• No results found

Communicatie met de hond begint al zodra de dierenarts de wachtkamer binnenkomt. Het is belangrijk dat een dierenarts de hond zo goed mogelijk op zijn gemak stelt (Hamood et al., 2014). De perceptie van de hond is verschillend van die van de mens en daarbij kan er rekening gehouden worden met het ethogram van de hond (McGreevy et al., 2012). Het ethogram kan inzicht geven in het sociale gedrag en de sociale communicatie van de hond (McConnell, 2002).

Op basis van het ethogram van de hond kunnen bij de begroeting van de hond de volgende richtlijnen gehanteerd worden. De dierenarts kan proberen direct oogcontact te vermijden, omdat wegkijken een sociaal conflict vermijdend signaal overbrengt naar de hond. Naar de hond toe buigen, hurken en handen uitsteken, kunnen door de hond als bedreigend ervaren worden. Daarom is afstand houden en een ontspannen houding aannemen belangrijk. Bij het aannemen van een ontspannen houding kan men iets zijdelings draaien en het gewicht op de achterste voet plaatsen, om zo aan te geven dat er geen intentie is om naar de hond te gaan (McConnell, 2002). Door het gedrag te observeren en ondertussen de richtlijnen hierboven te hanteren, ook wanneer de hond komt snuffelen, is de kans groter dat de hond de dierenarts als minder bedreigend ervaart. Met deze manieren van benaderen van de hond wordt het ethogram gerespecteerd, waardoor de hond zich minder bedreigd voelt en daardoor minder stress ervaart (Mariti et al., 2012; McGreevy et al., 2012). Een ontspannen begroeting is een eerste stap om het stressniveau van de hond zo laag mogelijk te houden tijdens de volledige consultatie.

Het is belangrijk signalen van stress te herkennen, omdat dit invloed kan hebben op het welzijn van de hond. Subtiele signalen die in een vroeg stadium wijzen op stress en als boodschap hebben om conflicten te vermijden zijn: wegkijken, het hoofd draaien, afstand nemen, het lichaam wegdraaien, gapen, de poot opheffen en de neus of lippen likken. Wanneer conflict vermijdende signalen onvoldoende in staat zijn om sociale stress te reduceren, kan sociale stress escaleren en gaan honden agressiviteit vertonen, overmatig blaffen, hijgen, beven en janken. Verder zijn andere mogelijke indicatoren van stress: urineren, defeceren, lage of juist hoge activiteit en overmatige speekselproductie (Mariti et al., 2012).

Een bezoek aan de dierenarts kan voor de hond zeer stressvol zijn. Stress, pijn en angst zijn risicofactoren die bijdragen tot agressief gedrag en dus ook bijtincidenten (Mariti et al., 2012; Polo et al., 2015; Lind et al., 2017). Wanneer stress-signalen niet goed opgepikt worden, is er dus meer kans

10 op agressief gedrag en een verminderd welzijn van de hond en van de dierenarts (Mariti et al., 2012;

Polo et al., 2015).

Door stress-signalen te herkennen, kan er op tijd worden ingegrepen wanneer een hond stress ervaart en kan de stress tot een minimum beperkt worden (Mariti et al., 2012). Dit kan gedaan worden door aan de eigenaar te vragen om de hond gerust te stellen. De eigenaar kan dit doen door tactiele of verbale interactie. Dit vermindert stress bij honden en verbetert daardoor het welzijn van de hond tijdens de consultatie (Csoltova et al., 2017).

Een correcte begroeting van de hond is sterk individu- en contextafhankelijk. Geen enkele situatie of hond is hetzelfde.

Voldoende aandacht geven aan het dier, zonder de hond zelf daarbij fysiek te betrekken, kan gedaan worden door tegen de eigenaar over de hond te praten en daarbij de naam van de hond te gebruiken.

Een gebalanceerde verhouding tussen communicatie met de eigenaar en observatie van de hond wordt door eigenaars erg gewaardeerd en geeft hen het gevoel dat ze op een persoonlijke manier begroet worden (Hamood et al., 2014; Adams en Kurtz, 2017b).

11

3 Probleemstelling & doelstelling

Probleemstelling

Op dit moment is er wereldwijd nog vrij weinig onderzoek gedaan naar hoe dierenartsen in de praktijk een consultatie openen. Het is daardoor onbekend hoe dierenartsen in de praktijk een eigenaar en hond begroeten en of ze hierbij de richtlijnen uit de literatuur die hierboven werden besproken volgen of hiervan afwijken.

Bepaalde richtlijnen die hierboven werden benoemd, kunnen elkaar bemoeilijken, doordat we met verschillende diersoorten te maken hebben: mens en hond. Een van de richtlijnen, zoals de benadering van de eigenaar of een eigenaar een hand geven kan voor de hond als dreigend worden ervaren, terwijl een eigenaar in onze cultuur dit als een vriendelijk en beleefd gebaar kan aanzien.

Doelstelling

In deze masterproef wordt er onderzoek gedaan naar de communicatie in de consultatie en daarbij specifiek het begroeten van eigenaar en hond. Er wordt gekeken hoe dierenartsen die werken in het kader van een derdelijns praktijk, Faculteit Diergeneeskunde in Merelbeke, de consultatie openen.

Hierbij wordt er gekeken of de dierenartsen de richtlijnen die in het literatuurgedeelte werden aangehaald ook daadwerkelijk in de praktijk toepassen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in de kliniek Kleine Huisdieren van de Universiteit Gent. Daarbij wordt bijkomend nog een onderscheid gemaakt tussen studenten, dierenartsen en specialisten.

12

4 Materiaal & methode

In het kader van het onderzoek werden er verschillende consultaties op de Faculteit in Merelbeke gefilmd met behulp van een videocamera. Deze video’s werden nadien geanalyseerd met de focus op de voorbereiding van de consultatie, het begroeten van de eigenaar en de hond en het bepalen van de agenda.

Dit onderzoek werd vooraf voorgesteld aan het ethisch comité van het UZ Gent. De ethische commissie heeft toelating gegeven voor het onderzoek en het toestemmingsformulier en de vragenlijst die zijn gebruikt goedgekeurd. Voor het onderzoek werd er mondeling en schriftelijk toestemming gevraagd aan de hondeneigenaren, dierenartsen en studenten diergeneeskunde die hebben deelgenomen. Voor de schriftelijke toestemming werd het toestemmingsformulier dat toegevoegd is in bijlage gebruikt (zie bijlage 9.1) en ook mondeling toegelicht. De deelnemers werden ook gevraagd een korte vragenlijst in te vullen. Deze vragenlijst is ook toegevoegd in bijlage (zie bijlage 9.2).

Gedurende 2 periodes van 1 week werden er op de dienst kleine huisdieren van de Faculteit Diergeneeskunde in Merelbeke zo veel mogelijk consultaties gefilmd.

Tabel 2: Gegevens gevraagd in vragenlijst.

Aangeboden voor 1ste consultatie controlebezoek

Dierenarts:

Geslacht Mannelijk Vrouwelijk

Leeftijd

Jaar van afstuderen

Functie Student Intern Resident

of Assistent

Specialist

Kende u de klant voor deze consultatie Ja Nee

13 Er werd nagegaan of studenten en dierenartsen zich voorbereiden op de consultatie.

Bij de begroeting van de eigenaar werd aandacht besteed aan het volgende:

- non-verbale communicatie: open of gesloten houding?

- hand gegeven aan de eigenaar?

- noemen van voor- en achternaam van de student of dierenarts?

- inlichting rol binnen de Faculteit door student of dierenarts?

- verificatie of noemen van naam van de eigenaar?

- toestemming gevraagd om de hond te onderzoeken?

- is er sprake van een sociale opening?

Daarnaast werd er bij het bepalen van de agenda naar de volgende punten gekeken:

- opening consultatie met een open vraag?

- wordt de doorgegeven informatie aangehaald?

- wordt de eigenaar tijdens het initiële verhaal onderbroken of niet?

o hoeveel seconden duurt het voordat er wordt onderbroken?

o hoelang praat een eigenaar indien er geen onderbreking is?

- wordt er een samenvatting gegeven door de student of dierenarts en wordt er vervolgens doorgevraagd met een open vraag?

Daarnaast werd ook gekeken naar de begroeting van de hond:

- wordt de naam van de hond door de student of dierenarts genoemd?

- wordt de hond aangesproken, aangekeken of benaderd?

- waar bevindt de hond zich in de ruimte (op schoot, op de grond of op tafel) - wordt er een hand uitgestoken naar de hond of wordt de hond aangeraakt?

- Wat is de houding van de student of dierenarts tijdens de consultatie?

De verzamelde gegevens van de eigenaren, honden, studenten, dierenartsen en de analyses van de video’s werden verzameld en uitgewerkt in een Excel document, die werden toegevoegd als tabellen in bijlage (zie bijlage 9.3).

14 Berner Sennen (n = 1), Dwergschauzer (n = 1), Cavalier King Charles Spaniel (n = 1), Rottweiler (n = 1), Beagle (n = 1), Border Terriër (n = 1). Daarvan waren 7 honden vrouwelijk gecastreerd, 1 vrouwelijk intact, 3 mannelijk gecastreerd en 2 mannelijk intact. De leeftijd van de honden lag tussen de 9 maanden en 15 jaar. Voor 6 honden was dit de eerste consultatie op de Faculteit Diergeneeskunde in Merelbeke, 7 honden kwamen voor een controlebezoek.

Aan het onderzoek hebben 26 verschillende personen deelgenomen, waaronder 13 studenten diergeneeskunde en 13 dierenartsen (1 doctoraatstudent, 5 residents en 7 specialisten). Daarvan waren 20 personen vrouw en 6 personen man. De studenten waren tussen de 23 en 28 jaar oud, de doctoraatstudent was 31 jaar oud, de residents waren tussen de 26 en 33 jaar oud en de specialisten waren tussen de 32 en 54 jaar oud. Alle studenten hadden aangegeven af te studeren in 2019, de doctoraatstudent studeerde af in 2012, de residents studeerden af tussen 2011 en 2016 en de specialisten tussen 1988 en 2010. Vier van de personen hadden de hond al ooit eerder gezien, voor 22 personen was dit de eerste ontmoeting met de hond.

5.2 Voorbereiden van de consultatie

Van de 26 personen waren er 22 (84,6%) goed voorbereid voor de consultatie en 4 personen (15,4%) onvoldoende. Eén specialist was gedurende de begroeting nog bezig met het open zetten van een raam. Eén student moest de benodigde papieren nog pakken en in orde maken. Eén student moest met de eigenaars nog zoeken naar een beschikbare consultatieruimte en eén specialist moest gedurende het openen van de consultatie nog iets zeggen tegen een eigenaar in een ander consult, dat hij nog niet had afgesloten.

Tabel 3: Resultaten voorbereiding van de consultatie. Richtlijnen met een asterisk (*) werden door minder dan 50% van de betrokken personen gevolgd.

Voorbereiding van de consultatie: Student Doctoraat- student

Resident Specialist

Goede voorbereiding Ja: 84,6% 11 1 5 5

Nee: 15,4% 2 - - 2

5.3 Begroeting van de eigenaar

Bij de begroeting hadden alle personen (n=26, 100%) een open houding en waren er geen opvallende negatieve punten in de non-verbale communicatie naar de eigenaar toe op te merken. Van de 26 personen gaven er 13 (50,0%) wel een hand en 13 (50,0%) niet. Van de 26 personen stelden er 3 personen (11,5%) zichzelf voor met hun voor- en achternaam, 3 personen (11,5%) gaven enkel hun voornaam, 3 personen (11,5%) enkel hun achternaam en 17 personen (65,4%) stelden zichzelf helemaal niet voor. Van de 26 personen lichtten 12 personen (46,2%) hun rol binnen de Faculteit van Merelbeke toe aan de eigenaar, de andere 14 personen (53,8%) deden dat niet. Van de 26 personen verifieerde maar 1 persoon (3,8%) de naam van de eigenaar . De overige 25 personen (96,2%) hebben de naam van de eigenaar niet geverifieerd. Van de 26 personen vroegen 3 personen (11,5%) expliciet toestemming aan de eigenaar om de hond te mogen onderzoeken, de andere 21 personen (80,8%) vroegen geen toestemming. Van de 26 personen had 1 persoon (3,8%) een duidelijke sociale opening, namelijk “Hoe gaat het met U?” , 21 personen (80,8%) hadden geen sociale opening. Van de