• No results found

Begroeting van Jacques Van Keymeulen als werkend lid,

8.3 Toespraken bij de installatie van nieuwe leden, 18 december 2019

8.3.3 Begroeting van Jacques Van Keymeulen als werkend lid,

Waarde collega’s Geachte genodigden Dames en heren

Het doet me plezier hier in Jacques Van Keymeulen vandaag nog eens een Gentse academicus te mogen verwelkomen als lid van ons genootschap. Bo-vendien een der laatste vertegenwoordigers van de roemrijke dialectologische traditie die de Gentse universiteit een eeuw lang hoog in haar vaandel voerde.

Voor de Gentse school werden de eerste zaadjes geplant door Jozef Vercoullie, ooit een vooraanstaand lid van deze Academie, waarover ons nieuwe lid zo da-delijk iets meer zal vertellen. In de tweede helft van de vorige eeuw waren de vaandeldragers Edgard Blancquaert, Willem Pée, V.F. (Frits) Vanacker, Johan Taeldeman, Magda Devos. Behalve de prestigieuze reeks van de Nederlandse Dialectatlassen, kwam ook het Woordenboek der Vlaamse Dialecten voort uit deze school.

Jacques Van Keymeulen is geboren in Wichelen, in 1952. Na zijn studies Ger-maanse Filologie aan de UGent (toen nog ‘RUG’), afgewerkt in 1975, werd hij ook nog licentiaat Geschiedenis in 1987. Hij doctoreerde in de Letteren en Wijsbegeerte (UGent 1992) op het proefschrift De algemene woordenschat in de grote dialectwoordenboeken (WBD, WLD, WVD). Een methodologische reflectie.

Zijn parcours aan de universiteit was er aanvankelijk een van veel tijdelij-ke mandaten, eerst als vrijwilliger, later als wetenschappelijk medewertijdelij-ker bij het genoemde Woordenboek. Hij kreeg een aanstelling als assistent in 1985, werd docent (2004) en later hoofddocent (2010) Nederlandse Taalkunde. De hoofdaandacht in zijn onderwijs ging naar historische en variatie-linguïstiek, en hij stond met anderen aan de wieg van een cursus Afrikaanse Taal- en Let-terkunde.

In 2009 volgde hij Magda Devos op als promotor van het Woordenboek-pro-ject, dat een pendant had in Leuven en Nijmegen, met de Woordenboeken van de Brabantse en Limburgse dialecten. Het doel van dit project was de sys-tematische beschrijving van de dialectwoordenschat die gezien kan worden als de taalschat van een volk, zoals die sinds de vroege middeleeuwen on-onderbroken werd doorgegeven van generatie op generatie. Deze continuï-teit kwam pas in de laatste decennia van de vorige eeuw tot stilstand, met de maatschappelijke veranderingen waardoor de landbouw grotendeels naar de economische en maatschappelijke periferie werd verdrongen, en de toegeno-men mobiliteit die oude dialectgemeenschappen aantastte. Het bewaren van deze taalschat is voor de bronnenstudie van het Nederlands dan ook van groot belang, en decennialang is men erin geslaagd de nodige fondsen te mobilise-ren voor dit ambitieuze project.

Wat Van Keymeulen naast het klassieke enquêteringsveldwerk en de lexico-grafische beschrijving gedaan heeft, is het ontwerpen van een design voor de digitalisering van de gigantische database van dialectmateriaal. Hij is het die al in de late jaren 1980 programma’s liet ontwikkelen om de lexicografische beschrijving op digitale leest te schoeien. Het doel was de woordenboekafle-veringen digitaal aan te maken, en woordkaarten automatisch te genereren. De software van het WVD was toentertijd innoverend, en wekte internationale belangstelling van centra in andere landen die zich met het dialectonderzoek inlaten. Sinds 2017 is hij promotor van het FWO-gesteund Herculesproject

‘Database of the Southern Dutch Dialects’, dat als doel heeft de digitale be-standen van de verschillende zuidelijke dialectwoordenboekprojecten op el-kaar af te stemmen. Dan gaat het meer bepaald om de Woordenboeken van resp. de Vlaamse, de Brabantse en de Limburgse Dialecten.

Voorts lag hij aan de basis van verschillende andere digitale initiatieven, voor zowel wetenschappelijke gebruikers als het brede publiek. Zo ontwierp hij de Woordenbank van de Nederlandse dialecten (www.woordenbank.be), die het de gebruiker mogelijk maakt alle bestaande dialectwoordenboeken te door-zoeken. Hij slaagde erin een bloeiende vrijwilligerswerking op poten te zet-ten die onmisbaar was om al die papieren woordenboeken van het zuidelijke Nederlands in digitaal leesbare vorm om te zetten. Het voorbeeld inspireerde ook het Nederlandse Meertensinstituut om iets gelijkaardigs te doen voor de noordelijke dialectbeschrijvingen.

Belangrijk zijn voorts zijn inspanningen om de Reeks Nederlandse Dialect-atlassen van E. Blancquaert en W. Pée digitaal ter beschikking te stellen, en de collectie bandopnames van het voormalige Seminarie voor Vlaamse Dialecto-logie van de Universiteit Gent te digitaliseren. Die bandopnames met vrije ge-sprekken zijn op initiatief van V.F. Vanacker overal in Vlaanderen opgenomen bij betrouwbare zegslieden, oude boeren en ambachtslui, en vormen ook een rijke bron voor de orale geschiedenis. Deze bronnen zijn toegankelijk gemaakt via de website www.dialectloket.be.

In de marge van zijn hoofddocentschap, was hij ook nog directeur van de werkgroep ‘Variaties’. Binnen deze werkgroep nam hij allerhande initiatieven voor de popularisering van dialecten, zoals de sprekende dialectkaart, de ge-integreerde dialectkaarten voor het hele taalgebied (o.a die voor de namen van de vlinder, het madeliefje, de regenworm, de schommel, enz.).

Dames en heren

Jacques Van Keymeulen heeft een profiel dat zeer goed aansluit op enkele zwaartepunten in de wetenschappelijke werking van deze Academie. Zijn vele contacten met de extramurale neerlandistiek, en met name ook met Zuid-Afri-ka, zullen bijdragen aan onze internationale uitstraling. Ook zijn ervaring als fondsenwerver en aanstuurder van vrijwilligerswerking zal hopelijk de Aca-demie ten goede komen. Ondanks zijn pensionering blijft hij zich zeer actief met de dialectologie bezighouden, en vooral met de digitale ontsluiting van onderzoeksresultaten, iets waar ook de Academie hoog op inzet in de onder-zoekslijn ‘Bronnen en bouwstoffen’.

Deze Academie hecht er veel belang aan dat de resultaten van het eertijds bloeiende onderzoek van naamgeving en dialecten, voor een zo breed mo-gelijk publiek toegankelijk gemaakt én behouden worden. Voor het eerste te-kenen ons lid Jef Van Loon en erelid Luc Van Durme garant, nu tellen we, na het overlijden van onze betreurde collega Johan Taeldeman, ook weer een

rasechte dialectoloog in onze kringen, die eerder al overleg had met erelid en ere-vast secretaris Georges de Schutter voor een dialectologisch project bin-nen de Academie.

Wij hopen dat deze toegewijde digitaliseerder, verspreider en populariseer-der, een nieuwe impuls zal geven aan dit aspect van de Academiewerking.

En zo sluiten we weer aan bij de cruciale de rol die de Academie had in de eerste halve eeuw van haar bestaan voor het verzamelen van dialectwoorden-schat, zoals bv. met het fenomenale driedelige Gents Woordenboek van Lie-vevrouw-Coopman.

Beste Jacques

Als Academie zijn we blij iemand met jouw profiel in ons midden te mogen begroeten. Ik hoop van harte dat jij je in deze nieuwe omgeving ook thuis zult voelen.

Van harte welkom.

8.3.4 Huldeadresdoor Jacques van keymeulenaaneenvoorganger,