7.1 Ontwikkelingen
Mensen hebben recht op een remigratie-uitkering als ze:
• Terugverhuizen naar hun geboorteland;
• 18 jaar of ouder waren toen ze in Nederland kwamen wonen;
• 55 jaar of ouder zijn;
• minimaal acht jaar legaal in Nederland wonen;
• al minstens één jaar een Nederlandse uitkering krijgen.
Een remigratievoorziening is een periodieke uitkering, vermeerderd met de eventuele premie zorgverzekeringswet of de tegemoetkoming ziektekosten. Vanaf 1 juli 2014 kunnen er geen aanvragen meer gedaan worden voor de basisvoorziening. In deze raming is rekening gehouden met de verhoging van de AOW-leeftijd.
7.2 Uitkeringslasten Remigratiewet in 2020
In 2020 zijn 184 aanvragen in behandeling genomen. In 2020 zijn 101 remigratievoorzieningen toegekend. Het overgrote deel van de toegekende remigratievoorzieningen heeft betrekking op aanvragen uit voorgaande jaren.
De hoogte van de remigratievoorziening is afhankelijk van het bestemmingsland en de gezinssituatie (gehuwd of alleenstaand). De voorziening komt tot uitbetaling vanaf het moment van vertrek. Na toekenning heeft de remigrant in principe een halfjaar de tijd om te vertrekken. Dit kan verlengd worden met anderhalf jaar. Op de periodieke remigratie-uitkering, worden samenlopende uitkeringen in het kader van de WIA (en de inmiddels afgeschafte WAO/WAZ), Wajong, AOW, Anw en Toeslagenwet in mindering gebracht. Klanten waarvan de samenlopende uitkering hoger is dan de periodieke uitkering zijn de zogenaamde nihil-gerechtigden. In dat geval wordt de periodieke uitkering, op de tegemoetkoming ziektekosten na, volledig gekort.
Bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd ontvangen vrijwel alle remigranten een AOW-pensioen. Als dit pensioen hoger is dan de remigratie-uitkering, dan wordt deze omgezet naar een nihil-uitkering.
In 2020 waren er ruim 13.600 klanten met recht op een remigratie-uitkering. Hiervan hadden ruim 5.200 klanten een volledige uitkering, bijna 1.600 klanten een gekorte uitkering en ruim 6.800 klanten een nihil-uitkering.
Het aantal aanvragen en toekenningen en de opbouw naar samenloop voor 2020 staat in Tabel 7.1.
Tabel 7.1 Vergelijking aantal aanvragen en toekenningen realisatie 2020 met realisatie 2019 en prognose 2020
Omschrijving Realisatie 2019 Prognose 2020 Realisatie 2020
Aanvragen in behandeling genomen 291 280 184
Toekenningen 138 140 101
Tabel 7.2 Vergelijking aantal klanten ultimo jaar naar samenloop realisatie 2020 met realisatie 2019 en prognose 2020
Omschrijving Realisatie 2019 Prognose 2020 Realisatie 2020
Volledige uitkeringen 5.436 5.330 5.234
Gekorte uitkeringen 1.543 1.500 1.573
Subtotaal Klanten exclusief nihil 6.979 6.830 6.807
Nihiluitkeringen 6.909 6.790 6.810
Klanten inclusief nihil 13.888 13.620 13.617
Het aantal gerechtigden exclusief nihil was in 2020 iets lager dan de prognose. Er waren iets meer nihil-gerechtigden dan geraamd.
Bij de ramingen van de remigratievoorzieningen wordt onderscheid naar vertrekdatum gemaakt. In tegenstelling tot remigranten die voor 1 april 2000 vertrokken zijn, wordt voor remigranten die vertrokken zijn vanaf 1 april 2000 de periodieke uitkering jaarlijks geïndexeerd en is de remigrant verdragsgerechtigde voor de Zorgverzekeringswet of ontvangt een tegemoetkoming ziektekosten.
Vaak is een zorgverzekering in het bestemmingsland niet mogelijk, zodat veel remigranten een tegemoetkoming ziektekosten ontvangen.
Tabel 7.3 Vergelijking gemiddeld aantal klanten excl. nihil naar vertrekdatum realisatie 2020 met realisatie 2019 en prognose 2020
Omschrijving Realisatie
2019 Prognose
2020 Realisatie 2020
Vertrokken vóór 1-4-2000, Gemiddeld aantal klanten 591 570 558
Vertrokken vóór 1-4-2000, Gemiddelde maanduitkering (in euro’s) 246 252 253 Vertrokken vóór 1-4-2000, Uitkeringslasten (in miljoenen euro’s) 1,7 1,7 1,7
Vertrokken na 1-4-2000, Gemiddeld aantal klanten 6.454 6.340 6.335
Vertrokken na 1-4-2000, Gemiddelde maanduitkering (in euro’s) 497 502 497 Vertrokken na 1-4-2000, Uitkeringslasten (in miljoenen euro’s) 38,5 38,2 37,8
Vertrokken na 1-4-2000 nihil met ziektekosten, Gemiddeld aantal klanten 1.518 1.580 1.586 Vertrokken na 1-4-2000 nihil met ziektekosten,
Gemiddelde tegemoetkoming ziektekosten (in euro’s per maand) 64 79 70
Vertrokken na 1-4-2000 nihil met ziektekosten,
Uitkeringslasten (in miljoenen euro’s) 1,2 1,5 1,3
Totaal Uitkeringslasten (in miljoenen euro’s) 41,4 41,4 40,8
In 2020 werd € 39,5 miljoen uitgekeerd aan remigratievoorzieningen en € 1,3 miljoen aan tegemoetkoming ziektekosten voor nihil-gerechtigden, totaal € 40,8 miljoen. De gerealiseerde uitkeringslasten voor remigratievoorzieningen zijn daarmee lager dan de prognose uit juni 2020. Vooral het aantal gerechtigden met een volledige remigratievoorziening is lager dan geraamd. Dit werkt relatief sterk door in de prognose. De uitkeringslasten zijn iets gedaald ten opzichte van de realisatie 2019. De uitkeringslasten voor tegemoetkoming ziektekosten zijn iets lager dan begroot. De verschillen zitten vooral in de gemiddelde uitgekeerde maandelijkse bedragen.
7.3 Raming uitkeringen remigratievoorziening 2021 tot en met 2027
Het aantal toekenningen is in 2020 gedaald ten opzichte van 2019. Ook was de uitstroom van gerechtigden uit de Remigratiewet in 2020 hoger. Hierdoor wordt de huidige raming van het aantal gerechtigden lager dan de vorige raming. Voor de jaren 2020 tot en met 2026 gaan we uit van een daling van ruim 300 gerechtigden per jaar. Deze raming is gebaseerd op de realisaties en op de emigratieprognose van het CBS en houdt rekening met verhoging van de minimumleeftijd en beperkingen voor remigratie naar EU-landen tot mensen die zich al voor de toetredingsdatum van dat EU-land in Nederland gevestigd hebben. De daling is relatief het grootst onder gerechtigden die vertrokken zijn voor 1 april 2000.
Mensen kunnen tot en met 2024 een aanvraag indienen voor de Remigratiewet. De aanvragen en toekenningen worden geteld op het moment dat de remigrant vertrekt. Dit kan tot twee jaar na de toekenning. Vanaf 2027 zijn er dus geen toekenningen meer.
Tabel 7.4 Toekenningen realisatie 2020 en raming 2021 t/m 2027
Omschrijving 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027
Aanvragen 184 270 270 290 310 320 320 0
Toekenningen 101 130 130 140 160 170 180 0
Tabel 7.5 Aantal klanten naar samenloop realisatie ultimo 2020 en raming ultimo 2021 t/m 2027
Soort uitkering 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027
Voor remigranten die vertrokken zijn vanaf 1 april 2000 wordt de periodieke uitkering jaarlijks geïndexeerd en is de remigrant verdragsgerechtigd voor de Zorgverzekeringswet of ontvangt een tegemoetkoming ziektekosten. Voor remigranten die vóór april 2000 vertrokken, zijn de uitkeringen niet geïndexeerd en bestaat er geen recht op een tegemoetkoming ziektekosten. Omdat het zorgpakket per verdragsland sterk verschilt, zijn de premies gedifferentieerd op basis van de kosten van het zorgpakket in het woonland. Bij verdragsgerechtigden voor de Zorgverzekeringswet (remigranten met een samenlopende uitkering) zijn de zorgkosten daardoor lager. Deze verdragsgerechtigden konden ook aanspraak maken op zorgtoeslag. De zorgtoeslag is naar rato van de gedifferentieerde premie. Voor de indexering van de uitkeringsbedragen gaan we, conform de Remigratiewet, uit van de helft van de indexering van de bijstandsnorm.
In Tabel 7.6 staan de aantallen en de bedragen voor de remigratievoorziening, de uitkeringslasten zijn in constante prijzen 2020. In de komende jaren wordt een geleidelijke daling van de uitkeringslasten verwacht tot € 33,6 miljoen in 2027. De raming van de uitkeringslasten voor de remigratievoorziening ligt lager dan in de begroting uit juni 2020 werd geraamd. Dit komt door de hier boven beschreven lagere instroom en hogere uitstroom. In Tabel 7.7 staan de bedragen en uitkeringslasten in lopende prijzen.
Tabel 7.6 Realisatie 2020 en raming 2021 t/m 2027 in constante prijzen 2020 Vertrokken na 1-4-2000, Gemiddeld aantal
klanten 6.335 6.200 6.060 5.930 5.770 5.580 5.420 5.180
ziektekosten, Gemiddeld aantal klanten 1.586 1.650 1.700 1.750 1.830 1.930 2.020 2.100 Vertrokken na 1-4-2000 nihil met
Tabel 7.7 Realisatie 2020 en raming 2021 t/m 2027 in lopende prijzen
Omschrijving 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 Vertrokken na 1-4-2000, Gemiddeld aantal
klanten 6.335 6.200 6.060 5.930 5.770 5.580 5.420 5.180
ziektekosten, Gemiddeld aantal klanten 1.586 1.650 1.700 1.750 1.830 1.930 2.020 2.100 Vertrokken na 1-4-2000 nihil met
In Tabel 7.8 staan de uitkeringslasten met de uitvoeringskosten:
Tabel 7.8 Raming 2021 en 2022 in lopende prijzen (in miljoenen euro’s)
Omschrijving 2021 2022
Uitkeringslasten remigratievoorziening 40,3 39,5
Uitvoeringskosten 1,8 1,8
Totaal 42,1 41,3
Bijlagen Bedragen
Bijlage 1: Bedragen AOW in euro’s naar ingangsdatum
6Soort recht 1-1-2021 1-7-2021 1-1-2022 1-7-2022
Bruto referentieminimumloon AOW 1.684,80 1.696,20 1.705,20 1.714,20
- loonheffing -151,50 -154,83 -150,67 -154,00
Netto referentieminimumloon AOW 1.533,30 1.541,37 1.554,53 1.560,20
Bruto gehuwdenpensioen 857,63 862,89 870,44 874,33
- zorgverzekeringspremie -49,31 -49,62 -50,92 -51,15
- loonheffing 0,00 0,00 0,00 0,00
Netto gehuwden pensioen 808,32 813,27 819,52 823,18
Bruto alleenstaandenpensioen 1.266,46 1.273,35 1.285,01 1.290,11
- zorgverzekeringspremie -72,82 -73,22 -75,17 -75,47
- loonheffing 0,00 0,00 0,00 0,00
Netto alleenstaandenpensioen 1.193,64 1.200,13 1.209,84 1.214,64 Bruto vakantietoeslag minimumloon 134,79 135,70 136,42 137,14
- loonheffing -57,67 -60,84 -58,83 -59,83
Netto vakantietoeslag minimumloon 77,12 74,86 77,59 77,31
Bruto vakantietoeslag gehuwden 51,37 49,88 51,75 51,57
- zorgverzekeringspremie -2,95 -2,87 -3,03 -3,02
- loonheffing 0,00 0,00 0,00 0,00
Netto vakantietoeslag gehuwden 48,42 47,01 48,72 48,55
Bruto vakantietoeslag alleenstaanden 71,93 69,81 72,44 72,18
- zorgverzekeringspremie -4,14 -4,01 -4,24 -4,22
- loonheffing 0,00 0,00 0,00 0,00
Netto vakantietoeslag alleenstaanden 67,79 65,80 68,20 67,96
6 De uitgangspunten voor de bruto-netto-trajecten staan in hoofdstuk 1. De brutobedragen in de tabel kunnen afwijken van de wettelijk vastgestelde bedragen.
Bijlage 2: Bedragen Anw in euro’s naar ingangsdatum
7Soort recht 1-1-2021 1-7-2021 1-1-2022 1-7-2022
Bruto referentieminimumloon Anw 1.684,80 1.696,20 1.705,20 1.714,20
- loonheffing -226,83 -234,58 -236,17 -244,00
Netto referentieminimumloon Anw 1.457,97 1.461,62 1.469,03 1.470,20 Bruto nabestaandenuitkering 1.244,91 1.249,13 1.250,40 1.252,89
- loonheffing -224,33 -226,00 -222,08 -223,75
Netto nabestaandenuitkering 1.020,58 1.023,13 1.028,32 1.029,14 Bruto nabestaandenuitkering verzorging of kostendeler 781,32 784,81 784,77 785,35
- loonheffing -52,33 -54,00 -50,25 -50,25
Netto nabestaandenuitkering verzorging of kostendeler 728,99 730,81 734,52 735,10 Bruto inkomensonafhankelijke nabestaandenuitkering 505,44 508,86 511,56 514,26
- loonheffing 0,00 0,00 0,00 0,00
Netto inkomensonafhankelijke nabestaandenuitkering 505,44 508,86 511,56 514,26 Bruto vakantietoeslag minimumloon 134,79 135,70 136,42 137,14
- loonheffing -56,42 -59,25 -57,50 -58,25
Netto vakantietoeslag minimumloon 78,37 76,45 78,92 78,89 Bruto vakantietoeslag nabestaanden 87,21 85,08 87,79 87,75
- loonheffing 0,00 0,00 0,00 0,00
Netto vakantietoeslag nabestaanden 87,21 85,08 87,79 87,75 Bruto vakantietoeslag verzorgingsrelatie of kostendeler 62,30 60,78 62,71 62,69
- loonheffing 0,00 0,00 0,00 0,00
Netto vakantietoeslag verzorgingsrelatie of kostendeler 62,30 60,78 62,71 62,69 Bruto inkomensonafhankelijke vakantietoeslag 40,44 40,71 40,93 41,14
- loonheffing 0,00 0,00 0,00 0,00
Netto inkomensonafhankelijke vakantietoeslag 40,44 40,71 40,93 41,14
Bijlage 3: Bedragen AKW in euro’s naar ingangsdatum
Leeftijdsklasse 1-1-2021 1-7-2021 1-1-2022 1-7-2022
0-5 jaar 223,37 224,17 224,33 227,36
6-11 jaar 271,24 272,21 272,40 276,08
12-17 jaar 319,10 320,25 320,47 324,80
Bijlage 4: Bijstandsnormen AIO in euro’s naar ingangsdatum
8Soort recht 1-1-2021 1-7-2021 1-1-2022 1-7-2022
Netto uitkering Alleenstaande 1.136,17 1.137,79 1.143,58 1.144,33 Netto uitkering Gehuwden 1.539,70 1.540,88 1.548,64 1.549,72 Netto vakantietoeslag Alleenstaande 59,80 59,88 60,19 60,23
Netto vakantietoeslag Gehuwden 81,04 81,10 81,50 81,56
Netto uitkering incl. vakantietoeslag Alleenstaande 1.195,97 1.197,67 1.203,77 1.204,56 Netto uitkering incl. vakantietoeslag Gehuwden 1.620,74 1.621,98 1.630,14 1.631,28
8 De uitgangspunten voor de bruto-netto-trajecten staan in hoofdstuk 1. De nettobedragen in de tabel kunnen afwijken van de wettelijk vastgestelde bedragen.
Bijlagen Volumina
Bijlage 5: Volumina AOW (Omgerekend naar volledig pensioen in uitkeringsjaren)
Soort recht Gemiddelde 2020 Gemiddelde 2021 Gemiddelde 2022
Gehuwd zonder toeslag 1.976.824 2.028.000 2.040.874
Gehuwd met toeslag 43.653 32.193 25.198
Ongehuwd 1.164.686 1.194.872 1.217.467
Totaal 3.185.163 3.255.065 3.283.540
Bijlage 6: Volumina Anw (Omgerekend naar volledige uitkering in uitkeringsjaren)
Soort recht Gemiddelde 2020 Gemiddelde 2021 Gemiddelde 2022
Nabestaanden vóór 1-7-1996 zonder kind 4.498 3.591 2.952
Nabestaanden vóór 1-7-1996 met kostendeler 657 519 408
Nabestaanden vanaf 1-7-1996 zonder kind 8.254 7.879 7.925
Nabestaanden vanaf 1-7-1996 met kostendeler
zonder kind 1.538 1.483 1.448
Nabestaanden vanaf 1-7-1996 met kind 5.899 5.630 5.440
Nabestaanden vanaf 1-7-1996 met kostendeler
met kind 616 602 587
Wezen 922 884 852
Totaal 22.383 20.589 19.613
Bijlage 7: Volumina AKW (Aantal telkinderen)
Leeftijdsklasse Gemiddelde 2020 Gemiddelde 2021 Gemiddelde 2022
0 t/m 5 jaar 1.036.473 1.026.615 1.018.776
6 t/m 11 jaar 1.121.725 1.111.929 1.101.121
12 t/m 17 jaar 1.183.410 1.173.966 1.166.638
Totaal 3.341.608 3.312.509 3.286.535
Bijlage 8: Volumina AIO (Aantal huishoudens)
Totaal Ultimo 2020 Ultimo 2021 Ultimo 2022
Totaal 50.930 54.241 57.300