• No results found

Belastingreglement op taxi’s en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder

De Gemeenteraad,

Gelet op de artikelen 41, 162 en 170§4 van de Grondwet;

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40,§3 en 41, 14°, inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad om belastingreglementen te wijzigingen, vast te stellen en goed te keuren;

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 286, 287 en 288, inzake de bekendmaking en de inwerkingtreding van het belastingreglement;

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 330, inzake het bestuurlijk toezicht op de besluiten van de gemeenteraad betreffende de belastingreglementen;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de wijziging van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;

Gelet op het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder, zoals gewijzigd;

Overwegende dat het stadsbestuur voor alle categorieën van taxidiensten vergunningen moet afleveren en hierop controle en toezicht moet uitoefenen;

Overwegende dat het stadsbestuur voldoende en geschikte standplaatsen op de openbare weg moet voorzien en bijgevolg belast is met het toezicht om de beschikbaarheid hiervan te handhaven;

Overwegende dat het stadsbestuur moet instaan om de netheid en het onderhoud van de standplaatsen te garanderen;

Gelet op het feit deze verplichtingen voor de stad kosten creëren en dat het invoeren van een belasting derhalve verantwoord is om de kosten hiervoor deels te recupereren; Gelet op de financiële toestand van het stadsbestuur;

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; B e s l u i t :

Artikel 1: Definities

Voor de toepassing van dit belastingreglement wordt begrepen de definities overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer

over de weg en het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder.

Artikel 2: Overgangsbepalingen

De vergunningen verleend of verlengd met toepassing van het decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer zijn uitgesloten van de toepassing van dit belastingreglement, maar zijn onderworpen aan het overeenkomstig retributiereglement.

Artikel 3: Heffingstermijn

De stad Brugge heft voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024 een belasting op de door het College van Burgemeester en Schepenen verleende vergunningen voor taxi’s en diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg.

Artikel 4: Belastingplichtige

§1. De belastingplichtige is de natuurlijke persoon of rechtspersoon die houder van de vergunning is op 1 januari van het aanslagjaar.

§2. De belasting is verschuldigd voor de exploitanten van: 1. een taxidienst met standplaats op de openbare weg, 2. diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder.

Artikel 5: Tarieven en grondslag

§ 1. Het tarief bedraagt voor de exploitanten van een taxidienst met standplaats op de openbare weg 450 euro per jaar en per taxi;

§ 2. Het tarief bedraagt voor de exploitanten van diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder 250 euro per in de akte van de vergunning vermeld voertuig.

§ 3. De verschuldigde belasting wordt, conform het decreet van 20 april 2001, jaarlijks aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december voorafgaand aan het aanslagjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2000.

§ 4. Een vermindering van het aantal voertuigen, opschorting of intrekking vergunning, of het buiten werking zijn van één of meer voertuigen, tijdens het aanslagjaar, geeft geen aanleiding tot belastingvermindering of belastingteruggave.

Artikel 6: Algemene bepalingen betreffende de inkohiering, vestiging, invordering en de bezwaarprocedure van de belasting

§1. De belasting zal geschieden bij wijze van een kohier overeenkomstig de bepalingen en voorschriften van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd door de decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012.

§2. De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet. De bepalingen inzake de verwijl- en moratoriuminteresten zijn op deze belasting van toepassing zoals vermeld in het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992.

§3. De belastingschuldige kan een bezwaar indienen conform de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen. Het bezwaarschrift moet gemotiveerd en met redenen omkleed zijn en schriftelijk worden ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen.

Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag.

§4. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, en zijn latere wijzigingen, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn, rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist,) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.

Artikel 7: Inwerkingtreding

§1. Dit belastingreglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

§2. De toezichthoudende overheid wordt van de bekendmaking van dit besluit op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.

17 2019_GR_00567 Fiscaliteit - belastingreglement op het verstrekken van logies - goedkeuring.

GOEDGEKEURD

Notulen stemresultaten

De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.

Aanleiding en context

De Stad Brugge vestigt sinds 1 januari 2015 een belasting op het verstrekken van logies.

Het huidig belastingreglement van de stad is geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019.

Indien het College van oordeel is om het gemeentelijk beleid rond het verstrekken van logies verder te zetten, dan dient het huidig belastingreglement opnieuw vastgesteld en goedgekeurd te worden voor een volgende periode van 6 jaar.

Met het voorgestelde ontwerp worden inhoudelijk een wijziging van de tarieven voorgesteld vanaf het aanslagjaar 2021. Het tarief voor het jaar 2020 blijft ongewijzigd op 2,00 euro, het tarief voor de jaren 2021 en volgende stijgt naar 2,83 euro per persoon per nacht.

Het College gelieve het ontwerp van het belastingreglement goed te keuren en voor te leggen aan de gemeenteraad.

Motivatie

Het College is van oordeel om het beleid rond het verstrekken van logies volledig verder te zetten. Het aanbieden van logies brengt voor het stadsbestuur bijkomende kosten met zich mee op het vlak van veiligheid, afvalbeheersing en onderhoud openbaar domein. Het invoeren van een gemeentelijke belasting op het verstrekken van logies vermindert de druk op dit vlak voor het stadsbestuur.

Rechtsgrond(en)

Artikel 170,§4 van de Grondwet;

Het logiesdecreet van 5 februari 2016, in werking tredend vanaf 1 april 2017;

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40,§3 en 41, 14°, inzake de bevoegheid van de gemeenteraad om belastingreglementen te wijzigingen, vast te stellen en goed te keuren; Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 286, 287 en 288, inzake

de bekendmaking en de inwerkingtreding van het belastingreglement;

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 330, inzake het bestuurlijk toezicht op de besluiten van de gemeenteraad betreffende de belastingreglementen;

Het decreet van 30 mei 2008, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen;

Het belastingreglement inzake de belasting op het verstrekken van logies, geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019.

Financiële informatie

Geen visum noodzakelijk Motivering Ok Financiële informatie • Dienstjaar: 2020 • Beleidsitem: BI002000 • Actie: SRB002000

• Rekening: 73419000 • Bestelaanvraag:

• Bedrag inclusief btw: 4.100.000,00 euro • Omschrijving: verblijfsbelasting

Besluit

Artikel 1

Het belastingreglement en register inzake de belasting op het verstrekken van logies wordt door de gemeenteraad goedgekeurd.

Bijlagen

1. Registerbladen

Belastingreglement op het verstrekken van