• No results found

Beleidsplannen en –initiatieven en geldende reglementeringen

1.6.1 Beleidsplannen en –initiatieven

PLANNINGSPROCESSEN VOOR LANDBOUW, NATUUR EN BOS REGIO VELDGEBIED BRUGGE EN M EETJES-LAND

De Vlaamse Regering besliste op 7 december 2001 de afbakening van de gebieden van de na-tuurlijke en agrarische structuur uit te voeren in twee fasen.

Het afbakeningsproces hield een ruimtelijke visie in voor iedere buitengebiedregio, overleg met betrokkenen en het selecteren van actiegebieden waar deze ruimtelijke visie wordt uitgevoerd.

De deelruimte Noordelijk Houtland omvat het veldgebied van het Drongengoed met omliggende samenhangende landbouwgebieden. Het ruimtelijke beleid is erop gericht de landbouwgebieden en bos- en heidecomplexen te versterken alsook het mozaïeklandschap. Het ruimtelijke beleid is er tevens op gericht de belangrijke beekvalleien en waardevolle graslanden te behouden en te versterken.

Volgende ruimtelijke concepten en de bijbehorende gebieden zijn relevant voor het plangebied (bron: Min. Vlaamse Gemeenschap, 2006): behoud en versterken van kleine bos- en landschaps-elementen door stimulerende maatregelen.

Behoud en versterking van een mozaïeklandschap met ruimte voor grondgebonden land-bouw, grasland- en bosontwikkeling

Delen kunnen hoofdfunctie landbouw, natuur, bos en/of natuurverweving hebben. Afwisse-ling wordt behouden. Er wordt gestreefd naar behoud, opwaardering en herstel van bos-, natuur- en landschapselementen. Lokaal en in eerste instantie op voor landbouw minder in-teressante gronden, is versterking van bos- en natuurwaarden mogelijk. Ruimte voor be-houd en ontwikkeling van grondgebonden landbouw en glastuinbouw. Via stimulerende maatregelen wordt het beheer ervan bevorderd en zoveel mogelijk afgestemd op de natuur- en landschapswaarden.

43.6 Groot Burkel; 43.7 Verbinding Burkel – Drongengoed; 43.9 Omgeving Wagemakersbeek te Ursel. Behoud en versterking van historische bos- en parkstructuren

Hoofdfunctie is park of bos. Behoud en versterking van historische bossen van cuesta van Oedelem-Zomergem binnen het landschappelijke kader van de veldgebieden. Versterking door bosuitbreiding en bosverbindingen. Er is aandacht voor landbouw en zijn functie als beschermer van de open ruimte.

44.8 Drongengoedcomplex; 44.10 Koningsbos.

Behoud en versterking van zeer waardevolle complexen bos en heide

Hoofdfunctie is natuur. Er wordt gestreefd naar de ontwikkeling van het historische wasti-nelandschap. De realisatie van grotere meer aaneengesloten eenheden natuur is afweeg-baar in functie van natuurkwaliteiten, historische kenmerken en belang en gaafheid. Behoud en herstel van waardevolle kwel- en brongebieden, natuurlijk meanderende beken en waar-devolle gradiëntsituaties. Zeer waarwaar-devolle gebieden worden gebufferd en recreatief gezo-neerd.

45.2 = 44.8 Drongengoedbos(complex).

Ontwikkeling van een samenhangend, hoogwaardig veldgebied

Behoud en verdere ontwikkeling als omvangrijk, hoogwaardig veldgebied met een mozaïek van natuurkerngebieden, bossen, cultuurhistorische elementen en een verbrede, grondge-bonden landbouw. Optimale landschapsecologische verweving. Ondersteuning van de uit-bouw van een samenhangend toeristisch-recreatief netwerk. Waardevolle cultuurhistorische erfgoedelementen worden behouden en opgewaardeerd. Actieve ontsnipperingsmaatrege-len t.a.v. de N44.

47.1 Drongengoed en omgeving

Behoud en versterking van uitgesproken natuurwaarden in valleien met herstel van het na-tuurlijk watersysteem

De hoofdfunctie is natuur. Ecologisch en hydrologisch opwaarderen van beekvalleien ge-richt op behoud en herstel van halfnatuurlijke graslanden. In aanliggende bos- en natuur-complexen wordt gestreefd naar een ongeperceleerd halfopen valleilandschap.

48.4 Driesbeek.

Behoud en herstel van gave landschaps- en erfgoedwaarden

De identiteit van de veldgebieden wordt behouden en waar mogelijk versterkt door herstel, beheer of aanplant van kleine landschapselementen. Te behouden elementen zijn de histo-rische bos- en parkgebieden, de ontginnings- en drevenstructuur, trage wegen, gave beek-valleien, waardevolle hoeves, gebieden met netwerk van kleine landschapselementen en waardevolle gradiënten en overgangen gekoppeld aan structuurbepalende reliëfelementen.

51.3 Kallekesbos – Drongengoed bos – Keigatbos

Behoud en versterken van markante cuestaranden en dekzandrug

Behoud als herkenbare, structurerende reliëfcomponenten. Behoud en herstel via stimule-rende maatregelen van lineaire perceelsrandbegroeiingen en kleine bos- en landschapsele-menten (gericht op versterken van de onderlinge connectiviteit) is wenselijk. In voor natuur waardevolle gebieden worden ecologische processen en gradiënten die gekoppeld zijn aan deze reliëfcomponenten behouden en versterkt.

52.2 Cuesta van Oedelem – Zomergem te Ursel

Landschappelijke opwaardering van beekvalleien en versterken van de verbindende ecologi-sche functie

De herkenbaarheid van deze beken wordt behouden en waar mogelijk hersteld. Ruimtelijk beleid is gericht op behoud van de hoofdfunctie waarin deze beken zijn gelegen, maar vrij-waart voldoende ruimte voor het realiseren van een landschappelijke en ecologische basis-kwaliteit die de verbindende natuurfunctie mee ondersteunt. Landschappelijke opwaardering en versterking van de verbindende functie.

53.4 Ede; 53.6 Driesbeek; 53.8 Slabbaartsbeek; 53.12 Wagemakersbeek

PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN (Provincie Oost-Vlaanderen 2004) Onderdeel van het westelijk open ruimte gebied (p 254)

Betreffende natuur en landschap wordt volgend ruimtelijke principe gehanteerd: gebiedsgerichte afstemming tussen landbouw, bos, natuur en recreatie op basis van de landschappelijke diffe-rentiatie. Tussen de gebiedsdelen worden onderlinge (ecologische) verbindingen gecreëerd.

Gewenste open ruimte structuur (p 322-325)

Algemeen wordt gesteld dat het gedifferentieerd open ruimte landschap dient behouden en ver-sterkt. Gebiedsgericht betekent dit voor de cuesta van Oedelem:

Behoud en accentuering van de landschapwaarden in deze zandige gebieden (reliëfgradi-enten, kavelpatronen, bebossing, relictzones, …);

Uitbreiding van de natuurverbindingen in relatie tot de typische landschapskenmerken;

Verhoging mogelijkheden voor recreatief medegebruik van de bossen.

Gewenste landschappelijke structuur (p 327-349)

Structuurbepalend reliëfelement: Cuesta van Oedelem – Zomergem

hoogteverschillen moeten blijven bestaan, zichtbaar blijven en geaccentueerd worden;

De voet en flanken van heuvels en cuesta’s dienen maximaal van bebouwing gevrijwaard;

Het uitzicht naar hoogteverschillen dient maximaal behouden.

Boscomplexen: Boscomplex van Burkel – Drongengoed tot Zomergem.

Vrijwaren van het uitzicht;

Maximaal behoud;

Bij versterking of uitbreiding van boscomplexen wordt maximaal rekening gehouden met de valorisatieperspectieven van reliëf en hydrografische elementen.

Gewenste natuurlijke structuur (p 350-373)

De provincie selecteert de natuurverbindingsgebieden en ecologische infrastructuur van boven-lokaal belang en formuleert specifieke ontwikkelingsperspectieven.

Volgende natuurverbindingen worden geselecteerd in de omgeving van Drongengoed:

Nr. Verbindingsgebied Elementen die de verbinding schragen 1N2 Splenterbeekvallei Natte bosjes en graslanden

1N3 Knesselare Knotbomenrijen, houtkanten, veldbosjes

1N5 Ursel Knotbomenrijen, houtkanten, veldbosjes

2N14 Cuesta Ursel - Zomergem Verspreide veldbosjes

Verder wordt volgende ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang geselecteerd:

Nr. Naam Elementen die de verbinding schragen

1E2 Ede Aangepast beekprofiel, bomenrijen

1E5 Driesbeek Bosjes, aangepast profiel

2E3 Wagemakersbeek Aangepast beekprofiel

Als prioritaire bosuitbreidingsgebieden worden onder meer omgeving van het Drongengoedbos vooropgesteld.

1.6.2 Regionaal Landschap Meetjesland

Het plangebied valt binnen het Regionaal Landschap Meetjesland vzw. Het Regionaal Land-schap is erkend sinds 1998. Het strekt zich uit over de gemeenten: Assenede, Eeklo, Kaprijke, Maldegem, Sint-Laureins, Waarschoot, Lovendegem, Zomergem, Nevele en Knesselare. Het Regionaal Landschap is een samenwerkingsverband tussen de provincie, gemeenten en plaat-selijke natuur- en milieuverenigingen met als doel o.a. natuur- en landschapszorg in de regio te bevorderen en zo bij te dragen tot de algemene streekontwikkeling. De werking van het RL Meetjesland is toegespitst op vier terreinen: toerisme en recreatie, natuur- en milieueducatie, natuur- en landschapszorg en landbouw.

Contact: Marktstraat 65, 9990 Maldegem – www.rlm.be

1.6.3 Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord

De Bosgroep Vlaanderen Noord vzw heeft zijn werkingsgebied in het noorden van Oost-Vlaanderen (23 gemeenten). De Bosgroep is een vereniging van boseigenaars met als doel hen te ondersteunen bij het duurzaam beheren van hun bossen. De Bosgroep ondersteunt zowel administratief als organisatorisch en uitvoerend. Boseigenaars kunnen voor een vrijblijvend en gratis advies over het beheer van hun bos terecht bij de Bosgroep.

Contact: Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent – www.bosgroepen.be

1.6.4 Gebieds- en ecosysteemvisies

Noodplan Intermediair Atlantische Heide in Vlaanderen (De Beelde, T., 2003)

Dit “noodplan” was een onderdeel van het Life-Natuurproject Intermediair Atlantsche Heide. Dit project van Natuurpunt vzw werd in het kader van het Life-Natuurprogramma financieel onder-steund door de Europese Unie. Het project had als centrale doelstelling het behoud en het her-ontwikkelen van intermediaire heidehabitats in het Vlaams district (o.a veldgebied Maldegem-veld met het Drongengoedbos).

Ontwerp-ecosysteemvisie: Potentieverkenning voor heiden en bossen in Zandig Vlaande-ren (Palmaerts W. et al., 2004)

In opdracht van het toenmalige AMINAL – afdeling natuur (het huidige ANB) werd, als uitvoering van het Milieubeleidsplan 1997-2001, een ecosysteemvisie uitgeschreven voor de heiden en bossen van Zandig Vlaanderen. In deze studie worden potenties opgezocht op basis van abio-tiek en vegetatietypering en er worden daarvan natuurtypen afgeleid. Verder wordt met kaartma-teriaal de historische evolutie bos/heide weergegeven. Dit dient om toekomstige potenties op te

sporen. Als laatste deel wordt een algemeen concept voor het studiegebied uitgewerkt omtrent open plekken in het bos waar heide kan ontwikkelen.

Studie naar bos, natuur en recreatie in het complex Drongengoed

In opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos werd voor het complex Drongengoed een gebiedsvisie opgemaakt (Devlaeminck et al., 2008). In het kader van de opmaak van voorlig-gend uitgebreid bosbeheerplan werd deze gebiedsvisie geactualiseerd. Deze gebiedsvisie maakt een synthese van de aanwezige natuurwaarden en het recreatieve medegebruik in het complex. Deze visie bevat streefbeelden en inrichtingsscenario’s voor natuur, bos en landschap en voor het recreatief medegebruik, voor de korte en lange termijn en dit in een ruime zone rond het Drongengoed-Maldegemveld. De visie geeft tevens aan hoe op de korte termijn actiepro-gramma’s (beheerplannen, inrichting, andere juridische instrumenten, toegankelijkheidsplannen,

…) kunnen ontwikkeld worden.

De relevante gegevens vermeld in de gebiedsvisies met betrekking tot het plangebied worden in voorliggend beheerplan verwerkt.

Gestroomlijnd landschap – natuurverbinding om en bij provinciale waterlopen

Het project ‘Gestroomlijnd Landschap’ is door de Provincie Oost-Vlaanderen opgestart om uit-voering te geven aan de natuurverbindingen gekoppeld aan het beheer van de waterlopen.

Momenteel wordt het project Splenterbeek-Ede uitgewerkt.

In het stroomgebied van de Ede staat het beperken van de schade door wateroverlast centraal.

Het centrale idee is water vasthouden waar het kan en water afvoeren waar het moet. Er wer-den reeds werken in dat verband uitgevoerd. Uit studie blijkt echter dat bijkomende maatregelen nodig zijn om het gewenste veiligheidsniveau te bekomen. Het lokaal beschermen van wonin-gen, het optimaliseren van de waterbergingscapaciteit van het bovenstrooms watersysteem en het terug inschakelen van de natuurlijke overstromingsgebieden zullen noodzakelijk zijn.

In het stroomgebied van de Splenterbeek staat de verbetering van de habitatkwaliteit voorop.

Het bermpje kan als doelsoort naar voor worden geschoven. Het verbeteren van de structuur-kwaliteit, het versterken van de relatie tussen de beek en haar vallei in combinatie met de maat-regelen rond natuur en landschap en het halen van minstens de basismilieukwaliteitsnormen in alle waterlopen zullen noodzakelijk zijn.

1.6.5 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS)

Het plangebied ligt in de gemeenten Maldegem en Knesselare. De goedgekeurde ruimtelijke structuurplannen voor beide gemeenten worden hieronder bondig toegelicht.

GRS Knesselare

Gewenste recreatieve structuur

Recreatie binnen het Drongengoedbos moet mogelijk zijn maar blijft ondergeschikt aan de na-tuurfunctie: er dient bij de bevoegde instanties op aangedrongen om een oplossing te realiseren voor de mobiliteitsproblematiek (parking en verkeersdrukte). Vanuit de gemeente wordt het voorstel gedaan een aantal bovenlokale fietsroutes aan te duiden. Om een oost-west verbinding te realiseren op het cuestagebied wordt geopteerd om de Oude Gentweg in ere te herstellen.

Gewenste natuurlijke structuur

De horecazaken kunnen behouden blijven en eventueel van bijkomende ondersteunende ac-commodatie voorzien worden. Dit evenwel in overeenstemming met de ecologische doelstellin-gen voor het gebied. De gebruiksmogelijkheden voor landbouw in deze prioritaire gebieden voor natuur zullen dan ook beperkt blijven tot extensieve vormen.

Gewenste agrarische structuur

Verwevingsgebieden op lokaal niveau: Omgeving Onderdale-Wagemakersbeek: Het beleid is er gericht op de verweving tussen de functies natuur en landbouw. De ruimtelijke ondersteuning voor natuur houdt hier vooral stimulerende maatregelen in om de natuurwaarde te vergroten. De ruimtelijke ondersteuning voor landbouw houdt begeleidende maatregelen in om natuur- en

landschapsbeheer als volwaardige component (ook financieel) te beschouwen in de bedrijfsvoe-ring. De gebieden worden bouwvrij gehouden.

Voorstel tot opname Drongengoed- en Keigatbossen in gewestelijk of provinciaal RUP In verband met het agrarisch grondgebruik:

De landbouwgronden langs de zuidwestelijke flank van de Drongengoedbossen vormen een ruimtelijk samenhangend geheel met de overige landbouwgebieden van de cuesta. Om de hui-dige landschappelijke en ecologische waarde van het gebied te behouden, wordt geopteerd voor een aanduiding als natuurverwevingsgebied. De overige landbouwgronden vormen als het ware enclaves in het natuurgebied. In deze enclaves zal het agrarisch grondgebruik beperkt worden tot extensieve vormen. Ten einde de landbouwsector niet te treffen wordt er aangedron-gen op een ruil van het aantal hectaren bosuitbreiding in agrarisch gebied met een evenredig aantal hectaren landbouwgrond in natuurgebied.

In verband met de Drongengoedhoeve:

De Drongengoedhoeve wordt tot een bezoekerscentrum uitgebouwd. Er dient bij de betrokken instanties op aangedrongen te worden om een oplossing te realiseren voor de mobiliteitspro-blematiek.

In verband met speelzones:

De activiteit kan bestendigd worden binnen een daartoe afgebakend gebied mits het respecte-ren van randvoorwaarden.

GRS Maldegem

Gewenste structuur van de bosgordel

De 4 boskernen in de bosgordel versterken: het Drongengoedbos, het bosgebied van Burkel, het Kapellebos en het bos van Buisputten.

Netwerk creëren tussen de verschillende groene polen

Een bosuitbreiding voor het herstel van verbinding tussen het bosgebied van Burkel en Drongengoed. Er werd een zoekzone aangeduid van 60 ha. Er worden twee vingers voorzien, namelijk in de Splenterbeekvallei en langs het ontginningsgebied. De ge-meente dringt aan om het ontginningsgebied en een deel van het industriegebied ‘Groot Burkelkalseide’ dat niet ingenomen is, op te nemen binnen de bosuitbreidingszone.

Het creëren van een ecologische verbinding tussen het Drongengoedbos, het bosge-bied van Burkel en het Kapellebos via het behoud, herstel en uitbreiden van het dre-venpatroon.

Via het stimuleren van het aanplanten van KLE kan een ecologische verbinding ont-staan tussen Drongengoedbos en het bos ‘Buisputten’.

Figuur 1.3: Synthesekaart GRS Maldegem (Vansteelandt, 2005)

Gewenste open ruimtestructuur

Prioritaire gebieden voor natuur op lokaal niveau: Kapellebos, Bos ‘Hogenbrand’ en Bos ‘Buis-putten’

Gewenste recreatieve structuur

Netwerkvorming ter stimulering van de toeristisch-recreatieve activiteiten en het recreatief me-degebruik van de waardevolle open ruimte gebieden

Om aan de recreatieve structuur een meerwaarde te geven, is het noodzakelijk ze op te nemen binnen een recreatief netwerk. Dit recreatief netwerk dient opgehangen te worden aan een aan-tal knooppunten, onder meer het natuur- en landschapsknooppunt Drongengoed.