• No results found

5. Kwalitatieve resultaten

5.1 Beleving en verwachting van leerkrachten en pedagogen

5.1.2 Beleving en verwachting m.b.t de werkwijze

Leerkrachten in Nederland hebben geen helder beeld van de gang van zaken op de buitenschoolse opvang. Zij hebben geen kennis van de pedagogische doelen en werkwijze van de bso. Ook geven leerkrachten aan geen idee te hebben wat de pedagogisch medewerkers met de kinderen doen gedurende een dagdeel. Met gedeelde faciliteiten in het vooruitzicht zien zij er een meerwaarde in om meer met de pedagogen af te stemmen over de werkwijze.

,,Er is een inhaalslag te maken in de samenwerking. Zoals het nu is loopt het ook wel. Maar met een gedeelde vestiging in het vooruitzicht is het goed om meer met elkaar op een lijn te komen.” – Leerkracht Den Haag

Bij de pedagogen is als centraal punt naar voren gekomen dat zij graag inzicht willen krijgen in de werkwijze van de basisschool. Zij willen samenwerken met de medewerkers van de basisschool en de zorg voor het kind met elkaar afstemmen. Zij verwachten dat het makkelijker is om de leerkrachten te benaderen wanneer zij kennis hebben in elkaars werkwijze.

,,Het zijn 'onze' kinderen. het is niet opeens mijn kind omdat hij in mijn tijd op de buitenschoolse opvang zit. Wanneer hij/zij thuis zit, of op school, is het ook nog ons kind. Het is belangrijk om het kind in beeld te hebben, de hele dag door. Daar is afstemming voor nodig tussen de verschillende contexten waarin het kind zich bevindt.” - Pedagoog Den Haag

De pedagogen in Zweden die geïntegreerd samenwerken geven aan dat er een goede balans is tussen hun eigen taken en die van de leerkracht. Zij zijn erg tevreden over de samenwerkingssituatie en nemen zoveel verantwoordelijkheid in de klas als zij zelf willen of nodig achten. De leerkrachten vinden het prettig dat zij de lijn in de werkwijze kunnen bepalen en daar in ondersteund worden door de pedagogen.

,,We take a personal role in the classroom, not the pedagogue or teacher role. We behave in a way that fits the best with the child and situation at that moment.” - Leerkracht Stockholm (geïntegreerd aanbod)

De leerkrachten die niet-geïntegreerd samenwerken in Zweden geven aan dat zij geen noodzaak zien in afstemming over de werkwijze. Zij zien school en bso als twee individuele onderdelen met een eigen specifieke aanpak. Zij zien er geen meerwaarde in om de aanpak op elkaar aan te sluiten.

,,We have different jobs. As long as my job runs smoothly I don’t care about the method that is used in the after school care, because it doesn’t affect me.”- Leerkracht Stockholm (niet-geïntegreerd aanbod)

De pedagogen die niet-geïntegreerd samenwerking in Zweden daarentegen zijn minder

tevreden over het contact met de werkwijze. Zij geven aan dat dit contact niet vanzelfsprekend is, maar dat zij wel verwachten dat de leerkracht zijn gezonde verstand gebruikt en de pedagoog betrekt bij zijn of haar werkwijze wanneer het aankomt op specifieke zorgkinderen. Zij zien afstemming in de aanpak als meerwaarde voor het contact dat zij hebben met het kind.

,,We can be more equal. The first think we can do is to have a discussion about what’s happening. What are teachers doing in their class? What can we do together? I want to know if there is anything I should know or have to take in mind when I am working with the kids.” – Pedagoog Stockholm (geïntegreerd aanbod)

5.1.3 De resultaten samengevat

Uit de interviews met leerkrachten en pedagogen is naar voren gekomen dat er een verschil zichtbaar is in de beleving van de huidige samenwerking tussen basisschool en buitenschoolse opvang in Nederland en Zweden. De leerkrachten en pedagogen in Nederland geven aan dat er geen sprake is van samenwerking. Zij ervaren het contact als negatief en zien veel aanknopingspunten voor verbetering. Voorbeelden voor verbetering die zij noemen zijn het organiseren van een eerste kennismaking. Vervolgens zien zij mogelijkheden om afspraken te maken over vaste overlegmomenten. Ook zien zij het belang van het verkrijgen van inzicht in elkaars werkwijze.

In Zweden is er een verschil zichtbaar binnen de organisatie. Er worden twee vormen van samenwerking gehanteerd, namelijk een geïntegreerde en niet-geïntegreerde samenwerking tussen leerkrachten en pedagogen. De diversiteit in de structuur van samenwerking zorgt voor een verschil in de beleving en verwachtingen van de medewerkers. De leerkrachten en pedagogen die

geïntegreerd samenwerken zijn zeer tevreden over over de huidige samenwerking. Zij hebben weinig behoeften aan verandering. De leerkrachten en pedagogen die niet-geïntegreerd samenwerken hebben daarintegen een wisselende beleving over de samenwerking. Zij geven beide aan dat de samenwerking verbetert kan worden. Echter, de leerkrachten zijn wel positief over de huidige context waarin zij werken. Zij hebben een prettige ervaring met het niet-geïntegreerde aanbod omdat zij individueel kunnen werken en hun taken niet hoeven te delen met de pedagoog. Zij noemen voornamelijk de toename in verantwoordelijkheid en autonomie als positief aspect.

Daarintegen zijn de pedagogen die niet-geïntegreerde samenwerken minder positief dan de leerkrachten. Zij hebben het gevoel dat zij soms vergeten worden, terwijl zij een groot aandeel hebben in de sociale ontwikkeling van het kind. Zij zien het dan ook als meerwaarde om overlegmomenten te organiseren met de leerkrachten met als doel dichter bij het kind te kunnen staan. Zij willen betrokken worden bij gesprekken die plaats vinden over het kind, zodat zij hun gedrag kunnen afstemmen met de leerkracht.

Wanneer de beleving en verwachting van leerkrachten en pedagogen in Nederland en Zweden met elkaar wordt vergeleken is er een duidelijk verschil zichtbaar, maar er is ook een overeenkomst. De medewerkers in Nederland zijn gemiddeld negatiever over de huidige samenwerking dan de medewerkers die geïntegreerd samenwerken in Zweden. Echter, de beleving van de pedagogen die niet-geïntegreerd samenwerken in Zweden is vergelijkbaar met de beleving van de medewerkers in Nederland.