• No results found

Beleidsbetrokkenheid

In document Raad zoekt burger! (pagina 56-58)

3. Theoretisch kader

5.1 Burgerparticipatie in de gemeente Venray

5.1.3 Beleidsbetrokkenheid

De derde succesfactor is beleidsbetrokkenheid. Hierbij draait het om de mogelijkheid voor burgers om het beleid daadwerkelijk te beïnvloeden. Dit houdt in dat burgers voldoende ruimte krijgen om hun eigen input te geven en dat de gemeente een bepaalde mate van macht en invloed bij participanten neerlegt. Ook binnen de gemeente Venray leert de ervaring dat het nog niet zo eenvoudig om burgers daadwerkelijk invloed te geven op het beleid. De respondenten dragen hiervoor een aantal redenen aan.

Allereerst zijn mensen vaak niet echt enthousiast om daadwerkelijk inhoudelijk mee te werken aan beleid. Zo bleek bij het opstellen van het evenementenbeleid dat iedereen altijd graag wil dat er van alles veranderd, maar als ze dan benaderd worden om daadwerkelijk mee te schrijven aan het beleid dan geven ze niet thuis. Meewerken aan beleid betekent namelijk veel tijd investeren, terwijl veel deelnemers alleen vanaf een afstand willen roepen. Uiteindelijk zit je dan toch weer met

een heel select groepje deelnemers met daarin de ‘bekende gezichten’. De ervaring was dat veel mensen beleid schrijven toch echt als taak van de gemeente zien. De gemeente mag het opschrijven en dan mogen de deelnemers daar op schieten. Het is heel lastig om deelnemers vooraf aan het praten te krijgen en om daadwerkelijk samen de inhoud van het beleid tot stand te laten komen. Ook bij de visie veehouderij bleek dat mensen niet zozeer heel inhoudelijk aan de slag willen, maar vooral gewoon hun verhaal kwijt willen. Mensen zijn vaak maar geïnteresseerd in een beperkt aantal punten waar ze persoonlijk mee te maken hebben, maar daarbuiten hebben ze vaak maar beperkt interesse in de inhoud. Hierdoor krijgen de deelnemers nooit echt een groot aandeel in de inhoudelijke vaststelling van het beleid (AM1, AM2 & AM3).

Daar tegenover staat dat de gemeente zelf ook veel, zo niet alle controle houdt over de uiteindelijk formulering van het beleid. Dit is meestal niet eens een bewuste keuze, maar als de meningen sterk uiteenlopen, zoals bij de visie veehouderij, dan wordt van de gemeente verwacht dat deze uiteindelijk de belangrijk beslissingen neemt. Bij zowel de visie veehouderij als het evenementbeleid is het uiteindelijk de gemeente, in de persoon van de verantwoordelijke ambtenaar, die het beleid daadwerkelijk op papier zet. Dit betekent ook dat de gemeente uiteindelijk ook de afweging maakt tussen de verschillende belangen en hier de knoop over doorhakt. Bij bijvoorbeeld de visie veehouderij was het duidelijk dat er een aantal grote meningsverschillen waren, bijvoorbeeld over de mate waarin gezondheid prioriteit moest krijgen boven de veehouderij. Iedereen was het er natuurlijk over eens dat gezondheid bovenaan moet staan, maar de mate waarin is een keuze die gemaakt moet worden, in dit geval door de ambtenaar in kwestie. Uiteindelijk zijn tijdens het hele participatieproces alleen op hoofdlijnen bepaalde keuzes gemaakt, het daadwerkelijk in detail uitwerken van beleid en het maken van specifieke afwegingen wordt neergelegd bij de gemeente (AM1, AM2, & AM3).

Het feit dat de gemeente uiteindelijk de beslissingen neemt is inherent aan de positie die de gemeente heeft in een participatieproces, maar het brengt wel een ander probleem met zich mee, namelijk dat burgers zich meer dan eens niet goed herkennen in de uitkomst van een participatieproces. Deelnemers willen altijd graag meteen concreet resultaat zien, ze willen dat hun input eigenlijk een op een wordt overgenomen, maar uiteindelijk is de uitkomst van het proces ook een afweging van alle belangen. Zeker bij een visie is het voor burgers nog te abstract, zij willen graag zo snel mogelijk zoveel mogelijk concreet zien, terwijl dit niet altijd mogelijk is. Of zoals een respondent het formuleerde: “Zolang je als burger maar vanuit één belang denkt dan ben je het nooit eens met het compromis”. In het uiterste geval kan dit leiden tot een soort vicieuze cirkel waarin de gemeente steeds meer zelf de beslissingen neemt omdat de burgers te weinig inhoudelijke input geven. Doordat de gemeente zelf meer beslissingen neemt, voelen burgers zich weer minder gehoord waardoor ze uiteindelijk nog minder input zullen gaan leveren. Deze situatie is momenteel nog niet van toepassing in de gemeente Venray, maar het is wel een gevaar als er te weinig aandacht wordt besteed aan de mate van beleidsbeïnvloeding door burgers in participatieprocessen (AM1, AM2 & AM3).

Tot slot wordt aangegeven dat het belangrijk is dat er binnen de organisatie ook een soort denken ontstaat dat participatie van burgers faciliteert. Het is lastig voor ambtenaren om burgers te betrekken terwijl zelf ook nog steeds bezig zijn om zich het onderwerp eigen te maken. Zeker met wat nieuwsoortige project kost het vaak nog wat moeite om ook intern steun mensen mee te krijgen. Het verschilt ook sterk per ambtenaar of hij of zij open staat voor participatie van burgers, en lang niet elke methode zal voor iedereen even goed werken. Toch ontstaat intern meer het besef dat er met een stuk participatie gewerkt moet worden, al kan je van mening verschillen hoe je deze participatie vorm geeft (AM1 & AM2).

In document Raad zoekt burger! (pagina 56-58)