Potentiële concurrentie en toetredingsdrempels

184. Mogelijke barrières voor toetreding als aanbieder van mobiele telefonie op retailniveau zijn: ـ overstapdrempels;

ـ de (hoge) mate van concurrentie in de markt;

ـ toegangsvoorwaarden voor dienstenaanbieders op het netwerk van netwerkaanbieders.

185. Overstapdrempels voor eindgebruikers kunnen voortkomen uit beperkte nummerportabiliteit, de contractduur en het gebruik van SIM-locks. De regels met betrekking tot nummerportabiliteit zijn dusdanig verbeterd dat deze factor naar het oordeel van het college niet te beschouwen is als significante overstapdrempel. Daarnaast is de minimum contractduur (meestal 1 jaar82) gelijk aan de duur van de SIM-lock. Voor de individuele consument betekent een SIM-lock in combinatie met de minimum contractduur wel een overstapdrempel, maar voor de markt als geheel geldt dit niet. Er is immers altijd een grote groep consumenten waarvan het contract binnenkort afloopt dan wel reeds verlopen is; zij zijn vrij om over te stappen; een marktpartij merkte op dat 70% van hun klanten ‘contractvrij’ is. Het college is daarom van mening dat er in de markt als geheel geen significante overstapdrempels zijn.

186. Uit reacties van marktpartijen op de vragen van het college in het kader van zijn onderzoek naar de markt voor mobiele telefonie, blijkt dat de kosten voor het toetreden tot de markt als serviceprovider ongeveer € 6-9 miljoen bedragen. Het college heeft geen aanwijzingen dat de toegangsvoorwaarden voor dienstenaanbieders op het netwerk van netwerkaanbieders dusdanig hoog zijn dat er sprake is van onoverkomelijke toetredingsbarrières.

187. Toetreding als aanbieder op groothandelsniveau is niet mogelijk als gevolg van de schaarste van de frequentieruimte en de daarop gebaseerde vergunningseisen. Wel is het in beginsel mogelijk dat frequentievergunningen worden overgedragen van de ene aanbieder aan de andere.Hoewel het daardoor mogelijk is dat minder efficiënte aanbieders plaatsmaken voor efficiëntere aanbieders, zal het aantal aanbieders hiermee niet toenemen.

Gevolgen overname Telfort op de aanwezigheid van partijen met aanmerkelijke marktmacht

188. KPN heeft aangekondigd Telfort als zelfstandig merk te willen handhaven.83 Niet uitgesloten kan worden dat het gemiddeld prijsniveau van Telfort op langere termijn zal stijgen. De vraag is dan hoeveel prijsgevoelige eindgebruikers zullen overstappen, en bij welke alternatieve aanbieder zij dan terecht kunnen. Dit is temeer relevant daar de meerderheid van de onafhankelijke SP’s en de MVNO op dit moment inkoopt via Telfort. Niet duidelijk is of zij dit op langere termijn, na het aflopen van de huidige contracten, tegen dezelfde voorwaarden kunnen doen.

189. Hier staat tegenover dat na de overname van Telfort door KPN, zelfs indien de onafhankelijke SP’s en de MVNO zouden wegvallen, nog altijd sprake is van vier onafhankelijke MNO’s. Met vier concurrerende netwerken verwacht het college niet dat de voorgenomen concentratie in deze marktsituatie leidt tot het ontstaan van een AMM-positie. Leidend hierbij is dat deze vier aanbieders ieder in staat zijn onderling te concurreren en dat de nieuw te vormen combinatie van KPN en Telfort geconfronteerd wordt met substantiële tegenspelers. Deze spelers zijn in het verleden in staat

gebleken effectief met KPN en Telfort te kunnen concurreren op basis van zaken als kwaliteit, prijs en productaanbod. De huidige, daadwerkelijke concurrentie en marktdynamiek geven het college thans aanleiding te veronderstellen dat deze situatie niet significant zal wijzigen in de toekomst.

190. Zoals hierboven beschreven is niet uitgesloten dat de overname van Telfort door KPN zal leiden tot het wegvallen van de wholesale afzet van Telfort aan de onafhankelijke SP’s en de MVNO.84 Zelfs indien zich dit voor zou doen, is, zoals hiervoor is aangegeven, echter niet noodzakelijkerwijs sprake van concurrentieproblemen op de retailmarkt. Hetzelfde geldt voor de wholesalemarkt. Het huidige aanbod van Telfort toont aan dat er prikkels bestaan wholesale toegang en gespreksopbouw te leveren aan derden, en tevens dat er partijen zijn die bereid zijn dit aanbod af te nemen. Ook voor andere aanbieders kan het daarom een reële strategie zijn om toegang en gespreksopbouw te leveren aan derden, afhankelijk van de capaciteit van het netwerk en de beschikbare middelen. Recent is Orange actief geworden als aanbieder van wholesale toegang en gespreksopbouw aan derden, door contracten te sluiten met de onafhankelijke SP’s Scarlet en UPC. Daarnaast is ook Vodafone hierin actief, onder meer door levering aan de onafhankelijke SP Debitel. Het (potentiële) aanbod van andere aanbieders dan KPN kan daarmee zorgen voor een zekere mate van

disciplinerende werking op het wholesale aanbod van KPN. Het afstoten van toegang en

gespreksopbouw aan derden door de concentratie KPN en Telfort, zou in dat geval leiden tot een afname van het marktaandeel van de concentratie.

83 KPN, persbericht 28/6/2005, KPN neemt Telfort over.

Beoordeling aanmerkelijke marktmacht

191. De overname van Telfort door KPN zal daarnaast vermoedelijk leiden tot grotere

schaalvoordelen voor KPN. Door het samenvoegen van de netwerken zal de bestaande capaciteit beter benut kunnen worden, en ook bij overige elementen van de bedrijfsvoering (bijvoorbeeld de uitrol van nieuwe netwerkelementen, de ontwikkeling van nieuwe diensten en zaken als ‘billing’ en marketing) zijn schaalvoordelen te behalen. Het college heeft echter thans geen aanwijzingen dat deze voordelen zullen leiden tot een onoverbrugbare concurrentievoorsprong. In zijn marktanalyse concludeert het college dat de overige MNO’s zonder uitzondering deel uitmaken van grote internationale concerns, en ook zij derhalve in staat geacht moeten worden schaalvoordelen te benutten.85 In deze situatie komt geen verandering door de voorgenomen overname.

192. Wat betreft de ontwikkeling van diensten van de derde generatie mobiele telefonie (3G of UMTS) merkt het college op dat, voor zover het college bekend is, KPN reeds van start is gegaan met het bieden van voornamelijk zakelijke diensten over 3G netwerken, maar dat Telfort nog niet zover is. Met name het uitrollen van het noodzakelijke antenne-netwerk vormt hierbij een bottleneck. De voorgenomen concentratie van KPN en Telfort zal mogelijk leiden tot een versnelling van het uitrolproces, en in ieder geval leiden tot een hogere kwaliteit door bundeling van beide netwerken.86 Vooralsnog ziet het college in deze ontwikkeling geen aanleiding te veronderstellen dat de mate van concurrentie op één van de markten voor mobiele telefonie negatief beïnvloed wordt. In dit besluit concludeert het college dat het te vroeg is om conclusies te trekken ten aanzien van toegang en gespreksopbouw over UMTS-netwerken.87 De omzet die momenteel en naar verwachting in de nabije toekomst op deze diensten wordt gerealiseerd, is van beperkte omvang, en het is nog onduidelijk welke nieuwe diensten succesvol zullen zijn.

Conclusie

193. Alles afwegende concludeert het college dat er onvoldoende redenen zijn om aan te nemen dat er een partij met aanmerkelijke marktmacht is op de relevante retail en wholesalemarkten voor mobiele toegang en gespreksopbouw. Ook na de overname van Telfort door KPN blijven er vier concurrerende, verticaal geïntegreerde mobiele netwerken in Nederland. Het college acht het zeer aannemelijk dat dit een waarborg is voor een situatie die gekenmerkt wordt door effectieve

concurrentie, zowel op retail als op wholesale-niveau.