• No results found

4.13 Het belang van het slachtoffer tegen het belang van het verhaal

In document Was dit nou ethisch? (pagina 69-71)

Een element dat naar voren bleef komen is in hoeverre het belang van het verhaal mag opwegen tegen het belang van het slachtoffer. De meningen zijn hierover verdeeld. Sommige journalisten zeggen dat het verhaal altijd het hoogste belang heeft, de journalist is immers journalist en niet een vriend van het slachtoffer. Dit betekent niet dat je als journalist een slachtoffer mag kwetsen of schaden, maar het betekent wel dat je prioriteit bij het verhaal moet blijven.

Wouter Laumans (Telegraaf): Bij mij ligt m'n prioriteit altijd bij het verhaal. Tuurlijk, dat is mijn werk. Ik werk niet bij Slachtofferhulp.

Joy Leering: Nee, zeker waar. Wanneer is het dan misbruiken van een slachtoffer? Altijd?

Wouter Laumans (Telegraaf): Nee, helemaal niet, wanneer het slachtoffer zich er niet goed bij voelt. Joy Leering: En je wel door blijft gaan?

Wouter Laumans (Telegraaf): Ja. Joy Leering: Dan is het misbruiken.

Wouter Laumans (Telegraaf): Nou, wanneer het slachtoffer zich niet goed er bij voelt. Wanneer een slachtoffer het niet oké vindt. Kijk, ik heb weleens gehad dat een slachtoffer zei 'ik voel me er niet goed bij en die informatie heb je van mij', dan heb ik gezegd 'nou, ik ga toch door met het verhaal, maar alle informatie die ik van jou heb schrap ik eruit'. Fair is fair.

Saskia Belleman (Telegraaf): Nou ja mijn verhaal heeft natuurlijk wel altijd prioriteit, want ik ben journalist. Maar dat betekent niet dat je over lijken moet gaan en dat betekent niet dat je niet gewoon een mens bent dat rekening met mensen moet en mag houden met de mensen die je interviewt. Daar heb je ook een bepaalde verantwoordelijkheid voor, maar uiteindelijk is het natuurlijk wel zo dat je mensen benadert voor het verhaal en niet omdat je ze een therapiesessie aan wil bieden en dat weten zij ook. Ik ben een journalist en ik neem contact met ze op als journalist. En als ik ze vraag of ze een keer met mij willen praten dan is dat natuurlijk voor een verhaal, maar het is niet zo dat ik ze met een mes op de keel ga dwingen of ze mee willen werken.

Koen Scharrenberg (auteur): Eh... De prioriteit ligt bij het verhaal, maar wel genuanceerd. Het is niet belangrijker dan het wel en weten van het slachtoffer. Het is een afweging die je maakt. Maar dat zeg ik, misschien was ik wel niet zo'n goeie journalist daardoor, omdat ik te zacht was.

Joy Leering: Want jij vond jezelf soft? Koen Scharrenberg (auteur): Ja.

Joy Leering: En waarom dan? Was je niet kritisch genoeg?

Koen Scharrenberg (auteur): Nee, omdat ik misschien te makkelijk in de ogen van eindredacteuren en hoofdredacteuren meeging met het slachtoffer. Dat ze niet herkenbaar hoeven en je ze beschermt.

69 De journalisten die het belang van een artikel toelichten, geven ook aan dat ze alsnog veel afwegingen maken tussen een verhaal en een slachtoffer. De bescherming van een slachtoffer is tevens voor hen net zo belangrijk. Journalisten geven aan dat er soms eindredacteuren en leidinggevenden zijn die hen opjutten, maar belangrijk is volgens hen om niet onder de druk van het willen publiceren te bezwijken en het slachtoffer daarmee te benadelen, ongeacht of het verhaal een kans maakt een primeur te zijn.

Thomas Rueb (NRC): (…) Daar moet je het slachtoffer ook tegen beschermen, want het is jouw druk hè. De publicatiedruk is niet het probleem van het slachtoffer en dat wil nog ook wel eens vertroebelen dat je iemand zenuwachtig opbelt: ja nee maar het moet, ik moet nu publiceren. Moeten publiceren is nooit, dat is er niet, dat bestaat niet en dat vergeet je wel eens in de werkelijkheid van de cyclus van zo'n krant, maar er is niet zoiets als moeten publiceren.

Koen Scharrenberg (auteur): Ja, dat zijn echt valkuilen, want er ligt zoveel druk op je, om te komen met iets. De hoofdredacteuren zijn niet blij als jij terug komt met niks. Ik heb het weleens gehad dat ik bij een vrouw zat om te interviewen, ze wilde meewerken, maar het was vreselijk. Zij was zo instabiel, toen dacht ik 'zij weet niet waar ze nu in toestemt'. Dus toen heb ik dat afgeblazen. Daar was de redactie niet blij mee.

Elsbeth Stoker van de Volkskrant kent die druk van slachtofferverhalen willen maken minder dankzij de doelgroep van de krant.

Joy Leering: Je denkt niet in clicks of wat dan ook?

Elsbeth Stoker (Volkskrant): Nee, je krijgt achteraf wel te horen wat goed gelezen is, maar dat kunnen ook echt dingen zijn waar je niet van verwacht dat het goed gelezen wordt. De lezer, de Volkskrantlezer, die is ook best een nette lezer, die wil ook volgens mij helemaal niet dat wij heel schreeuwerig zijn of heel erg door de bocht vliegen, dan krijgen wij boze brieven. (…) We hebben echt een hele redelijke nette lezer, dat maakt ons werk ook makkelijker.

Journalisten leren ook van hun fouten. Veel journalisten die net beginnen of nog niet weten hoe ze met de spanning van het willen bereiken van een primeur om moeten gaan, lopen het gevaar dat ze verhalen maken die uit zijn op sensatie creëren. Het tegenovergestelde kan ook gebeuren: dat je al zo veel verhalen hebt gemaakt en het slachtoffer daarom niet meer zo ernstig of serieus neemt als je jaren ervoor waarschijnlijk wel zou hebben gedaan.

Saskia Belleman (Telegraaf): (…) Het is wel een continu dilemma waar je mee zit als verslaggever. Dat je duidelijk wil maken wat er gebeurd is en dat je toch ver weg wil blijven van de sensatiezucht. En die lijn is hartstikke dun. (…) Hier

had ik voor mezelf een lijn overschreden als feitelijk verslaggever. Ik bedoel, het2 was wel feitelijk, maar het voegde

eigenlijk niets toe aan het verslag. Het was niet zo dat dit heel relevant was voor mensen die het lezen om te weten hoe gruwelijk het was. En dan kom je in de sfeer van de sensatiezucht. En die grens wil ik niet overgaan. En die was ik naar mijn gevoel gepasseerd.

2 Saskia Belleman doelt hiermee op haar verslaggeving over de moord op Marianne Vaatstra, waar zij volgens zichzelf de moord te

70 Koen Scharrenberg (auteur): Ja, het is ook een soort afstomping. Bij mijn vijftigste moord- of liquidatie verhaal zit je er anders bij dan je eerste keer. Tuurlijk, je zit erbij met je verstand en zo, maar het raakt je minder dan de eerste keer. (…) Dat is niet goed. Je moet daar voortdurend alert op zijn. Het is voor mij maar één verhaal, maar voor mensen kan het hun hele leven veranderen.

Een aantal journalisten is van mening dat het belang van het slachtoffer altijd boven dat van het verhaal uitstijgt.

Willem Feenstra (Volkskrant): (…) Voor mij geldt wel boven alle dingen: ik ben journalist, maar ik ben ten eerste gewoon mens. Dus als iemand een nare ervaring heeft met ons, dan vind ik dat journalistiek niet ethisch, maar ook als mens kan ik dat niet aan mezelf verkopen. Dus dan zal het me echt een zorg zijn of een verhaal wel of niet in de krant staat.

Ingeborg van der Ven (freelancer): (…) Wij hebben meerdere malen gehad dat mensen op het allerlaatste moment uit een artikel wilden. Dat is echt heel erg kut, dus dan zat ik op donderdagavond hier met vrienden een borreltje te doen, de volgende ochtend zou het artikel online gaan. Deel twee in een drieluik dat onwijs goed is ontvangen met een deadline. (…) En iemand zegt dat ze is geschrokken van de reacties van vorige week en toch met collega's heeft gesproken en toch denkt dat er te veel details in staan dus dat ding moet eruit. Maar dan heb ik dat altijd meteen gevolgd. Oké, dan ga je eruit.

In document Was dit nou ethisch? (pagina 69-71)