• No results found

Om ideeën voor verbetering te verzamelen is dit thema bedacht. Waar is behoefte aan en hoe zou dit eventueel georganiseerd kunnen worden? Daar zijn verschillende uitspraken over gedaan.

Project

Uit het stuk hierboven zijn al een aantal behoeftes te halen die voor verbetering van het project zouden kunnen zorgen. Zo werd het anders inrichten van de evaluaties benoemd, maar ook het uitbreiden van beroepsoriëntatie, rolmodellen en het oudercontact. Er zou bijvoorbeeld een aparte workshop besteed kunnen worden aan beroepsoriëntatie volgens professional 1 en er zouden mogelijk mensen van buiten het project rolmodel kunnen zijn voor de jongeren volgens professional 2. Over het oudercontact wordt het volgende gezegd: ‘’om ook kort na die workshops eens te kijken of de ouders daar ook iets van mee krijgen’’ (Interview P1, regel 174)

Bij het vorige thema kwam naar voren dat er soms onderwerpen naar boven komen bij de jongeren waar de professional binnen de kaders van het project weinig mee kan. De professional heeft daarom de wens om samen te werken met lokale wijk- of jeugdteams. ‘’dat ze bijvoorbeeld ook misschien in de toekomst de rollen kunnen omdraaien van nou goed in de zin van als wij bepaalde jongeren zien die met bepaalde thema’s kampen, met problemen kampen dat we die bijvoorbeeld ook weer daar naartoe kunnen linken’’ (Interview P2, regel 61)

Wat opviel was dat professional 1 vooral benadrukte dat zij de fysieke kant van het project belangrijk vindt, terwijl professional 2 de behoefte uitspreekt om meer online te gaan inrichten. Deze wens komt deels voort uit de corona crisis, waarin het project eigenlijk stil is gelegd.

De professionals zouden ten slotte graag zien dat het project wordt uitgebreid. Dit willen ze doen door bijvoorbeeld de workshops ook op scholen te gaan geven. Het plan was er al om deze op de praktijkscholen te gaan geven, maar door het coronavirus moest dit afgelast worden.

Inhoud

Net als in het stuk over wat er nog mist, komt ook hier het stuk beroepsoriëntatie weer naar voren. Professional 1 geeft aan dat er nog te weinig wordt gedaan met dit onderwerp en spreekt de wens uit om hier meer mee te gaan doen. Zo ziet zij dit voor zich:

‘’Dan zou ik toch het stukje beroepsoriëntatie, omdat in die leeftijd zijn jongeren vaak wel bezig met wat wil ik? Ze komen zoals ik al zei, ze komen ook meestal uit gezinnen die ehh in een

uitkeringssituatie zitten of lage inkomens. En dan is de vraag van hé hoe zien hun hun toekomst? Ehh willen zij meer inkomen genereren in de toekomst? Hoe zien ze dat voor zich? Welk beroep past bij hun? Dus dat zij nadenken over ehh hè wat zij dan later te bieden hebben. Dat is niet hetzelfde, want ik zie toch gezinnen dan zijn de ouders in een uitkering, maar dan raken de kinderen ook in een uitkering. En dan krijg je zo’n soort vicieuze cirkel. Generatie op generatie die in een uitkering leeft, of generatie op generatie die een laag inkomen heeft. Daar is op zich niets mis mee, niet dat dat fout is. Maar we willen dat de jongeren daar wel over nadenken zelf.’’ (Interview P1, regel 127)

Jongere 2 werd bijna achttien op het moment dat hij deelnam aan het project Bûsebaas. In het interview gaf hij aan dat er weinig informatie werd gegeven over de overgang naar achttien jaar en wat daarbij kwam kijken. In het interview kwam de behoefte naar voren dat hij een kleine overview wel prettig had gevonden, zodat hij toch wat meer voorbereid was op wat erbij komt kijken en waar je op moet letten (Interview J2, regel 75).

Jongere 3 vond het politiebezoek zo leuk, dat hij in het interview aangeeft dat Bûsebaas dit vaker zou moeten doen. Dit bedoelt hij dan niet als beroepsoriëntatie, maar meer voor de verbinding tussen de jongeren en de politieagenten. Hij geeft aan dat de politie vooroordelen heeft over de jongeren, maar dat dit andersom ook gebeurt. Door het werk van de politie met eigen ogen te ervaren denkt hij dat de beeldvorming zal veranderen van beide partijen.

Aansluiting

Er kwamen twee onderwerpen sterk naar voren, namelijk het bereik van de jongeren en de workshops anders inrichten. Jongere 2 heeft met zijn sales werk achtergrond meerdere ideeën geopperd om meer jongeren te gaan bereiken voor Bûsebaas. Hij vindt namelijk dat dit bereik groter kan. Instagram zou volgens de jongere ingezet kunnen worden als een soort campagne, waarbij de jongeren zichzelf zouden kunnen aanmelden. De jongere geeft aan dat jongeren sneller ergens op af gaan als ze al iemand kennen, als er vertrouwen is. Om deze reden lijkt het hem een goed idee om bij zo’n aanmelding een keer naar de jongere te bellen, om vast kennis te maken en nadere toelichting te geven op wat het project doet. Hierbij vindt de jongere het belangrijk dat het allemaal persoonlijk, laagdrempelig en vrijblijvend blijft (Interview J2, regel 83)

Professional 2 is vooral aan het nadenken over de workshops, hoe hij hiermee zo goed mogelijk kan aansluiten op de jongeren. Na het project kreeg hij terug van de deelnemers dat de momenten waarop de workshops werden gegeven niet altijd even handig waren, wegens sport of werk. Om deze reden denkt hij erover na om sommige workshops samen te gaan voegen, waardoor hij minder vaak samen met de jongeren een afspraak moet plannen waar iedereen bij kan zijn. Daarnaast heeft de professional de behoefte om meer online in te richten. Het project ligt namelijk stil in de corona crisis. ‘’Denk ik dat er ook heel veel online te halen valt. Want dat is gewoon de leefwereld van jongeren ehh dat we iets ontwikkelen ehh binnen het project ehh waarin je dus ook met deze thema’s aan de slag gaat’’, aldus professional 2 (Interview P2, regel 73). Volgens de presentiebenadering heeft de professional contact met de cliënt in de leefwereld van de cliënt (Omlo, 2017), in het geval van de jongere is dit dan ook de onlinewereld. Ook in tijden als de corona crisis hoeft het project niet

volledig stil te liggen. Eén van de jongeren gaf tijdens het interview aan zijn vragen over financiën eerst online te zoeken, voor hij het aan zijn familie vraagt bijvoorbeeld. Dit geeft mogelijk aan dat het ontwikkelen van een online gedeelte ook een behoefte is vanuit de jongeren zelf.

GERELATEERDE DOCUMENTEN