• No results found

6.7. Gevolgen van het onderzoek

7.3.4. Begroting onderzoek

De gemeenteraad schatte, op aangeven van de raadsgriffier, de kosten voor de lokale enquête in op € 80.000.521 Die schatting was gebaseerd op informatie van

513 Artikel 2, vierde lid Verordening regelende het onderzoek door de raad; Artikel 3 Verordening rege-

lende het onderzoek door de raad.

514 Artikel 4 Verordening regelende het onderzoek door de raad; Artikel 6, tweede lid Verordening rege-

lende het onderzoek door de raad; Artikel 7 Verordening regelende het onderzoek door de raad.

515 Artikel 11 Verordening regelende het onderzoek door de raad; Artikel 9 Verordening regelende het

onderzoek door de raad.

516 Artikel 10 Verordening regelende het onderzoek door de raad. 517 Interview respondent 2; Interview respondent 5.

518 Interview respondent 1; Interview respondent 2. 519 Plan van Aanpak.

520 Communicatieprotocol.

de rekenkamer en op informatie van andere gemeenten die eerder een lokale enquête hadden gehouden, zoals de gemeente Apeldoorn.522 Op de gemeente-

begroting was geen geld gereserveerd voor het doen van onderzoek. Ook het raadsbudget en het griffiebudget waren niet toereikend.523 Het budget moest

daarom uit de Algemene egalisatiereserve (AER) worden gehaald. De AER is onderdeel van het weerstandsvermogen. Met het weerstandsvermogen wor- den financiële tegenvallers en risico’s opgevangen. Het was het college dat fei- telijk de zeggenschap had over de AER. De gemeenteraad mocht van het col- lege normaliter geen budget halen uit de AER. Dit leidde tot de curieuze situatie dat het college toestemming moest geven voor het financieel mogelijk maken van de lokale enquête.524 Het college stelde uiteindelijk de door de ge-

meenteraad gevraagde € 80.000 beschikbaar vanuit de AER.525

Bij de begroting van de kosten van de lokale enquête werd een onderscheid gemaakt tussen externe en interne kosten.526 Onder de externe kosten vielen: de

uitbesteding van het onderzoek (€ 30.000), eventuele training van commissiele- den (€ 2.000) en communicatie en publicatie (€ 10.000). Onder de interne kosten vielen de werk- en vergaderkosten (€ 15.000).527 Daarnaast vielen de bruto per-

soneelskosten ter vervanging van griffiemedewerkers (€ 20.000) eronder, omdat griffiemedewerkers de ondersteuning van het onderzoek niet naast hun gewo- ne werk konden doen.528 De laatste begrotingspost betrof de post voor onvoor-

ziene kosten (€ 3.000).529

niet worden geraamd en de kosten voor de training soms open worden gelaten; 4 april 2012: concept raadsbesluiten bij vergadering van de voorbereidingscommissie; 25 april 2012: raadsbesluit; Interview respondent 8.

522 Interview respondent 2; Interview respondent 5, Interview respondent 7; Interview respondent 8. 523 Interview respondent 8, Interview respondent 5, 4 april 2012: Email aan raadsgriffier; 11 april 2012:

concept raadsvoorstel als bijlage bij vergadering presidium, Interview respondent 7.

524 Interview respondent 7; Interview respondent 8; Interview respondent 9.

525 4 april 2012: Email aan raadsgriffier; 11 april 2012: concept raadsvoorstel als bijlage bij vergadering

presidium; Interview respondent 5; Begroting van de gemeente Groningen van 2012; Kadernota weerstandsvermogen en risicomanagement 2016.

526 28 maart 2012 in eerste opzet plan van aanpak bij vergadering voorbereidingscommissie (opgesteld

door raadsgriffier).

527 28 maart 2012 in eerste opzet plan van aanpak bij vergadering voorbereidingscommissie (opgesteld

door raadsgriffier).

528 28 maart 2012 in eerste opzet plan van aanpak bij vergadering voorbereidingscommissie (opgesteld

door raadsgriffier); Interview met respondent 2; Interview respondent 8.

529 28 maart 2012 in eerste opzet plan van aanpak bij vergadering voorbereidingscommissie (opgesteld

De personele kosten voor de leden van de voorbereidings- en enquêtecommis- sie werden niet begroot, omdat de gemeenteraad vond dat het doen van onder- zoek onderdeel was van het raadslidmaatschap.530 De begroting werd niet ver-

der gespecificeerd dan deze omschrijving.531 De gemeenteraad legde bewust het

budget niet té vast, omdat de enquêtecommissie dan tijdens het onderzoek niet terug hoefde naar de gemeenteraad.532 Gaandeweg het onderzoek vielen de kos-

ten voor de externe ondersteuning hoger uit dan verwacht.533

De hoogte van de kosten van de lokale enquête had veel invloed op de keuze of een lokale enquêtes zou worden gehouden. Alle respondenten gaven aan dat € 80.000 te verantwoorden was.534 De kosten waren daarom ook geen onderwerp

van debat.535 Dit was volgens de respondenten anders geweest wanneer het on-

derzoek € 200.000 had moeten kosten. In dat geval was waarschijnlijk geen loka- le enquête gehouden. 536

7.3.5. De enquêtecommissie

De enquêtecommissie werd ingesteld door de gemeenteraad op 25 april 2011. De enquêtecommissie bestond uit een oneven aantal leden, zoals de verorde- ning voorschreef.537 De gemeenteraad wilde om twee redenen dat de enquête-

commissie een afspiegeling was van de gemeenteraad.538 Ten eerste zou een en-

530 Interview met respondent 2; Interview respondent 8.

531 28 maart 2012 in eerste opzet plan van aanpak bij vergadering voorbereidingscommissie (opgesteld

door raadsgriffier); 4 april 2012: document bij vergadering van de voorbereidingscommissie dd. 4 april 2012; 11 april 2012: concept raadsvoorstel; plan van aanpak vierde aanzet in de vergadering pre- sidium; Interview respondent 5.

532 Interview respondent 5.

533 16 mei 2012: offerte onderzoeksbureau; 30 juli 2012: Plan van aanpak openbare verhoren door onder-

zoeksbureau; 21 november 21012: aanvullend meerwerk; In de offerte van het onderzoeksbureau wordt een bedrag genoemd van € 34.100, dat wordt later verhoogd met € 29.100, voor de openbare verhoren en € 6871 aan meerwerk, zijnde de memo informatievoorziening door het college, het opstel- len protocol openbare verhoren, aanvullend informatieverzoek en de memo aanvulling verklaring onder ede; Interview respondent 8.

534 Interview respondent 5; Interview respondent 7; Interview respondent 8. 535 Interview respondent 5; Interview respondent 8.

536 Interview respondent 5; Interview respondent 7; Interview respondent 8

537 28 maart 2012 in eerste opzet Plan van Aanpak bij vergadering voorbereidingscommissie (opgesteld

door raadsgriffier); 25 april 2012: Verslag onderzoekscommissie O2G2; Interview respondent 4; Inter- view respondent 5; Interview respondent 8.

538 Lopende het onderzoek gingen twee commissieleden weg die niet werden vervangen. Het grootste

gedeelte van het onderzoek is uitgevoerd met een commissie bestaande uit vier leden. De vertrekken- de leden werden niet vervangen vanwege de informatieachterstand die de nieuwe leden zouden heb- ben; Interview respondent 1; Interview respondent 4; Interview respondent 7; Interview respondent 8;

quêtecommissie met een té grote coalitie- of oppositievertegenwoordiging niet werken, omdat het onderzoek dan te veel politiek gestuurd zou worden. Ten tweede zou een enquêtecommissie die een afspiegeling was van de gemeente- raad meer draagvlak kunnen creëren voor de uitkomsten van het onderzoek. 539

Bij het samenstellen van de enquêtecommissie werd het door alle raadsfracties vanzelfsprekend gevonden dat een lid van de politieke partij die de motie voor het houden van een onderzoek had ingediend, ook zou deelnemen aan de en- quêtecommissie. Kennelijk werd niet gevreesd voor de invloed van de politieke belangen die de indienende partij van de motie bij de lokale enquête had.540

Daarnaast spraken de fracties, in eerste instantie onderling, af dat raadsleden die in de onderwijscommissie zaten of woordvoerder voor hun fractie waren geweest op het dossier, niet zouden deelnemen aan de enquêtecommissie. Ook fractievoorzitters mochten niet deelnemen aan de enquêtecommissie, omdat zij vanuit hun politieke rol vaak betrokken waren geweest bij de verzelfstandi- ging.541 De PvdA zou niet deel mogen nemen aan de enquêtecommissie, omdat

hun wethouder onder vuur lag. De gemeenteraad wilde, in het kader van objec- tiviteit, voorkomen dat raadsleden onderzoek moesten doen naar het handelen van hun eigen wethouder.542 Daarnaast golden criteria die te maken hebben met

(onderzoeks)kwaliteit en bestuurlijke ervaring. 543

Ondanks de eerder gemaakte afspraken nam de PvdA de leiding over het sa- menstellen van de enquêtecommissie.De PvdA bereidde de samenstelling met de andere grotere partijen voor. 544 Bij het benoemen van raadsleden in de enquê-

tecommissie ging het om de vraag welke raadsleden het vertrouwen van de ge- meenteraad hadden en tijd hadden om aan de enquêtecommissie deel te ne- men.545 Volgens een voormalig commissielid waren de politieke belangen die

539 Interview respondent 2; Interview respondent 5; Interview respondent 7; Interview respondent 8. 540 Interview respondent 5; Interview respondent 7.

541 Notitie van lid aan voorbereidingscommissie vergadering 21 maart 2012; Notitie van lid aan voorbe-

reidingscommissie vergadering 21 maart 2012; 28 maart 2012 in eerste opzet Plan van Aanpak bij ver- gadering voorbereidingscommissie (opgesteld door raadsgriffier); 4 april 2012: concept raadsvoorstel bij agenda vergadering voorbereidingscommissie; Interview respondent 1; Interview respondent 2; Interview respondent 5; Interview respondent 7.

542 Interview respondent 7.

543 Notitie van lid aan voorbereidingscommissie vergadering 21 maart 2012; Notitie van lid aan voorbe-

reidingscommissie vergadering 21 maart 2012; 28 maart 2012 in eerste opzet Plan van Aanpak bij ver- gadering voorbereidingscommissie (opgesteld door raadsgriffier); 4 april 2012: concept raadsvoorstel bij agenda vergadering voorbereidingscommissie; Interview respondent 7.

544 Interview respondent 5; Interview respondent 7; Interview respondent 8; Interview respondent 9. 545 Interview respondent 5; Interview respondent 8.

speelden bij een benoeming belangrijker dan de capaciteiten en kwaliteiten van de raadsleden.546 Dat van de afspraken werd afgeweken blijkt ook uit het feit dat

een fractievoorzitter als commissielid werd benoemd, net als een raadslid dat vervangend woordvoerder was geweest tijdens de verzelfstandiging.547 Boven-

dien werd een PvdA-raadslid benoemd als lid van de enquêtecommissie. De en- quêtecommissie bestond uiteindelijk uit vijf raadsleden, allen afkomstig van gro- tere fracties. Kleinere fracties hadden niet de mogelijkheid om het werk op te vangen, van een raadslid dat deel zou nemen aan een enquêtecommissie, en konden daardoor geen raadsleden leveren.548 De voorzitter was afkomstig uit de

SP-fractie, die het initiatief had genomen het houden van een lokale enquête voor te stellen.

Tijdens het onderzoek gingen twee commissieleden weg.549 De vertrekkende le-

den werden niet vervangen, omdat de nieuwe leden een te grote informatieach- terstand zouden hebben.550

7.3.6. De onderzoeksvraag

De raadsfracties onderhandelden met elkaar over de formulering van de onder- zoeksvraag en overlegden over elk detail.551 Alle fracties probeerden, volgens

een voormalig raadslid, de onderzoeksvraag zo te formuleren dat de uitkom- sten voor hun partij de minste gevolgen zouden hebben.552 De voorbereidings-

commissie formuleerde uiteindelijk de definitieve onderzoekdoelstelling.553 De

onderzoeksdoelstelling werd bewust ruim geformuleerd, omdat die dan de goedkeuring kon krijgen van alle fracties en om de enquêtecommissie de ruimte te geven de onderzoeksvraag verder uit te werken.554 De onderzoeksvraag luid-

de: ‘Wat zijn de oorzaken die er in het proces van verzelfstandiging, zowel vóór als ná het moment van verzelfstandiging van het openbaar onderwijs in Gro- ningen, toe geleid hebben dat besluiten zijn genomen die achteraf bezien als

546 Interview respondent 7.

547 Interview respondent 4; Interview respondent 5. 548 Interview respondent 7.

549 Artikel 2, derde lid, Verordening regelende het onderzoek door de raad; Interview respondent 1, On-

derzoeksrapport p.4.

550 Interview respondent 1; Interview responde4; Interview respondent 7. 551 Interview respondent 1; Interview respondent 5; Interview respondent 7. 552 Interview respondent 5.

553 Raadsbesluit 22 februari 2012; 21 maart 2012: brief raadsgriffier met aantekeningen bij vergadering

voorbereidingscommissie; 21 maart 2012: brief van de voorbereidingscommissie; rapport 21 novem- ber 2012.

foutief worden beoordeeld en de betrokkenheid van de gemeenteraad in dit proces, in kaderstellende alsook controlerende zin?’555 De gemeenteraad stelde

de onderzoeksvraag vast, tegelijk met het instellen van de lokale enquête en het benoemen van de enquêtecommissie.

De enquêtecommissie werkte de onderzoeksvraag verder uit.556 Volgens de ex-

terne ondersteuner was het verder uitwerken van de onderzoeksvraag, naast een analytische aangelegenheid, een politieke aangelegenheid, waarbij allerlei belangen een rol speelden. Bepaalde deelvragen werden niet of juist expliciet gesteld, vanwege de politieke lading van die vragen.557 Door de voormalig ex-

terne ondersteuner werd niet gespecificeerd om welke vragen dat ging en ook uit het onderzoeksdossier is dat niet te achterhalen.

Gaandeweg het onderzoek werd het eigen handelen van de gemeenteraad steeds meer bij het onderzoek betrokken. Hoewel de onderzoeksdoelstelling zich niet richtte op het eigen handelen van de gemeenteraad, was het volgens alle respondenten altijd de bedoeling geweest dat de rol van de gemeenteraad ook bij het onderzoek betrokken zou worden.558 De gemeenteraad wilde ook

over het eigen handelen publiekelijk verantwoording afleggen.559

De enquêtecommissie vroeg zich nooit af wat de reikwijdte van haar onder- zoeksbevoegdheden was.560 Volgens de voormalige externe ondersteuners was

die vraag ook niet zo interessant, omdat de bevoegdheden op papier verschillen met de bevoegdheden in de praktijk. De urgentie van het onderwerp bepaalde of er onderzoek naar gedaan moest worden. Het juridische kader was daarmee ondergeschikt aan het doel van het onderzoek. 561

555 Motie: 22 februari 2012.

556 24 mei 2012: brief van griffie, namens commissie aan de raad; Interview respondent 1; Interview res-

pondent 4; Interview respondent 8.

557 Interview respondent 3.

558 Notitie aan voorbereidingscommissie vergadering 21 maart 2012; 24 mei 2012: brief van griffie, na-

mens commissie aan de raad; Interview respondent 1; Interview respondent 2; Interview respondent 3; Interview respondent 4; Interview respondent 5; Interview respondent 8.

559 Interview respondent 3; Interview respondent 4.

560 Interview respondent 2; Interview respondent 3; Interview respondent 5; Interview respondent 7. 561 Interview respondent 3.

7.4. De inrichting van het onderzoeksproces

7.4.1. Kennis commissieleden

De leden van de enquêtecommissie hadden, bij de start van het onderzoek, geen kennis van hun onderzoeksbevoegdheden, anders dan hetgeen in de Gemeen- tewet staat. Ze wisten enkel dat getuigen verplicht waren mee te werken, dat ze informatie konden vorderen en dat ze mensen onder ede konden horen. Ook beseften de commissieleden dat het een serieus controle-instrument is.562 De le-

den van de enquêtecommissie hadden weinig tot geen onderzoekservaring. 563

Eén van de commissieleden had als historicus nog wel eens onderzoek gedaan.

564 Voor het houden van interviews en verhoren hebben alle leden van de en-

quêtecommissie, tijdens het onderzoek, een training gevolgd in verhoortechnie- ken.565 De commissieleden leunden voor het overige op de kennis en kunde van

de raadsgriffier en de externe ondersteuners die de commissie bijstonden.566 De

raadsgriffier werd gezien als onderdeel van de enquêtecommissie.567 De raads-

griffier communiceerde als contactpersoon van de enquêtecommissie met de contactambtenaar, die door het college was aangewezen als degene die infor- matie zou verschaffen, met de gemeentesecretaris, met de burgemeester en de gemeenteraad.568 Ook speelde de raadsgriffier een belangrijke rol bij het organi-

seren van de externe ondersteuning.569

Als gesteld speelde in de praktijk ook de externe ondersteuners een belangrijke rol, zowel inhoudelijk als procesmatig.570 De externe ondersteuners vroegen in-

formatie op bij het college, werkten de onderzoeksvraag verder uit, verrichtten de dossierstudie, stelden de verslagen op (zoals van vergaderingen en inter- views), stelden de lijsten op met te interviewen en te verhoren personen, gaven de commissieleden training in verhoortechnieken en schreven het script voor de

562 19 april 2012: email Raadsgriffier; Interview respondent 1; Interview respondent 3; Interview respon-

dent 4; Interview respondent 7.

563 9 maart 2012: Memo raadsgriffier aan voorbereidingscommissie ter uitvoering van motie van 22 fe-

bruari 2012; Interview respondent 1; Interview respondent 7.

564 Interview respondent 1.

565 Interview respondent 1; Interview respondent 3. 566 Interview respondent 1; Interview respondent 2.

567 Interview respondent 1; Interview respondent 3; Interview respondent 4; Interview respondent 7. 568 29 mei 2012: uitnodiging commissie aan de pers voor een persgesprek; Interview respondent 1; Inter-

view respondent 2; Interview respondent 3; Interview respondent 4; Interview respondent 7.

569 Interview respondent 1; Interview respondent 4. 570 Interview respondent 2.