7. Emancipatie Tabel: Emancipatie
2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties
Deze financiële paragraaf presenteert conform de rijksbegrotingsvoor-schriften de belangrijkste budgettaire veranderingen op de
OCW-begroting, zowel voor de uitgaven (tabel 1) als de ontvangsten (tabel 2).
Ook bevat deze paragraaf tabellen die een overzicht geven van alle intensiveringen en ombuigingen (tabellen 3 t/m 8).
Tabel 1 Belangrijkste beleidsmatige mutaties (p. 21)
Art. 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Stand ontwerpbegroting 2018 40.383,8 40.650,0 40.573,5 40.631,6 40.679,1 Belangrijkste mutaties:
1) Leerlingen- en
studentenont-wikkeling diverse 191,7 211,1 161,4 189,3 212,7
2) Specifieke dekking tegenvaller Leerlingen- en
studentenontwik-keling diverse – 125,3 – 211,1 – 44,6 – 45,7 – 45,9
3) Taakstelling OCW-brede
problematiek 91 0,0 0,0 – 114,4 – 140,3 – 156,2
4) Eindejaarsmarge 91 96,2 0,0 0,0 0,0 0,0
5) Kasschuiven diverse 819,9 138,3 – 417,0 – 432,7 – 224,9
6) Loonbijstelling diverse 703,3 705,9 704,0 703,8 700,7
7) Prijsbijstelling diverse 149,7 155,3 156,5 157,4 156,7
8) Regeerakkoordmaatregelen diverse 356,5 524,7 543,1 509,1 462,1
9) Scholingsaftrek 4 0,0 – 218,0 0,0 0,0 0,0
10) Niet-kader relevante mutaties 11,12 27,6 67,1 74,7 67,5 59,9
11) Daling STER-inkomsten 15 – 28,4 – 36,0 – 39,6 – 54,7 – 53,8
13) Overige mutaties diverse – 14,2 – 3,1 – 3,0 – 2,9 – 2,8
Stand ontwerpbegroting 2019 42.560,8 41.984,2 41.594,6 41.582,4 41.787,6 42.115,0
Tabel 2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar (ontvangsten) (Bedragen x € 1 miljoen)
Art. 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Stand ontwerpbegroting 2018 1.380,6 1.414,7 1.487,6 1.554,3 1.633,2
Belangrijkste mutaties:
1) Leerlingen- en
studentenont-wikkeling 12,13 0,4 – 1,0 – 0,5 0,2 0,6
3) Niet kaderrelevante mutaties 11 – 35,3 – 38,5 – 47,9 – 57,2 – 70,1
4) Rente studiefinanciering 11 – 11,1 – 12,4 – 11,8 – 8,5 – 3,5
5) Lagere reclame opbrengsten
en STER-raming 15 – 28,4 – 36,0 – 39,6 – 54,7 – 53,8
6) Overige mutaties diverse 11,1 2,4 2,4 2,6 9,5
Stand ontwerpbegroting 2019 1.317,3 1.329,2 1.390,2 1.436,7 1.515,9 1.555,2
Toelichting:
Leerling- en studentenontwikkeling
In de begroting is de actuele raming van de leerlingen- en studentenaan-tallen, alsmede van de kaderrelevante uitgaven aan de studiefinanciering verwerkt. Uit de ramingen in 2018 blijkt dat zowel de leerlingen- en studentenaantallen als de uitgaven aan de studiefinanciering hoger uitvallen dan de in de OCW-begroting 2018 verwerkte aantallen.
Hierachter gaan verschillende bewegingen schuil, zoals bijvoorbeeld een stijging in de omzettingen van prestatiebeurs in gift. Dit hangt samen met het zogenaamde boeggolfeffect van de invoering van het Studievoor-schot; studenten die in 2013 vervroegd zijn ingestroomd om nog voor de basisbeurs in aanmerking te komen leiden nu tot extra uitstroom en omzettingen.
Specifieke dekking tegenvaller leerlingen- studentenontwikkeling en raming studiefinanciering
De tegenvaller op de leerlingen en studentontwikkeling en raming studiefinanciering wordt in 2019 gedekt door inzet van loon- en prijsbij-stelling tranche 2018 (€ 149 miljoen, deels door middel van een kasschuif), meevallers en bijstellingen (€ 25 miljoen, waaronder € 15 miljoen onderuitputting lerarenbeurs in 2018), een korting op de subsidie-regeling praktijkleren (€ 19 miljoen) en een lumpsumkorting hoger onderwijs (€ 19 miljoen).
Taakstelling OCW-brede problematiek
Om de begroting meerjarig sluitend te maken, is er vanaf 2020 een taakstelling op de OCW-begroting geplaatst.
Eindejaarsmarge
In 2017 zijn enkele budgetten niet volledig tot besteding gekomen. De eindejaarsmarge wordt ingezet voor overlopende verplichtingen die alsnog in 2018 tot betaling zijn gekomen en ter dekking van de tegenvaller op de leerlingen- en studentenontwikkeling en de raming van de
studiefinanciering.
Kasschuiven
Op diverse budgetten vinden kasschuiven plaats. Conform het Bestuurs-akkoord mbo 2018-2-22 is het resultaatafhankelijke budget van € 200 miljoen doorgeschoven van 2022 naar 2023. Ter optimalisatie van het kasritme van de staat wordt de verplichting aan de vervoersbedrijven voor de OV-studentenkaart in 2018 vooruitbetaald via een kasschuif.
Loon- en prijsbijstelling
De loon- en prijsbijstelling tranche 2018 is uitgekeerd aan de departe-menten. Zie het algemene deel van het verdiepingshoofdstuk voor de verdeling over de begrotingsartikelen.
Regeerakkoordmaatregelen
Er zijn diverse Regeerakkoordmiddelen aan de OCW-begroting toege-voegd. Een deel van de Regeerakkoordmiddelen was via nota’s van wijziging al aan de vorige begroting toegevoegd.
Bijdrage scholingsaftrek
Dit betreft een overboeking naar het Ministerie van Financiën. In 2019 blijft namelijk de fiscale scholingsaftrek nog behouden.
Niet kader-relevante mutaties
De raming voor studiefinanciering laat hogere niet-kaderrelevante uitgaven zien voor 2018 en verder, ten opzichte van de raming die in de OCW-begroting 2018 verwerkt is.
Daling STER-inkomsten
Er is sprake van een structureel dalende trend van de reclame-ontvangsten bij de landelijke publieke omroep.
Overige mutaties
Dit betreft desalderingen van uitgaven en ontvangsten en overboekingen van en naar andere departementen.
Rente studiefinanciering
De raming voor studiefinanciering laat lagere renteontvangsten zien dan de in de OCW-begroting 2018 verwerkte raming. Conform de begrotings-regels worden mutaties in de renteontvangsten generaal verwerkt.
Tabel 3 hieronder geeft een overzicht van alle intensiveringen op de OCW-begroting, sinds de start van het kabinet Rutte III en tabel 4 doet dat voor de ombuigingen. Tabel 5 geeft een saldo van tabel 3 en 4 weer.
In tabellen 6 t/m 8 worden de investeringen, ombuigingen en het saldo ervan uitgesplitst per sector weergegeven. Daarbij dient er rekening mee gehouden te worden dat een deel van de middelen per sector op
begrotingsartikel 95 (apparaatsuitgaven) belanden.
Tabel 3 Intensiveringen (Bedragen x € 1.000)
Art. 2018 2019 2020 2021 2022 2023
G32 Voor- en vroegschoolse
educatie 1 40.000 130.000 170.000 170.000 170.000 170.000
G33 Aanpak werkdruk primair onderwijs (incl. € 20 miljoen
kleine scholen) 1 108.000 257.000 257.000 257.000 257.000 257.000
G34 Modernisering CAO primair
onderwijs 1 270.000 270.000 270.000 270.000 270.000 270.000
G35 Kwaliteit technisch onderwijs
vmbo 3 40.000 70.000 120.000 120.000 100.000 100.000
G36 Fundamenteel onderzoek 16 95.000 155.000 200.000 200.000 200.000 200.000
G37 Toegepast onderzoek
innovatie 6, 16 25.000 38.000 50.000 50.000 50.000 50.000
G38 Onderzoeksinfrastructuur 16 45.000 55.000 0 0 0 0
G40 Cultuur (en historisch
democratisch bewustzijn) 14 25.000 48.270 52.145 52.120 51.120 51.160
G41 Nederlandse scholen in het
buitenland 1 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000
G42 Media/
onderzoeksjournalistiek 15 5.000 0 0 0 0 0
G43 Intensivering erfgoed en monumenten (met name
Nationaal Restauratiefonds) 14 98.500 101.400 60.000 25.000 0 0
G44 Aanpak laaggeletterdheid 4 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000
G45 Onderwijsachterstanden-beleid en aandacht voor
hoogbegaafde kinderen 1, 3 15.000 30.000 30.000 30.000 30.000 30.000
G47 Terugdraaien taakstelling
OCW 244.000 415.000 410.000 338.000 183.000 183.000
G48 Terugdraaien taakstelling
groen onderwijs diverse 0 9.000 13.000 14.000 13.000 12.000
G49 Halvering collegegeld eerstejaars HO (incl. Pabo voor 2 jaar en intensivering
profilerings-fondsen) 6, 7 70.000 165.000 165.000 170.000 170.000 175.000
Totaal 1.088.500 1.751.670 1.805.145 1.704.120 1.502.120 1.506.160
Tabel 4 Ombuigingen (Bedragen x € 1.000)
Art. 2018 2019 2020 2021 2022 2023
G46 Doelmatiger onderwijs diverse – 20.000 – 92.000 – 137.000 – 183.000 – 183.000 – 183.000
Korting regeling praktijkleren 4 – 19.452
Korting lumpsum ho 6, 7 – 19.452
Subsidieverlaging diverse – 34.261 0 0 0 0 0
Totaal – 54.261 – 130.904 – 137.000 – 183.000 – 183.000 – 183.000
Tabel 5 Saldo intensiveringen en ombuigingen (Bedragen x € 1.000)
Art. 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Intensiveringen diverse 1.088.500 1.751.670 1.805.145 1.704.120 1.502.120 1.506.160
Ombuigingen diverse – 54.261 – 130.904 – 137.000 – 183.000 – 183.000 – 183.000
Totaal 1.034.239 1.620.766 1.668.145 1.521.120 1.319.120 1.323.160
Tabel 6 Intensiveringen per sector (Bedragen x € 1.000)
Art. 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Primair onderwijs 1 431.000 676.500 716.500 716.500 716.500 716.500
Voortgezet onderwijs 3 45.000 87.106 138.575 138.826 118.405 118.001
Beroepsonderwijs en
volwasseneneducatie 4 5.000 6.993 7.834 7.989 7.672 7.387
Hoger beroepsonderwijs 6 65.602 134.188 138.914 141.393 139.868 141.516
Wetenschappelijk onderwijs 7 19.398 54.213 56.177 59.292 60.555 63.596
Cultuur 14 123.500 149.670 112.145 77.120 51.120 51.160
Media 15 5.000 0 0 0 0 0
Onderzoek en wetenschapsbeleid 16 150.000 228.000 225.000 225.000 225.000 225.000
Overig diverse 244.000 415.000 410.000 338.000 183.000 183.000
Totaal 1.088.500 1.751.670 1.805.145 1.704.120 1.502.120 1.506.160
Tabel 7 Ombuigingen per sector (Bedragen x € 1.000)
Art. 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Primair onderwijs 1 – 19.916 – 30.664 – 45.663 – 60.996 – 60.996 – 60.996
Voortgezet onderwijs 3 – 10.771 – 23.786 – 35.420 – 47.313 – 47.313 – 47.313
Beroepsonderwijs en
volwasseneneducatie 4 – 17.065 – 32.118 – 18.862 – 25.195 – 25.195 – 25.195
Hoger beroepsonderwijs 6 – 2.513 – 16.581 – 13.104 – 17.503 – 17.503 – 17.503
Wetenschappelijk onderwijs 7 – 3.354 – 24.800 – 19.551 – 26.116 – 26.116 – 26.116
Onderzoek en wetenschapsbeleid 16 – 642 – 2.955 – 4.400 – 5.877 – 5.877 – 5.877
Totaal – 54.261 – 130.904 – 137.000 – 183.000 – 183.000 – 183.000
Tabel 8 Saldo intensiveringen en ombuigingen per sector (Bedragen x € 1.000)
Art. 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Primair onderwijs 1 411.084 645.836 670.837 655.504 655.504 655.504
Voortgezet onderwijs 3 34.229 63.320 103.155 91.513 71.092 70.688
Beroepsonderwijs en
volwasseneneducatie 4 – 12.065 – 25.125 – 11.028 – 17.206 – 17.523 – 17.808
Hoger beroepsonderwijs 6 63.089 117.604 125.810 123.890 122.365 124.013
Wetenschappelijk onderwijs 7 16.044 29.413 36.626 33.176 34.439 37.480
Cultuur 14 123.500 149.670 112.145 77.120 51.120 51.160
Media 15 5.000 0 0 0 0 0
Onderzoek en wetenschapsbeleid 16 149.358 225.045 220.600 219.123 219.123 219.123
Overig diverse 244.000 415.000 410.000 338.000 183.000 183.000
Totaal 1.034.239 1.620.766 1.668.145 1.521.120 1.319.120 1.323.160
2.3 Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven