• No results found

Beoordeling in relatie tot het nulalternatief

7 EVALUATIE ALTERNATIEVEN

7.1 Beoordeling in relatie tot het nulalternatief

In tabel 7.1 zijn de effecten van de verschillende alternatieven en varianten beoordeeld.

Hierbij is uitgegaan van de vergelijking met het nulalternatief zoals beschreven in hoofdstuk 4. Hierna volgt eerst een korte algemene beschouwing en daarna volgt een korte toelichting op de alternatieven en varianten afzonderlijk.

Algemeen

Uit het overzicht in tabel 7.1 blijkt dat het basisalternatief natuur verreweg de meest gunstige vooruitzichten biedt in vergelijking met de overige alternatieven. Dat is natuurlijk niet zo verbazingwekkend. Dit alternatief heeft namelijk ook een breder doelbereik. Met de voorgestelde inrichting wordt niet alleen gestreefd naar natuurontwikkeling maar ook naar een versterking van het landschap en de cultuurhistorie en een verbetering van de recreatieve omstandigheden.

Gelet op de doeleinden van waterberging bieden het basisalternatief plus en de variant kadeverhoging de beste optie. In deze alternatieven is de bergingscapaciteit van Diesdonk gemaximeerd. Vooral de variant kadeverhoging is in deze zin effectief. Kritieke punten zijn echter dat de vluchtmogelijkheden van de fauna sterk worden ingeperkt en dat naar verwachting maatregelen moeten worden genomen om de tijdelijke effecten van opstuwing in te perken. Bij dit laatste gaat het om de drooglegging van twee woningen langs de Oostappensedijk. Dit laatste moet overigens nog meer in detail worden uitgezocht.

Het basisalternatief landbouw is het meest neutrale alternatief. De ingreep is minimaal en de effecten zijn als neutraal beoordeeld. Er bestaat een mogelijk risico voor de

landbouwproductie binnen het plangebied. Deze kan deels of geheel verloren gaan, afhankelijk van het moment waarop de waterberging moet worden ingezet.

De variant ontgronding heeft meer nadelen dan voordelen. De toename in bergingscapaciteit is relatief gering (circa 5%) terwijl het afgraven van het hoger gelegen gebied ten koste gaat van de authenticiteit van het beekdal, de vluchtruimte voor de fauna sterk inperkt en de landbouwproductie schade toebrengt.

Tabel 7.1. Beoordeling alternatieven en varianten in vergelijking met het nulalternatief

Aspecten Beoordelingscriteria BA-landbouw BA-natuur BA-plus Ont-gronding

Basisalternatief landbouw

De effecten van de sedimentatie op de bodemkwaliteit van het plangebied zijn minimaal.

De hoeveelheid meegevoerd slib gering, de frequentie waarin de waterberging wordt ingezet is vrij laag (1x in de vijf a tien jaar) en de duur van de waterberging (enkele dagen) is kort. Daarenboven staat het gebied ook al in de huidige situatie bij hoge afvoeren onder water.

De gemiddelde grondwaterstand blijft onveranderd. Wel treedt tijdens de periode van waterberging en ook kort daarna een tijdelijke vernatting van omgeving op. De verhoogde grondwaterstand zakt na enkele weken weer terug naar normaal. De verschillen met de huidige toestand (nulalternatief) zijn beperkt tot maximaal enkele decimeters.

Het basisalternatief landbouw levert een marginale bijdrage aan de versterking van de EHS. Dit hangt vooral samen met de verbrede groenstrook achter de kade langs de Heibergweg. Hiermee worden extra migratiemogelijkheden gecreëerd tussen natuurgebieden aan de oostzijde van Diesdonk en natuur aan de westzijde van het kanaal.

Bij waterberging overstroomt een groot deel van het beekdal waardoor een deel van de aanwezige dieren verdrinkt (bodemfauna, zoogdieren). Nadat het gebied weer droogvalt, zal de populatie zich weer herstellen. In het plangebied komen gelet op het

beschermingsregime van de Flora- en faunawet geen bijzondere soorten voor die als gevolg van het voornemen negatief worden beïnvloed.

Het voornemen heeft een positieve uitwerking op het landschapsbeeld. Dit hangt vooral samen met de wijze waarop het beekdal wordt waargenomen vanaf de kade langs de Heibergweg. Grote delen van het waterbergingsgebied hebben een hoge archeologische verwachtingswaarde. Dit geldt onder meer voor de plek waar de kade langs de

Heibergweg komt te liggen. De aanleg van kwelscherm moet archeologisch worden begeleid.

In het basisalternatief landbouw blijft de landbouwkundige functie van het plangebied behouden. De overige gebruiksfuncties (wonen, recreatie) blijven eveneens onveranderd.

Waterberging brengt het risico met zich mee dat een deel van de landbouwproductie verloren gaat. De waterberging heeft een kortdurend verhogend effect op de

grondwaterstand. De omringende woningen langs de Oostappensedijk kunnen hier hinder van ondervinden. Mogelijk moeten hiervoor extra maatregelen worden genomen.

Basisalternatief natuur

De gevolgen van het basisalternatief natuur voor bodem en water zijn min of meer vergelijkbaar met het hiervoor beschreven basisalternatief landbouw. Het verschil hangt vooral samen met de maatregelen die gericht zijn op verschraling. Naar verwachting heeft dit locaal positieve gevolgen voor de bodem- en waterkwaliteit. Op meer regionaal niveau zijn deze gevolgen marginaal.

Door de verandering van grondgebruik en de toegepaste verschraling verbetert de ecologische kwaliteit van het plangebied en daarmee ook de betekenis van het gebied als stapsteen in de ecologische relatie met de omgeving. Deze ontwikkeling is voor alle deelaspecten van natuur als sterk positief beoordeeld. De effecten van waterberging zijn hiervoor beschreven onder het basisalternatief landbouw.

De gevolgen voor het landschap zijn als sterk positief beoordeeld wat samenhangt met toevoegingen aan het beekdal in de sfeer van beekbegeleidende begroeiing en het gedeeltelijk herstel van de beemdenstructuur.

Ook verbetert de historische afleesbaarheid van het landschap. Het gaat het vooral om de maatregelen waarmee de herinnering aan het oude beekdallandschap wordt versterkt:

het herstel van de historische groenstructuur en de aanpassing in grondgebruik (natuurgerichte landbouw).

Grote delen van het waterbergingsgebied hebben een hoge archeologische

verwachtingswaarde. Indien op deze plekken graafwerkzaamheden moeten plaatsvinden vormt dit een belangrijk punt van aandacht. Dit geldt onder meer voor de aanleg van het kwelscherm langs de kade van de Heibergweg en voor plekken waar de agrarische toplaag (bouwvoor) wordt verwijderd.

De gevolgen voor het grondgebruik zijn vrij extreem. Het huidige agrarische gebruik verdwijnt uit het gebied en maakt plaats voor een vorm van natuurgerichte landbouw.

Verder worden maatregelen genomen om het recreatieve gebruik te stimuleren. De waterberging heeft een kortdurend verhogend effect op de grondwaterstand. De omringende woningen langs de Oostappensedijk kunnen hier hinder van ondervinden.

Basisalternatief plus

Waterberging wordt ingezet om de veiligheid tegen overstroming beter te kunnen waarborgen. Gelet op de beoogde verlaging van het waterpeil benedenstrooms van Diesdonk functioneert het basisalternatief plus beter dan de basisalternatieven landbouw en natuur. De reductie in de piekafvoer over stuw Stipdonk groter en daarmee ook de beoogde peilverlaging.

De opstuwing bovenstrooms is ook groter. De doorwerking daarvan is echter beperkt van omvang zowel gelet op absolute stijging van het waterpeil (maximaal enkele decimeters) als het gebied waarover deze merkbaar is.

Doordat in het basisalternatief plus het waterpeil tijdens waterberging een halve meter hoger staat dan in de overige alternatieven neemt de ruimte voor vluchtende dieren af.

Vooral aan de westzijde van het Aadal kunnen problemen ontstaan gelet op de zeer beperkte omvang van het hoog gelegen gebied en de minder goede bereikbaarheid van terreinen. Hierdoor wordt de kans groter dat bij iedere waterberging zoogdieren

omkomen. De verwachting is dat de aanwezige populaties zich naar verloop van tijd weer zullen herstellen. Het effect is als negatief beoordeeld.

Wat betreft de overige natuurkenmerken (relatie met de EHS en kansen voor natuurontwikkeling) onderscheidt het BA-plus zich niet van het BA-landbouw.

De invloed van het basisalternatief plus op het landschap is op hoofdlijnen te vergelijken met de gevolgen van het basisalternatief landbouw. De verhoogde kade langs de Heibergweg stelt bezoekers in staat om het beekdallandschap in zijn geheel waar te nemen. In een hoogwatersituatie wordt dit beeld nog versterkt omdat de waterlijn de natuurlijke hoogtelijnen van het gebied volgt.

In alle in beschouwing genomen alternatieven en varianten treedt landbouwschade op. In het basisalternatief plus is deze omvangrijker dan bij de overige alternatieven, omdat de inundatieoppervlakte circa 80 hectare groter is. De opbrengstverliezen zijn marginaal

Tabel 7.2. Beoordeling alternatieven en varianten in vergelijking met het nulalternatief plus

Aspecten Beoordelingscriteria BA-landbouw BA-natuur BA-plus Ontgron-ding

Kade-verhoogd

Bodem Bodemkwaliteit 0 + 0 0/+ 0 Verandering grondwaterstand 0/- 0/- 0/- 0/- 0/-

Grondwaterstroming 0 0 0 0 0 Grondwater

Kwelintensiteit 0 0 0 0 0

Wijziging waterkwaliteit 0 0/+ 0 0 0 Bergingscapaciteit + + + + + + + Oppervlaktewater

Wijziging waterpeil (veiligheid) + + + + + + +

Functie EHS 0/+ + 0/+ 0/+ 0/+

Flora- en faunasoorten - - + - - - - - - Natuur

Kansen natuurontwikkeling 0 + 0 0 0

Geomorfologie 0 0 0 - 0

Ruimtelijke structuur 0 + + 0 - 0 Landschap

Landschapsbeeld + + + + + + - - + +

Waarden 0 0 0 - - 0

Cultuurhistorie

Afleesbaarheid historie 0 + + 0 - 0 Hoge verwachtingswaarde 0/- -/0 -/0 -/0 -/0 Archeologie

Vondstlocaties 0 0 0 0 0

Omvang 0 - 0 0/- 0

Landbouw

Opbrengstverliezen 0/- 0 0/- 0/- 0/- Recreatie Voorzieningen 0 + 0 0 0

Drooglegging 0/- 0/- - 0/- - Wonen

Bereikbaarheid 0 0 0 0 0

indien de waterberging plaatsvindt buiten het groeiseizoen. Indien deze in de zomer plaatsvindt, gaat de jaaropbrengst grotendeels verloren. De kans hierop is voorlopig vrij klein maar zal naar de toekomst toenemen.

In alle alternatieven blijven de aanwezige woningen tijdens een hoogwatersituatie goed bereikbaar, ook in het basisalternatief plus. De drooglegging van beide woningen aan de Oostappensedijk kan gedurende korte periodes (enkele dagen) sterk verminderen. Dit leidt mogelijk tot problemen in verband met het gebruik van de bedrijfskavel gedurende die periode. Deze gevolgen, die nader onderzocht moeten worden, zijn als negatief beoordeeld.